EB EB
ffl EEN BEZOEK AAN HET EB
IS EIJERLAND IN DEN JARE 1786 ffl
BB EB
fflffifflffifflfflfflffifflffl ffiffifflEBffiffifflfflffiffl
door PI ETER' VAN CUYCK
iWij zullen 'een wagen neemen en rijden
dwars door de killen en kreeken naar
het Eijerland, terwijl wij den zanddijk
aan de linkerhand laaten leggen De
schrijver ging van de Koog uit. Red.)
Dit Eijerland was voorheen van Texel
atgezondert, doch is in den jare 1629
door dien zanddijk daar aan gehegt.
Ter halver wege is eene zeer groote
wooning van den boer, die het buitenveld,
waarover de zee aan- en afloopt, gepagt
heeft van Heeren Gecommitteerde Raa-
den; op dit buitenveld worden wel twaalf
honderd schaapen geweid, behalven ander
jong vee van kalveren en paarden, die al
daar gedurende den zomer voor weinig
gelds gevoed worden; deeze ruime zee
boezem (zie het kaartje op de voorpagi-:
na.Red.) wiens opening tegen hetoos-
ten legt en welke van de punt van het
Eijerland strekt tot tegen den oostelijken
hoek van Texel, loopt met hoog water
geheel onder; en het vee weet zich tegen
dien tijd naar de hoogtens te hegeeven,
zoodat het iets zeldsaams is, indien een
schaap, hetwelk zich te ver naar zee be-
geeven hadt, door het schielijk rijzen
van het water overvallen wordt en ver
drinkt.
Deeze boezem is ook de plaats, alwaar
lekkere bot gevangen wordt.
De inham wordt sedert het leggen van
den zanddijk alleiigskens drooger; men
kan met laarzen wel een uur ot ander
half ver in zee gaanzoo dat, indien men
dien inham wilde bedijken, wel een paar
duizend morgen lands zouden kunnen
worden aangewonnen, waar door Texel
eene kleine provincie zoude worden; het
geen te gemakkelijker zoude te doen zijn
om dat op de lijn, alwaar de dijk zoude
moeten koomen, verscheiden hooge bol
len leggen, op welke de dijk zoude kun
nen worden geschoten, die door zijne ge
legenheid nooit eenigen aanslag van wa
ter zoude hebben te vreezen.
Omtrent tien jaaren geleden is er reeds
een overslag van zoodanige bedijking ge
maakt en verscheiden gegoede inwooners
van Noordholland hadden er deel in ge
nomen, maar de uitvoering van dit nuttig
ontwerp is tot nu toe agter wege ge
bleven; misschien zijn Gecomm. Raaden
belet geworden de hand daar aan te lee-
nen, omdat Westfriesland daar door vee-
le haaner landbouwers zoude hebben kun
nen verliezen en de landbezitters aldaar
vreesden, dat hunne goederen daar door
in waarde verminderen zouden, welke
vrees echter ijdel scheen te zijn, vermits
de aannemers van dit werk zich wilden
verbinden om eene volksplanting van
vreemdelingen op die nieuw-bedijkte lan
den aan te leggen; de dijk op zichzelven
zoude geene honderd duizend guldens
gekost hebben; het voorneemen was, om
er leen dorp te stichten en er een vaart
te graven; en daar is geen twijfel aan, ot
het zoude eene bloeijende streek gewor
den zijn, dewijl het zeer veel en zeer goed
land in zijnen boezem bevat zoude heb
ben.
Wat worden er meenigmaal niet al
groote zaaken door een gering eigen be
lang van weinigen tegengehouden
Nu houden onze paarden stil voor het
Landshuis op het Eijerland; daar gaan de
jagers naar het duin en de vogels vliegen
met duizenden rondom ons, terwijl de
kar met blinkende kopene kannen, die tot
aan den hals met melk gevuld zijn, uit het
veld t'huis koonit; maar wij helpen de da
mes van den wagen, om, na wat ontbeten
te hebben, op de vermaakelijke eijerjagt
te gaan.
Ongeloofelijk is het onnoemelijk getai
van nesten en eijeren van allerlei soort,,
welke men hier aantreft; men kan zich
aan gene zijde wenden, zonder, om zoo te
spreken, twee' ot drie nesten onder de
hand te hebben; maar men vindt zich bijna
in het geval van Don Quichot bij het hol
van Montesinos, want men dient schier
slag te leveren tegen de vogels, zoodanig
koomen die dieren aanstrijken op de roo-
vers van hunne eigendommen en van de
hoop van hun toekoomend geslacht; de
Kastelein van het Landshuis heeft in de
maand Meij zes of zeven menschen in zij
nen dienst, alleen om die eijeren te ver
gaderen, waar uit men van derzelver mee-
nigte kan oordeelen; hij pleeg er dertig
duizend naar Amsterdam te zenden, ten
dienste van de koekebakkers.
Een ongelopfelijk getal van bergeenden
pleeg alhier te broeden; maar sedert
eenigen tijd zijn zij niet meer zoo over
vloedig, om dat dé Kastelein meer voor
deel vindt in het aanfokken van konijnen,
wier lamperijen door de groote meeuwen
veel geroofd wierden, en dus moesten die
verstoort worden, om de konijnen te kun
nen aankweeken; de meeuwen zijn sedert
veelal naar het westeinde van het Vlie
vertrokken; en thans worden er jaarlijks
wel vijftien honderd koppel konijnen van
hier naar Amsterdam gezonden.
Uit dat alles kan men ligt nagaan, wat
alle die voordeelen, en zulk eene bouwerij
van schaapen en koeijen, als mede het
verhuuren van weiden ter voeding van
jong vee, niet moeten opbrengen; en dat
het ampt van Kastelein van 's Lands
huis een vet mkoomen geeven moet; het
geslagt van de Kikkers heeft dat ampt
langen tijd bezeten; en thans in den
Jaare 1786 is het noch in handen van
eene afkoomelinge van dat geslagt.
Het Landshuis is door Gecommitteerde
Raaden gestigt tot eene bergplaats voor
ongelukkige schipbreukelingen; want, als
de noordwestelijke winden waaijen, is hier
eene zeer onveilige laagerwal, waar op
veele Schepen verongelukken.
De postbode van het Vlie koomt hier
aan; hij heeft hier een paard, waar mede
hij de brieven verder op het Comptoir
aan het oude Schild brengt, en van daar
weder afhaalt, hetwelke ten uiterste nuttig
is voor de geenen, die handel drijven op
de Oostzee; en die overbrenging is ge
makkelijk, vermits de Zeearm tusschen
deezen hoek en Vlieland zeer naauw is.
Eer wij afrijden moet ik u noch zeg
gen, dat men, eenigzins bij den Kastelein
bekend zijnde, hier met gezelschap meeu
wen-struiven kan gaan eeten, tot deeze
struiven, die zeer lekker zijn, worden al
leenlijk de dooijers der me»uwenëijeren
gebruikt; die dooijers zijn van eene goud
kleur en in het geheel niet vissig of sterkj
van smaak; ik heb zulk een vrolijk par
tijtje meer dan ééns bijgewoont, en wij
zijn altijd daar van ten hoogste voldaan
geweest.
In de tuin van deeze wooning groeijen
de aangenaamste vrugten, die altijd,
schoon in eenen meer noordelijken streek
eerder rijp zijn, dan in het overige ge
deelte van het Eiland, waar van4 naar
mijne gedachten, de redenen zijn, dat die
wooning geplaatst is in eene kleine laagte,
door duin omringt, en dat de grond op
zichzelven los is, en door eene meenigte
mest wordt toegemaakt; waar van de
warmte door de terugkaatsing der hitte
van het zand vermeerdert wordt; al het
welke die tuin tot zulk eene maate van
vrugtbaarheid schijnt te brengen, dat ik
de takken der boomen, door den zwaaren
last der vrugten, als langs het zand heb-
zien kruipen, het welk een vreemd gezigt
geeft, 't geen men aan zulk een noordelijk
oord niet verwagten zoude.
Illustratie: Het Eierlandsche Huis, pen-
teekening van Pieter van Cuyck.
Mijn uitgeever is onderrigt, dat het
ontwerp dier bedijking op raad van des
kundigen, geheel verworpen is uit hoofde
van het nadeel, het welke de daar door
veranderde stroom aan eenen anderen
kant zoude kunnen toebrengen.
I <?3 5".
1914 Noorsche s.s. Isbjoni.
1915 Stoomtreiler IJm. 112.
1916 Duitsch s.s. Flensburg.
1917 Duitsch s.s. Joh. Lehmanns.
Ned. tjalk Adelaar en Eng. s.s.
Tengoy.
1919 Logger Sch. 454.
1921 Duitsche schoener Liesbeth.
1922 Eng. s.s. Guito.
1923 Ital. s.s. Koevia, Noorsch s.s. Bro,
Holl. schoener. Lutgerdina, Gr.
s.s. Elpidophores, Duitsch schip
Erich, Arnhold, Noorsch s.s. Ul-
ven.
1926 Zweedsch s.s. Sigyn; Duitsch s.s.
Margaretha.
1930 Letl. s.s. Skauts, Ital. s.s. Valen
tino Coda, Duitsch s.s. Freya.
1934 Eng. s.s. Oakford; Zweedsch s.s.
Chr. Matthiessen.
V
Keer op keer heeft de bemanning van
de te de Cocksdorp gestationneerde red
dingbooten zich op loffelijke wijze onder
scheiden.
We herinneren hier aan de huldiging
welke haar ten deel viel Oct. 1918 en
Oct. 1923, ter gelegenheid o.a. van de kra
nige redding van de bemanningen van het
Eng. s.s. Tengoy en de Duitsche schoe
ner Liesbeth.
ffi SB
ffl DE VUURTOREN ffl
ffl VAN EIERLAND. ffl
SB EB
door T. ALDERL1ESTE, opzichter.
Door de Schout bij Nacht J. F. A.
Coertzen, o.a. Inspecteur Generaal van
het loodswezen, werd omstreeks 1860 het
voorstel gedaan aan de Minister van Ma
rine, W.J.C. Ridder Huyssen van Katten-
dijk, om nabij de gevaarlijke plaats, ge
naamd Eierlandsche gronden, waar veel
schepen strandden en veel menscherilevens
verloren gingen, een vuurtoren te plaat
sen. Er werd gunstig op beschikt en in
1863 werd met de bouw van de thans
staande vuurtoren begonnen. De eerste
steen daarvan werd op 25 Juli 1863 ge-,
legd door de heer T. Harder.
De muren' van de vuurtoren, welke 35
meter hoog is en verhees op een duin van
20 M. boven volzee, zijn opgetrokken van
heel kleine steentjes; de muren z;ijn plm.
1.25 meter dik. In ruim een i:^ar werd de
bouw volbracht, waarna het licht op 1
November 1864 door de heer J. L. Kik
kert, notaris op Texel, kon worden ont
stoken. Dit licht was oorspronkelijk een
petroleumlicht, maar in 1910 werd een
nieuwe uitvinding toegepast. Het licht
werd omgebouwd tot een pharolinegloei-
lichtverlichting. Een nieuwe verandering
had plaats in 1927, toen het gaslicht ver
vangen werd door eledrisch; op 27 Oc-
ber 1927 werd dit licht ontstoken. Deze
elektrische installatie geeft per minuut
vier omwentelingen, waarvan vijf schit
teringen en drie verduisteringen, zijn waar
te nemen. Het heeft een lichtsterkte van
plm. drie millioen kaarsen en zal binnen
kort nog worden versterkt door nieuwe
Philipslampen.
GESTRAND BIJ EIERLAND
WANNEER WAS HET OOK
De Hollandsche kust staat bij de zee
man in een kwaad blaadje en zeer zeker
vroeger, toen betonning en kustverlich-
ting zeer veel te wenschen overlieten.
Niet in de laatste plaats hebben de be
ruchte Eierlandsche Gronden veel stran
dingen op hun geweten. We sommen hier
de voornaamste strandingen op uit de
laatste 46 jaar.
Wat zullen sommige dezer namen velen
Uwer stot tot spreken geven
1889 Duitsch sdhip Nerissa en de Ben-
brack.
1898 Noorsche bark Mentone en een
Zweedsche bark.
1899 Eng. schip Iceland.
1904 Fransch 4-master Atlantic en 't
Noorsche schip Inga
1905 Duitsche 2-master Mercur.
1907 Noorsche s.s. Cygnus en Eng.
City of Oporto.
1908 Logger Katwijk 42, Noorsch s.s.
Nana en Unita; Sp. s.s. Fern.
Sen ova:
1913 Duitsch s.s. Alfeld en Duitsdie
bark Parnassus.
1863 Gesticht.
Petroleum-licht.
1910 Gasgloeilicht.
1927 Electr. licht.
Sinds de toren half
Juli 1934 voor het pu
bliek ter bezichtiging
werd opengesteld, trekt
hij heel wat bezoekers.
Geen wonder, want
zeldzaam mooi is het
uitzicht van boven af
over zee en land.
De kustwacht werd omstreeks 1883, na
het vergaan van het Nederl. oorlogsschip
de Adder in het leven geroepen met de
bedoeling, dat dag en nacht door kust
wachters stipt zou worden uitgekeken,
om bij ongevallen op zee, dit direct per
telefoon of telegram aan de bevoegde
autoriteiten, waaronder in de eerste plaats
het reddingswezen, te melden.
Dat de kustwacht van belang is, wordt
bewezen door het feit, dat van de vele
strandingen, sinds 1883 op onze kust,
steeds de kustwacht de eerste bericht
gever is geweest
uw.*
li
DE N1ETJWBKDUKTK rODDER
öömüötEffiffiGsmmm ffiffiffiratflfficBtflmffl