No. 4979 49"eJaargang Zaterdag 14 Sept. 1935
Voor de Zondag.
EERSTE BLAD.
OUD WORDEN.
m m
Het hoort misschien tot de meest smar
telijke ervaringen in het menschenleven
oud worden. Vooral voor hen, die in
hun jonge jaren een groote activiteit ont
wikkelden, die vooraan liepen als er iets
te doen viel. Voor hen is het zeker moei
lijk te gevoelen, datzij langzamerhand op
zij worden gezet, dat zij niet meer mee
tellen, dat hun oordeel eerst nog even
uit gewoonte wordt gevraagd, daarna nog
een tijdje misschien uit medelijden en
ten slotte in het geheel niet meer. En hoe
meer zij probeeren hun oude roem te
handhaven, hoe onverbiddelijker wordt het
volgende geslacht in het afwijzen van de
nagevraagde hulp.
Er zijn niet veel oudere menschen, die
de kunst verstaan om waardig oud te wor
den, om vrij baan te maken voor het
nieuwe komende en met een wijze glim
lach te volgen, waar zij vroeger vooraan
gingen.
Maar, als ze er zijn, zijn ze de jongeren
des te dierbaarder en dan kunnen ze zon
der het op de voorgrond schuiven, een
groote steun zijn. Oud-worden is een
levenskunst.
Carl Ewald, de Deensche schrijver, ver
telt in zijn boeken over een eigen erva
ring in het proces van oud-worden.
Hij beschrijft daarin zijn bezoek aan een
vergadering. Na afloop van die vergade
ring, peinst hij over zijn jeugd, die voorbij
is. Hij herinnert zich vergaderingen uit
zijn jonge tijd. Dan zaten in het midden
vak de oudere heeren met gouden hor
logekettingen gespannen over hun bolle
buikjes. In de hoeken en langs de kanten
geschaard stonden Carl en zijn vrienden,
de jonge opstandigen, die geen genoegen
namen met de gang van zaken. Het was
hun onmogelijk altijd hun mond te hou
den. Zij interrumpeerden en leverden cri-
tiek. Zeer tot ongenoegen van de heeren
met de horlogekettingen op de bolle
buikjes, in het middenvak. Maar die hee
ren konden zich troosten, omdat de spre
ker op het podium in voortdurende ver
standhouding met hen leefde. Het is een
der politieke voormannen, die op het
podium is. Hij richt zich tot het midden
vak. en hij doet, alsof de schare aan de
kant, de jonge opstandigen, er niet zijn.
Nu, na vele jaren, is Ewald weer naar
een vergadering geweest. En, daarvan
thuisgekomen, wordt hij er zich plotse
ling van bewust, dat de rollen omgekeerd
zijn voor hem. Nu heeft hij in het midden
vak gezeten, naast andere heeren met
horlogekettingen op hun bolle buikjes. En
langs de kanten stond en interrumpeerde
een nieuwe generatie.
EB ffl
m EEN TEXELAAR S3
S3 PER FIETS DE WERELD IN. ffi
ffl S3
(Vervolg)
XIII.
Het Atlas-gebergte. De schoonheid
van dit landschap is weer zoo geheel
anders dan die der Alpen. Men kan eigen
lijk Iniets met elkaar vergelijken, noch de
vorm der bergen, noch de plantengroei.
Ook de dorpjes, die wij later ontmoetten,
waren natuurlijk heel anders. Het vreemd
ste van deze pas was echter, dat we nu
maar iets daalden en toen op ongeveer
9001000M. lange tijd over een hoog
vlakte voortpeddelden. Nu eens iets stij
gend, dan weer iets dalend, maar steeds
zoo op ongeveer 900—1000 meter.
Het fietste hier heerlijk en het uitzicht
was prachtig, want de boomen waren
verdwenen, totaal verdwenen. Verschei
dene dorpjes ontmoetten wij echter, alleen
mlandsche. De huizen waren uit losse
steenstukken opgebouwd en van een heel
slecht dak voorzien. Valt zoo'n huis in el
kaar, dan laat de inboorling alles liggen
en bouwt hij er naast weer een nieuw,
zoodat de aanblik van het dorp er niet
op vooruit gaat. Toch zijn deze dorpjes
in overeenstemming met het landschap,
zij hooren er ongetwijfeld thuis, want ze
zijn even ruw en woest als de omgeving.
Tegen de avond kwamen we in een
dorp, waar veel Franschen woonden. Er
was ook een restaurant en wij besloten
hier te blijven eten. In de zaal stond een
piano en daar Max zoo'n instrument be
speelt, plaatste hij er zich voor en speelde
hij natuurlijk „De schoone blauwe Do-
nau". Al spoedig was het zaaltje met
En de spreker op het podium richtte het
woord tot het middenvak en ook veel tot
hem, Carl Ewald.
Het is niet aangenaam zich deze situatie
bewust te worden.
Nu is er een critiek punt in het leven
geconstateerd. Er is iets voorbij, onher
roepelijk iets dat trisch en jong en
sterk was en dat nu niet weer terugkeert.
Zoo voelt Ewald dat aanvankelijke.
JDan komt hij thuis. En dan ziet hij zijn
zijn dochter. Het is net, alsot hij met ver
scherpt waarnemingsvermogen de dingen
om zich heen beleeft, die dag.
Want zijn dochter heeft hij dagelijks
om zich heen, maar het is nu, alsof hij
haar voor het eerst beleeft, zoo jong en
trisch en bloeiend.
Daar staat zij, zijn dochter. Dat is er
een van het nieuwe geslacht. En door
naar haar te zien, haar bloeiende jeugd
ten volle te omvatten en zich daaraan ver
bonden te weten, herstelt hij het geloof
in zijn eigen leven. En hij voelt de voort
gang van het leven als een geheel en daar
in valt zijn persoonlijk oudworden weg.
Dat is levenskunst. Dat is ouder wor
den voor de levenskunstenaar.
ZONDAG, 15 September 1935.
Tact is de groote kunst om een harde
taak op een zachte manier uit te voeren.
MAANDAG.
iWrok in het hart bederft de gezond
heid van ziel en lichaam.
Wie zwijgen kan verdient gehoord te
worden.
Hij die aarzelt een fout te herstellen
is geen dapper man. Contucius.
Drift en heftigheid zijn een edel hart
onwaardig; 't zijn hartstochten, waarin het
meest gezondigd wordt; men brengt ze
zoo licht op rekening van natuur en tem
perament.
VRIJDAG.
Die getrouw is in het geringste, die is
ook in het grootste getrouw.
Wie over de gebreken van anderen
zwijgt, geeft blijk van zelfkennis.
@B Een lot uit de Groote Jubileum- EB
EB Verloting-Polder Eijerland (goed- 53
1} gek. bij Min. Besluit 26-7-1935, ffl
EB no. 863) geeft kans op o.a.:Sim- EB
EB plex-motorrijwiel, Philips-radio ffl
EB of rijwiel. Prijs 50 ct. Trekking S3
EB 15 October. S3
m ffl
nieuwsgierigen bezet en op verzoek van
de hotelhouder ging Max nog even dooi
en speelde natuurlijk ook eenige Espe
ranto melodieën. Ik deed mijn best om,
Richard Tauber na te bootsen en wij
hadden een reuze gezellige avond, die
nog gezelliger werd, toen de hotelhouder
het Oostenrijksch-Hollandsch orkest een
avondmaal aanbood. Al waren wij dus
geen artisten, het dineetje haalden we er
tenminste uit. Nog eenige tijd bleven wij
en daarna mochten we in een leegstaande
woning slapen.
Vol aangename herinneringen vervolg
den wij onze weg. De eerste 20 K.M. ging
het zonder trappen. Wat een stuk zeilden
we van de bergen at. Toch was het uit
kijken, want de ravijnen en afgronden zijn
niet afgesloten door steenen of zanddam-
men. Eén verkeerde manoeuvre maakt je
van peddelaar tot zeilvlieger.
Na een tamelijk zware weg kwamen we
's avonds in Algiers aan. 160 K.M. had
den wij afgelegd, maar toch konden wij
niet nalaten om tot middernacht door deze
buitengewoon mooie stad met zjjn mo
derne woningbouw te dwalen, ja, Al
giers alleen is eigenlijk reeds een bezoek
aan Afrika waard. Ons vluchtig bezoek
aan de Arabische wijk, sterkt mij zeer in
die meening.
In een „druivenbouwland", even buiten
de stad, vertrouwden wij ons weer aan
Morpheus toe om daarna zeer vroeg, 4
uur, onze tocht te vervolgen. Wij moesten
thans naar Oran om vandaar naar Spanje
over te steken. Wegens Max's gelukkig
voorbije ziekte, was het niet meer moge
lijk, Marokko te bezoeken; de tijd ont
brak om de boot te Cassablanca na onze
Marokko-tocht te halen, wat wel jam
mer was. Deze laatste 460 K.M. hebben
wij in twee dagen en een nacht afgelegd,
want ook het schip in Oran zou sjxiedig
vertrekken. Veel biezonders leverde de
Een feestdag voor Eicrland. Dat zag je
al gauw, zoodra je in Eierland kwam:
vlaggen hier en vlaggen daar, kinderen
met oranje sjerpen en tal van boerderijen
en andere woningen metgroen en bloe
men versierd. Feeststemming was er alom,
tot niet geringe verbazing van die eeuwige
mopperlingen, die meenen, dat deze tijd
geen feestvieren gedoogt. Er was teest en
hoe We zullen er van vertellen en be
ginnen bij het beginde opening van liet
festijn, welke plaats had in de groote
feesttent bij monde van de heer R. P.
Keijser. Omstreeks half elt was daar een
groote schaar van genoodigden bijeen.
We merkten o.m. op het volledig bestuur,
heemraden en hoofdingelanden, van de
polder, en verder de heeren burgemeester
Oort, wethouders Vlaming en Kager,
Rijkslandbouwconsulent Ir. Lienesch, H.
Klimp, adviseerend lid tentoonstellings
comité, notaris Mulder, E. Noordijk, wiens
vader van 1S841902 opzichter van Eier
land was; Ds. Papineau Salm, Pastoor
Boonekamp, Drs. Westerhuis, J. Eelman,
dijkgraaf Waalenburg, J.S.Dijt, oud-dij k-
graat Dertig Polders; juryleden, voorafd.
akkerbouw P. Dros' Az., den Burg; J.H.
Timmer, St. Gerardus Majella, P.H.Pol
der; B. C. Lap, Zeewijk; bloembollen:
Joh. Parlevliet; zuivel: A. Broekman.
REDE DIJKGRAAF R.P. KEIJSER.
Polder Eierland bestaat 100 jaar, zoo
ving de dijkgraaf aan en we hebben ge
meend, dit feit niet onopgemerkt voorbij
te mogen laten gaan. Aanvankelijk was ik,
vanwege de slechte tijdsomstandigheden,
voor feestvieren niet te vinden, maar ten
slotte heb ik mij verzoend met de plannen
der jongere generatie, die het heugelijk
teit op gepaste wijze wilde vieren. 100
jaar is voor een polder maar een korte
tijd, doch niet ontkend mag worden, dat
op allerlei gebied in deze eeuw veel tot
stand gekomen, gegroeid en beleefd is.
Spreker geeft vervolgens een overzicht
tocht niet op. Het ging door een heel
rustig berglandschap, waar men zich
hoofdzakelijk met geitenteelt ophield.
Daar wij er naar verlangden, eens wat
melk te drinken, hebben we eenmaal ge
tracht een geit te vangen. Na wel een
kwartier rennen had Max er een te pak
ken. Ik er met het pannetje op af. Helaas
wat een strop. Max bleek met het ge
slacht in de war te zijn geweest.
Na een vermoeiende fietstocht kwamen
wij eindelijk in Oran aan, waar we spoe
dig de boot, die ons naar Spanje zou
brengen, gevonden hadden. Het was een
klein, heel klein vrachtbootje en als 4ei
klas passagier kregen we een niet te be
nijden plaats. Langzaam stoomden wij de
haven uit. Afrika werd kleiner enklei
ner. Wij waren er enkele weken ge
weest, maar het leken wel maanden. Ja
in Afrika hebben we heel wat beleefd.
En toch was het er niet zoo gevaarlijk;
als wij hadden gedacht. Men zou er b.v.
'snachts beslist niet kunnen slapen in de
bosschen vanwege de slangen, beweerde
men, maar: iedere nacht hebben we ot in
bosch of in bergen geslapen en nimmer
hebben we andere slangen gezien, dan
die, welke men op de weg doodgereden
had. En de muskieten? We hebben meer
vroom biddende Mohammedanen dan
muskieten ontmoet in het avonduur.
Afrika lag weer achter ons. Het had
ons veel, veel geleerd en heeft ons zoo
heel andere rassen en gebruiken laten
zien. Ja, het beetje pech, dat wij gehad
hebben, verdwijnt in het niet, bij al het
wonderlijke, dat wij daar hebben ontmoet.
Met vreugde denken wij er aan terug.
Die nacht sliepen wij op dek en de
volgende morgen reeds waren we in
Spanje. Spoedig stonden wij aan wal.
UIT DONKER AFRIKA.
Een kiekje ter illustratie
van de brieven van Pater
M. J. Witte, missionaris
in Giriama, Br. O. Afrika.
Het brengt 'n gymnastiek
les in beeld, welke ter ge
legenheid van het bezoek
van twee opperhoofden ge
geven werd. Op de achter
grond het primitieve kerkje
en een paal, de tonen ge
naamd, met twee oude
scheepsbellen in Mom
basa oq de kop getikt
er bovenop getimmerd.
van het ontstaan van de polder. Om niet
in herhaling te vervallen in meer dan
een nummer van ons blad is in de laatste
weken de geschiedenis uitvoerig verhaald
stippen we slechts enkele biezonder-
lieden aan.
Het aantal aandeelhouders in de Socië
teit van Eigendom bedroeg in 1841 onge
veer 30. De eerste jaren moest er dik
geld bij, zoodat een leening van f350.000
moest worden aangegaan. Uit rapporten
over de eerste jaren blijkt, hoe slecht de
toestand was: droogte en overlast van
water, hooge loonen, te weinig interesse
bij de bedrijtsboer, onwil en onverschillig
heid bij de arbeiders, enz. lil 1840 werd
de polder verkaveld en kreeg ieder aan
deelhouder 'n deel naar gelang de grootte
van zijn aandeel. Ieder kon verhuren ot
zelf exploiteeren. Het meeste werd ver
huurd, waarbij, naar liet schijnt, de Socië
teit bedrijtsboeren financieel geholpen
heeft. De totale veestapel bestond toen
uit 5000 schapen, 1800 lammeren, 100
koeien, 130—140 paarden, die publiek
werden verkocht. De veertiger jaren wer
den wat beter: er werd zelf geboerd, zui
niger beheerd. De vijftiger jaren brachten
weer meer welvaart: de aardappelziekte
verbreidde zich en deed de granen in prijs
stijgen. Na 1870 kwam er nog meer ople
ving, ook al door de hooger graanprij
zen. In 1875 en 1876 mislukte dooi'
droogte een deel van de oogst, 1877 en
1878 waren goed, maar in 1879 liep het
heelemaa! mis. In de tachtiger jaren was
het al biezonder slecht gesteld, veel licht
bouwland werd omgezet of aan zijn lot
overgelaten. Er werd weinig gemest, met
als gevolg schrale oogst, terwijl ook con
currentie van Amerikaansch graan zich
deed gelden. Veel boeren en 'arbeiders
trokken in die jareij naar Amerika; ook
handwerklieden. De negentiger jaren wa
ren niet veel beter; wel trad een ver
betering m de vceprijz.en in. Na 1900 is er
een gunstiger wending gekomen, dank
zij landbouwvoorlichting, gebruik van
kunstmest en beter werktuigen. Geweldig
waren de veranderingen, die toen alge
meen konden worden waargenomen. De
jaren 19001914 behooren tot de mooie
van de polder. De granen waren duur,
maar belasting en loon waren ook hoog.
MIJN VRIEND EN 'N KAMEEL (N.-Afr.)
Daar volgde eerst het douane-onderzoek.
Toen kwam de tegenslag. Om onze fiet
sen tijdelijk in te voeren werd een borg
som van 1480 peseta's verlangd, waaraan
wij onmogelijk konden voldoen. Wat nu
te beginnen? Onze fietsen werden in be
slag genomen en er stond ons niets arw
ders te doen dan om deze borgsom te
telegrafeenen. Met enkele beambten had
den wij het al voor elkaar om voor een
„beetje" klaar te komen, maar toen kwain
de chef enThans zitten we in Ali-
cante en wachten, wachten op de borg
som. Wij zijn nog naar het Nederl. con
sulaat geweest om hulp, maarook daar
kon men ons niet helpen. Vervelen zul
len wij ons inmiddels niet, want Alicante
is een leuk stadje, Spaansch in hart en
meren. Wat Spanje ons nog meer zal
brengen, hoop ik u spoedig te vertellen.
SIEM DE WAAL C.Hz.
TEXELSCHE COURANT
ISItZlWtXItSlIXlIZltXÜSlS II IZIIXUSSIISltSIlZltSIKHW
®®®®®m®®®®
AAN AFRIKA'S NOORDKUST.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIinillllUtllHIll
llllllllllll VOOR HOOFD EN HART.
lllllinilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIIII
ZONDAQ.
DINSDAG.
WOENSDAG.
DONDERDAG.
ZATERDAG.
ffiE$EEfflS3ffiBBfSffi
BE
EB FORTUNA ROEPT U 13
S3EBS35153EBS3S3BBEE y
U EBffifflffiiSEfiftEBEBffl
ffl m
EB EIERLANDS EEUWFEEST 53
515313EEEREK53335383 y
EERSTE DAG.