De Nieuwe Texslsche Courant No. 4984 49s"Jaargang Woensdag 2 Oct. 1935 ,2 JSiT? Bij het afscheid van Burgemeester Oort. EERSTE BLAD. Gemeenteraad van Texei Zon Aspirientje helpt toch maar! TEXELSCHE COURANT is sinds 1 Juli 1930 in dit blad opgenomen. UITG.: N.V. Boekhandel en Drukkerij v.h. Langeveld en de Rooij Den Burg. Tel 11. ABONNEMENTEN: f0.75 per kwartaal; buiten den Burg f 1.losse nrs. 4ct. ADVERTENTIES: 1—5 regels 60 cent iedere regel meer 12 ct. Eenzelfde adv. voor viermaal ineens opgegeven wordt driemaal berekend. HOOGWATER ter reede van Texel v.m (nam. ongeveer V* uur later.) 3 4 5 6 W.t. 7 8 9 Oct 12,32 1.— 1,42 1,41 2,52 4,34 6 01 LICHT OP RIIWIELEN en RIITUIGEN 7.15 Zitting van Zaterdag 28 Sept. 1935, aanvangende te ruim elf uur v.m. Voorz.: de heer W. B. Oort, burge meester. Secr.: de heer C. Jonker, gem.-seer. Voorz. opent deze laatste vergadering, welke hij als burgemeester leidt, meteen woord van welkom aan de genoodigden en aan het publiek op de „tribune". Tevens sprak de voorz. de wensch uit, dat deze vergadering een prettig verloop zou hebben. Toevallig, aldus spr., is de raad wat verjongd; hij moge met fiksdie kfacht het werk doen, dat hij te doen vindt. De genoodigden, die aan de invitatie gevolg hadden gegeven en in die raadszaal een gereserveerde plaats vonden, waren de heer en mevr. W. H. Lap en de heeren oud-wethouder R.P.Keijser en M.W. de Graat. Mede woonde mevr. Oort deze laatste raadszitting bij. De belangstelling op de publieke tri bune was niet groot, alhoewel vijf a tienmaal grooter dan gewoonlijk (uitge zonderd ,de vele malen, dat niemand van eenige belangstelling deed blijken.) Indien U zich onbehaag lijk voel!, Uw hoofd zwaar is en Uw benen als lood zijn, zullen 1 a 2 Aspirin-tabletten ®U weer fit maken. Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbulsjes van 70 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ets. Na lezing der notulen volgde 1. Ingekomen stukken. Mededeelingen. A. Schrijven van de heer J. C. Kager, inhoudende aanneming zijner benoeming tot wethouder; B. Schrijven van B.einW., inhoudende, dat zij besloten, dhr Vlaming tot plaats vervangend burgemeester te benoemen; ingeval deze verhinderd is, zal dhr Kager als zoodanig optreden. C. Schrijven van Ged. Staten over de uitkeering van het rijk aan de gemeenten. Wordt voor de leden ter inzage gelegd. D. Verzoek van de Ned. Bond van Koffiehuishouders, enz. om verlaging per- soneele belasting. Voorz. verklaart dit verzoek, gedateerd 7 Aug., ontvangen 7 Sept., niet voor inwilliging vatbaar, daar het niet voor 1 Sept. is ingediend. Dhr Leber: Bedoelde bedrijven staan er niet rooskleurig voor. Er zijn gemeenten, die aan het verzoek gevolg gaven. Voorz.: Na deze openbare zitting kom ik er op terug. Dhr Parlevliet: Laat ons beslissen voor 15 Oct. en niet in geheime raad, waarin de besprekingen vaak zoo verschillen van die in het openbaar. Voorz.: Ik kan mijn opvolger niet bin den, maar zal nog nagaan wat in het algemeen belang kan worden gedaan. 2. Aanbieding gemeente-begrooting voor 1936. .Wordt in handen gesteld van een com missi, de heeren Parlevliet, Leber, Bruin, en De Waard. Verzocht wordt op- of aanmerkingen tijdig ter kennis van B. en W. te brengen. 3. Aanbieding begrooting Algemeen Armbestuur voor 1936. Ten onderzoek in handen gesteld van de heeren Epe, De Lugt en Henkes. De Rondvraag levert niets op. I Sw M i V. Hierna betreden ook de leden van se- cretariepersoneel en andere gemeente- en T.E.M.-beambten de raadszaal: mej. J. Groenewold en de heeren W.N. Kelder, De Rode, J. Tiessen, J. Veldstra, A. Broekman, J. Blom en J. Bruin. AFSCHEIDSREDE. Dan vangt de aftredende burgemeester zijn afscheidsrede aan, welke we hier in haar geheel laten volgen: Het was 1 September 10 jaar geleden, dat ik mijn intrede als burgemeester deed. Duidelijk staat mij nog voor de oogen, hoe ik binnengeleid werd .door liet oud ste en jongste raadslid, de heeren Keesom en Vonk, hoe de loco-burgemeester R P. Keijser, de weth. Vlaming en het raadslid De Graaf mij hartelijk welkom heetten. 'Te midden van mijn familieleden en in tegenwoordigheid van mijn beiaarde va der, was hei voor mij en mijn gezin een goede dag. Thans, 10 jaar later de foto nog eens bekijkend, op die dag genomen, valt het mij op, hoe weinigen er nog in de raad over zijn; hoe vielen door overlijden of uittreding wegvielen. Slechts de h.h. Vla ming, Epe en S. Keijzer hebben nog zit ting in de raad. Mijn oorspronkelijk plan om 4 jr. burge meester te blijven, strandde; die termijn werd ruim overschreden, omdat ik hier m vele opzichten aangename samenwer king vond, maar meer nog, omdat ik meende, voor Texel iets te kunnen zijn. In mijn openingswoord in 1925 sprak ik: Ik voel in mij de goede, vaste wil om te slagen, om iets te zijn voor Texel, om iets te bereiken voor zijn bewoners". Ik hoop hierin ©enigermate geslaagd te zijn, doch Ihoe dit ook zij, het is mij een te leurstelling, dat er nog zooveel ongedaan, bleet, waarvan ik nu de uitvoering of vol tooiing aan mijn opvolger moet overlaten. In de eerste plaats noem ik de water- leiding. Het is voor mij een telcurstel- niet, dat er ernstige gebreken aankleven: voor de hygiëne,, voor de gezondheid van mensch en vee, nog niet in vervulling gaat. De plannen zijn vele geweest, doch nog steeds is Texel niet getreden uit de kleine rij van gemeenten, waar een wa terleiding ontbreekt. Verder een nieuw, of liever een beter, practisch ingericht genicrntehnr. In 1941 viert het raadhuis in zijn tegen woordige gedaante behoudens enkele verbeteringen zijn eeuwfeest. Dit zou het gebouw ter eere strekken, ware het niet, dat ernstige gebreken aankleven, een raadszaal zonder publieke tribune, een te gehoorige burgemeesterskamer, ge brekkige behuizing voor de gemeente-ont vanger en de politie, .geen wachtkamer of zitkamer voor een wethouder, een slecht arrestantenlokaal. Eenheid inzake V.V.V. Het is en blijft een treurig feit, dat gebrek aan eensge zindheid. het op de voorgrond schuiven, van ^igen gevoeligheden, oorzaak kan zijn, dat veel, wat in vele jaren moeizaam opgebouwd is, dreigt af te brokkelen. De vreemdeling wenscht geen sfeer van ruzie en animositeit om zich heen Rust in een mooi landschap, rust en vrede onder de bevolking, rust vacantie, dat zoekt men. Als hoofd der gemeente beleef ik het niet, dat het vliegveld in gebruik zal worden genomen. Dat spijt me, doch het te beleven, of eventueel bij een opening tegenwoordig te zijn, dat hoop ik wel. Ik heb het aangevoeld als een gunstig teeken van vooruitstrevendheid van de Tex. gemeenteraad, dat hij vooraan wil gaan, waar het geldt een verkeersmiddel, dat een ruime toekomst moet en zal heb ben. Het Nationaal Crisiscomité strijkt de vlag, houdt in 1936 op te bestaan, het plaatselijk comité, dat in stilte veel ge daan heeft (en ik verwijt mezielt niet, dat er geen publiciteit gegeven is aan het geen gedaan werd, waint dat zijn geen aangelegenheden voor tie groote trom) het plaatselijk crisiscomité wordt wel licht ook opgelost. Hoe dit zij mijn wensch blijft, dat er in de toekomst naast de werkverschaf fing o.a. vo'or kleeding iets gedaan wordt. Velen staakten hun bijdragen in de loop der jaren, „zij hoorden zoo weinig van het crisiscomité" doch er is een kern gebleven, die maand in, maand uit, haar bijdrage stort. Voor deze hulpverleeners een woord van dank. Ziedaar enkele mijner wensclicn voor de toekomst. Er zijn er meer. De vervul ling laat ik gaarne aan mijn opvolger over. Moge de keuze van H.M. een ge lukkige zijn. Moge dat iemand zijn, die het wel en wee van onze gemeente nauw aan het hart ligt. Van „onze" gemeente, spoedig mag ik dat niet meer zeggen, doch al wordt de ambtelijke band tusschen de gemeente Texel en mij verbroken, mijn hart zal naar Texel blijven trekken en met groote be langstelling zal ïT de loop der zaken blijven volgen. Daarvan ben ik zeker. Ik heb het goed gehad in de jaren van mijn burgemeesterschap eu dat dank ik aan steun en medewerking van vele zijden ondervonden. Van de gemeenteraad in de eerste plaats; zonder „fiat van de Raad" geen succes. Dank voor uw medewerking, en nu generaliseer ik natuurlijk, want mijn gedachten gaan verder dan naar de h.h. die aan de „groene tafel" zitten. Driie-i maal zag ik een nieuwe Raad optreden, driemaal nieuwe raadsleden voor het front komen. Er zijn meerdere malen moeilijkheden in de vergaderingen ge weest en de vlammen van hartstocht laai den soms hoog op, doch de boventoon behielden zij zelden of nooit. Het doet mii .genoegen ook oud-raadsleden hier te zien. De belangstelling van hen en zoo vele anderen doet mij goed. Aan u allen dank. Het is hier tevens de plaats dank te brengen aan de gemeenteambtenaren, die mij ik zou haast durven zeggen zonder uitzondering volledig geboden hebben, wat ik verlangde, n.I. goede vruchtdra gende arbeid en aangename wijze van samenwerking. De dissonanten zijn wei nige geweest. Het is mij niet doenlijk te releveeren, wat elk hunner gepresteerd heeft, wat speciaal de politie, wat gemeentewerken ot T.E.M., wat de gemeente-ontvanger, wat de secretarie verricht heeft. Het moge u genoeg zijn te weten, dat mijn oordeel, over hen zeer gunstig is en dat hun hulp door mij naar waarde is geschat. Het bestuur eener gemeente in engere zin. is opgedragen aan het College vam B.enW., en op dat college rust de ver plichting, om te zorgen, dat alles naar) behooren loopt. Verwonderen zal het u allen daarom niet, dat ik de drie wet houders, die gedurende die 10 jaar die functie hebben bekleed, wil herdenken. Zij hebben mij trouw terzijde gestaan bij de taak, die gradueel zwaarder is ge worden. Groot is het verschil in aantal uren, in vergadering doorgebracht in de eerste en latere jaren, doch groot is vooral het verschil in aantal en grootte der bezwaren en moeilijkheden, die te overwinnen waren. Dat de financiën daar bij een hoofdrol speelden, behoeft nau welijks vermelding. Het is hier niet de plaats te releveeren, wat elk der wethou ders presteerde. Botsingen zijn er ge weest, doch niet van die aard, dat de gemeentebelangen er onder leden. Ook verschil van opinie kan gezond en vrucht dragend zijn. Het doet mij genoegen de heer R.P. Keijser hier aanwezig te zien; tnijn^rie I Sept. 1925-1 Oct. 1935. MIDDEN: Oud-BurgemeesterW. B. OORT. BOVEN: weth. K. VLAMING en J. KAGER Cz. BENEDEN: oud-weth. R. P. KEIJSER, die met de heer Vla ming deel uitmaakte van liet Col lege van Dagelijksch Bestuur. Oud-weth. JOH. PARLEVLIET, die bij het aftreden van de heer Keijser zijn intrede deed in het College van B. en W. trouwe medewerkers, de heeren Keijser, Vlaming en Parlevliet, bedank ik gaarne voor hun steun, in het belang der ge meente gegeven. Drie trouwe medewerkers, neen, vier, want „de groote steun" voor het college en niet minder voor mij persoonlijk was immers de gemeentesecretaris. Het gaat mij niet gemakkelijk af, mijnheer Jonker, om complimenten te maken, vooral niet in het openbaar, doch in dit geval moet ik een uitzondering maken. U moet gevoeld hebben, dat uw hulp en steun door mij hoog op prijs gesteld zijn; er heeft tus schen ons steeds een vorm van vertrou welijkheid bestaan die mij goed deed en aangenaam was. 'Ik heb mij gegeven, zoo als ik was, gij deedt hetzelfde. Gij hebt in deze tien jaar van mijn bestuur veel en hard gewerkt en de gemeente en ook T.E.M. en V.V.V. hebben daarvan de vruchten in ruime mate geplukt. Mijn heer Jonker, ik dank u voor de goede eenvoudige en ongekunstelde wijze, waar op gij uw taak gedurende deze tien ja ren hebt opgevat. Rest mij tenslotte mijzelf in blijvende genegenheid van u allen aan te bevelen; mijn pad versmalt zich, mijn taak, althans een veelomvattende als de mijne hier, is afgedaan. Uw pad, leden van de raad, is nog breed, een inspannende arbeid ligt nog voor u. Arbeid adelt. Moge gij' dit waar maken in het belang van deze gemeente. Zoo aanstonds leg ik de ambtsketen af, geef ik het bewind over aan de loco- burgemeester, doch ik doe dit niet alvo rens ik een heihvensch heb uitgebracht op de gemeente. Texel en haar inwoners. Moge het haar in lengte van dagen goed en voorspoedig gaan. Dit /jj zoo. Na het applaus, dat op deze rede volgde, verkreeg de heer K.Vlaming, wet houder, het woord. TOESPRAAK WETH. VLAMING. De heer Vlaming sprak als volgt: Meneer de Voorzitter. Zoo zijn wij dan onder uw zeer ge waardeerde leiding voor de laatste maal bijeen. Immers nog enkele uren resten ons en gij zult de plaats uwer inwoning, ons geliefde eiland, metterwoon verlaten en als straks de dag van 1 October i4 aangebroken, zult u hebben opgehouden Burgemeester van Texel te zijn. Met deze vergadering is dus eigenlijk een periode in uw leven afgesloten en heeft u weer een mijlpaal bereikt. En als wij dan zoo onder de indruk van dit feit bijeen zijn, dan gaan als vanzelf onze gedachten terug naar de tijd, toen gij voor het eerst, of misschien voor de tweede maal, uw voet op Texel's bodem zette en wij u als Texel's Burgemeester mochten ontmoeten en begroeten. Wat al vragen rezen toen in ons op. De nieuwbenoemde burgemeester was 'n zoon van de zoo zeer bekende professor Oort, een man van zeer groote vermaard heid. Zou iemand uit dergelijke stand wel de rechte man voor Texel zijn? Zou zoo iemand zich wel kunnen aanpassen aan de geaardheid der Texelscbe bevolking? En zou zoo iemand, oud-officier van het In dische leger, wel iets goeds voor Texel kunnen beneiken Vragen te over. En ook misschien niet zonder reden, en zeer ze ker niet zonder beteeken is. Bij uw installatie als burgemeester van Texel, werden we echter al dadelijk ge rustgesteld. Niemand minder dan uw va der, professor Oort, verklaarde ons in 'n schitterende toespraak, dat, hoewel Z.E. ons niet kende, hij toch geloofde, dat de zaken op Texel onder uw leiding een vlot verloop zouden hebben, want, zeide professor Oort: „Mijn zoon, uw burge meester, ken ik wel, en dat is voldoende". (ZIE VERVOLG VIERDE PAGINA).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1935 | | pagina 1