Huldiging
Burgemeester
Oort.
Links: Een der hondenden belang
stellenden; echt Texelsch, zooals we er
helaas al minder zien.
Midden, van links naar rechtsweth.
Vlaming, mevr. Vlaming, mevr. Vlaming,
de verloofde van de heer W. Oort Jr., W.
Oort Jr., mevr. Oort, Burgemeester Oort.
Rechts: Daar komt Texels Fanfare.
(VERVOLG EERSTE PAGINA.)
En, zei hij verder: „Waar men van ande
ren zoo dikwijls hoort: De menschen
zijn daar zus, of de menschen zijn zoo
en dan in de regel niet in de gunstigste
zin, heb ik zoo iets van mijn zoon nog
nooit gehoond. E11 ik heb daarom ide
overtuiging, dat voorzoover dit aan uw
burgemeester zal liggen de zaken een
vlot verloop zullen hebben en de goede
verstandhouding van blijvende aard zal
zijn".
En als wij daar nu nog aan toevoegen,
dat u zelf bij uw installatienede er de(
nadruk pp hebt gelegd naar Texel te zijn
gekomen met de vaste wil, om voor en in
het belang van Texel iets te beteekenen,
dan ligt bet voor de hand, dat wij allen
tot de overtuiging kwamen, een man als
Hoofd der gemeente Texel te hebben ont
vangen, die bezield was met de wil zijn
gaven en krachten in dienst te stellen van
ons geliefd eiland en zich te wijden aan
de belangen van Texels ingezetenen.
En hoe is nu het verloop van ver
schillende zaken in uw gemeentelijke ar
beid geweest?
Zeker mag ik memoreeren het totstand
komen van: Het electriciteitsbedrijf. Wat
al plannen zijn er gemaakt en wat al be
sprekingen zijn er gehouden. Bergen van
moeilijkheden en bezwaren waren er te
overwinnen. Maar toen het eenmaal voor
u vaststond, welke kant bet in dezen uit
moest, hebt gij ook alles getrotseerd om
het bedrijf tot stand te brengen en de
gelden machtig te worden, die voor de
uitvoering daarvan noodig waren. Ras
bleek, dat u goed hadt gezien; de nood
zakelijke uitbreiding bewijst, dat hier een
dergelijk bedrijf noodig is.
Ook de scholenbouw is in deze periode
belangrijk geweest. En al zijn ook op
dit gebied uw wenschen bij lange na niet
vervuld, toch mag m.i. met zekere trots
gewezen worden op de bouw vain een
nieuw schoolgebouw voor een gedeelte
van onze katholieke jeugd. Een gebouw
met zes lokalen, waar licht en lucht in
overvloed te vinden zijin, wat een scherp
contrast vormt met 't gebouw, waar vóór
dezen de kinderen werden onderwezen.
De bouw van de Biez. School te
Oosterend. Een gebouw met drie lokalen,
ook ingericht naar de eischen des tijds,
in tegenstelling met het verlaten school
gebouw, dat bijkans aan geen enkele re
delijk te stellen eisch voldeed.
De uitbreiding van de biezondene school
te den Burg, welke door intijds genomen
goede voorzorgsmaatregelen, uitvoerbaar
was. Deze schoolgebouwen zijn toch
immers alle in overleg met en onder toe
zicht van het gemeentebestuur gebouwd
of uitgebreid en onder de beste harmonie
tot stand gekomen.
Voorts hebben we de nieuwe lagere
school te Oudeschild. Hierwerd al sinds
lang om gevraagd, maar het ontbrak aan
een geschikt terrein. Thans is deze daar
en ze is een sieraad voor de omgeving.
Ook kunnen we gewagen van de verbou
wing van de openbare school te den Burg.
Dit zijn thans allemaal gebouwen, waar
het een lust kan zijn om er te leeren en
werken en waar niet meer van toepassing
is, wat eenmaal door een vooraanstaand
persoon op schoolgebied gezegd werd:
„Wie hier binnentreedt, Iaat alle hoop
varen".
Maar niet alleen het schoolwezen had
uw aandacht. Ook uw actie voor het
vreemdelingenverkeer mag met recht wor
den genoemd. Al zijn andere heeren mis
schien meer bevoegd dan ondergetee-
kende, om hier het een en ander van te
zeggen, toch weet ik ook wel, dat het
steeds uw streven is geweest het vreem-'
delingenverkeer zooveel mogelijk te be
vorderen en geen middel ongebruikt te
laten, wat daartoe strekken kon. Den--
ken wij in dit verband ook maar even
aan ons „Texels Museum", waar u ook
de voorzittershamer is toevertrouwd.
Steeds hebben we kunnen merken, dat uw
hart voor deze instelling warm klopte.
Noemen we voorts het tot bloei bren
gen van het dorp de Koog en het aanleg
gen van verschillende rijwielpaden.
Steeds, als deze onderwerpen in onze
vergaderingen aan de orde kwamen, kon
den we merken, dat u voelde voor het
geen, waarover u sprak. Daarom ook
kunnen wij verstaan, dat het u pijn doet,
dat het met de actie voor vreemdelingen
verkeer nog steeds niet is, wat het toch in
het belang van Texel zal moeten zijn:
een innige samenwerking.
Niet alleen het vreemdelingenverkeer,
maar nog veel meer heeft in het directe
voordeel van onze burgerij uw belangstel
ling genoten. Daardoor is het spook van
de werkloosheid, dat ook op Texel rond
waart, voor u oorzaak van groote zorg
geweest. Het heeft u en ook ons aangezet
tot het zoeken van verschillende werk-
objecten. En in dit verband mag zeker
worden genoemd: Het aanleggen van een
vliegveld. Hier kan het noodige aan het
nuttige gepaard gaan. Duizenden guldens
worden hier verloond, maar als het vlieg
veld eenmaal in gebruik kan worden ge
nomen, hebben we om van andere
voordeden maar niet te spreken toch
ook gelegenheid om zoo noodig onze
zieken spoedig naar elders te vervoeren
en is ons isolement in deze opgeheven.
Voorts kunnen genoemd worden: Uw
voorzitterschap van het Departement tot
Nut van het Algemeen en het slichten van
Nutswoningen. Verder was u voorzitter
van „Mooi Texel", van de „Jeugdher
berg"; van de commissie van Noordzee
badplaatsen, van het Nationaal Crisisco
mité hier ter plaatse en van de Bijzondere
Vrijwillige Landstorm. Allemaal functies,
welke veel van uw tijd vorderden en die
zeker voldoende zijn om aan te toonen,
dat het u bij uw ambtelijke arbeid aan
werkgelegenheden iniet heeft ontbroken.
En nu weten we, dat uw wenschen voor
Texel hiermede nog niet alle in vervulling
zijn gegaan, maar dat ligt niet aan u.
Hier spelen de tijdsomstandigheden een
zeer voorname rol. Ook Texel gaat ge
bukt onder zeer zware financieele zorgen.
>>Lpe binnenvisscherij in al zijn ondendee-
Jen is bijkans te loor gegaan. De veehou-
(lerij en de bollenteelt leveren geen baten
meer op, maar bezorgen groote tekorten.
Het wordt steeds moeilijker ook onze ge
meentelijke begrooting sluitende te ma
ken. Doch genoeg van het zakelijke, hoe
wel ik overtuigd ben, dat er nog heel
veel genoemd zou kunnen worden. Er is
immers ook nog een andere kant aan dit
scheiden. Want, ook deze ure wijst op de
tragiek van het leven. Er is een tijd van
komen en van gaan. Wij hebben geen
blijvende plaats. Er zijn vóór u burge
meesters van Texel geweest, er zullen er
ook na u komen. Niets is bestendig hier
benêen, dan de onbestendigheid alleen.
Het doet mij genoegen, dat ook mevr.
Oort hier aanwezig is. Gisteren nog heb
ben we uit de mond van een onzer po
litiemannen gehoord, dat het u nooit te
veel is geweest de politie op alle uren
te ontvangen. U bent daardoor onze bur
gemeester tot steun geweest. Voorts ve
ten wij, dat u veel gevoelde voor en ook
deed aan maatschappelijk werk en u alzoo
toonde een moeder voor vele ingezetenen.
Ik geloof daarom, hoewel ook andere
heeren het woord zullen voeren, u beiden,
meneer en mevrouw Oort, namens de
Raad en de Burgerij van Texel dank te
mogen en te moeten zeggen voor het vele.
dat u beiden voor Texel hebt gedaan en
zijt geweest.
(Persoonlijk dank ik onze voorzitter
voor de loyale en vriendschappelijke wijze
waarop hij steeds met mij als wethouder
is omgegaan. Voorts wensch ik u beiden
in uw nieuwe woonplaats bij bet klimmen
uwer jaren een opgewekte levensavond,
een goede gezondheid met dankbaarheid
voor hetgeen God u sdlionk en Gods
beste zegen toe.
Ook de toespraak van de heer Vla
ming ontlokte de aanwezigen een harte
lijk applaus.
Hierna sprak de beer EPE (V.D.) Ik
wil niet in herhaling treden maar wil
uiting geven aan het genoegen, dat ik er
in vond onder uw leiding te vergaderen.
Het kwam wel eens tot een botsing, maar
steeds wist u de debatten zoo te leiden,
dat scherpe kanten vermeden verden. U
waart het cement, dat ons samenbond.
De organisaties op V.V.V.-gebied hebben
u veel onaangenaamheden bezorgd. Ik
hoop, dat ze nu in goede banen komen.
Dat u de vergaderingen zoo goed leidde,
mag ik aan uw groote zelfbeheersching
toeschrijven. Ik dank u ein mevr. Oort
en hoop, dat het u verder goed moge
gaan.
De heer LEBER sprak namens de r.k.
tractie: Ik kan zonder veel loftuitingen
van hart tot hart spreken, burgemeester.
Acht jaar ben ik lid van de raad. De
goede toon liet hier vel eens te wenschen
over, maar steeds bewonderde ik uw
groote welwillendheid, uw goede trouw,
en uw rechtvaardigheidszin. U gaaft ieder
het zijne, onverschillig welke godsdienst.
Terecht heeft weth. Vlaming de woorden
m herinnering gebracht, welke wijlen
professor Oort, uw hoog geachte vader,
bij uw intrede sprak: „Het goede karak
ter van mijn zoon kennende", zoo ge
tuigde uw vader, „ben ik er zeker van,
dat hij Texel veel zal kunnen geven". In
derdaad heeft u altijd getracht u geheel
te geren. Ik las in een blad, dat Texel
waard is er voor te verken en zijn wel
vaart in stand te houden. Dit hield u
vast. Dit was, onder Gods hulp, uw richt
snoer. Het zal u bijblijven. Ik wensch
tot besluit u en uw gezin een gelukkige
levensavond toe.
De heer J. HENKES voerde als oud
ste raadslid en namens de S.D.A.P.-frac
tie het woord: Het verheugt ons zeer,,
dat zooveel werken in uw ambtsperiode
;tot stand zijn gekomen, vooral wegen en
/rijwielpaden. De tijdsomstandigheden
I hebben u belet meer tot stand te brengen.
Ondanks alle politiek verschil, heeft u
steeds de weg der neutraliteit gevolgd.
Spreker eindigt met de burgemeester en
zijn echtgenoote een rustige levensavond
toe te wenschen en hun namens de fractie
dank te brengen.
De heer J. KAGER Cz., wethouder,
voerde vervolgens het woord: De tijd,
gedurende welke ik zitting heb in het
Goll. van BenW. is nog maar kort, maar
toch kan ik hier reeds verklaren, dat mij
in vergaderingen met u de ernst en de
zakelijkheid, waarmee u diverse zaken
behandelde, opgevallen zijn. We verga
derden steeds in een .aangename sfeer
en steeds hadden de besprekingen een
vertrouwelijk karakter. Ik dank u voor
de welwillende steun en voorlichting,
daarbij ondervonden. Het is mijn innige
wensch, dat u te midden vain uw familie
uw welverdiende rust zult kunnen genie
ten. Ge kunt met welbehagen op uw werk
terugzien.
De heer S. DE WAARD (C.H.) na
mens zijn fractie sprekende, welker beide
leden nog maar kort zitting hebben, zegt
de burgemeester dank voor de gulden
woorden, bij hun intrede gesproken en
wenscht hem Gods zegen op zijn vedere
leven toe.
De heer P. DROS Bz. (Alg. Belang)
brengt dank voor hetgeen de Burgemees
ter voor Texel deed en voor de wijze,
waarop hij de raad tegemoet kwam en
besluit met de wensch, dat een gelukkige
levensavond op deze ambtelijke periode
zou mogen volgen.
De heer JOH. PARLEVLIET (Alg.
Belang) spreekt aldus: Ik sluit mij aan
bij de uitstekende rede van dhr Vlaming.
In vorige raad heeft u ons nogeens na
drukkelijk gewezen op de beteekenis van
de eed, welke wij hebben afgelegd. Ook
u heeft destijds zoo'n eed afgelegd en
altijd heeft het mij gefrappeerd, dat u
zich daaraan zoo strikt gehouden heeft,
welke aangelegenheid het ook betrof. U
stond stukken boven mij, maar menig
korreltje heb ik in de jaren, dat ik met u
mocht samenwerken, meegepikt. Ik dank
u daarvoor; ook mevr. Oort. Ik heb het
de Burgemeester wel eens moeilijk ge
maakt, maar u, mevr., zijt uw man, wan
neer hij uit zoo'n onaangename vergade
ring thuiskwam, steeds tot steun ge
weest. Steeds bleef de burgemeester te
genover mij welwillend gestemd. Ik
hoop, dat het u beiden in uw verdere
leven goed mag gaan.
Ete heer R. P. KEIJSER, oud-wethou
der, verkrijgt hierna het woord: U weet,
zegt spr., dat mijn gestel te wenschen
overlaat en ik weet niet of het wel goed
van mij was, hierheen te komen. Ik kon
het echter niet laten. Ik heb veel ge
hoord. Met genoegen luisterde ik naar de
heer Vlaming, wiens woorden ik geheel
onderschrijf. Daar ik persoonlijk veel
omgang met de Burgemeester had, kan
ik bevestigen, dat die lof verdiend was.
Ik zou nog verder kunnen gaan. Veel
hebben we met elkaar gesproken en sa
men klaargemaakt, waarvan de heer Vla
ming later kennis nam. Er is niets te veel
gezegd. Ikzelf heb veel mijn best gedaan.
De gemeente is mij lief, maar ik heb van,
mijn gestel teveel geëischt. Ik wensdh u
vaarwel, burgemeester, en hoop, dat mijn
gestel nog zoo verbeteren mag, dat ik u
in den Haag eens kan opzoeken.
Dan spreekt de heer M.W. DE GRAAF,
oud-raadslid (r.k.), die de aftredende bur
gemeester een groot vriend van Texel
noemt. Bijna "alle sprekers, "aldus dïïr De
Graaf, hebben dit verzuimd. Ook de vo
rige burgemeester heb ik meegemaakt van
begin tot eind, maar nimmer was de baud
Ivan vriendschap tusschen Texel en zijn
(burgemeester zqo hecht als de laatste tien
jaar. Ook mere. Oort heeft hier veel
vriendschapsbanden gelegd. Ik hoop, dat
nog een lang leven in voorspoed uw deel
mag zijn.
De heer W. H. LAP, oud-raadslid
(Vrijh. Bond) sluit de rij van sprekers:
Ik dank u voor uw vriendelijke uitnoo-
diging om hier tegenwoordig te willen
zijn en sluit mij aan bij de uitstekende
rede van de heer Vlaming. Veel zijt gij
voor Texel geweest. Ik feliciteer de ge
meente met wat gij hebt kunnen bereiken.
Er waren wel eens moeilijkheden en veel
moest ongedaan blijven, maar het heeft u
aan lust en kracht nimmer ontbroken om
(zooveel mogelijk in het algemeen belang
(te doen. Ik meen de tolk der gemeente
te zijn, wanneer ik u ook verder een ge
lukkig leven toewensch.
Hiermee waren de speeches ten einde.
Ze werden alle gevolgd door blijken van
instemming.
Aan het slot der vergadering om
streeks kwart voor één bracht de voor
zitter, mede namens zijn echtgenoote,
dank voor de waardeerende woorden en
voor de vriendschap, liefde, steun en
medewerking in de gemeente Texel on
dervonden.
Toen viel dehamer, door de heer W. B.
Oort voor de laatste maal gehanteerd.
Het was een vergadering in prettige
sfeer. Laat liet immer zoo zijn.
DE RECEPTIE.
Des middags hield Burgemeester Oort
ten raadhuize van drie tot vijf uur re
ceptie. Tientallen personen, particulieren
en bestuursleden van diverse instellingen, j
onderwijzers, enz., maakten van de gele
genheid gebruik om afscheid te nemen.
DÉFILÉ EN MUZIEKHULDE.
Des middags om 4.15 uur stelden tien-
tallen schoolkindenen zich onder leiding
van hun onderwijzers op de Groeneplaats
op voor het défilé. Dit ving om 4.30 uur
aan en werd voorafgegaan door Texels
Fanfare, dat eenige nummers ten beste
gat voor het raadhuis, terwijl de heer en
mevr. Oort en familie op de stoep deze
vriendelijke huldiging in ontvangst na
men. Het „Lang zullen zij leven" werd
met muziekbegeleiding uit volle borst ge
zongen.
Toen de zang teneinde was, sprak bur
gemeester Oort de aanwezigen toe. Hij
dankte voor de aardige attentie, hem be
wezen. De zang, zei hij, zal mij nog lang
in de ooren klinken en mij herinneren
aan allen op het eiland. Dank aan het
Fanfare, aan de Feestcommissie, het on
derwijzend personeel en de kinderen. 1
Hulde en dank aan allen.
Met de muziek voorop werd een
rondgang door den Burg gemaakt. On
derwijl ha dden de wolken aan het grauwe
uitspansel de strijd met de zon moeten
opgeven, 't Was als wilde Moeder Na
tuur deze laatste uren van 's Burgemees
ters verblijf op ons mooie eiland nog
meer luister bijzetten. Na korte tijd kwam
de stoet van muziek en blijde jeugd
en andere belangstellenden weer voorbij.
Het was een feestelijke gebeurtenis, een
daad van sympathie, welke we weten
het zeker door de familie Oort op
hooge prijs werd gesteld. Een zeer tal
rijk publiek gaf door zijn tegenwoordig
heid mede van belangstelling blijk. De
kinderen werden gul op koekjes getrac-
teend.
DE LAATSTE REIS.
De laatste, althans als burgemeester,
want bij een volgende tocht over het
Marsdiep zal Texel waarschijnlijk een
andere burgemeester in zijn midden heb
ben.
Het was met de boot van 11.15 uur,l
dat de Familie Oort Zondagmorgen Texel
verliet, uitgeleide gedaan door eenige
intieme kennissen. Was het wonder, dat
de heer en mevr. Oort hun aandoening
niet konden verbergen Tien jaren zijn
voor wie de vijftig passeerde een tijdvak,
dat dubbel telt. We zijn dan niet jong
meer, en bevroeden in vele gevallen beter
dan ooit de onvervulbaarheid van vele
onzer wenschen. De tijden zijn drukkend,
de menschen in verdrukking meer dan
ooit tot veroordeelende critiek geneigd.
Veel werk moest blijven liggen, veel ten
halve worden uitgevoerd. Maar dubbel
dankbaar stemt daarentegen al hetgeen,
'dat ondanks crisisplagen toch tot stand
kon worden gebracht. Niet in ieder op
zicht heeft Texel 'de Burgemeester ten
volle bevrediging kunnen schenken; ooi
het omgekeerde was het geval; hoe zou
het anders kunnen. Zooveel hoofden, zoo-
veel zinnen. Maar dat met dankbaarheid
het goede mag worden herdacht, dat Bur
gemeester hier tot stand bracht, is zeker.