PUROL Jimryd U van küu Wlifahacctt's Voed&cs Dwars door Abessinië. Brieven van Texelaars in den Vreemde. PASTOOR BOONEKAMP SPREEKT OVER ZIJN ROME REIS. Men schrijft ons: „Wanneer men dag aan dag vertoeft te midden van werklooze jongens en ziet, hoe in dezie arme jongens alk fut en idealisme dreigt te sterven, dan gaat men denken en peinzen, op welke wijze men in dit troostelooze bestaan wat kleur en zon kan brengen". Aldus begon pastoor Boonekamp zijn lezing voor een gehoor, dat de zaal van „De Zwaan" tot de uiterste hoeken vulde. Ideeën worden geboren, niiet gemaakt en zoo ontstond op zekere morgen het plan om met een aantal werklooze jon gens een tocht te ondernemen naar Rome. De weneld lachte om die dwaasheid, ge lijk zij steeds lacht om idealisten. Onzin! om met een groep jongens een reis te ondernemen naar een stad, die meer dan 2000 K.M. ver Ligt. Onzin! om die jon gens er aan te wagen en bovendien ver langens in hen o_p te wekken, die hun ontevredenheid slechts kunnen vergroo- ten. Ja, 't Leek ook wel wat avontuurlijk en gewaagd (is dat niet zoo met alle schoone droomen?), maar merkwaardig was, hoe di^ plan allerwege in den lande zulk een instemming vond, zulk een fi- nancieele steun (f12.000) en zulk een medeleven, dat de ontstemming in korte tijd omsloeg in een vuur van geestdrift. Uit alle hoeken van ons land kwamen er aanvragen om deze tocht te mogen mede maken. De moeilijkheden waren geweldig groot. Er.werd een billijke selectie ge maakt, een uitvoerig plan werd opgezet, er werd geschreven naar de verschillende plaatsen, waar men zou overnachten, de karretjes werden extra opgepoetst en na gezien. Men kreeg de beschikking over tenten, veldkeukens, Levensmiddelen, stroomatrassen, veldflesschen, kortom, al wat er op zulk een tocht noodig was. Want er behoort wat toe om 100 jon gens, wier magen allesbehalve werke loos zijn, gedurende eenige maanden be hoorlijk te fourageeren. Maar waar een wil is, is ook een weg en in September 1933 zette de stoet zich te Nijmegen in beweging. Men koos de weg door het dal van Maas en Rhone en in Italië volgde men de kust der Middellandsche Zee. Pastoor Boonekamp, de leider van het ge?elschap-op-wieletjes, vertelde ons op interessante wijze van de talrijke weder waardigheden en moeilijkheden, welke zich op die tocht voordeden en de talrijke eigengemaakte foto's, die werden gepro jecteerd, deden de rest. Een stille onte roering maakte zich van het gehoor mees ter bij het aanschouwen van de massa kerkhoven, welke de veldslagen bij Ver dun en aan de Marne hadden achtergela ten. Aangrijpend was het tafereel van ar moede en verlatenheid, dat de ontvolkte dorpen en gehuchten van Frankrijk ons te zien gaven. Komisch was dikwijls het oogenblik, waarop de burgemeester in hemdsmouwen de jongens kwam be groeten en hum de raadszaal als logeer kamer aanbood of als de jongens naar Fransch dorpsgebruik aan de rivieroever hun eigen wasch deden, of als Broeden Dijt (een Texelsche afstammeling) de cantine-bel luidde voor de koffie of de ep. beeldige discipline in het jongenskamp, wat meermalen de bewondering af dwong der Fransche bevolking. We pas- seenen Lyon, Momtelimar, Orange (een hoera voor ons Oranje-huis), Avignon, Marseille, Nice, Cannes en komen dan in Italië: Genua, Pisa, Livorno, Civita Vec- chia en komen dan eindelijk in Rome, de geweldige stad met zijn millioen in woners met zijn geweldige bouwwerken uit de oude tijd van Nero, Vespasianus en de Thermen van Caracalla. Wij aan schouwen het Rome van Mussolini met zijn enorme paleizen, monumenten en pleinen om eindelijk het doel van de tocht te beneiken: het geweldigste kerk gebouw van Michel Angelo, de Sint Pie- ter, welke plaats biedt aan 60.000 men-: schen, die komen bidden op de graven der H.H. apostelen Petrus en Paulus. En dan volgt het bezoek aan het Vaticaan, waar woont de heilige en wijze Vader, die 400 millioen Christenen als hun zichtbare leidsman erkennen en vereeren. Diep treffend was het woord, dat de Paus richtte tot onze jongens, een woord van vaderlijke blijdschap, van bemoediging en hoopvol vertrouwen. Eén voor één drukte hij hun de hand. Hij prees Holland om zijn diep geloof en vurige missieliefde en na de zegen werd de terugtocht aanvaard, ongeveer langs dezelfde weg, als zij waren gekomen. Dit alles heeft ons pastoor Boonekamp op duidelijke en boeiende wijze verteld, zoodat velen het klokje van elf uur nog veel te vroeg hoorden slaan. Door zijn reis heeft pastoor Boone- kamn aan die ipngens een nieuw geluk geschonken, waarvan zij jaren kunnen ge nieten. Door zijn verhaal heeft hij ons een prachtige avond geschonken, die nog lang in onze dankbare herinnering zal blijven. „Moeilijk was de weg, Doch schoon was het doel!" HAARLEM-HEEMSTEDE-FILM. Een film, welke volkomen beantwoordt aan het doel, waarmede ze vervaardigd werd en wel aan dit doel: de stichtingen van de Vereen, tot verpleging van lijders aan vallende ziekte te Haarlem en Heem stede met nadruk onder de aandacht te brengen. Ze gat 'n verrassend goed beeld van de inrichting van de gebouwen; van de wijze, waarop de patiënten worden behandeld en beziggehoudenvan de zorg volle toewijding van dokters en verple gend personeel voor zoover dat uit een film blijken kan; van de omgeving der gebouwen, welke rijk is aan natuur schoon; van de lichamelijke, maar ook van de geestelijke zorg voor de patiën ten; van bloempjesdagen en vergaderin gen van collectanten en collectrioes en niet te vergeten van de kosten, waar voor de Stichting jaarlijks komt te staan; dat zijn hooge bedragen, welke voor een groot deel door een beroep op de par ticuliere liefdadigheid moeten worden bij eengebracht. Ook in dit opzicht zal de fi.m niet vergeefs zijn vertoond. De heer J. Kortenhoeven, reizende broeder van de vereen., lichtte de film op prettige wijze duidelijk toe en zoo werd het een kostelijke avond. Technisch was de film ook zeer te waardeeren. In het biezonder trokken de dee.en, in natuurlijke kleuren, de aandacht. Het was een smalfilm, vertoond met Siemens-projector (Tex. Filmarchief heeft precies zoo'n installatie). In de pauze bracht mevr. Visser-Dewald op viool ten gehoone „Veilig in Jezus' armen" en „O, zie naar Golgotha". De heer Jan Visser begeleidde op het orgel. Deze muzikale afwisseling werd wel ge waardeerd. 4^=?- 11 n m o van30 ct. OP MARSCH MET RAS GETATSJOE. door H. R. KNICKERBOCKER, oorlogscorrespondent Algemeen Handelsblad. Zes weken, nadat de Italianen Adoea hebben gebombardeerd, toen de eene helft van de wereld verklaarde, dat de Itali-, aanschAbessinisohe oorlog heelemaal voorbij was en de andere helft verklaarde, dat hij nog niet begonnen was, is heel Abessinië op weg naar het front en wij reizen mee. Niets heeft ons in het land, sinds wij hier negen weken geleden aankwamen, zoo getroffen als het indrukwekkende ge zicht, dat het leger van Ras Getatsjoe bood, dat zich voor en achter ons uit strekte, zoover als wij konden zien. Het was een werkelijke landverhuizing van een geheel volk. In een ontzaggelijke horde trok het op, voor het leekenoog rommelig en verward, maar in werke lijkheid door en door gesystematiseerd. Er was geen proviandeeringsdienst te ontdekken, geen intendance. Er was geen medisch corps te zien. Niemand droeg uniformen. Sommigen hadden moderne geweren, maar de moesten droegen oude donderbussen en sommigen zelfs stokken als wapen. In het geheele leger, dat mins tens 30.000 man telt, was er maar één paar schoenen, dat paar droeg de Ras zelf. Hij groette ons hartelijk", toen \\;ij naar hem 'toereden en naast zijn vroolfjk opgetuigde muilezel stilhielden. De Ras, die in Parijs heeft gewoond, droeg een lichtblauwe uniform; hij reikte ons min zaam zijn hand, die in een keurige gele handschoen van varkensleer gehuld was. Zijn persoonlijke lijfgarde van dertig man presenteerde het geweer. Langzaam trok het leger van de weg het open veld; toen kwam de Abessi- nisclie organisatie pas te voorschijn, want binnen vijf minuten rezen tenten als bij tooverslag uit de grond en trok de Ras zich terug in zijn hertogstent voor het middagmaal, dat hij, omgeven door zijn officieren nuttigde, zooals eens in de bijbelsche tijd de Semieten, waarvan de A bessin \ërs beweren af te stammen, ge daan moeten hebben. De Abessinische organisatie is heel verschillend van de onze en heel dikwijls lijkt het ot er heelemaal geen organisatie bestaat, maar iedereen, man, vrouw of kind, die in de wanordelijke gelederen meeloopt, draagt een of ander stukje of beetje van de uitrusting; iedere eenheid in deze groote organisatie heeft haar plaats, en ieder doet zijn eigen werk, zij vormen ook de primitieve intendance en verrichten de taak van een soort medisch corps. De kinderen doen aan alles mee. Zelfs de vijfjarige zoon van de Ras rijdt op een prachtige renezel (naast zijn roem ruchte vader. De uitrusting Iaat veel te wenschen over: Een soldaat draagt een halve pe- troleumkan als zonnescherm en een ander gebruikt een gebroken kalebas voor het zelfde doel, want al giert hier een jjs- Waa, P.O. Mombasa, Kenya Coloni, Br. E. Africa. 13—11—1935. Zeer geachte Redactie. Nog heb ik niet geheel en al wortel geschoten in het nieuwe land, niet meer dat van de Giriama's, maar van een an dere volksstam, de Digo's. Het zal nog wel een paar maanden duren, voor ik vast in 't zadel zit en de reorganisatie is doorgevoerd. Het Digo-land is achterst-achterlijk. Geen enkele volgeling van wat voor Mis sie ook, is in het land te bespeuren, voor zoover ik heb kunnen nagaan. Hier is „de zieke plek" van Kenya. Voor enkele jaren wees een geneeskundig onderzoek op 1000 menschen verscheidene honderden aan met t.b.c., Yaw-wonden: legio; zoo ook rne- laatschheldj syphilis, bilharzia, wormen in iedene variatie„mensekiend-houw- op"! In die donkere schuilhoek van Zwarte Piet ben ik gezonden om licht te bren-" gen en vreugde. Civilisatie met en door godsdienst, op de aloude grondslag van bet Christendom en tegelijk met de aller nieuwste toepassing, zoo mogelijk. Wat een hulp zou een School-Fanfare zijn om dit zure volkje te dwingen, wat vriendelijker te kijken! Ik heb alvast maar prijsopgaven gevraagd naar alle windstre ken. Bijgevoegde Belgische leek me het voordeeligst. Dit lijstje wilde ik zenden naar de „Nova Rotor". Op Sinterklaas ot een week ervoor. Met een klomp er onder, waarin een gleuf ter breedte van een riks. En plaats in de klomp genoeg voor 300 riksen, achterwielen, benoodigd om het vrachtje naar O.-Afrika te rijden. Wie zal helpen duwen? ^Muziekliefhebbers mogen een tientje geven. Ook niet-muzikanten. Ook meer of koude wind, de straten van de equatorzon zijn zelfs voor vele inlanders te machtig en zelfs bij vriezend weer is zonnesteek geen ongewoon verschijnsel. „Ja", zoo zeide de Ras tot mjj, in ant woord op mijn vraag, „mijn leger gaat naar Dessié en zelfs nog verder. In twee of drie weken zullen wij misschien het front bereiken". Ook dit is een voorbeeld dat verklaart, waarom deze oorlog zoo lang wordt gerekt en waarom alles zoo aarzelend gaat. Het leger van Ras Ge tatsjoe is reeds meer dan een maand lang op weg uit het diepe binnenland en zij hebben inog een maand, voordat zij eenige kans hebben de eerste Italianen te zien. De natuur is de grootste bondgenoot van de Abessiniërs. Wij beseften dat op nieuw toen wij van een hoog plateau naar het land der ravijnen afdaalden, waar de kloven zoo diep zijn, dat de bodem ervan dikwijls niet te zien is. Reusachtige gieren zweefden boven ons. Een kwam onvoorzichtig laag om ons van nabij te zien en viel door een geweer kogel. Hij mat van vleugel tot vleugel ruim twee meter. Een ander lid van onze groep schoot twee eenden en vier duiven en voor ons avondeten hadden wij kieviten. Op 200 K.M. van Addis Abeba klom- mne wij weer een steile helling op, 4000 M. hoog, vanwaar wij toen plotseling de woestenij van de Danakil-vlakte voor ons zagen liggen en daar, opdoemend in de verte, de berg Moessa Ali, vanwaar de Italianen met hun slepen van tanks tegen de barre hitte en de onverzoenlijke haat van de wilden in, opmarcheeren. DIT IS RAS GETATSJOE, over wiens veldtocht in neven staand artikel sprake is. Ruwe schrale huid en springende lippen minder dan een tientje. Tien dubbeltjes of vier kwartjes, is ook een gulden. Voor de „start" van de nieuwe fan- fare geen nood; de vere'ischte muzikale talenten zijn al hier, oud-pilaren van m'n Kabaa-Band. Vóóroefeningen zijn al aan gevangen op eenige ingedeukte clairons^ een paar ziekelijke trommels en wat af gedankte fluiten. Zonder Engelsche regeerings-subsidie zal mijn school op de duur de vleugels niet ver kunnen uitslaan. Hier echter moeten subsidies eerst verdiend wor den: dat is Engelsche koloniale politiek. Zekere resultaten worden vereischt, goede inspectie-rapporten moeten eerst blijk ge ven, dat de school tot een zekere „stan ding" is gekomen. Onze school-gymnastiek gaat bij spron gen omhoog; de Citadel zal spoedig ge nomen zijn als eenmaal daar zijn de „in nemende" stormtroepen van de Fanfare. En de zegenrijke gevolgen van uw Sin terklaas-giften zullen niet te overzien zijn. God geve, dat ik daar spoedig van m;)g gewagen. Aan allen alreeds een hartelijk „Ge zegend Nieuwjaar" toegewenscht. De Uwe als altijd, PATER M. J. WITTE. De volledige prijsopgaaf, bovenver meld, nemen wij Woensdag op. Ze ver meldt een totaal van 300 rijksdaalders. Gaarne verklaren we ons bereid, giften voor het Pater-Witte-Fanfare-Fonds in deze kolommen te verantwoorden. Wie is no. 1 en wie volgen? Vooral van wie een extra „Pater-Witte-krantje" krijgen mag zeker een bijdrage naar vermogen worden verwacht. Red. lllllllllllllllUinillllllllillllUllllllllllllllllllllllllllilllltHlIIIIIII Mededeelingen van Texels Bioscoop-Theater EIN STERN FaLLT VOM H1MMEL. De inhoud komt, in het kort verteld, hierop neer: De beroemde tenor Lincoln (Egon von Jordan) is door de Kosmos-film te Wee- nen geëngageerd voor de hoofdrol. Als eenige dagen later Thompson zijn impres- sario, een café in Weenen bezoekt, meent hij daar Lincoln te hooren zingen en wel liet succesnummer „Ik zing voor jou een liefdeslied", uit de film, waarin hij zal moeten optreden. Hij maakt Lincoln hier de volgende dag een verwijt van, maar Lincoln ontkent ten stelligste en windt zich zoo op, dat hij zijn stembanden kwetst en niet meer tot zingen in staat is. Thompson gaat op onderzoek uit en dan blijkt hem dat het Josef Rainer (Joseph Schmidt), muziekstudent was, die zong ten huize van mej. Annerl Bachinger, voor wie hij liefde had opgevat. De ge lijkenis tusschen zijn stem en die van Lincoln is frappant. Om de film te kun nen voltooien, biedt mep ook Rainer een filmcontract aan. Hij zal op de achter grond zingen, terwijl de filmcamera op Lincoln gericht blijft. In tusschen heeft Annerl kennis gemaakt met Lincoln, aan wie ze verzoekt Rainer in de wereld voor uit te willen helpen. Het ontgaat Rainer echter niet, dat Lincoln onder Annerl's bekoring is geraakt en zoo wordt ver klaarbaar, dat Rainer op zekere dag wei gert voor Lincoln te zingen. Onderwijl weet een journalist in de zorgvuldig be waakte studio door te dringen. Hij komt achter het „bedrog" en bij de eerste vertooning van de film staan de kranten vol over „de man met de gekochte stem". Hoe redt Lincoln zich uit deze situatie en wat wordt er van Annerl Wel dat dat komt „dik in orde". Maar hoe? Dat moet ge zelf maar gaan zien. Het is een film met heerlijke melodieën, pakkende intrigue en gedragen door de buitenge wone stem van Jos. Schmidt. Illllillllll DAT IS KRAS Daarom: Weg met opium. Opium is het verderfelijkste en het giftigste van alle stoffen, giftiger dan het zwaarste gift. Het bederft het lichaam, het bederft de moraal, het verwoest het levensgeluk, het kweekt misdadigers en vernielt vermogens. De Chineezen in China geven per jaar meer dan 150 millioen gulden aan opium uit en in Indie meer dan 25 millioen gld. Wanneer men deze guldens op elkaar zou stapelen, zou men in China een toren krijgen ter hoogte van 150.000 M. of 50 maal zoo hoog als de Smeroe en op Java ter hoogte van 25.000 M. of acht maal de Smeroe. Per dag gebruikt men in Indië 70.000 gulden aan opium, dat is per uur 3000 gulden. Men zou voor het geld, dat men per dag verspilt, elke dag 7 scholen kun nen bouwen of 7 hospitalen kunnen in richten. (Uit een rede van Liem Ka Tong, Lid van de gemeenteraad te Batavia, een dezer dagen uitgesproken.) n hoofd en neus door inademing nu der geneeskrachtige dampen van Vl fN ^.IN OOOZEN Wat Mijnhard! maakt U goed V-SM -v- bedaart spoedig met Per stuk 8ct. Doos 45ct.Bij Uw drogist ÜBE 45-Q.0ct..8 IJ APOTtC£N ÓRÓèiS^N

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1935 | | pagina 2