dagen
Bij de Inhuldiging.
TOESPRAAK VAN DE HEER
A. W. KAMP.
versterken in zijn activiteit.
Mr. Kamp, spreker beantwoordend,
zegt dank en hoopt van Texels schoone
natuur te genieten, voor zoover zijn tijd
het toelaat.
De heer H. Leber (R.K.) vervolgens
het woord verkrijgende zegt uitdrukking
te willen geven aan zijii vreugd over de
benoeming van Mr. Kamp en vertrouwt
op zegenrijke en nuttige samenwerking
met de raad en alle andere gemeentena
ren. Texel, zegt spr., behooort niet tot de
zwaarst getroffen gemeenten, maar toch
brengt uw ambt groote zorgen en ver
antwoordelijkheid mee. Onze wensch is,
dat u de kracht en kennis geschonken
worden tot vervulling van uw taak tot
heil van Texel.
Mr. Kamp zegt dank voor deze
woorden en verleent dan het woord aan
de heer Joh. P a r l e v 1 i e t (Gemeente
belang) die eveneens de wensch uitspreekt
dat de arbeid van Mr. Kamp zal mogen
strekken tot bloei van de gemeente, die,
van groo'e uitgestrektheid, veel proble
men telt Spr. hoopt, dat de burgemeester
ze zoo goed mogelijk zal oplossen en dat
zijn verwachtingen in vervulling gaan.
Mr. Kamp zegt te weten, dat de heer
Parlevliet in het openbaar leven oen groot
aandeel had en hoopt van zijn diensten,
gebruik te mogen maken.
Namens de C.H.-fractie heet de heer
S. de Waard de heer en mevr. Kamp
har.e ijk welkom. Spr. wijst er ook op,
dat de taak van Mr. Kamp niet makkelijk
is, innr, zegt hij, ze schept de mogelijk
heid om zien te ontplooien, om zich ge
heel te wijden aan de belangen der ge
meen ,e. We kennen u maar oppervlakkig,
maar gaan met u met vertrouwen de toe
komst tegemoet en hqpen, dat u de ge
meente tot bloei moogt brengen. Wij zul
len, voor zoover onze bescheiden krachten
dat toelaten, daartoe een steentje bij
dragen.
V o o r zdankt spreker en geeft dan
het woord aan de heer De Lugt (Ge
meentebelang), die Mr. Kamp persoonlijk
hartelijk geluk wil wenschen en de groote
belangstelling, deze dag betoond, een
bewijs noemt, van de gulheid, waarmee
Texel zijn nieuwe burgervader tegemoet
treedt. Moge u jarenlang uw jeugdige
kracht aan de behartiging van Texels be
langen wijlden en eenmaal ons dland,
waar gij als een vreemde komt zooals ik
er eens kwam, als een tweede vaderland
beschouwen.
DANKWOORD VAN MEVR.
KAMP.
Nadat de "voorz. ook de heer De Lugt
dank heeft gebracht en niemand van de
raadsleden meer het woord verlangde,
brengt ook mevr. Kamp dank aan
raadsleden en burgerij, die deze dag zoo,
feestelijk, zoo mooi wilden maken. Vooral
de heer Vlaming, zegt mevr. Kamp, maar,
vervolgt ze, ook zonder dat u daarop
wees, zou ik mijn taak hebben begrepen,
een taak op de achtergrond, maar daarom
niet zonder beteekems. Ik kan trachten1
oneffenheden te verzachten, stil te wach-i
ten, maar bij alle verschil op Texel is er
toch een band die bindt, de band van
innige vriendschap en op deze is h-etj,
dat we gaarne een beroep doen. (Ap
plaus.)
De vader van burgemeester Kamp, hier
na het woord verkrijgende, noemt het
een voorrecht hier te mogen spreken. Hij
zegt vervuld te zijn van trots, van groote
vreugde. Niet om het feit, dat zijn zoon
op zoo jeugdige leeftijd reeds tot zoo'n
hooge functie geroepen is, maar omdat
hij als burgemeester voor anderen zoo
veel kan zijn. In de ware zin van he)
woord kan hij de gemeente dienen. Re-
geenen, zegt spr., is moeilijk, meer nog
in kleine dan in groote organieke oorden.
Spreker herinnert aan het gesprek dat de
Grieksche wijsgeer Socrates met een
volksvertegenwoordiger had over regee-
ren en het uitoefenen van een ambacht.
Daarbij kwam tot uiting, dat voor regee-
ren meer vereischt wordt dan kennis al
leen. Kennis is te verzamelen. Maar wijs
heid? Wat de kennis betreft, heb ik
'in mijn zoon wel vertrouwen, maar wijs
heid moet ik hem toewenschen. U be
hoeft niet te twijfelen aan de ijver, de
toewijding en de goede trouw van mijn
zoon, maar gaarne beveel ik hem aan in
de mildheid van uw wijs oordeel. (Ap
plaus.)
Dan is het woord aan de heer S. Sme-
d i n g. directeur van de Wieringermeer-
polder.
Het is mij een genoegen, zegt spr.,
nier van uw installatie getuige te mogen,
zijn. Onwillekeurig gaan de gedachten te
rug naar de tijd, waarop gij uw entree
maakte bij de Wieringerm-eerdirectie,
waarvan mij en ongetwijfeld ook uzelt
nog zoo duidelijk voor de geest staat,
hoe vreemd ge aanvankelijk tegenover de
u opgedragen taak hebt gestaan.'Tevens
herinneren wij ons echter het spoedig te-
rugkeenende zelfvertrouwen en de toewij
ding, waarmee gij u aan het schoone doel,
de sociaal-economische opbouw van de
Wieringermeer hebt gegeven. Voor alles,
wat gij ambtshalve hebt gedaan, wil
ik u 'gaarne mijn hartelijke dank en
groofe erkentelijkheid betuigen. Ge hebt
echter gemeend, meer te moeten uoen.
Ik denk aan de verdienstelijke wijze,
waarop ge zooveef buitenlandsche excur
sies hebt „verslagen" tot gij de verzuch
ting hebt kunnen slaken: Laat nu maar
komen wie wil, mij kan niets ineer gebeu
ren. Wat u allerminst verplicht was te
doen, maar wat u lieedt met oen virtuosi
teit, de u geschonken literaire gaven waar
dig, was het publiceenen van artikelen,
in tijdschriften en dagbladen over de
greei en bloei van o :ze nieuwe polder, ar
tikelen, waarvan steeds met groote waar
deering kennis vver I genomen. Ook wij,
uw medewerkers, genoten er van. Wij,
koele, nuchtere werkers, in en voor onze
polder. De een grond onderzoekend, de
ander zorgend voor zaaizaad, kunstmest
en machines, een derde huizen en boer
derijen bouwend, pachters zoekend of
brieven en rapporten schrijvend, wij allen,
door de inhoud van uw artikelen vrijge
maakt en verheven boven de dagelijksche
beslommeringen, hebben gevoeld, dat wij
bouwden aan dit eene schoone doel: ue
opbouw van het nieuwe land. Gelijk in de
legende, waarin aam de arbeiders van ren
bouwwerk wordt gevraagd: Welk werk
verricht ge? De een antwoordt: Ik
sjouw steenen, een ander: Welk werk
terwijl een derde blijk geeft va:i te be
seffen, wat hij doet, door te antwoorden:
Ik bouw een kerk. Zoo, waarde Kamp,,
is liet ons meermalen gegaan bij het lezen
van uw pennevruchlen. Gij hebt getoond
-de gave te bezitten van uw o ingeving
te inspiroeren zich boven de dagelijksche
moeiten en teleurs ellingen te verheffen
Gebruik en ontwikkel deze gaven. Hierbij
gesteund door uw vrouw, kan het niet
anders, of het zal u beiden en met u de
gemeente, wel gaan.
Vervolgens is het woord aan de heer
Peters, Burgemeester van Medemblik,
voorz. v.d. Aid. A'g. Bestuur Wieringer
meer, waarvan Mr. Kamp secretaris was.
(Een foto van het gebouw te Middenmieer,
waarin het secretariaat gevestigd was,
geven we op onze voorpagina.)
Je hebt mij uit mijn tent gelokt, aldus
Burgemeester Peters in zijn geestige toe
spraak. Je hebt gezegd, dat ik er schuld
aan heb, dat je hier gekomen zijt, omdat
ik je over de aantrekkelijkheden van het
burgemeestersambt gesproken heb. Inder
daad. Dat heb ik, want ik wist, dat je'
gesneden was uit het hout, waarvan je
goede burgemeesters snijdt. Het klinkt
wat verwaand, want dan zou ik ook uit
dat hout gesneden moeten zijn. Laten we
aannemen, dat ik een goede burgemees
ter ben. ik tracht het althans te zijn, even
als jij dat zult trachten. Nu zullen erwel
zijn die zeggen: „Hij deugt niet", maar
dat kan waar zijn, uit hun ^gezichtshoek
bekeken. Schrik daarom niét terug, trek
er je niks van aan, Ms je maar weet, dat
ijsheid
ning mee, maar bedenk tevens, dat ie
niet alle raad uit de raad kunt opvol
gen. Tracht steeds alles volkomen on
partijdig te bekijken. Ik ken Mr. Kamp
als een onpartijdig man, ontoegankelijk
voor inblazingen, van welke kant ook.
Ik heb hier in de raad eens rondgekeken
en zie er leden, die er nogal "vooruTtstre*
vend lïitzien. Maar die kan je niet altijd
navolgen. Ook zijn er, die me nogal vasf-
nou-aena, conservatief" toescTTIjnen. T>:é
kunnen ook niet altijd hun zin krijgen.
Houd rekening met de wijsheid van de
raad, maar houd je zekere rechten voor.
Een lid heeft gezegd, dat de Burgemees
ter het hoofd der gemeente is. Dit is
niet zoo. Volgens de wet is de raad de
baas. Laat hem in die waan. maar doe.
rekening houdende met die baas. wad je
meent, dat je doen moet. Bij een botsing
van meeningen is men vaak dankbaar
als de burgemeester de knoop maar door
hakt. Ik wensch je een schoone tijd toe,
veel schoonheid ook in het werk, dat je
te doen hebt. Misschien komen er mo
menten, waarin je zegt: Ik wou dat ik
maar weer in de Wieringermeer zat, maar
bedenk dan: Hoe meer moeite, hoe pret
tiger de overwinning. Thuiskomende zal
je vrouw de plooien wel gladstrijken (©en
term, die in het Huidige staatsbestel wel
meer gebruikt wordt, maar dan in andere
zin). Zij. zal je de zorgen doen verge
ten, je de rust en kalmte terug gewen. Zij
zal je ook buiten de ambtstaak krachtig'
ter zij-de staan. Geen 'b u rg e mee s te r s che
in het land die van Medemblik uitge
zonderd kan beter zijn, dan die., welke
Texel krijgt. Ik apprecieer het, dat mevr.
Kamp in deze zaal gesproken heeft. Mis
schien komt er een tijd, dat de vrouw
van de burgemeester, naast haar man
gezeten, aan de beraadslagingen deel
neemt. Mevr. Kamp is een Duitsche, maar
spreekt zoo volmaakt Hollandsch, dat u
het niet kunt bemerken, behalve wanneer
zij wat geëmotioneerd is. Ze verstaat de
Hollandsche tap.1 en 'het Hollandsche ka
rakter volkomen. Ik dank tenslotte voor
de vriendschap, die wij van "je ondervon
den, en ben steels bereid, waar mogelijk^
iets voor je te doen. Je kunt steeds bij
me aankloppen.
Na een woord van dank van Mr.
K a mp, spreekt als laatste Mr. Fockema
Andreae, die met Mr. Kamp studeerde
aan de Leidsche Universiteit, waar vol
gens spr., Mr. Kamp aller achting mocht
verwerven. Aan de Universiteit is ons
achting ingeprent voor ons staatsbestel,
inzonderheid voor dat volgens Thorbecke.
Ik wil daarom eindigen, met van hem te
citeenen: Niemand heeft het in de hand,
maar waarheen stuurt hij, die het niet in
het oog lieeft?
Hierna sluit Mr. Kamp dezie plechtige
vergadering. Door de gemeentebode wor
den hem nog eenige felicitatietelegram
men ter hand gesteld.
DE INHULDIGING.
De heer en mevr. Kamp begaven zich
nu naar de Lindeboom, waar zij op het
balcon staande, de hulde in ontvangst na
men van liet overtalrijke publiek, dat op
de Groeneplaats verzameld was. Zelden gaf
ons marktplein een aanblik zooals deze dag.
Nadat liet dochtertje van de heer S. Prins,
voorz. van het Huldigingscomité, namens
de burgerij bloemen had aangeboden een
aardig moment ving de heer W. H. Lap
als eere-voorz. van het Comité zijn toe
spraak aan.
TOESPRAAK W. H. LAP.
De heer Lap begon met uiting te geven
aan zijn genoegen, dat het hem vergund
was namens de Burgerij het woord te mo
gen voeren en gewaagde van de spontane
medewerking 0111 deze inhuldiging een
feestelijk karakter te geven.
De benoeming van een nieuwe burge
meester deed lang op zich wachten. Wel
werd liet ambt door loco-burgemeester
Vlaming onberispelijk waargenomen, met
stijgende belangstelling werd naar Texels
nieuwe burgemeester, uitgezien, naar de
kapitein, die het gemeenteschip veilig door
de hooggaande golven zou moeten voeren.
Texel heeft economisch een zware strijd te
voeren. De kapitein zal blijk moeten geven
van doorzicht en tact. Uw jeugd deed ons
eerst de vraag stellen, of U wel de juiste
man op de juiste plaats zoudt zijn, maar
het scheppende werk in de Wieringermeer
waaraan U deelgenomen hebt, geeft reden
te verwachten, dat gij veel van uw daar
verworven kennis hier kunt aanwenden.
Moge in uw jeugd uw groote kracht liggen
0111 te bereiken, wat aan de groei en bloei
van ons eiland bevorderlijk kan zijn. In de
verwachting dat U er naar streven zult,
een goed burgemeester te zijn, treden we
U met vertrouwen tegemoet en heeten we
u welkom. Gij moge in uw ambt bevre
diging vinden en nog lang onze burge
meester zijn, gesterkt Moot uw vaste wil
om voor Texel veel goeds te bereiken, ge
steund door uw vrouw, die U tot groote
steun moge zijn.
Daarna was. de beurt aan de schoolkin
deren van vrijwel het heèle eiland, die de
burgemeester, onder begeleiding van de
muziek, een toepasselijk lied toezongen.
Daarna zong eerst De Lofstem, van Ooster
end, vervolgens Gemengd Koor Den Burg,
R. K. Mannenkoor en Herv. Kerkkoor Den
Burg gezamenlijk een drietal nummers,
waarop met muziek van de Fanfarecorpsen
van Den Burg, Obst en Den Hoorn de
muzikale hulde werd beslotern.
De zang van de koren van Den Burg
stond onder leiding van de heer Tj. Joh.
Dito, die van De Lofstem onder leiding
van de heer C. Bremer Sz.
Dat alles nam vrij veel tijd in beslag,
duurde eigenlijk, de December-temperatuur
in aanmerking genomen, te lang. De be
doeling was echter uitstekend en hartelijk
dankte Mr. Kamp dan ook voor zooveel
belangstelling, zooveel huldebetoon. Afzon
derlijk bracht hij dank aan Huib Fenijn,
de dichter van de zoo aardige toepasselijke
liederen, door de schooljeugd en door De
Lofstem gezongen.
(De tekst van het huldigingslied, door de
koren van Den Burg gezongen was van de
heer Jurr. Beumkes). Dank bracht Mr. Kamp
ook aan het personeel der scholen, aan
de muziekcorps-en, L.R. Texel en an-dere
vereeniginge-n, aan T.E.S.O., die een extra
boot zou doen varen; aan de heer W.H.
Lap, die zijn buurmanwordt, een „oud
kapitein", wie hij wel eens vragen kan,
,hoe -hij moet sturen.
Op onderwijsgebied, zeide Mr. Kamp
niet geheel onbekend te zijn. Wanneer rde
geest op d-e scholen hier zoo goed is als,
op die in de Wieringermeer, zou hij zeer
gelukkig zijn. Hij hoopte de scholen eens
te bezoek-en' en zou dan, als' de kinderen
erg „zoet" zijn, wat voor hen mee
brengen.
Zomers komen op Texel nogal veel
„vreemde snuiters", merkte Mr. Kamp
op, maar nu ik hier in de winter geko
men ben, zijn h-et zeker m-eest ingezete
nen, die mij welkom heeten. Ik ben daar
heel dankbaar voor. Met het verzoek drie
maal de muts te willen afnemen en hoera
te roepen op het welzijn van "Texel, be
sloot Mr. Kamp zijn met aandacht ge
volgde en goed verstaanbare toespraak.
Ook vermelden we nog, dat na het woord
van dank, dat Mr. Kamp tot de heer Huib
Fenijn richtte, omstanders onze Rijmelaar
op de schouders namen, die hierop een
ovatie in ontvangst mocht nemen.
Na het défilé van alle deelnemende
vereenigingen, volgde d-é receptie ten
raadhuize, waar zeer velen gebruik maak
ten van de gelegenheid om persoonlijk
met -de heer en mevrv Kamp kennis te
maken.
Des middags vereenigden de Familie
Kamp zich met de leden van de Raad en
verdere genoodigden aan een feestmaal
tijd in De Lindeboom, besloten door de
vertooning van een gedeelte van de
Texelsche Lente- en Zomerfilm uit liet
Fi'marchief van -de Texelsqhe Courant, liet-
geen zeer op prijs bleek te worden ge
steld.
Om kwart over vijf vesriieten de lieer en
mevr. Kamp met familieleden en
verdere gasten het eiland. Burge
meester en zijn echtge-noote hopen begin
Januari in hun woning hier hun intrek
te nemen.
Texels burgemeesterloos tijdperk heeft
een einde genomen. Onze verwachtingen
zijn hoog gespannen. Wc hebben over
Mr. Kamp en zijn gade wederom veert
goeds, veel aantrekkelijks vernomen en
zien vol vertrouwen 1111 daden tegemoet.
Dat Mr. Kamp liet niet allen naar de
zin zal kunnen maken, staat vast. Daartoe
ts geen sterveling in staat. Maar dat
liij zich met jeugdig enthousiasme en on
bevooroordeeld zal wijden aan d-e moei
lijke taak, hem op de schouders gelegd,
meenen we met zekerheid te mogen voor
spellen.
BEZOEKT TEXEL.
Nauwelijks Burgemeester van Texel,
heeft Mr. Kamp needs een goéd ff uk
werk verricht in het belang van 011s
vreemdelingenverkeer en wel door gevolg
te geven aan het verzoek, om voor het
Hollandnieuws van de Polygoon-Film-Mij.
een korte toespraak tc houden. Mr.
Kamp bevestigde daarin, in verhand met
de leuze „Breng uw vacantie door in eigen
land", de aej-dacht op ons mooie eiland
en sprak de wensch uit, dat velen, die in
de Nederlan-dsche bioscopen naar hem
zouden luisteren, in de a.s. zomer eens
een bezoek aan Texel zouden willen
brengen.
RIJMELARIJTJE.
Kijk, ie ziet met rijmers oogen
Dikwijls juist die dingen aan,
Die je anders ('t is begrijp'lijk)
Zoo maar langs je heen laat gaan.
E11 zoo trof het mij terdege,
Toen ik daar op het balkon
Drie personen bij elkaar zag,
Alsof het niet anders kon.
O, commissie, hebt ge daaraan
Heelemaal dan niet gedacht
Of, hebt ge met een bedoeling
Hen juist bij elkaar gebracht?
't Is waarschijnlijk u een raadsel,
Wat of ik toch wel bedoel?
Wacht dan even, tot ik klaar ben,
Licht, dat u 't net zoo voelt.
Links ston-d onze burgemeester,
Dat 's de HUURDER en daarnaast
Stond de HUISBAAS van de huurder
En wat nog het meest verbaast
Daarnaast stond - hoe is 't mogelijk
Texels DEURWAARDER zoowaar,
Ziet, geachte Feestcommissie,
Dat vond ik een beetje raar.
Onze vroede burgervader,
Heeft z'n voet hier nauwelijks staan,
Of de buisbaas komt warempel
Met de deurwaarder al aan.
't Ging natuurlijk niet met bpzet,
Maar ik vond die mop zóó goed,
Dat ik dat wel moest bezingen,
Want dat zit me in het b-lo-ed.
HUIB DE RIIMELAAR
In een Kerstbijlage bij de Texelsche
Courant, welke Zaterdag 21 Dec. a. s.
verschijnt, nemen we gaarne tusschen
en naast de tekst advertenties op. Met
bijpassen-de illustraties staan wc adver
teerders gaarne ten dienste, terwijl d-e ad
vertentieprijs niet hooger zal zijn dan an
ders. Voor hen, -die een contract afsloten,
geldt de lagere prijs ook voor adverten-j
ties in -die Kerstbijlage, hetgeen eerder
niet het geval was.
WAT KOMEN ZAL.
Het ligt in onze bedoeling in deze bij
lage eenige kerstlectuur op te nemen, oen
wmter-avond-gezelschapsspel voor de
jeugd, een kalender voor 1936, een of
meer puzzles, waarmee u zich uren kunt
bezig hou-den en een reeks foto's^, betrek
king hebbende op „Texel in de winter".
We hopen, dat onze adverteerders in
grooten getale gebruik zullen maken van
de gunstige gelegenheid om in zoo'n aan
trekkelijke bijlage een ot meer adverten
ties te doen opnemen.
Gaarne ontvangen we uw opdracht niet
later dan Maandag.
ADM. TEXELSCHE COURANT.