si vandaag nog GOEDE BOEKHOUDING DIVERSE BELASTINGEN Administratie-kantoor A. BEERS OOK MET UW Wanneer we gelooven aan die voort durende geestesgroei, die de vooruitgang der wereld ten gevolge moet hebben, hoe staan we dan tegenover de pessimisten, die zich hoofdschuddend beroepen op de ellende, die ze dagelijks aanschouwen en het kwaad, dat ze zien gebeuren en cie volhouden: De wereld is slecht, de we reld gaat achteruit in plaats van vooruit. We zien enkel zelfzucht, winstbejag, on oprechtheid, smeulende vijandschap Wat zullen we hun zeggen Helaas, er is veel van waar, want inderdaad zien we veel om ons heen, dat ons zou kun nen doen wanhopen. Maar zijn ze vol komen oprecht, wanneer zij beweren, dat niets in hun binnenste spreèict van he tere tijdén, die in aantocht zijn Zie, om te beginnen, moeten we willen ge looven. En ons geloof moet hierop steu nen, dat we ons bewust zijn zelf aan de voorwaartsche beweging deel te nemen en dat we het oog gevestigd houden, niet alleen op wat daar ontworteld door de wind been en weer wordt geslingerd als overblijfsel van een tijd, die voorbij gaande is, maar ook op de levensvatbare sterkekiemen, die half nog in het ver borgene groeien en rijpen. 'O, "iaat ons de verblijdende zekerheid niet voorbij zien: er is veel, zeer veel zaad- uitge strooid op de wereldakker en het wordt daar bij voortduring uitgestrooid met volle handen, met kloeke vastberaden heid, met moedig vertrouwen. ffi SB 83 De vree, een schat, bij veelen SB Si onbekent, die overtreft triomfen 83 83 sonder end. g] ffl VONDEL. m ffi ffl ffi Vrede kan niet door geweld 33 S3 gehandhaafd worden, alleen door Eg BB elkander te begrijpen. 33 33 ALBERT EINSTEIN. ffl ffl S3 y SBffifflfflffiffiffifflffiai Zijn het niet altijd de stormen, die de lente verkonden Wekken zij niet het telkens weerkeerend be9ef, dat er iets hoogers is dan het materieele leven der menschen Zijn zij niet de voorboden van een nieuwe geest Een geest van wederzijdsch begrijpen, die liefde en vre de zal brengen Wie twijfelt er aan het geheime leven, dat zich in de stilte van de ijskoude, schijnbaar doodende winter tot een nieuwe lente voorbereidt Zeker, zelfs Emerson, de groote opti mist, geeft het toe: De wereld is laag. - „Maar", vraagt hij, „hoe zouden we tot de ontdekking gekomen zijn, dat ze laag Hop Upf is, zoo we niet de zekerheid in ons om- C I ICl droegen, dat er iets hoogers bestaat En zoo is het. Wisten we dit niet, dan zouden we de toestand aanvaarden, zij het niet zon der protest. Vanwaar die voortdurende onvoldaan heid, dat knagend verlangen naar iets hoogers, naar iets beters Van waar dié onrust, als was er een roepstem, die niet ophoudt ons uit de verte te manen We weten, dat zoolang we niet naar haar luisteren, er voor ons geen VREDE is weggelegd. Een tijdlang kan ze door andere stemmen worden overheerscht, voor altijd verstommen kan ze NIET. Als U aan het Postkantoor Die nieuwe zegels ziet, Toe, ga er dan op af En twijfel, weifel niet. 't Is waar, ze kosten meer, Dat is een vaststaand feit, Maar, in de eerste plaats: 't Is maar een kleinigheid. Ten tweede: het surplus, Dat hierdoor zal ontstaan, Is heusch niet weggegooid, Zal niet verloren gaan. Zie: het misdeelde kind Wordt door die winst gebaat, Dus elke zegelkoop Beduidt een goede daad. UW kin'ren sterk gezond Waardeer dat heerlijk feit. Koop duizend van die zegeltjes Uit pure dankbaarheid. O, kinderen, hebt U niet? Goed, profiteer dan nu. Door iets voor 't Kind te doen,. Al is het niet van U. Wat zegt U, ongetrouwd Koop dan met milde hand. Dan maakt u nog wat jgoed Bij 't goede vaderland. De Kerstdagen geven u wellicht voldoende gelegenheid eens riipeliik na te denken over het GROOTE NUT eener Practisch ingericht en beantwoordend aan de door de wet gestelde eischen brengt zij u niet alleen VOORDEEL ten opzichte van de doch is zij tevens een onmisbaar bezit voor welke zaak of welk bedrijf ook. Wenscht gij inlichtingen Met raad en daad staat u ten dienste. xqn\ »ovavfto«»i y ffi NAAR BETER TIJDEN. ffl ffl ffl MEDEWERKING. Lr#'' k*..'.-. - SNEEUW OVER TEXEL. t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1935 | | pagina 9