No. 5094 50s" Jaargang Woensdag 21 Oct. 1936
De Nieuwe Texelsche Courant
I
l'
EERSTE BLAD.
De Bebossching
op de Noordzee-eilanden
9
9
9
9
9
9
9
9
9
ER WAS EENS
Uw advertentie fn dit btari wordt
op Texel huis aan huis gelezen.
is sinds 1 Juli 1930
te dit blad opgenomen.
U1TG.: N.V. Boekhandel en Drukkerij
v.h. Langeveld en de Rooij Den
Burg. Tel. 11. Postrek. 652.
ABONNEMENTEN: f0.75 per kwartaal;
buiten den Burg fl.losse ors. 4ct.
ADVERTENTIES: 12 cent per regel;
minimum 5 regels. Eenzelfde adv. voor
vier plaatsingen opgegeven, wordt drie
maal berekend. Vraagt ons zeer voor-
tieefig tarief voor neringdoenden.
TEXELAARTJES: 48 et. (4 regels.)
HOOGWATER ter reede van Texel v.m
(nam. ongeveer V» uur later.)
22 23 24 25 26 27 28 Oct
12.- 12.24 1.21 2,49 4,i8 5,45 6,48
RljWIELEN en R1ITUIGEN 5 11
IIIIIIIIIIIIIIIH1IIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIII
IIIIHIIIIII VAN OVER DE GRENS
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
ZATERDAGAVOND.
BELGIE TREKT DE AANDACHT.
HOE ANDEREN DAAROVER
DENKEN.
Kijken wij thans eens, hoe deze mede-
deelingen in de verschillende hoofdsteden
van Europa zijn ontvangen. In Parijs, dat
in België een militair bondgenoot ver
liest, natuurlijk niet al te best. In Londen)
daarentegen weer beter. Het kan Dow
ning street tenslotte weinig schelen, ot
België al dan geen deel van Locarno uit
maakt. Het heeft ook Nederland nooit
daarom gevraagd. Londen zal' zich niet
beklagen over de Belgische neutraliteit;
die de verdediging van* België evenals in.
1914 opnieuw tot een moreele leuze zou
kunnen maken. In Rome en Berlijn is
men er over het algemeen goed over te
spreken. Men is daar van meening, dat
de wensch om een oorlog te ontketenen,
geringer zal worden, naarmate meer lan
den te kennen geven, neutraal te wilLeni
blijven.
TOEKOMSTMUZIEK?
Door de verklaring van de Belgische
koning wordt de aandacht weer eens te
meer gevestigd op Locarno, d.w.z. Lo
carno no. II. Nu België niet meer mee wil
doen, zal een eventueele conferentie der
Locarnomogendheden geen vijf, maar
vier deelnemers tellen, n.I. Engeland,
Frankrijk, Duitschland en Italië. Of een
dergelijke conferentie nog tot stand komt,
is nog niet met zekerheid te zeggen, maar
waarschijnlijk lijkt het wel, .ook al is
Duitschlands antwoord nog niet binnenge
komen. Maar of de wereld, indien er weer
een Locarno-pact gesloten wordt, zooveel
verder zou zijn? Met pacten van allerlei
soort heeft men in de laatste jaren niet
zooveel succes gehad en het bljjft de
vraag, ot dit met het nieuwe pact wel het
gevat zal zijn. Het goede, wat er uit
voort kan komen, is intusschen een gr (vo
ter vertrouwen tusschen de staten onder
ling en dat is reeds veel waard. Intus
schen blijkt ook dit nog toekomstmuziek.
De eerstkomende maanden kunnen lee-
ren, hoeveel verstand er eigenlijk nog in
ons wei wat in de war zijnde werelddeel
huist. Verheugend is in ieder geval het
bericht in de Duitscbe bladen, dat Hitier
zich dezer dagen over de ontwikkeling
der Fransch-Duitsöhe betrekkingen zal uit
laten. Misschien zal zijn rede elementen
inhouden, die de hoognoodige Fransch-
Duitsche toenadering vergemakkelijken,
hoewel de tegenwerkende kracht van
de Fransch-Russisahe militaire overeen
komst hierbij niet mag worden onder
schat.
In België daalt het werkloozencijfer.
Eenige belastingen kunnen worden ver
laagd. Op politiek terrein is de toestand
minder gunstig, niet in het minst door de
oude tegenstelling tusschen Vlamingen en
Walen. Daar kwam bij, dat de Leider der
fascistische Rex-beweging door aanvallen
op het particuliere Leven van vooraan
staande staatslieden heftige beroering te
weeg brengt. Hij beschuldigde o.a. Minis
ter Jasper en wel van knoeierij met dei
balansen van de Mij, Cónstructa. Hierop
heeft de minister tegen Degrelle een aan<
klacht wegens beleediging ingediend,
waarop Degrelle zich eveneens met een
klacht tot de Justitie wendde.
Onderwijl wordt er heftig aritiek ge
oefend op het buitenlandsche beleid der
regeering. De eenzijdig ge-oriënteerde
Fransche richting ziet zich geplaatst t.o.
een steeds sterker beweging ten gunste
van algeheele neutraliteit
door P. BOODT, Houtvester in
de Houtvesterij de Eilanden.
VIJANDEN.
Ditmaal iets over de kleine Dennen
snuittor (Pissodes notatus).
In de naaldhoutbosschen der Wadden
eilanden heeft zich in de laatste jaren
de kleine dennensnuittor sterk vermeer
derd en plaatselijk gevoelige schade aan
gericht. Deze toename moet voornamelijk
worden toegeschreven aan de volgende
drie oorzaken:
a. het opstapelen van niet-ontschorst
hout bij boerderijen, gelegen in de nabij
heid van de duinbosschen
b. het gebruik van niet-ontschorst hout
voor affasrexingein, bouw van keetjes,
schuurtjes, enz.;
c. het kwijnende en stervende hout,
voorkomende in de beschadigde randen
van de sterk door dc wind aangetaste
naaldhoutbosschen.
De boenen Op de eilanden koopen bij
het Staatsboschbeheer hout en slaan dit
op bij hun woningen, waardoor broeines
ten voor de kleine dennensnuittor en ook
voor de dennenscheerder ontstaan. Hier
tegen is niets te doen, want art. 5 vam
de Boschwet 1922 bepaalt, dat bet ver
bod om in de door de Minister aan te
wijzen gemeenten geveld naaldhout tus
schen 15 Mei en 1 Augustus te laten lig
gen ot opgestapeld te houden, o.a. niet
toepasselijk is op hout, op plaatsen van
gebruik. Aangezien hieronder ook de boe
renerven vallen, heeft het geen nut om de
gemeenten Texel, Vlieland, Terschelling
ot Ameland voor de toepassing van art.
5 der Boschwet 1922 aan te wijzen. Er zal
dan ook wel geen verbetering in de toe
stand kunnen worden gebracht, dan door
wijziging van art. 5 der Boschwet 1922.
De meeste eilandbewoners hebben dc
gewoonte om hun afrastering van mét-
ontschorst hout te maken, waardoor ook
aantnekkingspunten voor de kleine den
nensnuittor ontstaan. Bekijkt men de afras-
teriiigspalen, dan zitten deze veelal van
boven tot onder vol met de bekende
„poppenwiegen". Dit is ook het geval met
hout, dat niet-ontschorst voor de bouw
van koeten, loodsen, enz. wordt gebruikt.
Alle vermaningen om het hout voor het
gebruik te ontschorsen, ibelpen niet ot
zeer onvoldoende.
(Wordt vervolgd.)
DARANVI.
De nieuwe minister-president van
Oostenrijk, opvolger van Ooemboes.
België is plotseling iin het middelpunt
van de Europeesche politiek komen te
staan. Daar is n>X iets ongewoons ge
beurd: de negeering heeft, geheel tegten
het gebruik in, een rede, welke koning1
Leopold in de ministerraad gehouden
heeft, openbaar gemaakt. Dit feit wijst
op buitengewone omstandigheden.
Voorop zij gesteld, dat hetgeen de
koning zeide, me volledige instemming had
van de drie groote Belgische partijen, die
tezamen de regeering vormen, terwijl de
zin van 's konings woorden ook geheel
naar de smaak moet zijn geweest van de
oppositie. Men kan dus gerust vaststellen,,
dat die koning sprak namens het heele
volk.
WAAR BELGIE NAAR STREEFT.
De woorden van de koning droegen een
sensationeel karakter. Wat hij zeide, kwam
neer op een aankondiging van de opzeg
ging van het Verdrag van Locarno. Het
Belgische volk wenscht zich niet meer aan,
grocpeeringen te binden, het wenscht vol
komen neutraliteit, het wenscht alle moi-
gelijke strubbelingen uit de weg te gaan,
kortom het wenscht het Zwitsersdhe en)
Nederlandsche voorbeeld te volgen. Dat is
begrijpelijk. In geen land is de herinne
ring aan de verschrikkingen van de we
reldoorlog nog zoo levendig als juist in,
België, dat het meest onder de bloedige
strijd geleden beeft. Nu de onweerswol
ken zich wederom boven Europa samen
pakken en er meer dan sinds jaren over
het thema oorlog-agesproken wordt, is het
de hartstochtelijke wensch van alle Bel
gen, om, wat er ook moge gebeuren,i
buiten het eventueele tooneel van de strijd
te blijven. Men ziet in, dat men deze
wensch in geen geval in vervulling zal
kunnen zien gaan, als men door verdragen
verplicht is, in een eventueel geval van
oorlog, mede te strijden. Vandaar de
angst voor alles, wat naar verplichtingen
in die zin riekt. Dat België daarbij de wer
kelijkheid niet uit het oog verliest, en
rekening blijft houden, met het feit, dat
het ondanks alles, toch in een oorlog kan
worden verwikkeld, blijkt uit het feit,
dat het de dienstplicht verlengd heeft.
SPANJE: DE STRIJD DUURT VOORT.
In Spanje is die burgeroorlog thans
drie maanden aan de gang (op 19 Juli
brak hij uit). Drie maanden is een korte
tijd, maar in die tijd is er op het Iberisch
Schiereiland enorm veel gebeurd. Wan
neer we thans de kwartaalbalans opma-i
ken, komen wij tot de conclusie, dat de
Volksfronters in militair opzicht verreweg
'die mindere van de nationalisten zijn.
Eenerzijds een centraal opperbevel met
zijn militaire hiërarchie, anderzijds groe
pen, die min ot meer op eigen houtje
strijden. Het kaïn danook geen wonder
baren, dat de nationalen vele militaire suc
cessen hebben weten te boeken en dat
deze drie maanden van burgeroorlog at-,
sluiten met de omsingeling van de hoofd
stad Madrid, waarvan de val thans nog
maar een kwestie van dagen kan zijn,i
Daarmee zal echter de burgeroorlog nog
niet ten einde zijn. Catalonië bevindt
zich nog stevig in handen van het Volks
front en, alles welbeschouwd, ziet het
er naar uit, dat vve over nog drie maan
den een tweede overzicht van de bloe
dige gebeurtenissen zullen hebben te ge
ven.
WAT ER MEER GEBEURDE.
Duitschland heeft te Berlijn gepro
testeerd tegen beleedigingen, door de
secr.-gen. der Fransche Comm. Pairtij,
Thorez, op een meeting in de Elzas Hit
ler aangedaan.
Hongarije heeft thans, na de dood
van Goiemboes een nieuw ministerie, dat
van Daranvi, gekregen. In Rusland is
weereen nieuw Trotskiïsten-proces, waar
in ook de bekende redacteur van de
Prawda, Karl. Radek, is gemengd, op
touw gezet. Duitschland heeft te
Londen zijn bezwaren kenbaar gemaakt
tegen die Engelsch-Russisohe vlootover-
eenkomst, waardoor Berlijn zich in de
Oostzee bedreigd voelt, welke bezwaren
thans door Londen zullen worden onder
zocht.
t A
9
9
Er was eens een aardig Gravinnetje, een
Gravinnetje, dat Ada heette.
Zij was het eenige kind van Dirk VII,
Graaf van Holland, die op 4 Nov. 1203
te Dordrecht de laatste adem uitblies.
Toen brak voor Ada een moeilijke tijd
aan. Want Holland was, naar men be
weerde, een „zwaardleen", d.w.z. een man
alleen zou voor de opengevallen plaats
op de troon in aanmerking mogen komen.
Hiertegen nees van de zijde van Ada en
haar medestanders verzet. Niet in het
minst van de kant van haar moeder, Adel-
heid van Kleef, een zeer heerschzuchtige
vrouw. Met alle kracht zou zij zich verzet
ten tegen troonopvolging door een broer
van haar man, Willem, Graaf van West-\
Friesland. Zij deed, terwijl het stoffelijk
overschot van haar man nog niet te Eg-,
mont begraven was, haar dochter in het
huwelijk treden met Graaf Lodewijk van
Loon (het Graafschap Loon lag dicht
bij het Bisdom Luik). Toen begon de
strijdgas goed te ontbranden. De Edelen,
die het toch al niet met Gravin Adelheidl
konden vinden, omdat ze ook tijdens het
leven van haar gemaal vaak zoo'n hooge
toon aansloeg, zochten en vonden steun
bij Graat Willem, terwijl Adel lie id zich
heldhaftig aan duet hoofd stelde vair een'
leger, dat er in slaafde, de West-Friezein
te verslaan. Graaf Willem wend gevangen
gezet, maar wist uit zijn kerker te ont
snappen en bracht naderhand Keizer Otto.
IV, de leenheer van deze gewesten, zoo
ver, dat deze het Graafschap Holland aan
hem, Graaf Willem, afstonid. Toen zag
het er voor Ada wel heel slecht uit. Zij
had aan de strijd, welke haar moeder deed
ontbranden, geen deelgenomen, maar lag
met haar oom Willem toch leelijk over
hoop, terwijl alle kans op de troon van
Holland voor haar gemaal, Graaf Lode
wijk, nu verkeken was. Ze werd onophou
delijk achtervolgd; eerst vluchtte zc naar
Utrecht, later naar dc burcht te Leiden.
Toen de Kennemers, die op de hand van
Graat Willem wanen, deze burcht verover
den, werd Ada gevangen genomen, en,
toen haar oom als Graat van Holland
en Zeeland het bewind aanvaardde, naar
Texel verbannen, waar een kerker in het
Agnieton-Kloostcr (thans liet Alg. Wees
huis) te Den Burg haar eenige tijd tot
verblijfplaats moet hebben gediend.
Over de verdere belevenissen van Gra
vin Ada zijn de geschiedschrijvers het
niet met elkaar eens. Volgens de een zou
zij op 2ö-jarige leeftijd op Texel in bal
lingschap gestorven zijn; volgens Pieter
van Cuyk in 1205. Volgens anderen zou
Gravin Ada later van Texel naar Enge
land gebracht zijin. In 1208 zou zij van
daar naar Holland zijn teruggekeerd, naar
haar echtgenoot, die iu 1218, misschien
door vergiftiging, overleed. In hetzelfde
jaar zou ook Ada gestorven zijn en wel
te Luik.
Merkwaardig is wel, dat in het nfeest
uitvoerig werk. over onze vaderlandsclie
geschiedenis, dat ons ten dienste staat
(Geschiedenis van Nederland, uitgegeven
onder leiding van prof. dr. Brug mans,
nog iniet compleet) inet geen woord van
de verbanning van Gravin Ada naar Texel
genept wordt. Zonden zij, die niceiieii,
dat die heele historie van Gravin Ada's
verblijf op ons eiland maar een sprookje
is, gelijk hebben?
„Er was eens
In het Weeshuis wordt nog een olie
verfschilderij, Ada van Holland voorstel
lende, bewaard. Dit is geen sprookje maar
werkelijkheid. In hoeverre het conterfieit-
sielaande werkelijkheid beantwoordt, ver
mogen we echter niet na te pluizen
TEXELSCHE COURANT
LICHT OP