De Kleine Verpleegster.
3
FEU0LLETON
DE JEUGD en
SINT NICOLAAS.
VOOR DE VROUW.
NUTTIGE WENKEN.
Badkuip onmiddellijk na gebruik at-
boenen. Dan zetten zich daarin geen vet'
deeltjes vast.
Gebruikt linoleum, dat men wil op
bergen, moet met de goede kant naar bin
nen worden gerold.
Koperen voorwerpen kan men mooi
houden, door poetsen met roodaard ot
roode wrijtwas.
Oude kranten, tot een prop gemaakt,
zijn zeer geschikt om zeil ot linoleum
dagelijks bij te wrijven.
Men kan oude kranten gebruiken
om wollen weefsels motvrij te bewaren.
De kranten worden dan tot zakken ge
plakt, en ook de laatste opening ten
slotte dichtgeplakt.
MEISJES-NACHTJAPON.
VKK No. 1947.
Dit patroon kost 30 cent.
Onze meisjesnachtjapon ia van lingerie
batist of, om uit logeeren te gaan van tolle
de soie met een klein bloemen motiefje en
heeft langs de schoudernaad en aangeknip
te mouwtjes smalle kant.0"'Afwerking met
'm smal biesje langs den hals. Ruimte mid
denvoor en achter. Om het middel smalle
ceintuur, die aan de rugzijde gestikt wordt.
Patronen voor meisjes van 810 jaar.
Gelieve de patronen te bestellen: Mu-
zenstraat, Den Haag, Vereen. Persbu-
reau's. Postzegels bijsluiten.
RECEPTEN.
KRENTENBROODJES.' 250 gr. tarwe
bloem, 50 gr. boter, 5 gr. zout, 30 gr. sui
ker, 20 gr. gist, 1 dL. lauwe melk, 1 ei,
100 gr. krenten, 100 gr. rozijnen, 75 gr.
sucade. Maak van bloem, gist en de helft
van de melk een deeg, laat dit 10 a 15
min. rijzen. Voeg er dam de suiker, het
zout, de week gemaakte boter, de overige
lauwe melk en het ongeklopte ei bij.
Kneed alles flink door elkaar gedurende
10 a 15 minuten en Iaat het deeg ouder
een vochtige doek een uur rijzen. Doe
er de krenten, rozijnen en sucade door.
Werk op een met bloem bestoven tatei
het 'deeg nog even om, vorm er kleine
broodjes van, laat deze nog y3 uur na-'
rijzen (dichtgedekt) nadat ze op een met
boter besmeerd bakblik zijn geplaatst.
Bestrijk de bovenkant met geklopt ei en
laat de broodjes in een heete oven onge-i
veer een half uur bakken.
15
Hoort u eens, jongedame we
geven hier geen romannetjes uit. Onze
krant draait nergens omheen. We geven
de waarheid, al doet die deze ot gene
ook pijn.
Zij stond haar handen te wringen.
Maar onder de oorlog toch zeker
niet. Ot durft u soms te zeggen van wel?
Toen hebt u de waarheid geschift een
beetje - gecorrigeerd iets alleen maar
gedrukt, als u 't verstandig vond om het
te drukken. Is 't niet zoo
Ja, toen Dat was oorlog.
Dit is net zoo goed een stuk van de
oorlog, als dat vechten in Frankrijk. D;e
jongens zijn nog de oorlog aan het uit
vechten, iedere dag weer aan, maanden en
jaren achter elkaar. Als u dat ongeluk
vertelt, zooals het gebeurd is, sterft er
iemand aan en dat komt op uw verant-
woording. Het volk heeft nog altijd ver
plichting tegenover die jongens 't Is.
hun heel, heel wat verschuldigd. Nu krijgt
u de kans, om hen te helpen, om echt
OVER OPVOEDING
Bij de leeftijd van drie tot zeven jaar
behoort het geloot aan St. Nicolaas. Som
mige menschen noemen het jokken, het
kind van St. Nicolaas te vertellen, maar
dat is heelemaal niet zoo. 't Is eigenlijk
spreken in hun taal. Voor allerlei geven
zij zelf een verklaring. Ik hoorde een
klein meisje eens als volgt tot zichzelf
praten. Zij stond voor het raam en keek
naar de hooge huizen aan de overkant.
„Kan St. Nicolaas op het dak? Ja,
neemt een stoel, en krukkie er op, wip,
paardje op het dak."
Dus net zooals zij neemt een stoel,
een krukje er op, om bij een hooge plank
te klimmen, zoo meent zij ook, dat Sint
Niklaas klimt op het dak.
Maar is dan eenmaal deze eigenaardige
leeftijd voorbij, als de kinderen zoo onge
veer een jaar op sdhool zijn, dan begin
nen zij te twijfelen, en dan vertellen wij
hun de waarheid. Zeker, ze zijn al zoo
groot, zij begrijpen best, dat Sint Nico-
raas niet bestaat. Maar vroeger was net
een grooTe kindervriend, wiens herinne
ring voortleeft.
Ik heb eens een moeder, die 'héél arm
was, tot haar kind hooien zeggen: Sint
Niklaas rijdt niet bij arme menschen.
Och, is dat wel waar? Ik zie voor me
een klasse van vijftig kinderen, 't Was
een arm dorp en Sint-Nicolaasteest kon
er niet zijn. En toch had de goede Sint
aan de onderwijzeres opdracht gegeven,,
een heel klein cadeautje te verstoppen in
iedere bank. Die vreugde van de klein©
Jaap, de allerondeugendste van de klasse,
die zal ik nooit vergeten. Hij was zooi
blij met z'n doosje kleurkrijtjes van vijt
cent, dat hij niet meer door kon gaan met
het werk en eerst naar huis moest om zijn
schat te laten zien.
Een kinderhand is gauw gevuld. Ver
geten anderen dat ook niet, die hun kin
deren met geschenken overladen, zoodat
zij hun vreugde als het ware geen baas
kumimen
Laat de kinderen hun blij geloot aan
de goede Heilige, en tracht kind te ^jjni
gnet uw kind. Hij hoort zoo bjj zijn kleine
leventje, is, in zijn onbegrijpelijkheid,
juist voor het kind zoo begrijpelijk.
(Uit: Tot Geluk Geboren, door J.
Riemens-Reurslag.)
EX-KONINGIN VICTORIA.
Ex-koniingin Victoria van Spanje heeft
zich van New-York maar Engeland bege
ven, om zich te Londen te vestigen.
iets groots voor hen te doen. U hebt 't
in uw macht, om zijn leven te redden....
Hij maakte een ongeduldige beweging.
er gingen kostbare minuten verloren.
Maar begrijpt u dan niet, dat het
bericht in alle kranten' komt? De andere
geven in ieder geval de juiste teiten.
We kunnen zorgen, dat hij die an
dere kranten niet krijgt.
Maar het bericht is al door 't zit
al in de jrers.
Haalt u het er dan in 's he me Is-
naam weer uit.
En er was iets in de pogen van Jennie
een vuur, dat zacht gloeien en tei
vlammen kon, een vrouwenliefde, die we
relden verzetten kan dat die dood
kalme, nuchtere man met morsmouwen
ontroerde. Opeens keerde de hoofdredac
teur zich om, hij maakte drukke gebaren
en schreeuwde bevelen uitMannen be
gonnen te hollen
Zij zal hem wel bedankt hebben. Zij
herinnerde zich vaag, dat zij had gehuild;
op iemands schouder, en dat een vriende
lijke hand haar op het hoofd had geklopt.
Nu gingen zij terug en ze reden wat voor
zichtiger. De goeie, tróuwe Jake achter
het stuur zei, dat zij zich maar niet moest
geneeren maar eens flink uithuilen...t
Windy had zich kranig gehouden. Er
moest om de kleine jpngen gedacht wor-i
lilllllilllllil
VOOR DE JEUGD.
MET DE POPPE> KAST OP REIS.
Tekst en illustratie van H. KANNEGIETER.
158. „Maar jongens"; zegt de burgen
meester, „ik gun jullie graag een ple
ziertje. Kijk eens: hier heb ik een
grote rot perkament, een oorkonde,
zoals je ziet. Dat hoort bij de me-/
daille. Hang die nu maar eens netjes
op". En hij zwaait het gewichtige stuk
boven hun hoofden. Nu, dat doen de
jongens heel graag.
DE PRIJSWINNERS.
Beste Jongens en Meisjes.
Ik begin vandaag met de oplossingen
van bet laatste negental raadsels1Pak.
2. Bolsward. 3. Kar, kat. 4. Gort. 5. Klap-i
roos. 6. Haak, enz. 7. Engeland. 8. Wieg,
enz. 9. Top.
Goede oplossingen ontving ik van
Martha Bakker,, Alie Bakker, Come Witte,
Klaas Dob, Adrie Flens, Leo Keijser,
Lies Kok, Corrie Bakker, Pieter Kok,
Dora van Heerwaar den, Annie Zijm, Cor
rie en Geertje Keijser, Trientje de Vis-'
ser. Jan Alkema. Dina 'Zijm, Dirk Krijnen,
Eliz. Goënga, Karei, Hetty en Frans
Roeper. Trijntje Henkes. Tnius Bierste
ker, Maatje van Leeuwen, Hans, Kees en
Rie van IJperen, Rika Bakker, Nico Eel-
inan. Corrie van den Ban, Mies Blom-
Samen 31 goede oplossingen.
Voor een boek kwam in aanmerking:
1. TR. DE VISSER, 12 j., Heiligenland,
Alkmaar.
2. CORRIE BAKKER, 10 jr., Everste-
koog.
3. KLAAS DOBjr., Den Burg.
Ik heb van veel nieuwe vriendjes en
vriendinnetjes een briefje ontvangen. Dat
vind ik erg prettig. Doet allen trouw
mee. De aanhouder wint.
159. Voorzichtig nemen ze liet stuk
van de burgemeester aan. Jan wil het
eerst helemaal lezen. Wat ziet het er
gewichtig uit. Maar Piet begint onge
duldig te trappelen. „Hang het nu
op, jongen, zo dadelijk komt baas Co-
balt terug en dan hangt het nog niet
Nu beginnen ze het vlug op te hangen,
Maar het zit niet zo gauw.
NIEUWE PRIJSRAADSELS.
Hier volgt het tweede 3-tal raadsels
van de nieuwe reeks:
4. Nu eens zuur, dan eens zoet: altijd
smaak ik even goed.
5. Ik ben rand, ik ben nat,
Maar als 'k val, ben ik plat.
Ra, ra, wat is dat?
6. Raadt dit ook eens:
Hard, wit en rond,
Smelt in de mond.
Valt als een steen,
Recht naar beneen.
Er volgen nu nog drie raadsels. Daar
na verwacht ik jullie briefjes weer.
Met vriendelijke groeten,
Jullie OOM KO.
De uitslag van de A-prijsvraag volgt
nog.
WIE RUILT ER
KOSTELOOS mogen jullie in deze ru
briek kleCne advertenties plaatsen, waarin
je plaatjes, bonnen, postzegels, enz. ver
zoekt te ruilen. OOM KO.
KUN JE TEKENEN?
Ja? Teken dan mee. Kun je met tekenen? Leer het dan. Wanneer je het
derde plaatje bekijkt, lijkt het erg moeilijk. Maar de eerste twee tekeningen wij
zen jullie prachtig de weg. Probeert het allen. Later houden we dan eens
een tekenwedstrijd. Eerst de hoofdzaken, dan de kleinigheden. Doet je best.
«en. Zij hadden het kind al ontboden.
We dachten, dat je hem graag bij
je zou hebben, ouwe jongen hij is at
onderweg met Harkness, zei dr. Hufty.
De heele dag de dag voor Kerst
mis, die zoo'n gelukkige dag voor hem
had moeten zijn lag Windy doodstil,
als verdoofd, en hij sprak tegen niemand.
Maar tegen donker kwam dr. Harkness,
met Windy's zoontje.
Het kereltje werd aan Jennie toever
trouwd. Het was tegen de reglementen
kinderen in het hospitaal, maar er werd
een uitzondering gemaakt. Toen hij op
de kamer van Jennie zijn avondgebedje
deed, sprak zij over zijn moeder. Dat
vond ze haar plicht. Hij dacht heel even
na en zei: O ja, die met die mooie jurk
aan. En Jennie begreep, dat hij haar
niet zou missen, omdat hij haar nooit
had gehad, net als Windy.
Er werd in de kamer van Windy een
ledikantje voor hem gezet, en toen bracht
de plechtigheid van het kous-ophangen,
afleiding. Toen Jenme wegging, om lek
kers en sjreelgoed en vuurwerk te koopen,
lag het kind bij zijn vader in bed, eri
deze vertelde sprookjes.
Nu kon Windy 'de heele nacht naar
Zijn zoontje, dat sliep, liggen kijken, en
voelen, dat hij iemand had.
En mettertijd zou Windy beseften, dat
zijn verlies niet zoo ontzettend was, als
het hem nu toescheen. Mettertijd kon
Windy heel goed weer gelukkig worden.
LENTE.
Zonlicht en schaduw op de oude grijze
muur.
Vijt maanden waren weggegleden over
de rand van de tijd, sinds de tragisclie|
nacht, waarin de vrouw van Windy ver
ongelukt was; vijt maanden, die voor Jen
nie zeer verschillend waren geweest; kort
was 'n maand, als ze ging op de snelle
voeten van eindelooze bezigheid; lang
als zij naast een bed de angstige uren
doorwaakte.
Maar no. 80 trotseerde dagen met
moed, door at die wilde beelden van
kwijnend en worstelend leven, en veran
derde plannen, en gestorven ot verjongde
hoop heen.
Ranken van tastend klimop, zacht be
wegend in de wind, versierden de ven
kleurde muur met patronen van kant
werk en teere franje. Aan de eene kant
rezen de torens van de stad op uit eeil
wolk van blauwe nevels; aan de andere
kant droomden de oude heuvelen 'hun
oude droomen. In de hoogte, aan een
ranke stok, sloeg de vlag nog steeds
haar levendige kleuren de hemel in. En
er hing over de gehouwen en de lagere
barakken en over de grond, goudkleurig
in het zachte licht, een waas van onzeker
heid, van afwachting; de tijd scheen te
aarzelen en zijn adem in te houden, tot
het zand beslist had, ot het naar de ééne
zijde ot de andere zijde van de weeg<<
schaal zou glijden. (Wordt vervolgd.)