Bezieling
Pinksterzegen.
cTeestgiós
No. 5152 50*'* Jaargang Zaterdag 15 Mei 1937 *LXT_
f
f
f
EERSTE BLAD.
TEXELSCHE COURANT
PINKSTER BRENGE ONS HET
GROOTSCHE WILLEN EN DE
DURVENDE DAAD.
Het is één van de mooiste woorden, die
onze taal kent: bezielen, iets een ziei
geven. Bezieling beteekent hier een le
vensbeginsel, dat de doode stof levend
maakt, richting aan een organische ont
wikkeling geeft. In uitgebreide zin ge
bruiken wij het woord voor een toe
stand, waarin het leven zich sterker open
baart in de richting der ontwikkeling^
De bezielde spreker en de bezielde schrij
ver vindt woord en beeld, die zijn inner
lijke ontroering en de stroom van zijn ge
dachten openbaart en leidt tevens. De be
zieling, die zich van een mensch meester
maakt, voert hem boven zichzelf uit.
Wie gebrek lijdt, bij overvloed; wie een
deel van zijn werktuigen ongebruikt laat
om een ander deel veel te snel te ven-i
bruiken; wie innerlijk in zichzelf verdeeld
is; wie geen evenwicht kan vinden, wie)
dan de eene weg uitgaat en dan de andere
die is waanzinnig. En zoo doet de wereld.
Dat de enkele mensch in een waanzin
nige wereld moeilijk een redelijk bezield
mensch kan blijven, is duidelijk. Het be-
bedrijfsleven is er meer op gericht aan
de gang te blijven, dan op 'hoogere Trap
te komen. De jonge -mensch ziet geen toe
komst, wier vooruitzichten hem tot in
spanning prikkelen. De oudere mensch
ziet de vrucht van zijn arbeid in stoffelijke
en geestelijke zin beide verdwijnen. Hij
probeert nog te redden. Hij kan niet den
ken aan vernieuwing en opbouw.
In de zucht, om te behouden, wat wij
hebben, komt wantrouwen en wordt de
onderlinge strijd der individuen nog ster
ker.
In zoo'n wereld is het woord bezieling
klinkklank. In zoo'n wereld is rustige ge
latenheid, naar het schijnt, het beste.
||||||a:iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin:||||||
llllllllllll VOOR HOOFD EN HART.
||||||lllllll>IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll|lllll
ZONDAG
Het is veel beter als het genot een wei
nig smart kost. Goldoni.
MAANDAG
Door waarachtigheid verbreekt men zijn
kluisters.
Arabisch spreekwoord.
DINSDAG
De waarheid heeft een gerust hart.
Shakespeare.
WOENSDAG
Een onnut leven is een vroege dood.
Goethe.
DONDERDAG
Nooit zal ten onder gaan wat geestdrift
heeft geschapen. H. v o n L i n g g.
VRIJDAG
Zoo is het leven: in de vreugde ligt
reeds de rouwe. De Génestet.
ZATERDAG
Nooit is zuiver de vreugde te aanvaar
den, voor wie de smart heeft gekend.
Louis Couperus.
HOE MEER PINKSTERBLOMMEN,
HOE.
'i
'i
;c
i
«c
'f
Nu daalt weer de Pinksterzegen
Met bezieling allerwegen
Op de blijde aarde neer.
Waar de wereld, als herboren,
'n Juichend scheppingslied doet hooren
Van vernieuwing telkens weer.
Door de gouden zonneluchten
Gaan de feest'Iijke geruchten,
Alles jubelt en herleeft.
Vogels zingen, bloemen geuren,
Nu eeti wonderlijk gebeuren
Naar de hooge hemel streeft.
Maar zooveel gebogen menschen,
Met hun dagelijksche wenschen,
Arm aan geestelijk tegoed.
Leven voort in donker vreezen,
Leer ze weer gelukkig wezen
Met de warme Pinkster-moed.
Hoe de tijd ook moog' benauwen,
Pinkster, schenk ons uw vertrouwen,
Sterk ons, nu de nood bedroeft,
Door een geestelijk herleven,
Wil ons de bezieling geven,
Die het zoekend hart behoeft.
Stort uw geestdrift in ons denken,
Kom ons de begeest'ring schenken, w
Die ge eenmaal hebt gebracht.
Trek zóó; zeeg'nend lang de aarde,
Rijk aan innerlijke waarde, 4
PINKSTERZEGEN GEEF ONS
KRACHT. J
WOORD EN DAAD
ZATERDAG 20 JULI 1907.
e Tegenwoordig alle leden; één vacature.
Voorz. doet voorlezing van het mi
nisterieel antwoord op een schrijven, be
vattende klachten omtrent de bootdienst
Texel—Den Helder en het verzoek in deze
dienst verbetering te doen brengen. (Eeti-
zelfde schrijven werd door Helders Be
lang aan de Minister gericht) De minister
deelt mee, dat er voor hem geen aanlei
ding bestaat om de overeenkomst met de
heer Bosman op te zeggen, daar deze
reeds diverse verbeteringen invoerde en
andere toezegde.
De raad gaat daarmee niet accoord en
besluit opnieuw te reclameeren. De ta
rieven voor vee en vrachtgoed zijn wil
lekeurig en veel te hoog. Gevraagd
wordt, de dienstregeling aan het oordeel
van B. en W. te onderwerpen.
Vaststelling schoolgeldkohier 3e kw.
1907: f694.—.
Benoemd tot onderwijzer met verplichte
hoofdacte aan de o.l. school te Den Burg
de heer Nathan Godfried, (de voordracht
bevatte de naam van hem alleen).
Besloten wordt voor vervulling van de
vacatureTigchelaar een herhaalde op
roep te doen.
Op haar verzoek wordt eervol ont
slag verleend aan mej. K. Boelig Hesse,
gemeente-vroedvrouw te De Cocksdorp.
190
VAN TEXELS RAAD.
Zij is 64 jaar en was 24 jaar in dienst
der gemeente. Pensioen f150.— per jaar.
Er zullen sollicitanten worden opgeroepen
op een jaarwedde van f 300.
Besloten een leening van f6000.—
a 4.5 pet. aan te g|aan voor onderhoud)
en vernieuwing van straten en wegen.
ZATERDAG 24 AUGUSTUS 1907.
Afwezig: de heer Mets.
Voorz. deelt mee, dat volgens schrij
ven van de Comm. der Koningin eervol
ontslag is verleend aan de onbezoldigds
rijksveldwachters D. Lap en G. Duinker.
Als zoodanig werden benoemd de heeren
K. Lap Bz. en K. Kuyper Az.
Voorz. deelt mee, dat volgens schrij
ven van de heer Van der Zee de gasTa-
briek 31 Aug. geopend zal worden.
Ingekomen is een adres van de heer
Adr. Wagemaker, ondernemer van de
nieuwe bootdienst op Den Helder. In dat
adres wordt gewezen op de omstandig
heid, die de onderneming door verreweg
het grootste deel der gemeentenaren
wordt gesteund. Ze voorziet in een be
staande behoefte.
Ze is tot stand gekomen ook met de
steun van bijna alle Texelaars, terwijl
hijna alle vreemdelingen er gebruik van
maken. Om financieele redenen is de on
derneming niet aangevangen.
191
mensch, die zijn menschelijke kwaliteiten
ook moet kunnen uitoefenen. Deze bezie
ling moet tot éénheid, tot één gemeente
voeren, waarin de gereedheid tot een offer
aanwezig is.
Maakt werkelijke bezieling zich van
ons meester en willen wij groot, dan zul
len wij groote daden kunnen doen.
Dan zullen wij niet hier en daar wat
gaande houden en pleisters plakken, maar
voor de schare veel kunnen doen. Noodig
is allereerst, dat wij ontwaken uit de
doffe berusting, uit de aanvaarding van
het feit, dat honderdduizenden van onze
medeinenschen verstoken zijn van het
richtinggevende menschelijke van de ar
beid.
Men loopt vast in 1001 bezwaren, wordt
verstrikt in tie practische onmogelijkheden
als men zegt, dat het anders moet, maar
bij groote rampen doorbreekt men tal van
gewoonten, durft men te handelen, durft
men offers te vragen, durft men onwilli
ge n te dwingen. Wonderlijk snel malen de
molens van wetgeving en vernieuwing als
het moet. En het Nederlandsche volk, dat
traag in beweging komt, kan een wonder
lijke vastberadenheid openbaren.
Wc hebben noodig een golf van b e-
yieling door het land, die tot zoo
een kracht aangroeit, dat er snélle en
doortastende maatregelen genomen kun
nen worden, waardoor de mensch weer
mensch wordt. En waardoor de richting
gevende arbeid in zijn leven komt.
1. Spreidt uw schillen en papieren, zoo
véél mogelijk in het rond.
2. Mocht u soms nog brem aantreffen,
trekt de plant óók uit de grond.'
3. Zorgt in bosch- en heide-stilte voor
een hot-jazz-gramofoon, samen samenzan-
gen zingen. God. Maar elk in andere toon.
4. Lucifers en sigarettenDooft ze
niet, maakt u niet druk.
5. Breekt u eens een flesch? Laat lig
genScherven brengen vaak geluk.
6. Motorrijders, laat uw knalpot zoo
vèr moog'lijk openstaan.
7. Wandelaren, wilt bij voorkeur op de
rijwielpaden gaan.
8. Peddelareiij peddelt pratend met zijn
zessen op een rij, desnoods midden op de
rijweg, tegenkomers links voorbij. Auto's,
toont uw machtig „kunnen". Houdt uw
sneltreinvaar^ steeds vol. Lacht wat om
de combinatie snelverkeer en alcohol.
9. Laat ons echte, onvervalschte Pink
ster-egoïsten zijn. Maakt, vanwege de on
gelukken onze Woensdagkrant te klein
Pinkstergangsters, Pinkstergangers, zingt
uw vroolijk Pinksterlied. Pinkstert, zooals
gij wilt Pinksteren, maar doet zóóóó met
Pinkster niet.
Pinkster brenge bezieling, hoop, ver
trouwen en brenge ons tot het grootsche
willen en de durvende daad. In die bezie
ling zal ook genezing gevonden worden
voor de vele wankelenden en onevenwich-
tigen, wier geestkracht kwijnt.
Pinksteren is feest van bezieling en
vertrouwen. Het stelt zijn eisch aan de
wereld met de moed der overtuiging.
Behoed uw kwijnend leven; mopper
ais ge geen rust vindt; drink u zat aas/
groote woorden en leef onvervulbare ide
alen na, als ge u met illusies begoochelen
wilt. Of zit neer en beid de dood van
uzelf en de ondergang van onze bescha
ving. Of zet denken, hoop, verwachting
aan de kant, leef aan de oppervlakte en
wijzig de oude woorden aldus: Laat ons
eten, drinken, spelen en vermaak zoekenj
want morgen gaan we allen toch ten
gronde. Nog eens: wat wil het woord
bezieling in zoo'n wereld
In deze wereld staan ineens de Pink
sterdagen. Die brengen het eenvoudige
verhaal van eenvoudige menschen, die zich
alleen en berooid voelden, die van hun
Leider beroofd waren en verdrukt door
vervolging.
En dan ineens ontwikkelen deze eenvou-
digen naar de wereld, deze veriatenen en
berooiden een geweldige kracht.
Ze herstellen zich van hun moeilijk
heden, ze getuigen van hun overtuiging,,
zij zijn niet bang voor de wereld en zij'
brengen door de kracht van hun geloof,
velen aan hun zijde. En daar wordt in de;
stad van het Nabije Oosten de gemeente
geboren en gesticht, die zich over de ge-|
heele wereld, tot in de 19e eeuw uitbrei
den zal, die haar arbeid aanvangt onder
duizenderlei bezwaren, die door twisten
geteisterd wordt. Maar die, gedreven dooi
de geest, gaat.
Gelukkig Pinksteren, dat ons er aan
herinnert, dat mensch en menschheid een
ziel hebben, bezield zijn en de 'bezieling,
kennen.
Wat onze tijd noodig heeft, is bezieling.
Noodig is, dat wij de hoop op de toe
komst niet laten varen en de wil voelen
ontwaken tot herschepping. Dat wij onze
gebondenheid aan de medemensch erken
nen en hem zien als mensch, als een inede-
ZOO ZIJN ER NOG, GELUKKIG.
Veel van wat Texel eigen is, gaat on
herroepelijk verloren. De Texelsche kap
siert nog maar de hoofden van weinige
ingezetenen van ons eiland. Wij hebben
ons tot taak gesteld op film en foto
vast te leggen, wat daarvan nog vast te
leggen is, voor nu en voor het nageslacht.