THEE
KARAVANEN
f
(EEL TEXEL WEET HET
JAVA heel fyn
No. 5162 50s,e Jaargang Zaterdag 19 Juni 1937 Q
ped en toch,,
goedkoop
ft
Als het staat in de
Texelsche Courant.
EERSTE BLAD.
ZONDER ZORGEN.
WAT IS JEUGD
Texelsche Berichten
Wolkeuring 1937.
REIST PER WAC0
Uw advertentie In dit blad wordt
op Texel huis aan huis gelezen.
VOOR DE ZONDAG
Is 't niet heerlijk er een „tusschen uit"
te kunnen vliegenalle zorgen, alle be
slommeringen, alle dagelijksche bezighe
den aan kant te kunnen zetten en volop)
vacantie te kunnen vieren?
Er zijn vele oudjes men herinrlert
zich het gedichtje van Beets die jarenj
hebben gewacht op dit oogenblik, om sa
men eens een reisje te kunnen doen.
Tot de dood hen overvalt.
Het lijkt zoo'n heerlijkheid, op eenmaal
alle narigheid, alle gewone dingen aan de
kant te zetten om eens aan niets anders
te denken dan aan prettige dingen en
alleen te genieten van geestelijke rust
en aardsche schoonheid.
Maar wanneer we dan eindelijk eens
op reis gaan, dan bemerken we, dat toen'
de zorgen met ons meereizen, dat we ons
bekommeren om de kinderen, die achter1
bleven, om het gezin, dat onze zorgen
mist, om de werkzaamheden, waarop we
nu geen persoonlijke invloed hebben. Onze
geest vliegt telkens weer naar huis en
slechts hoogst zelden zal het gebeuren,;
dat men eens waarlijk buiten al zijn ge
tob is.
Maar probeer het.
Waar een wil isvindt ge wis een
weg.
ZONDAG, 20 Juni 1937.
VOOR HOOFD EN HART.
ZONDAG
De natuur heeft in ons wezen de zaden
der deugden gelegd. Cicero.
MAANDAG
Als we niet leeren onze plicht te doen
tegenover onze ondergeschikten, zullen
zij nooit leeren, hun plicht te doen tegen1;
over ons. Ch. Dickens.
DINSDAG
Wie leven wil, moet dienen. Dat is des
werelds loop. F. Holm.
WOENSDAG
Elke dienst vindt zijn belooning, al is
het soms Iaat. Ariosto.
DONDERDAG
Vergeefsch is men vol edel vuur, als
-men niet helder van zijn doel bewust is.
U h 1 a n d.
VRIJDAG
Konden de dingen tweemaal gedaan
worden, dan waren we allen wijs.
Goethe.
ZATERDAG
Mooie woorden helpen niet, waar van
daden niets geschiedt.
Jeugd is niet een bepaalde tijd in het
leven van de mensch. Maar ze is een
toestand van de geest. Ze bestaat nieti
daarin of men roode lippen en stevige
knieën heeft, maar ze is een zaak van de
wil, een eigenschap van de verbeelding
en van de gewaarwordingen en frischheid
van de levensbronnen. Jeugd beteekent
de krachtige overheersching van moed
boven bedeesdheid, van lust naar onbe
kende gebeurtenissen, boven het verlies
van uw kalme rust.
Niemand wordt oud door alleen maar
een aantal jaren te leven, maar wel als ge
uw idealen verliest. Zorgen, twijfel, ge
brek aan zelfvertrouwen, vrees en wan
hoop. Dat zijn de lange, lange jaren die
iemand het hoofd doen neigen naar de
bodem en de zich ontplooiende geest tot
stof doen wederkeeren.
Gij zijt even jong als ge zelf gelooft,
even jong als uw zelfvertrouwen, maar
even oud als uw wanhoop.
In de centrale plaats van uw hart is een
radiostation: zoolang het boodschappen!
ontvangt van schoonheid, hoop, vreugde,
moed, grootschheid en kracht, van de
aarde, de menschen en van God de O'n-
eindige, zóó lang zijt ge jong.
Maar wanneer de draden neerhangen en
uw hart bedekt is met de siteeuw van het
pessimisme en het ijs van het egoïsme,
dan wordt ge oud, vast en zeker.
A. M.
(DE DOKTER IN HUIS.
Populair-wetenschappelijk tijd
schrift voor de Volksgezond
heid.
Onder Redactie van Dr. J. G.
Menken en Med. Docts. J.
Noordtzij.
Abonn. prijs f4.— per jaar.
Ir. L. de Vries, rijksveeteeltconsulent,
schrijft ons:
Binnenkort wordt te Den Burg weder
om de jaarlijksche wolkeuring gehouden,
welke uitgevoerd wordt door het Texelsch
Schapenstamboek in samenwerking met
de Ned. Wolfederatie.
Deze wolkeuring is voor de stamboek
leden verplicht, wat betreft de rammen-
vachten en vachten van ooien, waarvan
ramlammeren zijn aangehouden, voor zoo
ver van deze moederdieren niet reeds
twee vachten zijn beoordeeld.
De inzending van andere ooienvachten
wordt aan het inzicht van de fokkers
overgelaten.
De wolkeuring heeft ten doel, de fok
kers op de hoogte te brengen mét het,
gewicht en de kwaliteit, alsmede met
eventueele andere gunstige of ongunstige;
eigenschappen van de wol hunner fok-
dieren. Al is de wol slechts een onder
deel van het schaap, toch is het een
niet te verwaarloozen onderdeel bij de
selectie in de fokkerij.
De ervaring, opgedaan bij de wolkeu
ringen, heeft wel gëleerd, dat er zeer
groote verschillen bestaan in de wol
opbrengst en wolkwaliteit der schapen op
gelijke leeftijd en onder gelijke omstan
digheden gehouden, ziekte of andere na-
deelige invloeden buiten beschouwing ge
laten.
VAM
g»
Het doel der fokkers is toch het fok
ken van beste typische vruchtbare ram
men en ooien, dieren, die zooveel moge
lijk eigenschappen bezitten, die men
graag ziet en die tevens deze gunstige
eigenschappen op hun nakomelingen
overbrengen. Teneinde dit te bereiken,
moet men tijdens het leven der fokdie-
ren zooveel mogelijk de aard der eigen-,
schappen beoordeélen, óf laten beoor-
deelen en vastleggen, noteeren, registree-
ren. Beste fokdieren bewijzen dit enkel
door de kwaliteit van hun nakomelingen.
Teneinde nu een juist oordeel te kunnen
vormen omtrent de vererving der wol
kwaliteit en kwantiteit van rammen en
ooien is net noouig, deze eigenschappen
door deskundigen te laten en klassificee-
ren. Van de vererving van wolkwaliteiten
-kwaliteit v.e. ram krijgt men 'n onvol
doende soms zelfs onjuiste indruk, als
van slechts een zeer gering aantal af
stammelingen de vachten worden beoor
deeld. De secretaris der Ned. Wolfedera
tie drukt dit in zijn verslag omtrent de
wolkeuringen 1936 als volgt uit: „Wie
tokker wil zijn, moet de hoogste eischen
aan zijn materiaal stellen, laat hij de
grootst mogelijke zekerheid nemen in-
plaats van de hoop te koesteren." De
grootst mogelijke zekerheid nu ter ver
krijging van een bevredigende tot zeer
goede wolproductie-vererving krijgt men
enkel via het jaarlijks laten beoordeelen
van de vachten van alle of althans het
grootste deel der geregistreerde jaarlin
gen en 2-jarige ooien, afstammende van
stamboekrammen.
De controle is bij vrijwel alle Ned.
Schapenstamboeken ingeburgerd. Het ge
volg daarvan is, dat men bij aankoop
niet enkel vraagt naar de afstamming en
het aantal geboren lammeren, maar dat
men tevens gegevens verlangt omtrent de
wolproductie van de aan te koopen fok
dieren zelf en hun voorouders.
Texel, het stamland van het Texelsche
schaap, behoort in dezen niet achter te
blijven. Het behoort eigenlijk, wat de
deelname aan de wolcontrole betreft, aan
de kop te staan, de specifieke Texelsche;
omstandigheden hierbij in aanmerking ge
nomen.
Wij wekken de stamboekleden danook
op, om zooveel mogelijk vachten ter wol
keuring aan te bieden in hun welbegrepen
eigen belang.
GELUKKIGE PACHTVERHOUDING OP VRUCHTBAAROORD.
Honderd jaar achtereen pacht de Familie Stoepker, van vader op zoon, in
Eierland van de Familie Van Lanschot, eveneens van vader op zoon, beide tot in
het vierde geslacht. We maakten in vorig nummer reeds melding van dit feit, niet
om die honderd jaar alleen, maar om de) biezonder gelukkige verhouding, welke
er al die jaren lang tusschen pachtheer en pachter bestaan heeft! Hierom is een
woord van hulde en dank en een gelulfwensch, alsmede een „kiekje" op zijn
plaats. U ziet hier Mr. W. M. van Lanschot tusschen de heeren C. Stoepker en R.
W. Stoepker Cz. Werk nog menig jaar, zoo met elkaar, anderen ten voorbeeld.
UIT DE NATUUR.
DE MEEUWEN-PLAAG.
Hoe maken we daar een einde
aan
Er is gesproken over het vergiftigen
van meeuwen, maar dat is geen middei
dat past in deze tijd. Wij leven in een
tijd van dierenbescherming. Wanneer één
van de duizenden meeuwen per ongeluk'
terecht zou komen in een olieplek op zee,
dan zou onmiddellijk een of ander locaal
verpleger de patiënt liefderijk ontvangen,,
en terecht, om hem met alle zorgten der
geneeskunst weer op de been te helpen.
Het uithalen der eieren om de soort
te beperken, is een natuurlijk middel. Dr.
Van Dobben zegt, dat men dat op Vlie
land al 10 jaar heeft geprobeerd. Waar
schijnlijk op te kleine schaal. 3k meen
Dr. v. Dobben de verzekering te kunnen
geven, dat, wanneer de heele bevolking,
van Vlie, zooals vroeger, de gelegenheid
kreeg om de meeuwen terug te dringen
naar de Hors, dat dan de resultaten ver
rassend zouden zijn.
Maar eigenlijk gaat 't in dit geval niet
alleen om de eieren, hoewel deze met
de verbannen konijnen en de vrije wei
de voor de geiten een niet onbelangrijk;
kapitaal vertegenwoordigen.
Het gaat op Vlieland en trouwens ook
op de andere eilanden voor een groot
deel om de sport en om de vrijheid, in
dit geval een gezonde en aangename isport
in het mooiste getijde van het jaar, en
dit biezonder geval een sport, die mede
zal helpen tot herstel van de geruïneer
de vogelwereld.
Thans is er op Vlieland een schoone
gelegenheid de uegane fouten althans ge
deeltelijk te herstellen. Het meeuwen- en
bergeendenseizoen is weer begonnen. En
weer zullen 10.000 meeuwen 10.000 jonge
bergeenden verslinden als men de toe
stand Iaat zooals hij is. Maar met een,
beetje minder angstige wetenschappelijk!)
zelfzucht en een ruimere kijk op de din
gen der natuur, kan men gerust die
10.000 bergeendeneieren door de bevol
king laten opzoeken, vóór het te laat is.
De bergeenden zullen zeker wel terug
komen en als over eenige jaren de toe
stand weer normaal is, lean men ook de
maatregelen wijzigen.
Maar gestel, dat nu werkelijk dit jaar
al 10.000 meeuwen zullen worden gedood
door vergif. Wat zal men dan met al
deze doode vogels doen Zal men ze
laten liggen? Verdienen ze eigenlijk niet
een monument, in gele zandsteen b.v. en
waarop in gulden cijfers het getal 10.000
zal prijken met een toepasselijk opschrift,
zooals:
AUTOBUSDIENSTEN naar Hoorn
Edam, Amsterdam en geheel West-
Friesland.
Inl. Waco, Kanaalw. 137, den Helder
Tel. 773 en V.V.V. Mooi Texel.
Hier rusten 10.000 van onze
blanke, gevederde vrienden.
Zij smulden aan eieren en jongen,
En door vergift zijn zij bedwongen.
Hun diepbedroefde Beschermers.
En op de top van dit monument een
prachtexemplaar zilvermeeuw in marmer,
wit, grijs, en zwart met vergulde snavel.
Want deze dieren zijn jaren aaneen ver
troeteld, gekoesterd, gefotografeerd, be
studeerd, bekeken, bespied én bewonderd
in hun intiemste levensuitingen, zij zijn
de vreugde geweest van zoo menig toerist,
helaas.
Maar daarnaast Zftu ik wenschen een
soortgelijk monument voor de verslonden
bergeendjes, met bovenop een bedroefd
ouderpaar in hun eigen schitterende kleu
ren met hangende kop en daaronder:
Ter nagedachtenis van 10 x
10.000 jonge vogels verslonden
door hiernaast.
Deze monumenten zouden stellig een
attractie vormen voor Vlieland, maar ook!
de andere kolonies zouden iets dergelijks)
opeischen.
Op Terschelling, en in SchoorI b.v. was
het niet meer mogelijk om de ondeugden
der meeuwen te constateeren, omdat op
deze plaatsen het overig gevogelte al lang
is verdwenen. Men kan evenwel naast
een behoorlijke begrafenis van de slacht
offers ook nog een andere weg inslaan.
10.000 meuwen hebben n.I. 20.000 vleu
gels. Iedere vleugel vertegenwoordigt,
laat ons zeggen 2y2 ct. marktwaarde voor,
de modewinkels, dat wordt in het geheel
voor Vlieland f500. Plus de opbrengst
van de vele meeuwen elders levert
dit een aardige vergoeding voor de ge
maakte onkosten. En dan is men precies)
weer aangeland bij het punt, waarop de
bescherming begon, d.w.z. toen minister
Talma, begaan met de klachten over de
jacht op meeuwen en sterns, de vogels in
bescherming nam en tevens het eierzoeken
verbood.
Als men dit laatste niet had gedaan
dan zou thans de vergiftiging op groote
schaal niet noodig geweest zijn.
Iedereen, niet alleen de eilander, maar
het gansche Nederlandsche volk verwacht,
dat er nu eens een eind komt aan dit
quasi wetenschappelijk gesol met onze
natuurschatten, met wat prof. Van Poelje
in zijn voorwoord tot „Van Texel tot
Walcheren" zoo juist noemt:
„De wonderwereld onzer Duinen".
E. MOLENAAR.
Alkmaar, Westerweg 104a.
(N. Harl. Courant.)
TEXELSCHE COURANT
Illllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllillilllllllllllll