7 c iïlein
No. 5221 5T,e Jaargang Woensdag 12 Jan. 1938 O
Se Nieuwe Texelsche Courant
EERSTE BLAD.
REIST PER WACO
Wat er voor onze visschers op het spel staat.
Uw advertentie in dit blad wordt
op Texel huls aan huis gelezen.
is sinds 1 Juli 1930
in dit blad opgenomen.
HOOGWATER ter reede van Texel v.m
(nam. ongeveer uur later.)
14 15 ItS 17 18 19 20 Jan
6,41 7.53 8.51 9,40 10,26 11,08 11,48
RIIWIELEN en RIITUIGEN 4 41
UITG. N.V. Boekhandel en Drukkerij
v.h. Langeveld en De Rooij Den
Burg. Tel. 11. Postrek. 652.
ABONNEMENTEN: f0.75 per kwartaal;
buiten Den Burg tl.—; losse nrs 4 ct.
ADVERTENTIES: 12 cent per regel;
minimum 5 regels. Eenzelfde adv. voor
vier plaatsingen opgegeven, wordt drie
maal berekend. Vraagt ons zeer voor-
deelig tarief voor neringdoenden.
TEXELAARTJES: 48 ct. (4 regels, ge
heel met kleine letter gezet.)
VAN OVER DE GRENS.
DE OORLOG IN CHINA.
De verklaring van de Japansche minls-
ster van buitenlaudschc zaken, admiraal
Soeëtsoegoe, „dat het juk van de blanken
over het gele ras moet verdwijnen", heeft
in de wereld zooveel stof doen opwaaien,,
dat de woordvoerder van het Japansche
ministerie van buitenlandsche zaken het
noodig heeft gevonden, de woorden van
Soeëtsoegoe te „verduidelijken". De tekst
zou geenszins bedoelen, een houding of
politiek te verkondigen, welke gericht is
op het verdrijven der blanken uit het'
Verre Oosten, doch slechts aandringen op
de noodzakelijkheid, de overheerschingi
van het blanke over het gekleurde ras
te wijzigen Overigens'zou Japan al dik
wijls de wensch hebben geuit, dat het de
rechten van derden wil eerbiedigen.
Soeëtsoegoe heeft verder verklaard, dat
hetgeen tot nog toe geschiedde, slechts 'n
voorspel zou zijn, wijl „een te snel door-'
gevoerde bevrijding (van het gele ras
n.l.) een wereldoorlog tengevolge zou
hebben". Dus voorzichtigjes aan. Maar
vooral geen illusies. „Zeggen wijl, dat
ondanks alle voorzichtigheid, die wij aan
de dag leggen, toch een wereldoorlóg het)
resultaat zaï zijn, dan wil het noodlot
dit. Beslissend zij echter, dat wij onze zen
ding vervullen, zonder ons te laten af
schrikken door motieven van de tweede
rang".
Men ziet dus, het juk der blanken, dat
gebroken moet worden, drukt niet op dat
bestanddeel van'het gele ras, dat wij Ja
panners noemen. Wie de geheéle wereld
tot de oorlog kan uitdagen en deze bo
vendien nog als een hindernis van de
tweede rang kwalificeert, kan moeilijk van
zich beweren, onder druk van een juk te
staan. Anderen zijn het dus, die van een
juk bevrijd moeten worden. En weer
eens wordt de veroveringsoorlog gerecht
vaardigd door de beroemde broederschap
van het bloed, ot de stam ot de 'huid
kleur.
Wat nu Japan en Soeëtsoegoe be
treft, kan men niet aan de indruk ontko
men, dat er misschien toch wel ietwat
minder kannibaaisch met een zoo „tweede
rangs aangelegenheid" als een wereldoor
log zou worden gedreigd, indien men
deze werkelijk te vreezen had -
ROEMENIE'S NIEUWE KOERS.
Vijftien jaar lang verkondigde men in
Rome: „Het fascisme is geen export
artikel". Dat is voorbij. Thans preekt
men „De fascistische revolutie wordt
internationaal". Natuurlijk beroept zich
dit nieuwe evangelie ook op de gebeurte
nissen in Roemenië en niet zonder reden.
Met de democratie in Roemenië was het
al lang niets meer gedaan e|n hoewel de
regeering Goga nog niet geheel gelijk te
stellen is met een dictatoraal regime, be-
teeTent zij toch zeer zeker een stap in
deze richting. Op één punt Ttomt dit wel
zeer duidelijk tot uiting: vast staat, dat
de Joden recht en brood zullen verliezen,
en daaraan zullen ook de protesten, die
Londen en Parijs in Boekarest hebben
laten hooren, nauwelijks iets kunnen ver
veranderen. Zeker, men vindt het in de
mocratisch Europa en Amerika betreu
renswaardig, dat weer eens anderhalf mil-
lioen menschen op uiterst onrechtvaar
dige wijze behandeld zullen worden. Maar,
zoo redeneert men, dat is nu eenmaal zoo,
daaraan is toch niets te veranderen. En
Voor uw voeten is een steentje ge
vallen. Ge zaagt het niet. Ge glipt
er overheen en struikelt. Zoo gaat het
dikwijls. Over rotsblokken valt ge
niet, wel over een drempel. Daarom
moet ge in uw leven op de kleine hin
derpalen wel degelijk letten. Want ge
kunt u heel leelijk kwetsen bij zoo'n
struikeling over een nietigheidje.
Een stroohalm onder de schaats heeft
meer dan eens een doodelijk gevolg
gehad en menig glansvol begonnen
leven had een roemloos einde, omdat
de man, die carrière dacht te ma
ken, alleen oog had op groote ide
alen, maar de kleine werkelijkheden
des levens niet telde. Let in uw be
staan óók op het kleijje.
derhalve zwijgt men verder, beangst
„hoogere interessen" te schaden.
Deze „hoogere interessen" zijn dan in
de buitenlandsche politiek gelegen. Boe
karest heeft reeds het voornemen te ken
nen gegeven, het Italiaansehe imperium
te erkennen, tot groote vreugde natuur
lijk van Rome, dat nu vol lot voor de
Roemeensche vriend is. In Engeland en
Frankrijk vreest men nu, dat Boekarest
geheel de zijde van Italië en Duitschland
zal kiezen. Toch is deze vrees niet ge
grond. Waarschijnlijker is, dat Roemenië
het voorbeeld van Zuid-Slavië en andere
kleine mogendheden zal volgen en zaï
trachten met alle groote mogendheden
vrienden te blijven. Dat ook dit intusschen
een verdere verzwakking der Kleine En
tente beteekent, is niet te betwijtelrn.
DE CONFERENTIE TE BOEDAPEST.
De nieuwe vriendschappelijke houding
van Rome tegenover Boekarest wordt ook
in Boedapest ongaarne gezien. Er was
een tijd, waarin Rome, aan Hongarije
koeien met gouden hoorns beloofde. Boe
dapest wil revisie van de vredesverdra
gen en deze richt zich niet in de laatste
plaats tegen Roemenië. Dat het in dit
streven thans de steun van Italië zal moe
ten ontberen, staat wel vast. Dit is een
van de redenen, dat de conferentie van
de drie onderteekenaars van de z.g. pro
tocollen van "Rome, 'die dit keer te Boe
dapest gehouden wordt (Weenen be
dankte voor de eer gastheer te zijn),
waarschijnlijk een weinig aangenaam ver
loop zal hebben. Want ook in andere
opzichten zijn Oostenrijk en Hongarije
in de laatste tijd al zeer weinig te spre
ken over de Italiaansehe houding. De
handelsbetrekkingen tusschen de drie on
derteekenaars der protocollen worden al
slechter en slechter, wijl Italië zijn nieuwe
vrienden Zuid-Slavië en Roemenie econo
misch gaat bevoordeelen. Daardoor dringt
Rome waarschijnlijk met opzet. Oosten
rijk en Hongarije steeds meer in de
richting van Duitschland, iets wat men in
het biezonder in Weenen als gevaarlijk-
voor de onafhankelijkheid van het land
beschouwt. Gayda, de Italiaansehe jour
nalist heeft dezer dagen tot groote schrik
van Weenen openlijk verklaard, dat de
Duitsche belangen in het Donaubekken
moeten worden erkend. Onder deze om
standigheden is er van de conferentie wei
nig goeds te verwachten en kenmerkend
voor de ontevredenheid van Weenen is
wel, dat de Oostenrijksche regeering heeft
goedgekeurd, dat er op de dag, waarop
de conferentie wordt geopend, in de
hoofdstad een groote vergadering zal
worden gehouden voor de werkelijke on
afhankelijkheid van Oostenrijk.
HET PARLEMENTAIRE STELSEL.
Een opmerkelijk verschijnsel op de Bal
kan is dat koning Boris van Boelgarije
besloten heeft weer tot het parlementaire
stelsel, dat Sofia onder de druk van be
paalde omstandigheden in 1934 verlaten
moest, terug te keeren.
AUTOBUSDIENSTEN naar Hoorn
Edam, Amsterdam en geheel West-
Friesland,
lnl. Waco, Kanaalw. 137, den Helder
Tel. 773 en V.V.V. Mooi Texel.
OUDESCHILD.
De vergadering, belegd door Visscherij-
vereeniging D.E.T.V. en Coop. Inkoop-
vereeniging Oosterend, Zaterdag in het
Eigen Gebouw, was door talrijke belang
stellenden bezocht; ook wethouder Vla
ming was aanwezig.
De heer Jn. Henkes leidde de vergade
ring. Spr. vond het teleurstellend, dat
deze vergadering nog noodig was. We
hadden," zei spr., dit in het voorjaar niet
gedacht. Het is daarom verheugend, dat
zoovelen zijn opgekomen om te hooren,
hoe gezamenlijk verder gewerkt kan wor
den. Toen de Zuiderzee afgesloten werd,
zijn vele toespraken gehouden; sirenes
loeiden. Er werd gezegd, dat geen smcfl
op de afsluiting mocht kleven. Maar te
gelijkertijd waaiden in Volendam de vlag
gen halfstok als een symbool. Wie had
toen kunnen vermoeden, welke gevolgen
de afsluiting ook voor Texel zou brengen
Wij hebben alles gedaan wat mogelijk was
De heer Drop zal u daarover uitvoerig
inlichten.
Toen kreeg de heer Drop, lid Tweede
Kamer, het woord. Toen ik, aldus spr.,
na een tweedaagseh onderzoek op Texel.,
hier over dezelfde zaak sprak, heb ik
uiteengezet, hoe de gang van zaken zoiij
kunnen zijn, om een gunstige beslissing
te krijgen. Nov. '33 is in een adres
gevraagd om de Tex. beroeps- en wier-
visschers als belanghebbenden op te ne.
men in de Zuiderzee-steunwet, wat ook
door het Tex. Gemeentebestuur reeds was
gevraagd. 24 Jan. '34 werd hierop nog'
eens aangedrongen, waarop 6 Febr. '3i
afwijzend beschikt werd op grond van het
telt, dat de wet alleen geldt voor het gt
bied, dat door de dijk werd ingesloten.
De minister meende, de wet niet te moe
ten uitbreiden, omdat niet gebleken was,
dat de achteruitgang aan de afsluiting
te wijten was. Hierop heeft de heer Drop
samen met de heer Cramer minister Kalt
bezocht, die opnieuw onderzoek toezegde
Men meende, dat de afsluiting voor de ge
bieden buiten de dijk wel eens gunstige
gevolgen zou kunnen hebben. Thans is
net tegendeel wel gebleken; de geheelc
visscherij is in elkaar gezakt. In 1935
werd een commissie samengesteld, waarin
o.a. de heer De Boer en weth. Vlaming
zitting hadden. De commissie bracht rap
port uit, maar de minister van Water
staat, de heer Van Litli de Jeucie wilde
't niet publiceeren. Hij deelde echter mee,
dat het wetenschappelijk deel van dq
commissie van oordeel was, dat het wier/
was verdwenen door een ziekte, die in
Canada voor 't eerst was geconstateerd.
De practische deskundigen beweerden ech
ter, dat de ziekte mogelijk eenige invloed
had gehad, doch dat 't vooral was ver
dwenen door de afsluiting van de Zuider
zee. De minister besliste echter in over
eenstemming met het advies van de we-
tensch. menschen en wees de zaak van de
hand. Inmiddels was ook gebleken, dat
de gewone visscherij hard was
achteruitgegaan. In Febr. 1936 werden
van 112 menschen de gegevens verza
meld, wat een heel karwei was, maar er
bleek heel duidelijk uit, dat het verschil
in bedrijfsuitkomsten zeer groot was. De
inkomsten waren met de helft en zeil»
met tweederde gedaald.
Opnieuw wercf door D.E.T.V. en Coop,
lnkoopvereeniging een adres ingezonden
(3t7'36), waarop 2 Nov. '36 afwijzend
werd beschikt onder verwijzing naar vo
rige beslissing. Op aandringen van dhr
Drop werd een nieuwe commissie be
noemd, die een conclusie moest inzenden.
De moeilijkheid was, dat de minister zich
beriep op een rapport, dat geheim was.
Dat voelde deze ook en hij stond inzage
van het rapport toe. 24 Febr. '37 was het
verslag van de commissie gereed en de
regeering werd uitgenoodigd de Zuider'
zeesteunwet van toepassing te verklaren
ook op wier- en beroepsvisschers en per
sonen, die een bestaan hadden in bedrij
ven, die hiermee te maken hadden. 12
Maart '37 was deze conclusie in de Kamer
aan de orde. De Kamer ging met de
conclusie accoord; de heer Van Lith de
Jeude zeide, dat hij eenig voorbehoud
moest maken, doch overigens de conclu
sie zou uitvoeren. Hij moest alleen over
leg plegen met zijn collega van Landbouw
en Visscherij. De voorz. van de commissie,
de heer Duymaer van Twist verheugde
zich over de toezegging, maar maakte be
zwaar tegen het overleg met Landbouw
en Visscherij. De zaak hoorde bij Water
staat. Wanneer de minister zich aan de
uitspraak van de Kamer had gehouden,
zou in Mei 1937 met de uitvoering be
gonnen zijn. Dit gebeurde echter niet.
18 Mei '37 stelde dhr Drop de ministei1
de vraag, hoe het met het overleg w.'asi
afgeloopen. Hij wilde de zaak afgehan
deld hebben in verband met de verkiezin-
r°oken
gen, daar hij vreesde, dat de zaak dood
zou loopen, als er een nieuw ministerie1
kwam. 18 Juni '37 antwoordde de mi
nister, dat hij een briet aan de Kamer zou
schrijven. Hiermee hing de zaak aan do
kapstok en werd ze aan de opvolger over
gelaten. Spr. had de indruk, dat de Min,
van Financiën zich tegen de uitvoering!
had verzet. De nieuwe minister van Wa
terstaat, dhr Van Buuren, werd even tijd
gelaten om zich in te werken, omdat hij'
wel verstand had van wegenbouw in Indie,
maar niet van de zaken van zijn departe
ment. 13 Nov. '37 volgde de behandeling,
van de Texelsche kwestie. De briet, die
op 18 Juni was beloofd, kwam 13 Nov*
pas. De kwestie had toen ook uitbreiding
gekregen door verzoekschriften van be
langhebbenden uit Harlingen en Terschel
ling. Deze adressen volgden dezelfde weg
als die van Texel. In strijd met het ge
bruik in Nederland weigerde de minister
zich te houden aan de ernstige conclusie,
die door de Kamer was aangenomen. Hijt
had twee argumenten: le., dat de we
tenschappelijke leden van de commissie
toch gelijk hadden en 2e.dat (Texel niet
aan de Zuiderzee lag, want bij K.B. was
15 April '11 voor de Zuiderzee als grens
een lijn genomen, die nog binnen de af
sluitdijk lag. De Minister wist niet, dat
dit besluit was ingetrokken en dat bij K.
B. van 4 Juli '22 was bepaald, dat de,
grens van de Zuiderzee werd getrokken,
van de Oostkaap bij Oosterend naar de
toren van de Groote Kerk bij Harlinglen,
De volgende dag zei de minister, dat men
vergeten had, hem op dit besluit te wij
zen; hij verdiepte zich in allerlei muggen
zifterij, om alsnog te bewijzen, dat het
Kon. Besluit van 4 Juli '22 in dit geval
niet toegepast kon worden. De minister
deelde mede, „dat de visschers de aan-,
dacht van 'n ander departement hadden".
De vraag, of de Texelaar buiten de Zui-
derzeesteunwet om kon worden geholpen,
was ook door een Kamerlid opgeworpen
en uitgewerkt, doch door de commissie
verworpen. De directeur, belast met de
uitvoering van dc Zuiderzeesteunwet, de)
heer Hoube, is ook op Texel geweest om|
te onderzoeken, of de visschers op an-,
dere wijze waren te helpen, b.v. door
Dep v. Sociale Zaken. Dat is een bliksem
afleider, om de aandacht af te leiden.
Dc directeur heeft hier niets m|ee te ma
ken en moet zich bij de Zuiderzeesteunwet
en de toepassing daarvan houden.
Spr. wil ernstig waarschuwen, om
niet door beloften aan enkelen de
eensgezindheid te laten verbreken.
De Zuiderzeesteunwet moet toegepast
worden èn op de wier- èn op de be
roepsvisschers of op niemand. Als een
groep zelfstandig wat probeert te bereiken,
speelt deze in de kaart van de regeering.
Het is samen winnen ot verliezen. Elke
spl.tsing kan de meest noodlottige ge
volgen hebben. De vraag, ot de belang
hebbenden ook nog op andere wijze ge
holpen kunnen worden, komt later aan
de orde, want de Zuiderzeesteunwet ver
goedt alleen de schade, geleden door
de afsluiting. Eventueele crisis-schade
moet op andere wijze verholpen worden.
Maar eerst moeten de visschers als be
langhebbenden worden erkend. Bij de be
grooting van het Zuiderzeefonds (Nov.—-
Dec. '37) is de kwestie opnieuw aan de
orde gesteld. De minister wilde niet al-
leen niets doen. maar hij ging zelfs nog
terug. Spr. heeft gezegd, dat een goede
uitvoering van de Zuiderzeesteunwet hemi
meer waard was dan een minister. Deze
is gul geweest met het beloven van
onderzoekingen, maar spr. wenschte reëel
zaken te doen. De min. kwam toen terug
op zijn besluit om de klok terug te zet
ten. Er is opnieuw een commissie be
noemd om een rapport uit te brengen aan
de Kamer. Hier hebben o.a. zitting de
heer Duymaer van Twist en de l eer Drop.
In de loop van Febr. 1938 zal dit rapport;
worden uitgebracht, en spr. hoopt, dat
het gunstig zal zijn. Als dit zoo is^ zijn'
we practisch even ver als een jaar tevoren.
Zie vervolg op 2e pagina.)
TEXELSCHE COURANT
LICHT OP
"Utlïv