JONG
DE DRIE AUTO'S
m
S.I.M.A.V.I
Het roken in vroeger tijden
Gedenkt de Collecte op
Zaterdag 19 Febr.
DE GROOTE REIS
BB m
-3.
Lr^ r"
ÏÏÏTjF
Losse nummers van Stuivers-
blad, De Lach, Astra, Oké,
Haagsche Post
BOEKHANDEL PARKSTRAAT.
Donderdag 17 Febr. in Pen's zaal opvoering van
door de R,K. Tooneelvereeniging „OMHOOG"
ten bate van Texels Kleedingcomitè.
U KOMT TOCH OOK
door Iet Hoogers.
In de tijd omstreeks
18*50 begon de sigaret
vanuit Engeland zich te
verspreiden over de
andere landen De ta
bakswinkels prezen ze
aan en vertoonden ze in
hun winkelramen. Maar
velen verfoeiden aan
vankelijk deze nieuwe
uitvinding. „Het is een
teken dat de mensen er op achteruit gaan",
zeiden ze. En vooral waren ze veront
waardigd als heren „uit goede kringen"
zich in gezelschap of op straat durfden
vertonen met zo'n afschuwelijke sigaret.
Maar de sigarettenrokers stoorden zich er
niet aan. Het was ook lang niet zo erg als
hun voorvaderen hadden moeten strijden
voor hun sigaar of hun pijpje tabak. Vier
eeuwen lang is er eerst om gevochten
voordat er volledige „vrijheid van roken"
in alle landen bestond Er kwamen wetten
die het roken verboden, gevangenisstraf en
hoge geldboetes in sommige landen stonden
op het roken van tabak, de niet-rokers
schreven allerlei boze, hatelijke geschriften
om het roken tegen te gaan.
In Duitsland was het tot 1848 ten streng
ste verboden buitenshuis te roken. Wie
WOVISSIhA
met een sigaar of een pijp langs een poli
tieagent kwam, kreeg onmiddellijk boete
of werd gearresteerd. En iedere roker, die
het niet laten kon zijn sigaar of pijpje ook
mee op straat te nemen, was voortdurend
in angst dat hij betrapt zou worden.
In 1603 richtte de Engelse koning, Jaco
bus I, een oproep tot zijn volk, waarin hij
zijn toom uitte over „die stinkende onaan
gename gewoonte van roken". Het is een
gewoonte" schreef hij daarin, die onaange
naam is voor de neus, nadelig voor de her
senen, verderfelijk voor de longen en
waarvan de zwarte rookwolken wel lijken
op boosaardige dampen.
Maar noch deze oproep, noch de hoge be
lasting die op tabak werd gesteld, hadden
enige uitwerking Het gebruik van het
roken werd steeds meer algemeen.
In 1622 werd een boer uit Baden door 'n
dominee aangeklaagd: „Christian Leder-
mann is een verkwister en zo verslaafd
aan het roken van tabak dat hij met Pasen
rokend in de kerk kwam. Dat gaf zo'n
stank, dat de dominee het haast niet kon
uithouden Dat was dan- ook werkelijk wei
een beetje heel erg.
Ook in Zwitserland, in Bern vaardigde
de gemeenteraad in 1661 een streng verbod
uit tegen het roken. Daar werd een aparte
,.tabaksrechlb-nk" ingesteld en alle rokers
werden onbarmhartig veroordeeld tot het j
.chandbord op de markt.
Intussen verweerden de rokers zich. Ze
streden verwoed voor hun rechten, ook zij
schreven geschriften en gaven die uit,
waarin ze pleitten voor het roken. Volgens
een Duits dokter was de tabak een genees
middel voor alle kwalen Hij beval het
roken sterk aan omdat het de „werkzaam
heid des geestes" bevorderde. Tabaksblade
ren werden in die tijd gebruikt als genees
middel tegen verkoudheid pest, bevroren
voeten, wormen en huidziekten.
In ons land schijnt men nogal rustig zijn
pijpje gerookt te hebben, wij horen ten
minste weinig over de strijd van rokers
tegen niet-rokers. Wel weten we Jat dokter
Cornelis Bontekoe de vrouwen aanried om
ook te gaan roken, in plaats van het de
mannen te verwijten. „Het zou ook voor
hen de gezondheid bevorderen, wanneer
ze meededen aan het genieten van de „to-
back in plaats van onvrindelijk te brom
men en te snauwen.
door Iet Hoogers.
Ze waren alle drie
in dezelfde fabriek
gemaakt en ze hadden
naast elkaar gestaan
toen ze klaar -varen.
De een was een keu
rige personenauto, de
tweede een ranke lage
race-auto en de derde
een zware sterke
vrachtauto. „Ik wil
nuttig zjjn in myn le
ven" zei de vrachtauto,
de dag voor ze naar de
grote autozaak werden
gebracht „Ik zal altijd
de mensen dienen, zwa
re vrachten voor ze ver
voeren, die ze zelf nooit
zouden kunnen dragen.
Ik ben er trots op dat
ik een nuttig bestaan
zal hebben." „Ik wou
ook wel dat ik de men
sen van nut kon zijn,"
zei de personenauto „Ik
weet nog niet waar ik terecht zal komen,
maar ik weet wel dat ik ook altijd mijn
best zal doen om mijn leven zo nuttig mo
gelijk te besteden."
„Ik niet, hoor" riep de kleine racewagen.
„Het kan mij niet schelen of ik nuttig ben
of niet Ik wil hard rijden, altijd racen op
mooie gladde wegen en dan met een vaart,
zzzzjt, om de bocht. Ik wil harder dan jullie
en harder dan alle andere auto's Ik ben er
expres voor gemaakt en daar ben ik trots
op Ik ben toch ook veel mooier dan jullie,
veel fijner gebouwd" Toen werden ze weg
gehaald en vervoerd naar de autozaak. Veel
mensen kwamen kijken, die een auto wil
den kopen. En niet lang duurde het of ze
waren alle drie al weg. maar ze waren dan
ook van een byzonder goed merk.
Eerst ging de kleine race-auto weg. Ze
trok een gezicht van „Zie je wel, ik ben
de eerste, altijd." Toen die weg was zei de
vrachtauto tegen de personenauto: „Dat
loopt vast niet goed af. Harder, altijd har
der, dat is niet goed voor onze machines,
daar kunnen wij niet tegen." Daarna werd
de personenauto verkocht. Ze kwam bij 'n
dokter, die haar moest gebruiken in zijn
practijk en dat vond ze heerlijk. „Nu kan
ik me nuttig maken. Nu ben ik werkelijk
in dienst van de mensen riep ze. En ze
besloot nog eens om trouw te dienen en
steeds haar best te doen De vrachtauto
kwam bij een export-slagerij en moest elke
dag zware vrachten versjouwen. „Dat
v.ist ik wel" dacht de vrachtauto, „dit is
het leven waarvoor ik bestemd was, ik zal
mijn taak zo goed mogelijk vervullen." Er
ging een jaar voorbij. Toen gebeurde het
op een keer dat toevallig de drie auto's
elkaar troffen op een plein voor een groot
hotel.
De jonge man, die de eigenaar van de
race-auto was, logeerde daar en maakte
tochten in zijn mooie auto door de omge
ving. De dokter moest in het hotel wezen
omdat de vrouw van den hoteiier 'n patiënt
van hem was. En de vrachtauto had juist
een grote lading vlees voor de hotelkeuken.
„Wel, wel, hoe gaat het jullie?" vroegen
ze elkaar verheugd. „We zijn eigenlijk zus
ters hè, en het is altijd leuk als zusters
elkaar zo onverwachts zien." Toen begon
nen ze te vertellen van Hun leven. „Nou,
mijn vrachten zijn soms wel èrg zwaar,"
zei de vrachtauto, ,,'t Is maar gelukkig, dat
ik zo'n sterke motor heb, want anders kon
ik het werk niet doen, wat er van mij werd
geëischt." „Ja, zo gaat het mij ook" vertelde
de doktersauto, „soms moet de dokter naar
een patiënt, die midden op de hei woont
en dan gaat het over zandwegen, door kui
len en over hobbels, maar ik weet wel hoe
veel of ik kan en ik doe al m'n best om
het zo goed mogelijk te doen.
De race-auto keek een beetje minachtend
naar de vrachtauto, die er niet mooier op
was geworden en naar de doktersauto die
vol modderspatten zat. „Ik heb een heel
ander leven, hoor", zei ze. „Wij rijden altijd
over prachtige wegen en nooit zitten er in
mij meer dan twee personen, meestal maar
één. En ik ga harder dan alle andere, ik
ben de snelste, de mooiste en de sierlijk
ste. Over een paar dagen ga ik meedoen
aan een grote snelheidswedstrijd en je zult
zien dat ik het win."
De eigenaar van de kleine auto kwam trit
het hotel en reed met haar weg. „Ze is
nog niets veranderd", zei de personenauto.
„Nee, ik geloof nog altijd dat het niet goed
met haar zal aflopen," antwoordde de
vrachtauto. Een maand later zagen die beide
elkaar weer, het was maar een ogenblik,
want ze moesten wachten bij een verkeers-
sein.
„Je hebt gelijk gehad," vertelde de dok
tersauto haastig „Je weet wel dat de race
auto het had over die wedstrijd? Nu ver
leden week werd mijn dokter geroepen om
dat er een ongeluk gebeurd was op een
autobaan. We zijn er direct heen gegaan.
En het was de kleine racewagen. Ja, de
man was er nog vrij goed afgekomen, maar
zij lag helemaal uit elkaar, het was zielig
om te zien. De motor was ook defect, daar
door was het ongeluk geloof ik gebeurd.
Alles was gebroken en verbogen, ze moet
een geweldige vaart hebben gehad."