VOLENDAM IN NOOD! REDT VOLENDAM INGEZONDEN. ZIEKENFONDSEN, Secretariaat: v. Lidth de Jeude- straat 24, Utrecht. Met belangstelling namen wij kennis van de woorden, welke door Dr. Eggink in de vergadering in Den Burg gespro ken zijn. Deze inleiding is op verschillende pun ten wanneer het persverslag het ge-> sprokene goed weergaf voor critiek aanvechtbaar. Wij willen echter met enkele korte woorden enkele voorname punten recht zetten. Ie. Het Maatschappij-ziekenfondswe zen zou in 81 fondsen verdeeld zijn, en tot volle tevredenheid werken, met totaal, weldra 1.5 millioen leden. Daarbij zou gezegd moeten zijn: deze 81 fondsen met de weldra 1.5 millioen „verzekerden", „leden" kent het Maat schappij-ziekenfondswezen niet zijn tot stand gekomen, omdat men de bevolking in het overgroote meerendeel de gelegen heid benam, om zich uit te spreken, of men al dan niet verzekerde wenschte te zijn van een Maatschappij-fonds. Iedere vorming van een Onderling fonds is tien tallen jaren stelselmatig tegengehouden door de Maatschappij v. Geneeskunst. 2e. Dat eventueele tekorten door de Maatschappij v. Geneeskunst zullen wor den gedekt, kan waar zijn. Wij zullen dit moeten afwachten. Feit is, dat in ver scheidene plaatsen in ons land, waart Maatschappij-fondsen werken, de tekor ten worden gedekt door een korting toe te passen op de honoraria der deelne mers, (doktoren en apothekers). Naar buiten werkt men echter met de hooge honoraria, door de Matschappij- fondsen betaald." 3e. Met nadruk deelde Dr. Eggink mede, dat de artsen op Texel en de spe cialisten te Den Helder besloten zijn,, GEEN medewerking te verleenen aan een hier te stichten Onderling fonds. Uw verslaggever rectificeerde de geachte dok ter reeds, dat hij een door een onzer sprekers gebezigde mededeeling onvol ledig citeerde. De doktoren besloten dus: wij nemen daarvan acte, dat zij geen medewerking zouden verleenen en dit niet tegenstaande het feit, dat het Onderlinge fonds eeu overeenkomst wenscht te sluiten met de Maatschappij v. Geneeskunst. Deze (voorbarige) weigering doet de gedachten opkomen, dat men dan waar schijnlijk belangrijke motieven heeft, om medewerking aan een Onderling fonds te weigeren. Maar keeren wij terug tot Dr. Eg- gink's pertinente uitspraak. Wij beriepen ons in de vergaderingen op gemaakte afspraken; hebben ook geen enkele reden de zaken anders voor te stellen, dan zij zijn en door ons te be roepen op gemaakte afspraken, erken den wij, in het Hoofdbestuur van de Maatschappij v. Geneeskunst mannen te zien .die staan voor hun woord. De voorzitter van de Maatschappij voor Geneeskunst verklaarde tegenover ons: (wij citeeren woordelijk) „Wanneer in een plaats een bepaalde groep der bevolking een Ziekenfonds wenscht, moet mogelijk gemaakt wor den .dat zoo'n fonds in werking kan tre den. Indien de helft plus één der (plaat selijke medici eventueel niet genegen zou zijn medewerking te verleenen, zul len wij (hoofdbestuur) alles in het werk stellen, deze medici van gedachten te doen veranderen. Zoo noodig kan bij het ontstaan van geschillen hieromtrent een uitspraak worden verzocht van de Cen trale Commissie voor het Ziekenfonds wezen. De meerdere macht, welke ons Hoofdbestuur echter thans verkregen heeft, geeft ons ook een grootere mate van handelen." Deze verklaring van de voorz. van de Mij. voor Geneeskunst zegt óns meer dan de verklaring van Dr. Eggink: een verklaring, kennelijk noodig om de zie kenfondsbevolking op Texel angst aan te jagen. Men tracht op Texel door de indruk te wekken, dat het Onderling Zieken fondswezen met eigen artsen moet gaan werken, de belangstelling te dooden. Wanneer de 1643 personen, die zich uitspraken, een Onderling fonds te wil len vormen, er 2500 worden, dan zal de toekomst leeren, of de artsen ter plaat se in meerderheid de wensch van zoo'n groote groep zullen blijven negeeren. Wij hebben altijd nog vertrouwen in 't sociale gevoel van deze artsen. Hoogachtend, Utrecht, 16-3-'38. C. BAA1J, Alg.-secretaris. Alle soorten INKT, inktlinten schrijfmachines, carbon, papier.... BOEKHANDEL PARKSTRAAT. God scheidde de zee van het land, Dat er plaats voor allen zou wezen I's het volk van de waterkant Dan te veel op een wereld als deze? Wij staan voor de toekomst, strijdt mee, Gij strijdt voor het Nederlandsch leven, Want ons heeft de hemel gegeven: De zee! Volendam in nood. Een kreet, die het geheele Nederlandsche volk wakker zal moeten schudden. Door de afsluiting van de Zuiderzee, loopt Volendam het-gevaar, als visschersdorpje te verdwijnen. En dan zou ook de nationale dracht, die Volen dam als visschersgemeenschap zoolang heeft weten te handhaven een unicum in West-Europa wellicht verloren gaan. Hoevele Nederlanders zouden het niet betreuren, indien dit kostbare cultuurbe zit verdwijnen zou. Daarom: Redt Vo lendam. Gelukkig staat hiervoor een weg open. Volendam kan n.I. visschersdorp blijven. Het kan, maar daarvoor is veel geld noo dig. Daar de visscherij op het IJsehneer IIIIIIiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'üiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiIIIII! Illlllllllll VAN OVER DE GRENS. DE OOSTENRIJKSCHE KWESTIE. Stormachtig snel hebben de gebeurte nissen, die van de onafhankelijke staat Oostenrijk in eenige dagen tijds een deel van het Duitsche Rijk maakten, zich afgespeeld. Het kan niet de bedoeling van ons overzicht zijn al deze voorvallen nog eens de revue te laten passeereti. Veeleer willen wij even aanstippen, wat uit het Oostenrijksche drama te leeren is. De belangrijkste les, die uit de gebeur tenissen te trekken valt, is wel deze, dat internationale waarborgen, zoodra zjj niet meer strooken met de belangen van een der partijen, van nul en geener waarde worden. Vast staat, dat Engeland Frankrijk en Italië indertijd te Stresa zijn overeengekomen, zich gezamenlijk borg te stel len voor Oostenrijks onafhan kelijkheid. Dit echter strookte niet meer met de belangen van Rome. Het verzoek van Londen en Parijs aan Mussolini tot een gezamenlijk optreden bleef onverhoord en de „maatregelen", die tot het behoud van Oostenrijks onafhankelijkheid moes ten dienen, dieven beperkt tot een protest van Frankrijk en Engeland te Berlijn, maar daar trokken de Duitscher' zich niets van aan. Von Neurath gat te verstaan, dat men van Duitsche zijde, de Oostenrijksche kwestie beschouwt als een binnenlandsche aangelegenheid, waar in een ander land zich niet heeft te men gen. Men meent daartoe te meer reden te hebben, wijl de ontvangst, aan Hitier en het Duitsche leger bereid, zelfs do verwachtingen van de nat.-soc. leiders, heeft overtroffen. In Berlijn stelt men zich op het standpunt, dat wanneer „volk tot volk wil", zulks een aangelegenheid is, waar der den zich niet mee hebben te bemoeien. Het zelfbeschik kingsrecht der volken wordt dus door Berlijn tot de hoog ste richtsnoer van zijn politiek gemaakt. Welk standpunt nemen daar tegen over nu de Westersche mogendheden in Het antwoord op deze vraag vinden we in de rede, die Chamberlain in het Lagerhuis heeft gehouden. Zijn meening, die ook de meening van Engeland en Frankrijk is, luidt: niet meer loonend is, moet 't arbeidsveld verlegd wonden naar de Noordzee. Daar voor zijn echter ijzeren kotters met hulp motoren noodig en daarvoor kan het visschersdorp zelf niet de benoodigde' gelden opbrengen. Daarom is er een nationaal comité op gericht, „Redt Volendam", dat zich ten doel stelt, de gelden voor deze vlootbouw bijeen te brengen. Volendammer jongens en meisjes zul len in vele plaatsen van ons land voor stellingen geven van typisch Noord-Hol- landsche volksdansen. Tevens wordt een film vertoond, welke een beeld geeft van Volendam, zooals het leefde in de „gou den tijd", voor het bouwen van de af sluitdijk en zooals het thans bezig is rampzalig ten onder te gaan. Anton van Duinkerken heeft voor deze voorstellingen een treffend gedicht ver vaardigd, waarvan wij de twee laatste coupletten hierboven afdrukten. Reeds waren de eerste avonden van het tournee een groot succes. Wanneer en in het onderha vige geval zelfs met toepassing van een ontoelaatbare druk een verschuiving in het al gemeen Europeescn evenwicht met geweld wordt bevorderd, kan dit een aantasting zijn van onze belangen. Wij hebben het recht, ons daartegen te verzet ten. Verder blijkt uit de woorden van Cham berlin, dat Engeland niet van plan is, in de Oostenrijksche kwestie verder aan spraak op dit recht te maken. Zoowel te Londen als te Parijs heeft men er zich bij neergelegd. De „aansluiting" tus- schen Duitschland en Oostenrijk is dus een voldongen feit en de volksstemming op tien April zal dat bevestigen. De Oostenrijksche kwestie is daarmee af gedaan, maar het diepgaande meenings- DAVID LIVINGSTONE. Het is vandaag precies honderd vijf en twintig jaar geleden, dat in het dorpje Blantyre nabij Glasgow in Engeland Da vid Livingstone werd geboren, die later, een der bekendste ontdekkers van de Afrikaansche binnenlanden zou worden. Zijn ouders waren arm en zoo kwam het, dat de jonge David reeds op zijn tiende jaar op een fabriek tewerk gesteld werd. Zijn vrije uren wijdde hij echter aan zelf studie. Hij leerde Latijn en Grieksch, stu deerde medicijnen en theologie, doch be sloot eindelijk zendeling te worden. In verschil tusschen de Duitsche en de Ita- liaansche politiek aan de eene kant en .jdie van de Westersche mogendheden aan de andere kant is daarmee nog geenszins overbrugd. Wat zoo vraagt men zich algemeen af gaat er nu in Tsjecho- Slowakije gebeuren NU TSJECHO-SLOiWAKIJE AAN DE BEURT Dit land, dat thans aan drie kanten door het Duitsche rijk wordt ingesloten, bezit een sterke Duitsche minderheid, die niets liever schijnt te wenschen, dan ook eenmaal in een Anschluss (aansluiting) te worden betrokken. Dinsdag nog ver klaarde afgevaardigde Frank van de Hen- lein-partij in de Tsjecho-Slowaaksche Ka mer, dat de Sudeten-Duitschers het niet eens zijn met de Tsjecho-Slowaakschö „nationaliteiten-staat". Nu heeft echter Tsjecho-Slowakije, in tegenstelling met Oostenrijk militaire ver dragen, die het van de hulp van machtige bondgenooten verzekeren, zoodra zijn grenzen in gevaar worden gebracht: Frankrijk en Rusland. Parijs heeft reeds verklaard, wat het beteekenen zou, indien Duitschland in Tsjecho-Slowakije een stap zou doen als in Oostenrijk: OOR LOG. En Moskou heeft verzekerd, dat het onmiddellijk het Fransche voorbeeld zal volgen. Van Engeland, waarmee Tsje cho-Slowakije overigens geen militair ver drag heeft, heeft Praag een dergelijke verzekering niet kunnen verkrijgen, maar het feit, clat Engeland evenals Frankrijk, het bewapeningstempo aanmerkelijk zal versnellen, zal de Tsjechische hoofdstad tot op zekere hoogte geruststellen. Het is onder deze omstandigheden ze ker niet waarschijnlijk, dat Duitschland tegenover Tsjecho-Slowakije een vijandige houding zal aannemen. Goering heeft overigens in de laatste weken reeds twee maal een geruststellende verklaring aan Praag gegeven. Dit neemt intusschen niet weg, dat het Sudeten-Duitsche vraag stuk ook in de toekomst een on- rusthaard zal blijven, die de sfeer in Europa vergiftigt. Het ware derhalve te hopen, dat er in gezamenlijke overleg alsnog een bevre digende oplossing voor dit probleem: wordt gevonden. DE HOUDING VAN ITALIË. Een zeer onzekere factor vormt Italië. Hitler en Mussolini hebben na de „aan sluiting" hartelijke telegrammen gewis seld en de Groot Fascistische Raad heeft laten weten, dat Italië's grootste belangen in de Middellaiidsche Zee liggen. In Lon den en Parijs breekt men er^ zich thans, het hoofd over, welke toezeggingen Hitier aan Mussolini heeft gedaan om zich van zijn welwillende houding in de Oosten rijksche kwestie te verzekeren. Dat deze toezeggingen indien ze inderdaad ge daan zijn in de omgeving van de iViid- dellandsche Zee moeten liggen en dus in de eerste plaats tegen Engeland zijn gericht, behoeft geen betoog. Ook daar door zal het Engelsche besluit, zijn be wapeningstempo te versnellen, sterk be- invloed zijn. Overigens is thans Franco in Spanje weer sterk aan de winnende hand en daar mee stijgen ook Italië's papieren aan de ingang van de Middellandsche Zee. iS40 vertrok hij als zoodanig naar Zuid- Afrika. Negen jaar leefde hij als zende ling tusschen de inboorlingen, totdat hij; in 1849 met eenige vrienden zijn eerste ontdekkingsreis naar de binnenlanden on dernam. In de jaren 1851'53 maakte hij een tweede tocht, die hem naar Over- Zambesi voerde. Nog dieper drong hij in de daarop volgende jaren de binnen-i landen in; hij ontdekte toen o.a. de be roemde Victoria-watervallen. In 1856 keerde Livingstone in Engeland terug, waar hij een boek over zijn ondekkings- reizen schreef. De Britsche regeering droeg hem echter op, nogmaals naar de door hem bezochte landen terug te kee ren, om te zien of er zich voor Engeland, handelsmogelijkheden zouden kunnen voordoen. Deze expeditie leverde echter teleurstellende resultaten op, daar noch. de Zambesi noch een harer zijrivieren voor vrachtschepen bevaarbaar bleken. Niettemin deed Livingstone ook toen weer vele ontdekkingen. Op een van zijn tochten waande men Livingstone omgekomen. Een Ameri- kaansch blad rustte een hulpexpeditie uit onder leiding van de Engelschman Stan ley, die Livingstone behouden en wel aan het Tanganjika-meer aantrof. In 1S65 werd Livingstone benoemd tot Britsch consul van de binnenlanden van Afrika en als zoodanig maakte hij nog vele ontdekkingsreizen. In 1873 maakte; de dysentrie een einde aan zijn welbe steed leven. Zijn stoffelijk overschot werd naar Engeland vervoerd, waar het in 1874 in de Westminster Abdy werd bij gezet. ||||||llllllllllllllllllllllll!lllllllllllllllllllllllllllllll!llllllllllllllllllllTllllllllll|||||| ||||||llllllllllllllllllllllll!lllllllllllllllllllllllll!lllllllllllllllllllllll!lllllllllllll|||||| CENTRALE BOND VAN minimi11111 ||||||i!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiii|||||| llllll UIT HET LEVEN VAN llllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1938 | | pagina 10