No. 5248 51ste Jaargang Zaterdag 16 April 1938 m m Uw advertentie in dit blad wordt op Texel huis aan huis gelezen. EERSTE BLAD. SiSESEESEBEBEEffi y VERNIEUWING KEBïffl ffiSS® Het licht overwint de duister nis. Het leven overwint de dood. De teekenen zijn overal. Paschen is het feest der blijdschap, het feest der ootmoedige blijdschap. Ora- 'dat het ons spreekt, omdat het getuigt van krachten, die boven elk menscheiijk grijpen en begrijpen uit, juist in jbet menschenleven van onvergelijkelijke en onvergankelijke waarde zijn. Ons daar op te bezinnen brengt Paaschvreugde en innerlijke versterking, ook bij grauwe luchten en late kou. Het licht overwint de duisternis. Niet wij mensohen bepa len de tijd, daartoe, maar de overwinning kómt, onherroepelijk. De liefde over wint de haat. De zachte krachten zijn de sterkste, ot wij het erkennen of niet. En zoo wij in onszelf niet aan hèn op permacht geven, lijden wij hieronder zelf het allermeest, noe krampachtig wij vaak ook trachten, dat voor oijszelt en voor anderen te verbergen. Het leven overwint de dood. Want alle waarachtige levenskrachten en levenswaarden zijn eeuwig, zijn eindeloos in gestadige ver nieuwing en vervorming, zij overschrij den de dood en laten hem achter zich, en werken voort naar ongeschreven, maar onmiskenbaar sterke goddelijke wetten. De ziel overwint de materie. En de hoogtepunten in ons leven, waarop wij dit, in ons zelf en aan ons zelf, ervarem mochten, staan in onze herinnering als lichtende aan de levensweg. Dit is de levensweg. Dit is de blijde mare, die Paschen ons heeft te brengen. En dit alles niet alleen uiterlijk gade te slaan, niet alleen op een stil oogenblik eens even te overpeinzen, maar liet innerlijk te beantwoorden en door onze levens houding waar te maken, is een der hoog ste en beste opdrachten, ons door het leven gegeven. Paschen! Vernieuwing! Herrijzenis van leven! De teekenen zijn overal. Zooals Margot Vos het zingt, zoo is het voor ieder, die luistert: Hoort ge 't, droomer te nacht Aan de doodstille kreken De Paaschvuren spreken, De Paaschvuren 'konden, Van stralen ornstereld, De verlossing der wereld, Verlossing der wereld naderbij! PASCHEN 1938. §g LEVEN EN DOOD. ffi ffi m Het heele leven is noodig om ER BB te leeren leven en te leeren ster- ES SB ven. Seneca. tg EBERffiEEüFSPSfflBB y fSEBfflfSMSESSlffi m ALS HET LEVEN ONTLUIKT., ffi 33 BS EEN PAASCHVERHAAL Licht en gezwind als een voorjaarsmorgen was haar meisjestijd voorbij gegaan. In 't groote doktersgezin waar zij de jongste was golfde 't vroo- lijk vertier van vrien den en vriendinnen at en aan. De vader, die een drukke praktijk had, genoot in de oogenblikken, welke hem restten, van de jonge vroolijkheid. De moeder was jong met haar kinderen mee. Toen kwam de tijd, dat de ouderen het huis uitgingen, de een na de ander voor studie eerst, dan voor een taak in een vreemde stad of in een ver land, voor een huwelijk ook. Zij, de jongste zag hen gaan en terwijl het oude doktershuis leeger en leeger werd, overpeinsde zij soms het lot van wie heenging, een on bekende verte in. Dan dacht zij ook aan een eigen toekomst, die nog geen vorm had, maar die als een licht wijd per spectief zich voor haar verbeelding af- teekende. Tweemaal gebeurde het, dat een van de jongste vriendem die in het dokters huis verkeerden., haar aanzag met andere, oogen dan van een broer's vriend alleen Zag zij het niet? Wilde zij het niet zien? Misschien bedroog zij zichzelf, misschien misleidde zij haar eigen gevoel. Dit was niet het soort geluk, dat zj' zocht; het geluk, dat zij verbeiddej zou onverwacht komen en van ver en zou een zeldzamer gestalte hebben. De jaren gingen voorbij, ongemerkt verbloeide haar jeugd. Zij ontmoette hem, toen zij voor het eerst onomwonden zich had bekend, dat zij niet meer jong was, toen zij de zeker heid van haar verspeelde kansen als een. bittere waarheid had geproefd. Hij Vvas een wetenschappelijke man met een ge vestigde naam en een solide fortuin, rus tig en vele jaren ouder dan zij. Hij ge droeg zich niet als de verliefde minnaar, hij vroeg haar eenvoudig, of zij het le ven met hem wilde deelen en zij accep teerde deze late, armelijke vervulling van een jonge droom, zonder vreugde, als een noodzaak. Een mariage de raison, een huwelijk- uit-berekening, voor een oud wordend meisje het eenige, overpeinsde de moe der met de gelatenheid van de ouderdom. En zij vond, de persoonlijkheid van de bruidegom en de maatschappelijke om standigheden in aanmerking nemende, dat haar dochter het ten slotte zoo slecht niet trof. Maar zij wist niet van de lichte, vervoe rende droom, eens gekoesterd door het jonge meisjeshart, dat deze schamele ver vulling, die het leven eindelijk bood, voelde als een bespotting, en wrokkend aanvaardde. De jonge vrouw begon het nieuwe le ven zonder verwachting en met een koele reserve. Er was in haar iegens de man, die haar de smaad van het vergeten oud worden bespaard had, die haar een on bekommerd leven verschafte, geen zweem van dankbaarheid. Veeleer meende zij, dat zij het was, die op dankbaarheid recht had, omdat zij met een zoo arm zalige vervulling van het hoogste vrou wenlot genoegen nam. Maar zonder dat zij het merkte doordat haar gevoel zich had gepantserd* omkoesterde haar in de gelijkmatigheid van haar leven een warmte, een in hon derd kleinigheden zich uitende goedheid en genegenheid. Daar was de teederheid in zijn blik, die zij soms plotseling overj zich voelde, de streeling van zijn stem-» klank, zijn kleine zorgen, de beschut tende zekerheid van zijn persoonlijkheid. Langzaam zoo kiemt en groeit nieuw leven in de donkere beveiliging van de aarde vond deze warmte zijn weg door de weerspannigheid van haar hart. Het was een vreemde dag, toen zij het zich plotseling bewust werd, die mor gen, toen de Paaschklokken luidden over het ontwakende land en zij merkte, dat het lente werd. De man was voor korte tijd op reis, het was voor het eerst in, haar huwelijk, dat zij alleen was. Het huis leek vreemd versomberd en kil, on danks de teedere straling, die daarbuiten, over de wereld opging en zelfs de hoeken van de kamers vulde. Een gevoel van vereenzaming besloop haar; een zacht en blij verlangen, dat op zichzelf .geluk was, het warm doorstralend besef van liefdel en saamhoorigheid werd wakker in haar. Ook in haar nart was het lente. En in dit gezegend uur van openbaring erkende zij met schuld en dankbaarheid hef wonder, dat zich heimelijk en heer lijk had voltrokken, het geluk, dat in het verborgene was gegroeid, zooals daarbui ten, waar de natuur haar Paaschfeest, haar goddelijke opstanding vierde, het leven was herboren tot nieuwe heerlijkheid. m eb EB PAASCHGEDACHTEN. m es EB De dood is de kruising, waar- Eg 88 op de opstanding volgt. EB si y .SI Si De dood neemt de vermoeidheid Si Efi van het leven weg en de ziel EB Si begint opnieuw te Teven. EB si y si' EB De dood is een slaap, waaruit Si EB de ziel in het hiernamaals ont- ER Si waakt. Si si y Si Si Dood is de macht, waarna de ER BB dag begint. Si y si ER De dood sterft niet het leven. EB Si y BB EB Het eeuwige leven is verbor- EB EB gen in het hart van de dood. IR EBS3 EB Uit: „Vadan" van Inavat Klian. EB «B Si Vertrouwen. Paschen luidt het nieuwe leven in. Het vereenigt de mensch met de ontluikende natuur. Nieuwe levenskracht stroomt door zijn lichaam, physiek put hij weer moed In het economische leven daalt altijd de werkloosheid iets en zoo werken de omstandigheden samen 0111 een Paasch- stemming te bereiken. Het uiterlijke helpt ons: Paaschkleeren en Paaschgebruikeii, Paaschbrood en Paascheieren herinneren ons aan de overvloed schenkende natuur. Dit jaar, meer dan andere jaren, zal Paschen ons het scherpst bijbrengen, dat, waar de natuur zoo overvloedig schenkt, en menscheiijk vernuft haar rijkdom en gaven vermeerderd heeft, he"t ook de taak is, van dc mensch en de mensdiheicl om die gaven binnen aller bereik te bren gen. Wij kunnen de vreugde van een nieuw wakker worden van de natuur, van een nieuwe voortbrenging, niet beleven, als wij geen hoop koesteren, dat eindelijk de mensch er in zal slagen de vrucht dei- aarde op redelijke wijze binnen aller be reik te brengen. Maar dit vertrouwen kan toch alleen ontstaan, als er in ieder mensch hoop en vertrouwen leeft. De laatste werkelijkhe den zijn geestelijke werkelijkheden. Ver trouwen in de toekomst. Vertrouwen in de kracht, die in de menschheid werkt. Vertrouwen, dat er in ieder menscheen gouden kern schuilt. Het schijnt onzin om in deze wereld daarvan te spreken, maar is de ziekte van deze tijd niet eeir gemis aan contact? Ieder mensch is een nietig wezen en ons volk is een klein volk^ maar als wij» gezamenlijk tot nieuwe wil en tot nieuw leven komen, als wij vol geloot in geza menlijk offer door de tijd heengaan, vol hoop schrijden naar de nieuwe tijd, dan zullen wij als volk de wereld tot voor beeld er. prikkel zijn. Als de Paaschklok luidt, als de Paasch- blijdschap heerscht, als de Paaschvuren in onze harten vlammen, dan zullen wij de reddende gedachte vinden, die wordt tot reddende daad. Paschen roept ons de oude boodschap toe: Wees moe'dig, wees. werkzaam en verheug u. Wanneer Texel zich op „Paaschbest" tooit. fflffiffifflKBSfflffiSffi y tS33ïSffifflffifSSSffiER S3 LB EB HET LICHT OVERWINT jR 38S ER LR v 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 CD Het licht heeft de nacht overwonnen, De donkere dag is voorbij, Nu is weer de opbloei begonnen Van 't jonge, vernieuwde getij. Er straalt uit de blauwende luchten, Het wonder, dat allen omvat, Nu gaan weer blijde geruchten Alom langs het feest'lijke pad! Met Paschen, dan komt in ons leven De zon, die haar sprankels weer strooit, Van tintenen kleuren doorweven Waarmee heel de schepping zich tooit. Het dringt en 't kiemt uit de aarde, Omhoog naar de hemel gericht, Nieuw leven geeft hoogere waarde Aan alles in 't zuiverste licht! EB EB EB EB Met Paschen, dan gaan de gedachten Naar 't einde van donkere nood, In wonderlijk rustig verwachten: De Opstanding rijst na de dood. En zie, we aanvaarden de zorgen Van 't eindige aardsche bestaan. De zon groet te schooner de morgen Nadat ze is ondergegaan. O, Paschen, dat ons steeds blijft schenken, De opstanding en het geluk: Wil nu de regeerders gedenken Temidden van zorgen en druk. En leer hun, dat lout'rende liefde, Waarin men Uw Wonder hervindt, Hoezeer men elkander ook griefde, De dood en de wereld verwint. f 'i f r TEXELSCHE COURANT tg tg f?' sSSjyvr airarararararara ii rararararararararatx wtKtxitRanracEJtYicncH rararararararararara rarararararararara tri EB 31 ro nö tri tri EB v m tri tri cc itj ltj lt 1 cn tf 1 •p; >i V i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1938 | | pagina 1