GEVLUCHT.
ONS FOTOHOEKJE.
limnin HIIIHIIIII VOOR DE VROUW.
lllllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IIIIIIIIIIIIIHIII VOOR DE JEUGD. ||||||||||||||||||iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii||||||
RECEPTEN.
TOM ATEN-SPI EGELEIER EN. Men
stooft in eon pan plakjes tomaten in bo
ter en bakt daarop de spiegeleieren.
VLIEGENZWAMMEN. Men kookt de
eieren hard, pelt ze en zet ze rechtop-
(na er een plakje afgesnfeden te hebben)
in een ondiepe schaaf, die met een laagje,»
mayonnaise bedekt is. Op ieder ei zet
men een kapje van een tomaat. Daarop
een paar druppels mayonnaise of klei
ne stukjes eiwit. Het geheel ziet er dan
uit als een vli-egenzwam. Om de schotel,
heen lejt men een jgroene rand van sla-»
blaadjes.
NUTTIGE WENKEN.
Moddervlekken in witlinnen regen
jas? Afborstelen met neutraal lauwwarm
zeepsop; afsponsen met warm water.
Gummi-mantel kan men opfrisschen
door afnemen met gummi-spons, gedrenkt
in gelijke deelen water en ammoniak.
Houtwerk. Geverfd houtwerk kan,
men reinigen met water (halve emmer),
waarin men een half uur plm. een dozijn
groote geschilde aardappelen liet staan.
Neem er een flanellen lap voor.
VAN HUWELIJKEN GESPROKEN.
- Het huwelijk is .een wetenschap.
Balzac.
Het huwelijk komt na de liefde, ge
lijk de rook na de vlam. Chamfort.
De loutering van intellect en hart,
van jaar tot jaar, dat is het ware huwe
lijk. Emerson.
'i
MO. 83.
BETSY LANGEVELD M.S.d.
Betsy woont in de Binnen-
burg; zij wordt op 2 Decem
ber 1938 zeven jaar.
DE NIEUWE MODE
JAPON EN JASJE no. 906. Voor dit
ensemble, geschikt voor gezette dames,
en bestaande uit een japon en een mouw
loos jasje, heeft men 5 M. soepele stof
noodig van 130 cM. breed. Het FAVO-
RIET-patroon is voor 26 ct. te verkrijgen
in maat 50; door het al of niet aan
knippen van naden kan men het patroon,
passend maken voor het eigen figuur.
Boekhandel Parkstraat heeft het in
voorraad. Dat is een gemak, dames. De
patronen zijn goed en .goedkoop.
||||||ii:iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii||||||
llllllllllll OVER OPVOEDING. Illlllllllll
||||||iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii||||||
Menige moeder verwaarloost de op
voeding van haar kinderen, omdat zij te
veel naar de opvoeding van anderen kijkt.
Maak de opmerkingen van uw kind'
niet bespottelijk. Zjj zijn vaak ernstiger
bedoeld dan de opmerkingen, die gij
zelf maakt.
Bedenk u éénmaal, voordat gij uw
kind iets geeft; tweemaal voordat ge iets
.van hem aanneemt en duizendmaal voor
dat gij iets van hem verlangt.
OOK KINDEREN hebben slapelooze
nachten, uren van strijd en zorgen, voor
wat komen zal. Zij maken daarvan echter
niet zooveel ophef, als wij, volwassenen'.
39. Zodra hij op de cabine zat, schoot
de auto in volle vaart 'n hoek om, zo
dat meneer Pimpelmans zich met alle
bei z'n handen moest vastklemmen. Te
gelijk werd hij paars van angst; de
auto was van plan, onder 'n rij bomen
door te rijden, waarvan de takken ge
vaarlijk laag hingen.
IS DAT NIET LEUK?
Hier heb ik twee zinnen, die je ook
van achter naar voren kunt lezen:
ANNA SUST SUSANNA.
EEN PIER RIEP „NEE!"
Wie kan een grotere zin maken?
NIEUWE PRIJSRAADSELS.
16. Een klein stadje en een lengte-i
maat. Samen iets, waar je iedere,
dag over heen stapt. Ik begin met
een D en heet
17. Wie loopt en moet toch meest han
gen
18. Ik ben familie van de kraai; mijn
naam begint met een R en telt vier
letters. Een letter en voor en ik
ben een kledingstuk. Ik heet....;?
Nu weer inzenden, jongelui; dus van
no. 10 af. Vooral je voornaam en leef-»,
tijd niet vergeten.Ieder kind, ook meei/
dan één uit een gezin, mag inzenden
Een aardig briefje met „nieuws" ontvang
ik altijd graag daarbij. Voorwaarde is.
dat vader op de krant geabonneerd i<J
Kinderen van samenlezers {waarvan het
getal gelukkig steeds kleiner wordt) dus
niet inzenden of, beter nog, vragen, of
vader zich zelf wil abonneren.
Met vriendelijke groeten,
Jullie OOM KO.
JE NAAM ER IN
Dat kan: een zakmes met in het sta tl
je naam, maar het aanbrengen van die
naam moet je aan ouderen overlaten*
Het mes wordt in vloeibare bijenwas»
gedoopt. Is de was gestold, dan wordt
er met een naald de gewenste naam in
gekrast. Vervolgens laat men op die naam
een paar druppels salpeterzuur vallen en
-doet men er wat zout op. Na tien mi
nuten is dan de naam in het staal „ge-
etst". Ik herhaal: dit werk moet te,
slist aan OUDEREN worden overgelaten,
en moet ook dan nog met GROTE voor
zichtigheid gebeuren. Kinderen: afblij
ven van salpeterzuur.
er een vond, die naar een trap leidde, en
ik sloot ze achter me af en zette het
op een loopen en toen vorfld ik jou.
Jou arme, kleine peuter, riep Jane,
haar weer tegen zich aandrukkend. Wat
ben ik nu blij, dat ik juist in de buurt
was. Maar vertel me eens, wat denk je,
dat er nu verder gebeuren zal? Zal er
groote herrie van komen en zullen ze
jacht op je maken?
O, ja, zei Betty bedrukt. Dat denk
ik wel. Of liever, ik weet zeker, dat ze
dat zullen doen. Herbert zal zich r.ooit
laten tegenwerken in iets, waar hij zijn-
zinnen opgezet heeft Bertrand telt
niet mee. Hij heeft nooit meegeteld. Ik
heb altijd met hem te doen, al heb ik
nu niet zoo heel veel met hem op. Ze
hebben pas nog een vreeselijk spektakel,
tegen hem gemaakt over de een of andere
actrice, daarginder aan de kust, waar hij)
altijd bloemen aan stuurt,, en ik weet^
dat hij geen prettige tijd achter de rug
heeft. En toen hij op een goede dag bij
me kwam, en vroeg, waarom ik niet met
hem trouwde en zoo aan alle gezeur een
eind maakte, schrok ik eerst erg van het
idee, maar tenslotte dacht ik, dat dat
misschien toch nog het beste was, wat ik
doen kon. Hij zei, dat hij mij nooit iets
in de weg zou leggen, wanneer ik hèm
niets in de weg legde; en we dachten,
dat de anderen ons dan misschien met
rust zouden laten. Maar ik had "kunnen
weten, dat Herbert nooit zou toegeven.
40. O wee, daar had je 't al; daai|
kwam al 'n tak. In zijn angst sloeg,
mijnheer Pimpelmans z'n handen uit
en op 't zelfde ogenblik had hij de tak
te pakken. De auto reed door, en me
neer Pimpelmans keek, hulpeloos aan
de boom bengelend, zijn schimmel na.
Wat een ongeluk.
HEBBEN JULLIE DIE?
Weten jullie nog, bij welke gelegenheid
deze postzegel werd uitgegeven De man,
er op afgebeeld, is prof. Gijsbert Voetius,
Volgende keer zal ik op die vraag hel/
antwoord geven. Eerst zelf proberen te
vinden.
UIT DE SAGENWERELD
Een dier uit de eeuwenoude sagenwe
reld: een basilisk. Het ziet er uit als
een haan, maar het heeft vleugels en
een staart als een draak. Volgens de sa
ge zou zijn blik alleen reeds dodelijk
zijn. Om een basilisk te doden., moest,
men hem een spiegel voorhouden.
Maar zelf moest men zorgen, buiten schot
te blijven.
HOE GROOT - HOE KLEIN?
Stellen we ons de aarde, met al wat'
daarop is, voor, ongeveer zo klein, als»
een hazelnoot. Dan js de zon een bal vad
ongeveer 1 M. middellijn. Maar de ster-'
renkundigen vertellen ons, dat er sterren1
zijn, die naar dezelfde verhouding zulke'
grote bollen zijn, dat men een stad als
botterdam gemakkelijk tweemaal on nun
oppervlakte zou kunnen bouwen. Wat is,
daarbij vergeleken de grote aarde, waar
op wij wonen, toch klein.
Eertrand is gemakkelijk over te halen
misschien heeft Herbert hem omgekocht
om vanavond weg te gaan of misschien
hebben ze hem gedwongen, mij te vragen,
met hem te trouwen. Zoo is hij, vervolgde
ze treurig. Je kunt niet van hem op aan..
Ik weet niet, hoe 't zit. Zie je, er was ook
zoo iets vreemds met die uitnoodigingen.
Ze kwamen eerst met Herberts naam er
op, en mijn stiefmoeder trachtte te voor
komen, dat ik ze te zien kreeg. Ze zei,l
dat ze laat waren en dat zij ze mieteen
allemaal had weggestuurd; maar ik vond
er een en toen ik daarmee naar haar
toeging, zei ze, dat het een vergissing
was. Ze had me er niet mee willen lastig,
vallen, door me ssr van te vertellen, en
ze begreep niet, hoe 't gekomen kon zijn;
ze moest zich bij het bestellen door de
telefoon versproken hebben. Maar 't was
nu verbeterd en ze zouden zich haasten,-,
zooveel ze konden en ze meteen van dej
drukkerij verzenden om verdere vertra
ging te voorkomen. Ik trachtte mezelf
te overtuigen, dat alles in orde was, maan
het maakte me toch van streek en ik be
greep ook, dat Herbert het nog niet op
gegeven had al had hij beweerd, dat
hij weg zou gaan. Ik hoopte, dat ik niet,
nog méér narigheid zou krijgen maar
ik had het eigenlijk kunnen weten. Her-
bert heeft nog nooit iets opgegeven
zelfs niet, toen vader nog leefde. Hij;
slaagde er altijd op de een of andere
manier in, zijn wil door te zetten. (W.v.v.)
FEUILLETON
14
Nu, en ik zeg je, dat je er zeken
van kunt zijn, dat hij daar nooit een
woord van gezegd heeft en dat hij hel
nooit zelf onderteekend heeft, of er al-<
althans geen vermoeden van had wat hij
teekende. Ze hebben het hem vast en ze-»
ker laten doen, toen hij niet goed meei}
wist, wat hij deed. Of misschien hebbert
ze zijn handteek-ening wel nagemaakt.-.
Dat schijnt een klein kunstje te zijn, als
je er verstand va,n hebt. Sommige men-»
schen doen het prachtig. Als ik jou was,\
zou ik er geen oogenblik meer over pie^
keren. Als hij werkelijk zóó was, als je
als je hem beschrijft, kon hij onmogelijk,
willen, dat zijn eigen kleine meisje zóó-
iets overkwam, neen, voor niets ter we
reld. Zoo doen echte vaders en moeders
niet. En ik kan 't weten, want ik heb zelf'
een moeder, die gewoonweg een dot is.
Neen, je kunt er staat op maken, dat hij'
er nooit iets van jgeweten heeft, en dat
het wel het laatste was, wat hij ge-
wenscht zou hebben, dat je met zóó'n ke
rel zou trouwen.
O, denk je dat heusch? O, weet je.
dat zeker? riep B-etty, zich aan Jane vast
klemmend, terwijl de tranen over haar
blanke wangen liepen. Ik heb zelf
honderdmaal diezelfde gedachten gehad,
maar ik durfde er nooit aan gelooven.
Ja, ik weet het zeker, zei Jane krach
tig, terwijl ze haar in haar armen wiegde,
juist, zooals ze gedaan zou hebben met'
een klein zusje, dat uit een booze droom
was wakker geschrikt. En nu moet je
eens ophouden te huilen, en daar niet
meer over tobben. Vertel me liever de
rest, als er tenminste een rest is, dan;
weet ik, waar ik me aan te houden heb.,
Wie is die andere man, die j-e wel wilde
hebben? Wat is er van hem geworden?/
Wel, dat is nu juist het vreemde,
zei Betty weer bedrukt. Hij scheen heele-
maal niet in de buurt te zijn, en toen ze
me in dat kleine kamertje brachten en
me koelte toewuifden en water voor me
haalden, kwam er een dokter en liet me
iets ruiken en stuurde ze allemaal in de
gang en ik vroeg hem om Bertrand bij;
me te sturen. Ik wilde hem vragen, waar
om hij niet gewoon bij de geestelijke,
stond, zooals ik verwacht had. Ik hoorde
de dokter in de gang gaan en naar BertJ
rand vragen en toen hooirlde ik de stern-
van mijn stiefmoeder zeggen, dat Bert
rand er heeliemaal niet was en dat hij
naar de kust was vertrokken, en iemand
anders zei „Sssssst!" en ze deden de deur
dicht. En ik was zoo angstig, dat ik op
stond en alle deuren probeerde, tot ik