W. Wm* TWEEDE BLAD TEXELSCHE GOURANT Steun aan de Schapenfokkerij op Texel Over drinkwater voer het vee op Texel. Hoe Texel in 1813 de Franschen verdreef. Woensdaq 16 Nov. 1938 mill urr onze taal-tuin. mm In de hoop, dat nog meerderen met denkbeelden aangaande bovenstaand onder werp voor de dag komen, wil ook de ondergeteekende gaarne over deze kwestie iets zeggen. Het schijnt mij in de eerste plaats drin gend noodzakelijk, dat ook voor de schapenfokkerij en -houderij zoodanige regelingen worden getroffen, dat de be oefenaren van het vak een behoorlijk bestaan hebben. Wij kunnen daarbij wachten (misschien te lang) op de Regeering, doch wij kunnen zelf ook alvast iets doen. Bij het bezien van het vraagstuk, moeten wij ons voor oogen stellen, dat er de laatste 12' 2 jaar wel iets is veranderd. Engeland eerder onze grootste afnemer is als afzetgebied voor schapenvleesch vermoedelijk voor goed verloren gegaan en het is zeer de vraag, of de export naar Frankrijk, welke het laatste jaar van weinig beteekenis was, weer zal toenemen. Behalve een weinig export naar België, zijn wij dus bijna ge heel aangewezen op de binncnlandsche markt. De verkoop van een aantal fok- dieren naar het buitenland heeft op het algemeene prijsniveau geen invloed. Het is zeer de vraag, of hierin voorloopig ver andering komt. Mijn advies zou dan ook zijn: Wacht niet op wat de Regeering zal doen. Speculeer er niet op, dat het beter zal worden, doch begin met de bedrijven op wat ruimer basis te plaatsen door daartoe ge schikt grasland tot bouwland aan te leggen en enkele koeien meer te melken. De Heer Hin zegtDe teeltregelingen bij varkens en rundvee hebben nog zoo slecht niet gewerkt, doch ik zou willen zeggen: Wanneer bedoelde teeltregelingen voldoende hadden gewerkt en het nuttig effect door invoer van buitenlandsch vleesch weer niet was verstoord, zou het met de schapenfokkerij en -houderij ook in orde zijn Het is toch o a. zoo, dat de varkens- mesterij van de 6 jaren „steun" alleen in 1937 voldoende winst heeft gegeven en toen was de schapenfokkerij ook loonend. Resumeerende kom ik tot de conclusie, dat wij niet moeten vragen om allerlei nieuwe regelingen, doch moeten bevorderen, dat de bestaande regelingen zoodanig worden toegepast, dat automatisch de schapenfokkerij voldoende gesteund wordt en verder de bedrijven zooveel mogelijk aan de gewijzigde omstandigheden worden aangepast' Alkmaar, 15 Nov. '38. J. SIJP. VAN DER VELDE. De man, die uit protest tegen de bui- tenlandsche politiek van het Belgische Kabinet is afgetreden al voorzitter van de Belgische Arbeiderspartij. RECENSIES. Illllliiiaiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiii'iiiiiaiiiiiinllllll BUITENLEVEN. Herwig's maandblad voor zelftuinieren en natuurgenot. Uit gave A. J. Herwig, Bussum. De No vemberaflevering bevat o.a. een interes-i sant artikel van Tine de Wit: „Planten >n de sombere tuinen"; een verhandeling °ver Escallonia's, door J. H. Meyer, Q. P. Bronkhorst geeft een beschouwing °ver enkele, prachtige, bloeiende wortel gewassen, A. J. Herwig schrijft over Babvrozen en gemengde tulpen. Dit is slechts een greep uit het vele, dat dit keurig verzorgde, met fraaie foto's ver luchte maandschrift zijn lezers biedt. De wo deskundige geleide rubriek „Vragen en antwoorden" slaat zeker niemand over. Abonnementsprijs f2.50 per jaar. ||||||iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiii| IN HANDEN DER LAMA'S. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiillllll 31. „Luister goed", fluisterde Jan weer. „Als we willen ontvluchten, zullen we de lama's moeten overrompelen. Toen ik binnenkwam, zag ik achter de troon een deur, welke op een kier stond. Aan de buitenkant kan ze met een grendel wor den gesloten. Ik vermoed, dat achter deze deur een gang is, die o_p het grote plejn uitkomt en wel ongeveer tegejiover de rotsgang. De wachters zullen we wel moeten neerslaan. Het moet gelukken, vooral daar we sneller kunnen lopen dan de lama's in hun lange gewaden. Ik zal mijn kleed in de gang dadelijk afwer pen". De lama's keken met aandacht toe, maar door niets lieten Jan en zijn vader blijken, wat ze afgesproken hadden. 32. De mannen begonnen ongeduldig te worden. „Zou het nieuwe opperhoofd zijn pl'oht verzaken Jan liet hier echter; niets van merken. Vader fluisterde terug: „Uitstekend, jongen. Het plan is uitvoer baar. Het grote plein zal wel uitgestor ven zijn, want alle mannen hebben zich voor 't gerechtsgebouw verzameld. Moed houden, jongen". De kalme, aanmoedi gende woorden van zijn vader deden Jan goed. Hij was zenuwachtiger dan hij zou willen bekennen. „Ik zal nu een kleinet toespraak houden, om het volk tevreden te stellen. Als ik roep: „Nu", rennen we naar de deur". Zijn vader knikte nauwelijks merkbaar. Jan stond op en be gon „zijn volk" toe te spreken. VEREENIGING VOOR BEDRIJFSVOORLICHTING VOOR DE LANDBOUW OP TEXEL. Naast goede voeding is de voorziening van goed drinkwater voor het vee van groot belang. Heel dikwijls wordt dit uit het oog verloren en maar gedacht, dat het er met het water niet zoo nauw op aankomt. Toch is dat geheel mis en lijdt men onbewust soms groote schade, door dat er aan het drinkwater iets hapert, ln Friesland was op een bedrijf van 3u koeien het drinkwater niet zoo 't hoorde. De koeien produceerden hier in vier ach tereenvolgende jaren 3211 —3193 3141 3435 Kg. melk per jaar over de heele stal gerekend. Toen werd de drinkpuj verbeterd en ae nu volgende vier jaren gaven deze cijfers: 4112 4954 4817 4901. Vooral die groote sprong om hoog in 't jaar, dat de put verbeten) werd, is opvallend. Wie lust heeft in re kenen, becijfere eens even, wat hier pen jaar verloren ging. Wij lieten via de B.V. van Texel water onderzoeken en ontvin gen o.a. van een bedrijf de hier afge-i drukte brief ONGESCHIKT VOOR HET VEE. Hiermede berioht ik u, dat het onderzoek van het monster water door u ingezonden en afkomstig van een boerderij, waar men het vorig jaar nogal last ondervond van diarrhee onder het rundvee, zeer ongunstig is uitgevallen Bac teriologisch is het water zeer sterk verontreinigd: er komen veel ver vloeiende en gasvormende organis men in voor, terwijl het ook van wege de chemische samenstelling NIET geschikt is als drinkwater voor het vee. Het water bevatte n.l. tamelijk veel ammoniak en voorts zéér veel nitriet, nitraat en sulfaat. Het zoutgehalte bedroeg 582 mgr. per liter Een zoutgehalte van 582 mgr. per liter is riet hoog. Op verschillende plaatsen in. Noord-Ho! and wordt water aangetroffen, met 400050C0 mgr. (zeewater bevat on geveer 12 gr. per liter). Dit is echter zoo hoog, dat het niet meer als drinkwater voor het vee geschikt is. Goed zuiver DEN HOORN LATE AARDBEI. Een dezer dagen smaakte mw. Kok- Duinker het genoegen uit haar tuin nog een rijpe aardbei te plukken. Om het plantje tegen nachtvorst te beschermen, was het de laatste tijd onder glas ge plaatst. LEZING IN ONS HUIS. Zaterdagavond half 8 zal in Ons Huis door officier-vlieger S. A. Snep een le zing worden gehouden over de Marine, luchtstrijdkrachten, waarschijnlijk toege licht met lichtbeelden en met bij de luchtvaartdienst in gebruik zijnde voor werpen. OUDESCHILD DRUKTE IN DE HAVEN. In het eind der week was de haven overvol. Vele schepen lagen in lading of lossing, zoodat de schuiten op onge wone plaatsen moesten worden gemeerd. VOOR HET EIGEN GEBOUW. De trekking van de verloting ten bate van het Eigen Gebouw is bepaald op a.s. Zaterdag. Nog enkele loten zijn ver krijgbaar. drinkwater (leidingwater b.v.) bevat prac- tisch geen zout. Van zoo'n brief schrik je. Zulk drink water is erg duur al kost liet oogen- schijnlijk niets. Wat moeten zulke dieren verzwakken, die dagelijks een flinke dosis laxeermiddelen in hun water krijgen. Ge volgen. Lage melkopbrengst, laag vetge halte, slechte groei, ziekten, sterfte HOE HET ZIJN MOET. We kunnen hier een opsomming geven van wat noodig is voor goed drinkwater. U heeft daar echter weinjg aan, want u kunt het toch niet onderzoeken. Hoogt tstens kunt u wat in een reageerbuisje ver koken. Er mag dan maar heel weinig, aanslag in het buisje achterblijven. En dat zegt u dan nog zoo weinig. Goed waten is kleurloos en reukloos. Toch geeft wat, bruinachtige verkleuring (ijzer) dikwijls niets. Het beste water zult u krijgen uit diepe wellen aan de voet der duinen en ook elders, waar die wellen liggen, onder ondoorlatende lagen in de bodem., Altijd is verkeerd: mesthoop of beerput, stalvloer of iets van die aard dicht bij de welput. Een put dient ondoorlatende; wanden te hebben. In het land houde men drinkputten diep en schoon en ook drink- slooten. En twijfelt men maar eenigszins, aan de kwaliteit van het water, dan laat men het even onderzoeken. Een bood schapje naar de Landbouwschool en Lap komt om een monster. Moeite heeft u er niet aan, en 't is toch zeer veel waard Van belang op stal is ook, dat het drinkwater niet van te lage temperatuur is. Koeien, die veel droog voer krijg n, kunnen per dag wel 30 L. drinken In, voer en drinkwater nemen koeien soms wel 50 L. per dag op, vanzelf het meest bij hooge melkgift. Zoo'n plomp ijskoud water in de pens tweemaal daags, dat dan in de koe op lie haam stem peratuun moet worden gebracht, kost nogal wat warmte en dus voer. Er is niet beter dan de koe gelegenheid te geven, te drinken, als ze wil (zelf regelende drinkbakjes/ en dan water op staltemperatuur. E.v.d.B. |lllllll:lllllll!ll!lll!!|llllllli!lllllll!llllllllllllllllllllllllli|llllllllll|i|lllllll||l!| HOE LAAT IIIIN1IIIIUI1II ||||||iiiiiiiiiiiiiiii!iiii!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'ii!iiii!!iiiiiiiiiii:i!iiiiini|[;||| TEXEL-DEN HELDER v.v. Op werkdagen: Van Texel: 5.45; 7.45; 11.20; 2.35; 5.35 Van Den Helder: 6.45; 10.-; 12.35; 4.20: 7.05. Op Zon- en feestdagen: Van Texel: 7.45; 11.20; 5.35. Van Den Helder: 9.10; 12.35; 7.05. DAT HAAL' JE DE KOEKOEK. Deze uitdrukking, die een sterke bevestiging aangeeft, is eigenlijk een soort vervloe- kings- of bezweringsformule. De koekoek was oorspronkelijk een aan Donar of Thor gewijde vogel, later, in Christelijke tijd, werd hij aan de duivel gewijd of stelde hij soms de duivel zelf voor. De uitdrukking beteekent dus: Als het niet waar is, wat ik (wat jij) zeg (t), moge de duivel me (je) halen. 5.) Wegens de smokkelarij, waarmee ook Texelaars zich wel bezig hicldien, was in de nabijheid van „De Blauwe Slenk" een douanevaartuig geankerd. Alle in 't Vlie binnenkomende en naar de Zuider zee opvarende vaartuigen, ook de vis- schersscheepjes waren verplicht bij het douanevaartuig aan te leggen, om te wor den onderzocht. Indien er belastbare ar-, tikelen aan boord waren, moest daarvan aangifte geschieden en belasting worden betaald. Wee dengene, die zich aan over treding schuldig maakte. De gesmokkel-' de waren werden met het vaartuig ver beurd verklaard, terwijl de overtreder in de kerker moest boeten. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen wer den de Franschen, trots al hun streng heid, toch meermalen 0111 de tuin geleid. Enkele vaartuigjes kwamen wel eens later aan, dan op de pas was toege staan. Dan spande 't voor de schippers aan 't kantoor van de roode officier te Nieuweschild. Gewoonlijk werden wind stilte, tegenstroom of mist als redenen van vertraging opgegeven. Wist zich de schipper er echter niet al te best door td redden, dan werd de scheepsjongen met' de pas gezonden en dan moest zulk een knaap iets verzinnen, dat aid verontschuldiging aannemelijk kon geacht worden. Sommige jongens hadden het in die kunst ver gebracht. Toch waren er ook van die onbeholpen knapen, onder, die zich er minder goed wisten door te redden. Meermalen liepen zij dan een tuchtiging op van de roode officier, die er met zijn stok gevoelig kon opranse len. 't Was derhalve zeer verklaarbaar, door dit alles de haat tegen de vreemde) ovenheerscher en uitbuiter van dag tot dag toenam. Vooral onder de visschersbevolking,, van huis uit vrije mannen, die van jongs- af ile vrijheid met volle teugen hadden genoten, werd allengs sterker gemord. Zelden kozen zij door de Texelsche zee gaten hun weg, omdat het binnenkomen met sluikwaren daar nagenoeg tot de on mogelijkheden behoorde. De forten toch waren langs de Heldersdhe kust wel be wapend en de oorlogsvloot ter reede van Texel en in de zeegaten hield een waak zaam oog op de Engelsdhen en op alles, wat met hen in betrekking kon staan. Voor de visschers echter was het raad zaam dubbel waakzaam te zijn. Kon de Engelschman hen in zee te pakken krij gen, dan werden zij van de vangst be roofd, terwijl ook aan boord bevonden sluikwaren voor goede buit werden ver klaard. Zij, die zich uitsluitend op de schel- visdhvangst toelegden, wat in de herfst en gedurende de wintermaanden het incest loonend was, oefenden hun bedrijf bij voorkeur uit tijdens mistig weer. Dan waren zij in open zee tamelijk veilig voor aanslagen van Engelsche zijde. Dit vis sollen gaf aanleiding 0111 met mistig weert te zeggen: „Nu is het goed schelvisch-; weer", welke uitdrukking nog in onze tijd gebezigd wordt, zonder dat iedereen de oorsprong er van kent. De visschers van Texel's Oosthoek, die de sluikhandel uitoefenden, voeren bijna uitsluitend langs de Vliereede naar de Noordzee. Ook zij begroetten vaak het mistige weer als een bondgenoot, die het moge,ijk maakte bij het binnenkomen met de smokkelwaren ongemerkt langs het douanevaartuig bij „De Blauwe Slenk" te kunnen doorsluipen. Langs allerlei geulen, en kneeken. alleen b.ii de visschers be kend, wisten zij gewoonlijk naar de Zui derzee te ontkomen. Dan poogden zij te Medemblik, Enkhuizen en Hoorn de ge smokkelde goederen met ruime winst van de hand te doen. Een der stoutmoedigste sluikhandelaars was schipper Vlaming. Hij had een handlanger gevonden 111 de Volendammer botvisseher. bij de visschers bekend onder de naam van „Lange jaap". Deze botvisseher kwam een paar malen per week te Amsterdam, om er zijn bot te verkoopen. Daar hij nooit benoorden Enkhuizen werd gezien, vermoedde nie mand, dat hij met uit 't buitenland af komstige smokkelwaar aan boord 't IJ zou invaren. Toch geschiedde dit gere geld. Elke week bijna nam hij, ter hoogte van Broekerhaven kruisende, smokkel waren over van schipper Vlaming, die in de nacht bij hem op zij schoot. Wel moest dan de winst gedeeld wor den, maar toch verdiende de een zoowel als de ander een flink weekgeld met de sluikhandel. De Texelsche oestervisscher zorgde er steeds voor om in dezelfde naoht weer benoorden Enkhuizen te zijn en ging' dan op een der natuurlijke oesterbankerj korren. Schipper Vlaming wist wel, dat zoo hij al eens later bij 't Nieuweschild kwam,, dan 't verlof op zijn pas toestond, dai er geen bedenkingen werden geopperd, als de roode officier maar een partijtje oesters in ontvangst mocht nemen (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1938 | | pagina 5