5 Krabbels van een gemobiliseerde. t)e Wereld HUIS MET EEN HISTORIE. HACHELIJKE TOESTAND. WAARSCHUWING AAN ZEEVARENDEN. IN KAART POost Pruise ng» \J P p of Bohemen enf (vervolg van le pagina.) Ook wij gaan de hooge trap op, naar de gevangenisLinks de hoek om. We zien een niet beschoten kap. Het is er naakt, ongezellig, tusschen dit oude pannendak. Daar in de rechterachterhoek staat een hokje, net een heel groote kist, nauwelijks twee meter hoog en ongeveer drie meter lang. De vroegere gevangenis: aan de voorzijde een groot aantal zware scharnieren en verscheidene sloten. In de deur en daarnaast een klein raampje. Je kunt er je hoofd amper doorheen steken. Door zoo'n raampje werd het voedsel aangegeven... De deur wordt geopend. Het is er haast pikdon ker wanneer ook het venstertje aan de achterzijde gesloten is. Door dit venster kijkt men uit over de flinke tuin en de daarachter staande boomen. Dat dit gevang ook inderdaad als een meerdaagsch gevang dienst deed bljjkt uit het feit,, dat er een krib staat. Voorts wordt de meubileering door een rust- bankje in de hoek en een soort tafeltje gecompleteerd. Het interessantst zijn de wanden: Overal zijn in het hout namen uitgesneden. De meesten begrijpen we niet, doordat er niets dan medeklinkers achter elkaar staan. Andere daarentegen laten niets aan duidelijkheid over. Zoo b.v. 'Simon C. de Wijn.... Verscheidene malen staat het er. Soms' in fraaie krul letters. Die Simon was zeker een groote vlegel in liet oog van de Schout. Of ferde hij te vaak en te veel aan Bacchus, ging hij zonder jachtvergunning op pad Stroopte hij in het heldere maantje. Liet hij zich beleedigend uit over het Firan- sche juk? Wie "zal het zeggen...,'' Maar men liet het meestal niet bij het inkerven v,an zijn naam. Er werden ook allerlei figuren uitgesneden, een schip, een vogel, het hoofd van een man, mis schien de caricatuur van de dchout zelf? Tenslotte, en dit is niet het onbelangrijk ste, zien we heel wat jaartallen: K.V.M. 1833, HBA 1839, enz. De nagels, waarmee de gevangenis in elkander geslagen is, moeten met de hand zijn gesmeed. Oude documenten, betrekking hebben de op de geschiedenis van dit huis, schij nen niet meer te bestaan. Wel is er nog een verkoopacte in het bezit van de heer C. Keijser Hz. Dit betreft de verkoop door de gemeente aan de fam. K. Het is wel jammer, dat alle, bij dit huis be hoord hebbende voorwerpen, verdwenen' zijn. Er is alleen nog maar een geldriem. Tot zoover ons relaas over het be faamde huis in de Waalderstraat. Zijn er onder onze lezers misschien, die nog meer huizen-met-een-historie weten Huizen, waarover nog niets of weinig is gepubliceerd? Het komt ons interes sant voor, daarvan het wel en wee in onze kolommen vast te leggen, alvorens er van de geschiedenis te veel te loor i$ gegaan. J. OUDESCHILD. BRANDSPUIT PROBEEREN. VOLKOMEN MISLUKT. Zaterdag werd hier voor de derde maal als onderdeel van de luchtbeschermings oefening de brandspuit geprobeerd. Even als de vorige malen liep het op een vol komen mislukking uit. De manschappen waren zeer in hun sas, dat de oude slan gen door nieuwe waren vervangen en waren overtuigd, dat de oefening thans wel zou slagen. DoCh het oude vehikel, minstens eenige 'honderden jaren oud, dacht er anders over. Het is zoo ver gekomen, dat de spuit water gaf, doch met deze prestatie was het ook voor goedi afgeloopen. Het bovenstuk kwam geheel los te liggen en toen ten slotte zoo goed en zoo kwaad als het ging, ver holpen werd, ging de zuiger kapot. De aligemeene opinie was, dat het ding geen repareeren meer waard is, daar ook de zuigpomp de kwalen van de oude dag begint te vertoonen. Het zal tijd worden, dat OudesChild eindelijk de beschikking krijgt over een behoorlijke pomp. De ani mo J>ij het bedienend personeel raakt totaal zoek, daar men nu inziet, dat hulp bij brand met dit instrument uitge-. sloten is en er niet veel voor voelt om zich bij voortduring belachelijk te ma ken. In deze critieke tijd is goed blusch- materiaal stellig dringend noodzakelijk. B. BUITENLAND. Griekenland. Op Lemnos zijn bij een bioscoopbrand 40 personen gedood, 80 gewond. Roemenië, tn Susak gingen een op slagplaats, drie wagons ruwe olie en twee wagons benzine door brand verlo ren. Schade plm. 2 millioen dinar. Oslo-staten kwamen te Brussel tot volledige overeenstemming over de maat regelen, welke op handelsgebied dienen te worden genomen. De soldaten van het leger te velde mo gen hun kantonnementen niet verlaten. Men wil in deze benarde tijd zeker de mannetjes direct bij de hand hebben. Doch de gedachten der soldaten reiken verder dan de grenzen der kantonnemen ten. De een verlangt naar vrouw en kin deren, de ander naar zijn „zoet" meisje, dat hem juist nog een prentbriefkaart heeft gestuurd met een mooie meisjes kop er op, en een derde vraagt zich af, of zijn plaatsvervanger de zaken wel goed waarneemt. Als de berg niet tot Mohammed komt, dan moet Mohammed maar tot de berg komen. De boerderijen, de kapperszaken, de melkwijken kunnen nu eenmaal niet naar de kantonnementen komen, doch de vrouwen wel. En die komen Zondags dan ook in grooten getale. Het is een tweede mobilisatie. De treinen en bus sen zijn stampvol met vrouwen. Ze zit ten zelfs bij de conducteur in de goede renwagen. In dichte drommen trekken ze de kantonnementen binnen, meisjes nog, en moeders met drie, vier kinderen, met zich voerende koffers, pakjes, karrebie- zen, leverworst, sigaren, potjes jam, een zoete regen, die over het leger neervalt. Schroomvallig stappen de vrouwen de boerenschuren en. schoollokalen, waar 't leger na de vermoeienissen des daags op stroo rust, binnen. Verbaasd kijken de kinderen naar al die vreemd gekleede GEMEENTE TEXEL De Burgemeester van Texel waar schuwt zeevarenden, dat de zeegaten van Texel en Terschelling onveilig zijn we gens de vele drijvende mijnen. De noodige voorzichtigheid moet, in het bijzonder des nachts, in acht wor den genomen. Texel, 13 September 1939. De Burgemeester van Texel, KAMP. De heer A.T. v. Veen doet ons toe komen dit uittreksel uit het ont werp van een 3e brochureMars diep c.a. Over het Zeegat van Texel, Waddenzee, Afsluitdijk en Dollard. De Afsluitdijk is er; wie hoqpt niet, dat hij blijft afsluiten, tot in lengte van dagenZoo zij het. Maarmen mag niet verwachten, dat zijn aanwezigheid geen grootere voorzie ningen na zich zal slepen, dan enkel de dijksverhoogingen, zoo dig thans zijn be ëindigd. En dan rijst in de eerste plaats de vraag, of Friesland voldoende beveiligd is. Wat de gang en de stand van zaken rond het Marsdiep betreft: Zooals op pag. 13 in de brochure 1929 is aange geven, was het Schulpengat voorlangs Huisduinen, aangewezen om een zeer ongunstige verbreeding of(en) verdieping te ondergaan. Het strand daar is nu totaal verdwe nen; Huisduinen is geen badplaats meer en zal het ook nooit meer worden. De Zuidoostkust van Texel vraagt na de sluiting van de Zuiderzee steeds groo tere sommen voor de uitvoering der wer ken tot behoud van de onderzeesche oever. In 1905 moesten aan het Horntje de eerste zinkstukken worden gelegd, en on danks de millioenen, daar en aan de kop van de Stuif dijk in het water ge worpen, wordt de toestand onder water steeds hachelijker. De algemeene onder gang van deze werken is thans aanstaande. De stroomgeulen Oude-Vlie en Doove- balg worden telkenjare een weinig die per en breeder, want de naastliggende platen belemmeren een vrije afloop van vloed- en ebstroom van en naar het Marsdiep. Dat deze zandplaten nu nog een water scheiding vormen, heeft tot gevolg, dat het Eierlandsche Gat meer eb-water dan ooit moet verzetten en daardoor wordt de Noordoost-punt van polder Eierland zoo aangetast. Men staat thans voor de keuze: af wachten wat de getijstroomen zullen uit richten; het Eierlandsche Gat vergrooten en voorloopig het Marsdiep niet veel zwaarder te belasten of het Eierland sche Gat wordt te eeniger tijd ontlast bij doorbreking van het Oude-Vlie. Beide gevallen zijn alleen te ondervan gen door de aanleg van de ontwerp-dam Texel-Friesland thans met een zijverbin ding naar de Vliehors, deze niet hoo- ger dan H.W. - A. T. VAN VEEN, OUD-OPZICHTER van de Waterstaat. mannen, naar ae geweren, de helmen, de gasmaskers, de ransels. Hier slaap ik, zegt vader, terwijl hij naar zijn legerstede wijst. Moeder en de kinderen gaan bij hem in het stroo ziften. De verrassingen worden uitge stald. Kijk eens, man, een stukje heerlij ke kaas, een potje boter, drie schoone flanelletjes. En wat sigaren. En een pak je van kleine Marie: „Voor pappie". Ze heeft het er zelf op geschreven. Jantje heeft vaders veldmuts ongezet. Z'n kopje is er heelemaal in verdwenen. Piet wil met vaders geweer spelen, maar dat gaat niet. Afblijven, Piet, anders vliegt er een kogel uit. Piet schrikt er van. Wanneer de zaken zjjn geregeld, gaan vader en moeder met de kinderen wan delen. Een stuk stroo prijkt nog aan moeders rok. De kinderen snappen er deze dag niets meer van. Wat doen hun ouders toch vreemd. Ze houden eikaars hand voortdurend stevig vastgeklemd, ze praten maar en kijken elkaar herhaalde lijk in de oogen. De café's in het dorp zijn alle beze(t met soldaten en hun vrouwen of meis jes, eventueel verloofden. De vrijgezellen onder de militairen drinken aan het buf fet glazen bier en maken grappen. Mis schien ook wel probeeren ze het gevoel van eenzaamheid, dat een rnensch soms overvalt, weg te lachen. In het hooge gras zitten de grijsgroenen met hun we derhelft. Het lijken wel verliefde stel letjes van negentien. De boeren klagen over het platgetrapte gras. Alleen de koeien, in bijbelsche rust, trekken zich van de zaak niets aan. De kok met zijn witte muts op heeft zijn jongste op de arm. De officieren ziften op het ter ras van het grootste dorpscafé, in gezel schap van hun dames. De Burgemeester is er ook bij. Hij geeft een rondje Hij weet, wat de militair toekomt. Een jon ge luitenant speelt piano. Z'n verloofde is niet gekomen. Slaat hij daarom zoo hard op de toetsen Hij speelt: Rosen aus dem Stiden. Als de avond valt, wordt het vrouwen- leger gedemobiliseerd. Vele kussen en handdrukken bij de bushaltes, aan de haven en op de stations. Hou je maar goed. Schrijf je gauw man? Geef Cortje 'n zoent" 'van me. Ajuus dan. Het leger is mannelijk en flink, doch deze Zondag is het verteederd door de lach der vrouwen en klare kinderoogen. In de stampvolle bus en in de treincou- pé's sluiten de vrouwen vriendschap. Ieder voelt wat er in de ander omgaat. Allen zijn één. Ze zijn soldatenvrouwen. Zij brengen de grootste offers. Leve de sol datenvrouwen Zoo denkt niet de dikke mijnheer, die blijft zitten, terwijl twee vrouwen in de coupé moeten staan. Andere pas sagiers lezen hem echter gauw de les. In de kwartieren zijn de gesprekken der soldaten levendiger dan anders. De gedachten zijn nog bij de vrouwen en de kinderen, en het overvolle gemoed wil zich uiten. Bovendien doelen de ka meraden, die geen bezoek hebben gehad, in de goede gaven. De tlmboer, die uit het verre Gronin gen komt, zegt deze avond niet veel. Hij is een opgewekte soldaat, doch deze dag, nu zoovelen wat hun dierbaar was bij zich hadden, is het hem wat te mach tig geworden. Hij denkt aan zijn vrouw, die zijn zaakje alleen moet drijven en aan zijn drie kinderen. Ze kon niet bij hem konien. Ze heeft het te druk en boven dien ontbreekt het reisgeld. Als de compagnie is ingeslapen ligt onze tamboer nog wakker, met de han den onder het hoofd. Hij hoort de gere gelde ademhaling van zijn kameradenen de voetstappen van de schildwacht bui ten. De nacht duurt voor hem tergend lang. De volgende morgen heeft de facteur een groot pakket uit Groningen voor de tamboer. Er zit een stuk ham in, an dere etenswaren en een blikje sigaren. En bovendien een met potlood geschre ven brief, duidelijk de sporen van kin derhanden dragende. Onderaan staan drie krabbeltjes: hartelijke groeten van Geert, Jan en Marie. Nu lacht de tamboer weer. Dit stukje werd geschreven, toen van een verlofregeling nog geen sprake was. DE STRIJD IN POLEN. Sneller dan men had aangenomen zijn de Duitschers in het Westen van Polen opge rukt. Reeds is de Corridor overschreden en de verbinding met Oost-Pruisen een feit Corridor zou voor de Polen gevaarlijk ge weest zijn, wijl geen enkel leger, zelfs wanneer het uit millioenen manschappen zou bestaan, zich lang in een zoo smalle zone, als de Corridor is, zou hebben kun nen handhaven. Daar komt nog bij, dat Polen aan zjjn Westgrens geen verdedigingswerken van den aard van een Maginotlinie of Westwai bezat. Men had steeds gemeend, dat de grenzen het best beschermd waren door Tegenw. ryksgrens Vroegere rijksgrens koningsbergen G Elbing pMarienbo CreudenzV, t v:?\ Lomschg^ Böfow Mös/in o Allen$fe/'n Mevtfemn o Przasnysz, GccJhwoiv o kiokm»/ o j Pu/fusk oHohensalza P/ock Posen SCHAU aiJifurt °Lodz Tomaszoyv Rude ïg.Kolis'ch deun Radomsk Me/Ce o 0TscAenstoc/iau Llegnitz o RegwtOecg ïBeutfien *6j(attowifz ej»rtz% Roobo rakau oBielitz TodK/t r. Suche Lgv ,-s o Meumsrkb j. r"V/ 30 ito Moravie oltruna. 0 W A IJ E geworden en aan de meer Zuidelijke fron ten zijn de Polen er niet in geslaagd de Warthe-stellingen te behouden en gingen de plaatsen Ostrowo, Krotosjin en Lissa in Duitsche handen over, evenals de plaats Neuburg ten Noorden van Graudenz en de stad Wadowice, 35 km ten Zuiden van Krakau. Intusschen behoeft men zich over dezen snellen Duitschen opmarsch niet al te zeer te verwonderen. Militaire deskun digen zijn het èr steeds over eens geweest, dat groote oorlogsoperaties aan de Duitsch-Poolsche grenzen ongunstig voor Polen zouden zijn. Ook een krachtiger verdediging van den de natuurlijke hindernissen: de hooge ber gen der Karpathen, moerassen, meren en wouden. Zuilen de Duitschers ook verder in een zoo snel tempo kunnen marcheeren? Zeker is, dat het Poolsche wegennet thans veel beter is dan in 1914, wat natuurlijk aan de gemotoriseerde afdeelingen van het Duitsche leger ten goede komt. Daartegen over staat echter, dat deze wegen over vele rivieren met smalle bruggen, die alle on dermijnd zijn, loopen. Waar deze gecon centreerd zijn, is natuurlijk een geheim, maar men neemt aan, dat er b.v. bij Lem- berg heftig zal worden gestieden,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1939 | | pagina 2