MAGGI helpt de huisvrouw ook in dezê moeilijke tijd LONGWORMZIEKTE. Maggi's Bouillon, Aroma, Soepen en Jus bij Uw winkelier normaal verkrijgbaar. MAGGI5 POULET-SOEP MAGGI5 BLOEMKOOL SOEP OEN BURG VERDUISTERT. HUI GEMEENTE TEXEL. Illllf ijjilliiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiniiiiiiniiiiiiniiiiniiiiiillllll WEGEN. Burgemeester en Wethouders der ge meente Texel brengen der openbire ken nis, dat Gedeputeerde staten vai Noord- Holland bij hun besluit va» J November 1939 no 52 O' <-.n.eur ng hebben ver-, aan het op 2 October 1939 genomen. 1duit van Hoofdingelanden van den pol- I der Eierland, strekkende o.m. tot het aan- koopen van J. H. Geus van een ge deelte van het perceel, kadastraal be kend gemeente Texel, sectie 1, no. 629 (nieuw) groot ongeveer 130 M2. voor den prijs van f50, zulks ioor het aanleggen van het nieuwe wegiak ter afsnijding van. een scherpe bocht in den Postweg. Het besluit fan Gedeputeerde Staten ligt gedurende dertig dagen na heden ter gemeente-secetarie voor belanghebbenden, ter inzage. Texel, 16 November 1939. Burgem. en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, JONKER. XAMP. Een schapenziekte, welke enorme schade veroorzaakt, maar waarte gen met sucoes kan worden opge treden. Vele schapenhouders kennen de ver schijnselen dezer ziekte onder him lam meren maar al te goed. De koppel verreweg het grootste gedeelte „doet" het minder goed. De dieren hoesten en de verwachte groei blijft achterwege, ja, ze gaan zelfs hard achteruit. Vooral wanneer de koppel hollende naar de bak komt, zien we duidelijk, dat voor verschillende lammeren deze kortt inspanning teveel van hun ademhaling vergt. Ze blijven achter om eens flink uit te Kunnen hoesten, waarbij ze de kop naar voren strekken en eemgszins wijd beens gaan staan. Wanneer nien de lammeren nauwkeu rig gadeslaat, komt men al heel gauw tot de ontdekking, dat het niet dezelfde dieren zijn, welke een hoestaanval krij gen, maar dat steeds verschillende die ren het doen. Hier is sprake van een BESMETTE KOPPEL en niet, zooals hier en daar wel eens opgemerkt wordt: „er zit een enkele hoester onder" Alleen de graad van besmetting kan verschillend zijn. LONGWORM-ZIEKTE Deze naam zegt ons reeds iets omtrent de verwekker. Het is een WORMPJE, dat een leng te heeft van 2 a 3 c.m. en een dikte van een dunne draad, is wit van kleur en sterk bewegelijk, wat zich heel duide lijk laat demonstreeren wanneer we de longtakken openknippen tot aan de long toppen. Hoe kleiner de vertakkingen, des te meer wormpjes treffen we aan. WAT DOEN DIE WORMPJES HOE KOMEN ZE IN DE LONGEN Er zijn oude schapen, welke zonder dat ze er zelf last van hebben, drager zijn en blijken van longwormen. Dit nu heeft tot gevolg, dat het schapenland in meerdere of mindere mate wordt blootgesteld aan een besmetting met longworm- eieren. De lammeren worden slachtoffer der uit de eieren der oude schapen gekomen larven. Deze nu worden via net gras opgenomen en komen in de maag en de darmen der lammeren te recht. Het larfje, dat inmiddels al vol wassen worm is geworden, doorboort het darm-slijmvlies en laat zich door mid del van de bloedstroom naar de longen voeren. Hier aangekomen nestelen ze zich in de fijnste vertakkingen der long- takken. Zij voelen zich nu geheel op hun gemak en de gevolgen blijven niet uit. Duizenden eieren worden er gelegd, wel ke zoo nu "en dan een hevige kriebeling geven, wat tot direct gevolg heeft, een noestprikkel, waardoor de eieren naar boven worden gehoest. Dit hoestslijm nu dat vol eieren zit, slikt het dier in, de eieren komen dus weer terecht in de maag en darmen en verlaten, al of niet een diarrhee veroorzakend, liet lichaam. Ge durende deze reis vormt zich in liet ei een larfje. We vinden danook, wanneer wede ontlasting der lammeren onder de microscoop (vergroot 700 maal) onder zoeken, een aantal eieren, waarin zich een levend larfje kronkelt. Dit larfje nu gaat eenige malen vervellen en is ten slotte weer in staat om opnieuw een lain te besmetten, enz. We krijgen danook eei' strijd van het lichaam van het lam tegen de vreemde indringers. De resultaten zijn zeer verschillend, daar de graad van be smetting en ook de weerstand der lam meren zeer uiteen kan loopen. ZWOEGERS. Er zijn bepaalde ge vallen, waarbij het eerst lijkt, of het lichaam de strijd zal verliezen (vermage ren, hoesten, diarrhee), maar plotseling, komt er een ommekeer en liet lichaam overgroeit zijn vijand (door b.v. goede voeding, enz.), maar niet zonder ach terlating van longgedeelten, welke in ern stige mate verwoest zijn, zoodat deze gedeelten hun normale functie in het ge heel niet meer kunnen verrichten. De schadelijke werking uit zich pas veel later, n.1. in de vorm van de U welbe kende „zwoegers". Een zwoeger is dus een schaap, dat op oudere leeftijd last gaat krijgen van de 111 zijn jeugd opgedane gedeeltelij kg longvernielingen, welke niet meer her steld zijn. Een gedeelte houdt de strijd tegen de wormen niet vol, wat tot gevolg neeft, dat ze waardeloos worden, daar 't te allen tijde achterblijvers blijven. Het kan ook zijn, dat ze al spoedig sterven. Andere, gelukkig het grootste deel der aangetaste dieren, overgroeien bij EXTRA voe ding de besmetting. PractisCh "alle voe- 'dingsstoffen, welke het lam noodig heeft, worden door het lichaam gebruikt om zich van zijn indringer te ontdoen. U begrijpt: al krijgt zoo'n lani EXTRA voe ding: deze mag niet als „extra" worden beschouwd, maar als hoogst noodzakelijk om hem, on danks de longworminfectie in stand te houden. Gij kunt nu ook wel met mij eens zijn, dat van aangetaste lammeren zonder be handeling in deze tijd van voedsel- schaarschte al bitter weinig terecht zal komen. De lammeren kunnen we het volgend jaar in 3 groepen verdeden, n.l. a. de totaal genezen dieren, welke dus geheel „wormen"-vrij worden, daarnaast b. die ren, welke genezen, maar niet „wormen"- vrij worden, (dus dit zijn de gevaarlijke dieren, welke de besmetting op een be drijf gaande houden), daarnaast c. de enkele dieren, welke „zwoegers" worden. In verband hiermede zal bij velen de vraag opkomen, hoe het toch komt, dat er gesproken kan worden van speciale ge deelten van ons eiland, waar altijd zwoe gers voorkomen en streken, waar de schapenhouders practisch, ondanks het feit, dat daar ook longworm voorkomt, geen zwoegers op hun bedrijf kennen. Dat komt zoo: joor herstel van long weefsel heeft het lichaam speciale stof fen noodig, n.l. bepaalde vitaminen en een aantal mineralen. Deze stoffen, waaronder vitaminen A en 0.1a. koper een belangrijke rol schij nen te spelen, zouden in die z.g. „zwoeg- slreken" óf in 't geheel niet óf in mindere mate in de plant of bodem aanwezig zijn. Daarnaast speelt, zooals bij vele ziekten een erfelijke aanleg (in ons geval erfelijke zwakte om longvernielingen te herstellen) een belangrijke tot nu toe weinig opgehelderde rol. BESTRIJDING DER ZIEKTE: Van een „bestrijding" van de ziekte moet eigenlijk niet behoeven te worden ge sproken. Voorkomen is de hoofdzaak. Voorkomen nu is op papier haast niet mogelijk, laat staan 111 de practijk. We zouden moeten beginnen met de besmet ting vau het land door de enkele oudere schapen, welke eieren in hun ontlasting hebben, tegen te gaan, Daarnaast be smette weiden braak laten liggen. En zoo zijn er wel meer plannen op papier te maken, welke echter geen practische toepassing kunnen vinden. De tot nu toe meest doeltreffende bestrijding is gebleken te zijn: Doodt de wormen in de longen, Dit heeft tot gevolg, dat de dieren, van een plaag verlost zijn. We zien dan reeds na korte tijd, dat ze weer beginnen te groeien en hjjn achter stand probeeren in te halen. In de laatste jaren zijn diverse midde len geprobeerd, vooral in die streken van Europa, waar het een ware plaag was geworden en vrijwel overal is gebleken, dat een 2-malige inspuiting practisch afdoende is. Deze methode bestaat uit het inspuiten der longwormdoodende olieachtige vloei stof in de luchtpijp, wat tot gevolg heeft een langzaam maar zeker zakken der vloeistof naar alle fijne vertakkingen der longtakken. Daar kan ze haar longworm doodende werking naar hartelust botvie ren. N,a 6 a 7 dagen wordt deze inspui ting herhaald om de rest van de long- ivormen te vernietigen. Dierenarts H. KOENS. 6 ct. p. tablet voor 2-3 borden 8 ct. p. tablet voor 2-3 borden Een goed geslaagde oefening. Woensdagavond half 9. Volkomen duis ternis. Een sirene gilt, auto's toeteren. Dan doodsche stilte. Alle menschen ver duisteren. Met gordijnen, zwart papier, verduisteringslampen, of door alle licht te dooven en naar bed te gaan...H. Ieder een doet zijn best om te zorgen, dat zijn huis geen sprankel licht uitstraalt. De heeren Gocnga, gemeenteveldwachter en S. de Waal, vrijwilliger van de Luchtbe schermingsdienst, stenden mij toe mee op inspectie te gaan. Wanneer je zoo van de helverlichte kamer naar buiten kwam, kon je eerst niets zien. Maar langzamerhand wende dat. Het was een mooie avond. Zoo nu en dan, wanneer de wind de wol ken had weggeveegd, kwamen er een paar bleeke sterren te voorschijn. In de Waalderstraat zagen we een huis, dat niet voldoende verduisterd was. Even aanbellen. Weet u wel, dat het vanavond ver duisteren is? - Ja, natuurlijk, maar straalt er dan nog licht uit? Ja, komt u maar eens kijken. Hé ja, ik zal het vlug veranderen. Goedenavond. Nu gingen we weer verder. In de Molenstraat was geen enkel lichtje te bekennen. Wanneer we niet hier en daar de radio hadden hooren spelen, zouden we gedacht hebben, dat alle men schen al naar bed waren gegaan. Daar kwamen wielrijders. Een blauw lichtje floepte aan. Het waren de mili taire controleurs. Heeft u nog wat gezien? Nee, bijna overal is voldoende ver duisterd, heel wat beter dan vorige keer. Op de Steenenplaats zagen we weer wat bewegen. Wij er heen, want het was verboden om gedurende de verduistering CAUSERIE—W. H. LAP. In het Algemeen Militair Tehuis. Interessante biezonderheden over Japan. Voor een tachtigtal militairen heeft de heer W. H. Lap Dinsdagavond in het Algem. Militair Tehuis in de Julianastraat een interessante lezing gehouden over Japan. De voorz. van het bestuur van het Te huis, de heer A. Goedhart, sprak een openingswoord, waarin hij de aanwezigen namens de commissie hartelijk welkom heette; hij sprak er tevens zijn voldoening over uit, dat „onze jongens" in zulk een grooten getale waren bijeengekomen. De heer Lap weer erop, dat hij Japan had uitgekozen, omdat dit land nu weer in het teeken der belangstelling staat. Als kapitein op een vele duizenden ton nen groot koopvaardijschip heeft spreker de wateren in het Verre Oosten tallooze malen doorkruist niet alleen, maar ook heeft hij vele malen voet aan land gezet om zijn drang, intensief kennis te maken met de voor ons, Europeanen zoo verrassende, indrukivekkenJe en vaak ook onbegrijpelijke zeden en gewoonten en wat daar verder mee in verband staat, te bevredigen. Nu vaart de heer Lap al verscheidene jaren niet meer: Na een loopbaan, vol variatie, waarin Neptunus en Fortunaeen voorname plaats innamen, een leven waar in hij .zwaar en verantwoordelijk werk heeft verricht. (Wie twijfelt aan de moeite en tegenslagen, welke een kapitein van een groot schip ontmoet?) zette hij voor gced koers naar Holland, naar Texel, waar ja altijd weer graag naar temgkeert, wanneer je wieg daar stond. En hij voelt zich wel, te midden van de schapenwal letjes, maar..... zet de heer Lap een „boom" op over Japan en China..... dan gaat hij daar geheel en al in op. En al merkte de heer Lap bij het begin van zijn lezing op, dat „de zeeman geen geboren spreker is", 'hij heeft er veel slag van om zijn gehoor te boeien. Spr. voer op een boot van 12000 ton. Het was geen zeld zaamheid als hij 1200 passagiers meenam. Voorts had hij het commando over 134 man equipage, scheepsvolk van allerlei landaard. Verschillende rassen, verschil lende gedachten, maar. aldus spr., het harmonieerde altijd best. We gingen eerst terug tot de tijd van de veroveringen door de vvitmenschen, de zonne-kinderen, die helaas al te vaak on- menschelijk oplraden en daardoor al spoe dig „de witte barbaren" werden genoemd. Was het wonder, dat vooral Japan, een .dreigende houding ging aannemen? Het mag tot onze eer worden gezegd, dat de Hollanders daarentegen wel in een vrij goed blaadje stonden. Ons werd vergund op het eiland Decima 'n handelsbasis te stichten, terwijl de overige landen, ook Amerika, buiten de deur werden gehou- op straat te komen. Toen wij er vlakbij w aren, bleek het een hond. Ja, in het ver duisteringsreglement stond niet, dat er geen honden op straat mochten. Dus lie ten we hem met rust. Even verder een huis, dat niet donker genceg was. De veldwachter belde aan. U hebt niet genoeg verduisterd, juf frouw. Komt u maar eens kijken. Zoo'n dood licliie; zoutten de vlieg tuigen daar nu wel op letten? We hebben toen zoo secuur verduisterd, was het ant woord, Maar ik zal het veranderen, hoor. Ja, doet u dat, want zoo meteen ko men we nog even kijken. Verderop hoor den we haar nog mopperen. Komen er nog vliegtuigen boven Den Burg om te kijken of er van uit de lucht nog wat te zien is? vroeg ik de' veldwachter. Nee, was het antwoord: Deze keer niet, maar er staan een militaire en een burgerwacht op de tonen. In de Emmalaan waren ook nog een paar lichten te zien, maar dat werd vlug veranderd. Een licht kwam waarschijn lijk uit een bovenraam, dat we duidelijk zagen. Van de Emmalaan uit leek het in de Gravenstraat te zijn, maar toen we in de Gravenstraat kwamen, konden we het nergens vinden. Plotseling ging er een straatlantaarn op. Het was nog lang geen tien uur, een vergissing blijkbaar. Nu begaven we ons ergens op een wei land, om de huizen van achter te kunnen bekijken. Een paard werd in zijn avond rust gestoord en ging galoppeerende er van door. Ook hier vandaan was geen lichtje te bekennen. Daar sloeg de klok tien uur. De' controleurs gingen tevreden naar hun wachtlokaal en uw verslaggever naar huis. En boven al dit kleine tnenschelijke ge doe hield de Groote Beer beschermend zijn 7 lichtjes, als spotte hij met onze verduistering. J-B. den. Tenslotte brak Amerika hier door. Dit bracht de Japanners in het biezonder niet in een ongunstige situatie, want al spoedig waren zij er van doordrongen, veel van de blanken te kunnen leereu. Ja, zij bleken al gauw meesters in het imiteeren te zijn en reeds in 1890 was Ja pan een natie geworden, waarmee reke ning diende te worden gehouden. Vijftig jaar geleden reeds sprak men van „het gele gevaar". Zelfs het uitgestrekte Chi na, dat in 1895 Japan een oorlog op drong, aldus spr., wilde niet vechten, zelfs dat China werd door Japan terdege afge straft; het moest het eiland Formosa af staan. Een kostbaar stukje grond van wege zijn kamfer en thee. Toen had Ja pan de smaak te pakken en dra legde het ook beslag op het tegenover Formosa gelegen gebied met Amoi als centrum. Daarop trok de Stille Ooeaan Japans aandadht: Het werd benauwd voor de Russische beer, die zijn klauwen al verder begon uit te slaan. Japan vatte al zijn inoed samen en riep hem een vastberaden halt toe. Oorlog.... Na een verbitterde strijd wist Japan de Russische macht hier klein te krijgen. Geen wonder, dat toen ook de Europeesche landen zich met het geval gingen bemoeien enhet gevolg daar van was, dat Japan zich met Port Arthur moest tevreden stellen. Japan is arm aan bodemschatten. Goud be^it het nagenoeg nfet, ook geen petroleum. De landbouw was de hartader. Toen men ook in Japan steeds meer geld noodig had voor mili taire doeleinden, en het de landbouw was, die aan de mouw werd getrokken, kwam de armoede. De landbouwende bevolking kon het niet langer bolwerken en vele be drijven gingen ten onder. Veel rijst moest tenslotte worden ingevoerd, het land zelf verarmde. Al is de Japanner een knap imitator, het „made-in-Japan" kan toch niet, wat kwaliteit aangaat, tegen de oor spronkelijke artikelen op. De laatste jaren is er dat weet iedereen een wijzi ging ten goede gekomen, maar het land is er nog lang niet bovenop en met kunst en vliegwerk alleen weet men de zaak te laten draaien, en het zal nog verschei dene jaren du-en alvorens de landbouw er zoo intensief zal worden als hier. Met behulp van een lange reeks lan taarnplaatjes, vertelde spreker over hef leven in Japan. Het zou ons te ver voeren hier de vele wetenswaardigheden te be- heschrijven. Zelfs de heer Lap kwam tijd te kórt. (immers zou hij ook China behan delen, doch dit deel moest worden uitge steld tot een volgende lezing). Slechts Hongkong werd in vogelvlucht genomen. Aan het slot van zijn met belangstelling gevolgde causerie, mocht de lieer Lqp een hartelijk applaus in ontvangst nemen. De heer Goedhart dankte spr. in een gloedvolle speech, waarin hij tevens de hoop uitsprak, dat de heer Lap nog meer lezingen zou willen houden. Nu, daar toe zal de heer Lap stellig bereid zijn. J. VAN OVER DE GRENS. DE TOESTAND IN OOST-AZ1E. Terwijl de spanning in Europa voort duurt, ook al wordt er weinig gevochten, gaan de dingen in Oost-Azie hun gang., Japan zou de handen vrij hebben, indien de twee mogendheden, waarmee liet in de eerste plaats te maken heeft, Rusland en de Vereen. Staten, evenzeer in be slag waren genomen als Engeland. Maar, dit is niet het geval. Zij hebben beide nog maoht genoeg over om druk op Japan uit te oefenen. Die druk wordt voor Japan een gevaar, doordat dit land zich heeft gestoïcen in het Chineesche avontuur en, nu haast moet maken om dit te beëindi gen. De Amerikaansche druk is economisch, van karakter. Op 26 Juli heeft president Roosevelt het handelsverdrag met Japan opgezegd. Dit verdrag loopt, bij een op zeggingstermijn van 6 maanden, dus 26 Januari a.s. ten einde. Japan moet dan een nieuw handelsverdrag gesloten heb ben, want het ontvangt een deel zijner voornaamste grondstoffen uit de Vereen. Staten. De regeering te Washington eischt echter daartegenover, dat Japan de politiek „van de open deur" in China, herstelt, dus van zijn positie van mono polie, die het daar aan het opbouwen is, afziet. Het zou hierop neerkomen, dat, Tokio vrede sloot met Tsjiang Kai-sjek, de leider der centrale Chineesche regee ring, op diens voornaamste voorwaarden,, of althans de positie der mogendheden in het Verre Oosten erkende. Elk dezer twee voorwaarden zou voor Japan een nederlaag beteekenen. Om aan deze noodzaak te ontkomen kan Japan twee dingen probeeren. Het kan trachten naar vrede met China door Wang, Tsjing-wei, de tegenpartij der nationale regeering tot hoofd eener nieuwe Chi neesche regeering te maken en dan ge inj n 1 BOERINNENBOND „Madame Curie" en „bivakmutsen onze soldaten". Dit waren, waarde lei de twee belangrijkste onderwerpen van eerste wintervergadering van de afd. Ti van de Boerinnenbond, die Dinsdagav in de landbouwschool is gehouden. Dezie eerste wintervergadering van seizoen was een goed begin. Er heers te een gezellige stemming en er werd iheele avond aandachtig geluisterd, voorzitster, mevr. Kamp, opende de g-adering. Spr. verheugde zich in de go opkomstMevr. De Vries—Steutel het beroemde boek van Eve Curie i het leven van haar moeder besprei Mevr. Kamp zag Madame Curie als figuur, die door haar taaie volhardir haar voornaam leven een steun zou nen zijn voor vele mensdhen in moeilijke tijd. Toen begon Mevr. De VriesSt haar leerzame, rustige, in het begin wel 'heel rustige lezing „over het Madame Curie". „Het is buitengewoon moeilijk", a spr., „om het boek van Eve Curie te tiseeren. Dit komt, omdat het een boel dat door een dochter over haar mo< is geschreven. Het zou toch wel j eigenwijs zijn, wanneer wij zouden i gen, dat de eigen dochter het leven I haar moeder niet goed heeft beschrif en dat wij het beter wisten." DaarJ heeft mevr. De Vries zich dan ookl paald tot het navertellen van het b Madame Curie, die in de heele schaafde wereld bekende en vere vrouw, werd als Marie Slodowski in len geboren. Haai- jeugd is van grool vloed op haar later leven geweest, stenen van haar zeer beminde moedi van haar oudste zusje, de financieele gen van haar vader leerden haar a jeugdige leeftijd de hardheid van Ir ven kennen. Op school viel ze op haar helder verstand en haar liefde Polen, dat toen onder Russische 1 schappij stond. Zoo groeide ze op, eerste van haar klas deed ze het t examen .gymnasium. Daarna zou ze g gaan studeeren, maar, daar in Warsi de meisjes geen college konden loo en Marie geen geld genoeg had om ij Parijs te gaan, ging dit met. Toch vj ze er iets op. Eerst zou ze geld veulier dan kon haar zusje in Parijs gaan stiu ren; daarna zou Marie naar Parijs g en zou het zusje geld verdienen. Zoo schiedde en na eenige jaren van I werken haalde zij de doctorstitel. In tijd is ze met een Fransch geleerde Pi Curie getrouwd. Madame Curie vind! een nieuw element, het radium, uil men met haar man werken ze vele i onder armoedige omstandigheden on radium af te scheiden. Na 4 jaar g het hun om een tiende gram van kostbare stof aan de verwonderde g< den van heel de wereld te laten zien. sterft Pierre Curie. Dat is een ont/aj lijk verlies voor zijn echtgenoote. wordt benoemd tot professor en krija halve Nobelprijs. In 1934 is Madf Curie overleden. MADAME CURIE. daan zien te krijgen, dat de mees nalistische Chineezen van Tsjang afvallen en zich oin die nieuivi joedgezinde regeering te schare mede is Tokio al een tijd bezig, is nog altijd niet veel kans op, d nationaal-bewuste China zijn le trouw wordt. In de tweede plaats kan Japi naast probeeren tot een accoori men met de beide groote moge van het Europeesche vasteland: land en Rusland. Want in dat g er kans op zijn, dat Japan de gi ten. die liet van de U.S.A. nood althans voor een deel van die tv krijgen (en verder uit Zuid-Am Ned.-lndié b.v.). Ook hiermee bezig. De onderhandelingen met sen schijnen op te schieten, alth lotow, Stalins minister van bu schc zaken, heeft onlangs in z gewag gemaakt van de verbetert betrekkingen tot Japan. Maar of voldoende zal zijn om de Japai geering de handen vrij te geven i zoowel wat betreft de centrale van Tsjiang Kai-sjek als de wi mogendheden, moet men afwach moedelijk is Rusland wel bereid steunen in zijn strijd tegen de E en Amerikaansche concessies, i liet van Tokio eischen, dat het Kai-sjek ontziet. Van zijn kant probeert Engel; in door Frankrijk gesteund) de J ♦och nog voor een politiek var nm" met de ivestersche mogen winnen. Het zal zijn garnizoer Noord-China terugtrekken, en zal dit ook doen. Maar Tokio is ni£t geneigd dit gebaar te beanW door grooter tqgemoetkomendheiq Japansche troepen te Tientsin he tegendeel de afsluiting om de tt concessies nog strenger gemaakt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1939 | | pagina 2