TEXELSCHE COURANT BLOEIMAAND. Pinkstervuur, Zaterdag 11 Mei 1940 Tweede blad No. 5444 52ste Jaargang DE DAG VAN DE MEIERBLIS. m Uitgave N. V. Boekhandel en Drukkerij v. h. Langeveld en De Rooij Den Burg Telefoon 11 Meierblis PaaschvuurMei- vuur. Hoe u het ook noemen wilt een buitengewoon mooi gebruik is het, dat we in eere moeten houden. Voor de kinderen is het een zaligheid om naar zoo'n vuur te kijken en het aan te po ken. Het is alsof de vlammen een ge heimzinnige taal spreken, alsof het, knetteren wat te vertellen heeft. Het vuur zinkt in, schijnt te sluimeren, maar dan herrijst het opeens en wint het in omvang en kracht. De oude Grieksche wijsgeer Heracli- tus had geen ongelijk, toen hij het vuur nam als beeld van het eeuwig worden de leven, waarin niets bleef en alles zich bewoog. Het vuur is het verterende, het vermeiende, maar ook het louteren de en warmende, ook het lichtende. Ook onze rijpende jeugd heeft het ideaal van het vuur vastgehouden en in haar kampen laat zij des avonds de vlammen van het kampvuur hoog op flakkeren en bij het vuur worden de mooiste en schoonste verhalen verteld en de schoonste besprekingen gehou den. In het vuur ziet de mensch de geest, die verteert maar ook verwarmt. Verteren en verwarmen! De eeuwige levenstaak! Want altijd heeft het leven afbraak nooóig. Er is genoeg, dat afge broken moet worden. Een oude en zieke maatschappij zou het worden, wanneer men daarin het vuur niet meer laat branden om de vooze rommel kwijt te raken. Een slappe jeugd zou het zijn, wanneer ze geen plezier meer zou scheppen in het vuur, dat het onduld bare verteert. Maar nog een hoogere taak heeft het vuur. De zonnegloed moge schroeien, hij is toch allereerst het koesterende; hij doet toch allereerst groeien en bloeien. De Pinksterweelde, die zich rondom ons spreidt, houdt de zonnekracht en het zonnelicht gevangen in het groen van weide, het blad en in de kleuren der bloemen. Het is gemetamorphoseerd in het gejubel der vogels en het schittert als zilveren spiegeling op onze slooten en plassen; het geeft ook de armsten onder ons de stemming van groote rijk dom als zij zoo in de weelde der natuur kunnen opgaan. Dat is de taak van de zon en het vuur: warmte, licht en leven geven. Dit is zinnebeeld voor het men- schelijk leven. Wie geestdriftig is, wordt gedreven door de geest. Die geest kan hem in opstand doen komen, maar in :'A werkelijkheid drijft hij hem naar het nieuwe ideaal en de nieuwe bezieling. Geestdrift beheerscht en vervormt het j leven, verheft de mensch boven zichzelf. Vereering en bewondering leven in elk menschenhart. In ieder kan het Pinkstervuur nog opvlammen. Wij, be- woners van „de lage landen bij de zee'raken niet gauw in vervoering, dur- ven onze geestdrift niet licht te uiten daar schamen velen zich voor. En toch L al mogen we er nimmer het hoofd bij verliezen de groote impulsen komen uit het hart en geen groote dingen kun nen gebeuren, wanneer het Pinkstervuur van de geestdrift niet gelaaid heeft. Wij moeten ons voor iedere goede zaak moeite en inspanning willen ge- troosten. Wij moeten, elk op onze wijze, lich tende zonnefakkels zijn in deze duistere wereld. Zuiverder zullen die fakkels lichten en langduriger zal hun gloed stralen naarmate de geestdrift op edeler doeleinden is gericht en door sterker overtuiging wordt gevoed. PINKSTEREN 1940. NOG HOUDT DE OOBLOG AAN. Wat oorlog aan het Westlront verwoestteI„ ieder mensch zijn een dier en een engelwie he( doe] van het leven begrijpt, zal niet rusten, aJvorensde engel het dier ten onder heelt gebracht. Strijd met het zwaard des gees- tes!" iiiiiiüiimilium llllllllllll VOOR HOOFD EN HART. Illllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiullllll ZONDAG Elk karakter kan niet meer geven dan het heeft. MAANDAG. Veel menschen komen ons pas nader, als zij ver weg zijn. DINSDAG. Het is beter glimlachend te verliezen dan schreiend te winnen. WOENSDAG. Wij zouden over menigeen anders denken als wij over hem dachten. DONDERDAG. Door onbillijk te zijn jegens ouderen, zijn wij ook onbillijk tegenover onszelf. VRIJDAG. Wij dragen de schuld onzer tijden De schuld van het onrecht dat wast, Wij moeten de menschheid bevrijden En beuren haar bittere last. ZATERDAG. Het leven is als een groot boek met raadselen, die wij zoo goed mogelijk moeten oplossen. Elke oplossing ver groot onze kracht, elke ergernis ver kleint ze. ORANJEBLOESEM. Twee oranjsbloesemknopjes Van een prille lieflijkheid, Twee Prinsesjes, zonnestraaltjes In een zorgenvolle tijd. Kleine arqelooze kleuters, Ver van strijd en wereldbrand, Wei-beschut en wei-geborgen In de schoot van Nederland. Maar hoe zou het anders kunnen: De Prinsesjes dragen saam Het „Geluk"en ook de „Vrede" Immers in hun eigen naam! Prinses Beatrix, Irene, Kleutertje en wiegekind, Weest verzekerd van de liefde Die Gij in ons harte vindt. ||||||iiiiiiiiiiiiliiillillliiiliiiliilliiiiiiiiiiiililiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiii,iliiiiin|||||| VAN OVER DE GRENS. ||||||llllll|||lll!llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll!llllllllllllllllllllllllllllllll|||||| SCHERPE CRITIEK VAN LLOYD GEORGE. In een scherp artikel in de „Sunday Picturial" heeft Lloyd George de Brit- sche expeditie naar Noorwegen gekwali ficeerd, niet slechts als een blunder doch als een fiasco. Dit fias.o is volgens hem te wijten aan het grenzeloos geknoei dat tot nu toe geschied. Hij eischt dan ook terstond wisseling in de oorlogsleiding; dit alles aldus nog steeds Lloyd George kan een ramp voorkomen. Hij somt achtereenvolgens da fouten op die Engeland gemaakt heeft: nalatig heid toen de Duitschers hun luchtmacht gingen uitbreiden, het in de steek laten van Tsjecho-Slowakije en Polen, het stu ren van een totaal onbelangrijke figuur naar Moskou ter onderhandeling met de eerste minister van zulk een machtige staat. De climax evenwel aldus George is deze expeditie naar Noorwegen, die noodzakelijk een fiasco moest worden omdat Duitschland door bliksemsnel han delen een slag voor was. George herhaalt tenslotte de dringende eisch tot drastische wijzigingen in de or ganisatie en de leden der oorlogsleiding. Ook Garvin, een der bekendste voor standers van Chamberlain, eischt wijzi ging der regeering. Medewerking van de Labourgroep, de liberalen van Sinclair en Lloyd George is noodig, aldus deze publicist. Nu d<4expe ditie tegen Drontheim en Namsos is mis lukt worden alle krachten ingezet tegen Narvik. Hoe de strijd daar verloopt, is nog niet duidelijk. Roeros is door de Duit schers na bombardement heroverd. Garvin zegt van deze strijd bij Narvik nog dit: Men meene niet, dat deze Nar- viktactiek de eenvoudige oplossing is. Te zeer zijn de toestanden in Zweden en in Noorwegen gewijzigd door de terugtocht der geallieerden. Zweden aldus Gar vin is verbitterd en ontsteld. Meimaand, bloeimaand. De natuur bloeit. Net als de belastingbetaler, die in deze eerste dagen van de nieuwe maand zijn aangifte-biljet thuis krijgt (met verwaarloozing van mr. Marchants beschaafd spraakgebruik, dat dit werk woord anders uitspreekt maar of men moet „bloeien" met een i of een d zal de meesten wel koud laten). De boomen krijgen nieuwe bladeren. En Sijmen-Betaal tooit zich eveneens met nieuw onbeschreven blad, waaraan het dringend verzoek is vastgehecht om het binnen een bepaalde termijn juist en volledig inhoud te geven, op straffe van ten hoogste zes maanden gevangenis of 1000 gulden. Het is een onliefelijk nieuw lente-geluid, en de vogels, die hun Mei- ei harmonischer leggen, zouden ervan schrikken. Maar zóó plegen wij hier het rekenplichtige voorjaar in te zetten. Mei maand, bloeimaand! De zakelijke staat is nu eenmaal een on-romantische fi guur. Hij verplicht de Nederlander, die van een min of meer vast loon of be scheiden salaris leeft, zich in de jeug dige voorjaarszon het hoofd te breken met koude en stroeve, ambtelijke en voor de argelooze -en niet al te zeer ge fortuneerde leek vreemdsoortige be grippen, zooals uitkeeringen op com mandite, boekjaren, vorige kalenderja- ïen, onzuivere opbrengsten, burgerlijke maatschappen en nog veel meer. En hij verplicht hem aan de belastingambte naar tal van inlichtingen te geven over zijn meest delicate gezinsverhoudingen. Geen kruiswoordpuzzle kost het Neder- landsche volk elk jaar zooveel hoofd brekens. En menige lyrische lente-avond wordt zuchtend besteed aan het jaar- lijksche offer-ritueel in dienst van de fiscus. Gelaten buigt Sijmen het gehoor zame hocfd, terwijl de fiscus de groote snijmachine instelt en de dikte bepaalt van de plakjes, welke hem van 't veege lijf zullen worden afgenomen. Meimaand, bloeimaand! De burgerzin bot onder hoogdruk uit en onze zin voor kleurenrijkdom handhaaft zich, want nauwelijks zijn de roode en gele tulpen geplukt of onze straten blinken van de bekende blauwe enveloppen, gedragen naar de brievenbussen van Nederland, 'n azuren apotheose van gedisciplineer de offervaardigheid. Naderhand is er dan wel gelegenheid om in en buiten 't parlement, de staten, de gemeenteraden en wie er verder als ijverige „uitgevers" in aanmerking komen, genoeglijk over de besteding na te kibbelen. Ook op de fiscale zomer volgt een herfst, ter afkoe ling. Natuurlijke cirkelgang! De cijfers op Sijmens papier worden wel eens kleiner, maar het biljet waarmede ten slotte de aanslag op hem wordt ge pleegd, vertoont steeds zwaardere la ding. En bij alles blijft het tekort op de begrooting maar groeien! EEN VULPEN, die DEUGT, Geeft LEVENSLANG vreugd. U vindt ze als steeds in ruime keuze in BOEKHANDEL PARKSTRAAT - Tel. 11 MET SPANNING WACHT MEN AF Met spanning wacht de heele wereld nu twee politieke beslissingen af: le wat men in het Engelsche Lagerhuis zal doen en wat het resultaat van Roosevelts vre despogingen wordt. Het Engelsche Lagerhuis moet de cri- tiek, die uit de openbare meening opkomt in practische politiek omzetten: Deze cti- tiek geldt het oorlogsbeleid in het alge meen De Engelschen zijn, na het echec in Noorwegen, er aan gaan twijfelen, of de regeering wel doortastend genoeg is. De vijand, die Engeland moet bestrijden, toont gedurig, dat hij het initiatief weet te behouden en nu verlangt 't Engelsche volk, ook van zijn regeering een moedig initiatief. In hoeverre dit verlangen ge rechtvaardigd is, kan men niet gemak kelijk uitmaken. Want de strategie van het Kabinet hangt samen met zijn opvat tingen over de binnenlandsche politiek. Dc regeering heeft van het begin van de oorlog af er op gerekend, dat Engeland 't zou winnen door de blokkade op verre af stand en niet door zich te ver vooruit te wagen en zich daardoor aan een neder laag bloot te stellen. Zij was er van over tuigd, dat Duitschland het maar een be perkte tijd zou kunnen uithouden. De vraag rijst, of deze overtuiging NU NOG te handhaven is. Indien het Lagerhuis meent van niet, zal het een andere regee ring eischen. Maar kenners van de toe stand zeggen, dat ook nu weer Chamber lain het zal halen. Want het eigenlijke doel van de oorlog is: het handhaven der instellingen en vrijheden van het westen; een al te doortastende oorlogvoering ech ter stelt deze vrijheden in de waagschaal want zij eischt een organisatie van het land, die op een totalitair bewind zou neerkomen. Dit wil de Engelschman niet. Vandaar zijn hoop op een succes na lan ge tijd. een verwachting, die hij met de meerderheid in het Kabinet gemeen heeft Fragment uit „Schimmenspel" door D. L. DAALDER. Waarom we ieder jaar die Meierblis branden? Doodeenvoudig: het is altijd zoo geweest en zal wel zoo blijven. We weten van onze vaders en grootvaders, dat die het leerden van hun voorouders en dus zetten wij de traditie voort. Vader beweert, dat het een oud heidensch feest is maar wie bekommert zich daarom? Het is leuk en dat is voldoende Aan de heidenen hebben we.evenveel lak als aan Burgemeester Strick van Linschoten, die de heele Meierblis wou verbieden. Ge lukkig is hij al gauw als Burgemeester verhuisd naar Beverwijk, waar hij vuile grachten probeert te dempen. Volgens Klaas Duunker noemen ze hem daar nu Schrik van Stinkslooten. Als de vlammen hoog oplaaien, zwaaien we onze aardappel ritsen er in. Ze zijn in een ommezien van buiten zwart ver koold, van binnen gaar als boter. Even dompelen we ze in een slootje dan breken we ze door en eten ze met zout uit een peperhuisjeDe twee diksten bewaar ik voor Moeder die vindt ze net zoo lekker als ik, veel lekkerder dan de aardappels, die ze zelf kookt. Vader haalt er zijn neus voor op, maar die is ook een Burger Steketrekker en geen Oostrender gortbuuk. Van échte Meier- blissen hebben die lui van Den Burg geen verstand; volgens grootvader zijn het eigenlijk geen goeie Texelaars; die wo nen alleen maar aan Oosterend, op Zeu- venhuuzen en op OostMoeder en ik denken er net zoo over; aan Den Burg voel ik me niet op mijn gemak ik ga er schuw door de straten de meeste huizen hebben er bellen, de winkels zijn groot en de menschen praten er „groos". Als de vlammen op het eind van de avond wat lager worden, rennen de jon gens dwars door het vuur. Soms vonken hun klompen, wanneer ze er door zijn die moeten dan net als de aardappels af koelen in 't slootje. De meisjes staan er omheen en bewonderen de helden. Ik mag niet meedoen aan deze gevaarlijke wed strijd Moeder heeft het me nadrukke lijk gezegd vóór ik ging: „Pas op je goed en je gaat er niet deur!" Daarom kijk ik en popelTot ik Stijn Timmer be merk tusschen de andere meisjes. En Freek Dogger, ouder dan ik en mijn medeminnaar. Tot nu toe heeft Stijn mij duidelijk de voorkeur gegeven Freek is maar een visscherman en ik ben de oudste van mééster dat scheelt zóó veel, moet je denken! Maar Freek houdt vol en géén jongen durft als hij. Als een wildeman rent hij door de vlammen, tel kens heen en weer. De meisjes staan star van adoratie, ook Stijn, al slaat ze de handen voor de oogen als Freek weer een van zijn sterke stukjes uithaalt. Ik zie duidelijk, dat ze dan tusschen haar vin gers doorgluurt en huivert van genot. Dat is mij te kras. Ik vergeet moeders gebodIk ken geen vrees meer en dol van jaloezie en heldhaftigheid ren ik net als Freek door het vuur. Ik voel, dat het met genoeg is, ik moet hem overtroeven als ik succes wil hebben. Nu durf ik al les ....ik hink er door. Dat gaat veel langzamer, je kunt gemakkelijk struike len en het is dus véél gevaarlijker. Mijn kleeren en mijn wenkbrauwen zijn ge zengd als ik aan de overkant verschijn. Maar de overwinning is volledig: Stijn kiikt me aan met schitterende oogen en niemand doet het me na, zelfs Freek niet, die zich verslagen voelt. Ik ben de koning van de avond en draag bescheiden mijn triomf. Moeder is echt boos die avond. On danks de twee zwarte aardappelen. Ze begrijpt onmiddellijk, dat ik gezondigd heb en is niet gemakkelijk als ze werke lijk verontwaardigd is. En dat is ze altijd, als we een positief gebod overtreden heb ben. Ik moet onmiddellijk mijn klee ren uittrekken en in de tobbe. Dat is mets bijzonders.iedere 30e April ein digt daarmeeMaar moeder maakt geen enkel grapje.ze informeert hee- lemaal niet naar de lotgevallen van de avond. Stug wascht ze me hals en ooren hardhandig zelfs. En met een kort bevel verwijst ze me naar de bedstee. De deurtjes gaan op een kier, ik krijg géén zoen en ik merk aan de harde klank van de kopjes, dat ze nijdig blijft. En toch kan het me met schelen vanavond Dit is iets, waar moeder ook geen deel aan heeft Over Rika Burger heb ik haar nooit ge sproken, maar ze heeft het geraden.... Van mijn diepe liefde voor Stijn Timmer weet ze mets.en als ze het weet wil ik niet, dat ze er over spreekt. DE HOUDING VAN NOORWEGEN Maandag heeft Koht, de Noorsche Mi nister van Buitenlandsche Zaken, die nu te Londen vertoeft, een aantal journalis ten te woord gestaan en hun in een vraag gesprek mededeelingen gedaan over de politiek, die zijn regeering zal volgen. Hij verwierp het denkbeeld, dat de En gelschen bij hun strijd in de buurt van Andalsnes en bij Namsos de Noren zou den hebben opgeofferd Voorts gaf hij te kennen, dat Noorwegen voortaan aan de zijde der geallieerden staat en dat het, ook al zouden de Duitsche troepen uit 't land verwijderd zijn, zou doorvechten. Anderzijds is het niet de bedoeling van de Noorsche regeering, aldus Koht, Zwe den in de oorlog te betrekken, het wil dit land buiten de ellende laten. Van belang is verder wat hij zei naar aanleiding van de geruchten over ver raad, waardoor Noren het land aan de Duitschers zouden hebben overgeleverd. Hij verklaarde, dat van zulk verraad geen enkel duidelijk bewijs is geleverd. Volgens Koht zijn de Duitschers binnen gekomen, geholpen door het element van VERRASSING, zoodat de voorstelling, als zou er verraad van Noorsche zijde in spel zijn geweest, niet gerechtvaardigd is. Illlll LUCHTBESCHERMING. IHIII HOE KAN MEN ZIJN HUIS AFSCHERMEN XXXVIII Het meest doelmatig geschiedt dit door voor alle vensters (groot en klein, w.c. en zolderraampjes, kelderraam, dakvensters en buitendeurraam, ook voor de brieven busopening) een volkomen ondoorschij nende stof of soort papier aan te brengen Men kan zware overgordijnen nemen, welke, op zij vastgezet, behoorlijk ver over elkaar heen slaan. Men lette er al tijd zorgvuldig op, dat noch aan de zij- noch aan de boven- of onderkant eenig lichtschijnsel te zien valt. Wie dergelijke overgordijnen niet heeft kan rolgordijnen van donkerblauwe stof of van zwart of donkerblauw papier ('t z.g. verduisteringspapier) gebruiken. De rol moet eveneens zoo hoog mogelijk aan gebracht worden, de zijkanten met pu naises of latten vastzetten. Op andere wijze kan men sluiten met stukken bordpapier, die men van oogen voorziet of met platen triplex, die men te voren van gaten voor de spijkers voorziet Deze platen moeten minstens ander halve c.M. over het glas reiken. Aan de bovenkant een breedere strook nemen voor het ophangen. Op het carton of de platen vermeldt U duidelijk, voor welke ramen ze bestemd zijn. Luiken aan de buiten- of binnenkant der ramen vormen een goede afsluiting. Kleine vensters, w.c.-raampjes, glazen dakpannen, enz. kan men donkerblauw verven of van een cartonnen- of triplex- schuif voorzien. Ook muurroosters kan men zoo sluiten.. Let ook op de kieren van deuren en de spleet van de brieven bus. R (38)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1940 | | pagina 5