TEXELSCHE COURANT
Schapenfokdag Texel 1940
52ste Jaargang
Woensdag 7 Augustus 1940
No. 5469
Aangifte voor alle rubrieken
vóór Dinsdag 13 Augustus 1940
DE NIEUWE TEXELSCHE COURANT
ER WORDT GEVISCHT
op Maandag 9 September.
bij den heer J. SIJP, Landbouwhuis, Alkmaar.
Uitgave
N. V. Boekhandel en Drukkerij
v. h. Langeveld en De Rooij
Den Burg Telefoon 11
IS SINDS 1 JULI 1Q30
IN DIT BLAD OPGENOMEN.
ADVERTENTIES: 12 cent per regel;
minimum 5 regels. Eenzelfde adv. voor
vier plaatsingen opgegeven, wordt drie
maal berekend. Vraagt ons zeer voor-
deedig tarief voor neringdoenden.
TEXEL AARTJES: 48 ct. (4 regels, ge
heel met kleine letters gezet, hoogstens
vier; vooruit betaald).
ABONNEMENTEN: f 0.75 per kwartaal;
buiten Den Burg f 1.losse nrs. 4 ct.
POSTREKENING no. 652.
HOOGWATER (ter reede van Texel v.m.)
(nam. ongeveer een half uur later.)
7 8 9 10 21 12 13 Aug
12,43 1,28 1,47 2,39 3.32 4.39 6,01
Aan Zwembad De Schans een uur eerder.
OP 7 AUG. LICHT OP VOOR
RIJWIELEN en RIJTUIGEN 9.50
IN WEEGERSWAAL.
II
Het ontstaan.
Wanneer men 's avonds een kijkje
neemt in Weegerswaal, van oudsher hèt
Texelsche vischwater, zult u er, wan
neer het weer zich daartoe leent, altijd
hengelaars „in actie" zien. En wanneer
is het weer niet geschikt om te visschen?
Dat is ook al weer een van de vele
zoo niet het voornaamste voorrecht van
de vischsport. Visch vang je met elk
weer, merkte een „kenner" op. Een
prachtig water is dat Weegerswaal, een
groote kom, haast onnatuurlijk rond, zoo
dat je het als je niet beter wist, als een
door menschenhanden gegraven vijver
zoudt beschouwen. Weegerswaal behoort
echter tot de vele „weelen en weeltjes"
van het oude Texel. Heel, heel lang ge
leden werd ons eiland door een storm
vloed geteisterd, de voor die tijd zware
dijken begaven het hier en daar en met
donderend geraas boorde het water zich
landwaarts. De geweldige, plaatselijke
zuiging veroorzaakte diepe gaten. Maar
de gewelddadige elementen bleven niet
altijd de baas, de menschen togen weer
aan de slag net als nu de dijken
werden hersteld, zelfs werden nieuwe
gebieden aan de zee ontrukt, de vrucht
bare akkers waren wederom een toon
beeld van vrede. Maar thans nog herin
neren deze „weeltjes" ons aan die tijd
van geweld en vernieling. Dat ze niet in
verval zijn geraakt en nooit dichtgeslipt,
verwondert u misschien, maar. heeft
u eenig idee van de diepte? Het Weegers
waal moet heel erg diep zijn; het is er
gevaarlijk voor wie dat niet weet en
zich te water begeeft zonder de zwem
kunst machtig te zijn.
Een best vischwater.
Een jaar of vijftien geleden was de
vischstand in Weegerswaal beter dan nu.
Het zal daarmee wel zoo'n beetje schom
melen Ons werd verzekerd, dat het aan
brengen van de nieuwe sluis verslechte
ring van de vischstand tot gevolg had.
De visch zou in grooter aantal naar het
Kil zijn gezwommen dan daarvóór. Jam
mer, dat men in het Kil zijn hengel niet
mag uitslaan. Dit is aan jagers van de
vaste wal verhuurd Die komen hier re
gelmatig jagen op eenden, voor wie het
Kil met zijn riet en water en drassigheid
een dorado is. Toch is Weegerswaal nog
een „best watertje" gebleven. Ja, u moet
natuurlijk niet heengaan met de gedach
te: „Ik ga eventjes wat visch vangen".
Men kan er uren zitten en niet het min
ste „bewijs" krijgen van de deugdelijk
heid van dit vischwater. Men kan er
echter ook hoogtijdagen beleven. Zoo
ergens, dan is het wel in de hengelwe-
reld, dat deze spreekwoord geldt: „De
aanhouder wint" en „Geduld is een
schoone zaak". Wie 't hier niet mee eens
is, kan nooit een trouw lid van het vis-
schersgilde worden. Ik voor mij, och,
waarom zal ik het verzwijgen, koop lie
ver een vischje dan dat ik er uren voor
opoffer. Maar ik zeg er bij, dat men in
Weegerswaal ook avonden heeft, waar
op het aas geen moment met rust ge
laten wordt. Op welke avonden dat dan
wel het geval is Zelfs de doorgewin
terde hengelaar tast op dit punt in het
duister, Maar dat is ook juist het inte
ressante, haast mysterieuze van het ge
val. Je kunt niet voorspellen of je met
eea paar prachtige brasems, snoeken of
baarzen thuis zult komen of niet. Dat
juist houdt deze sport hoog en de belang
stelling levendig
Wat ons vischwater herbergt
Wat het Texelsche binnenwater zoo al
herbergt Vrijwel alle soorten, maar
geen zalm of forellen en wel om de dood
eenvoudige reden, dat die hier nooit zijn
gepoot
De hoeveelheid jonge visch in Wee
gerswaal is bijzonder groot. U kunt die
trouwens in alle mogelijke en onmogelij
ke poelen en plassen, kreeken en sloo-
ten vinden.
Hllllllllll GEMEENTE TEXEL.
AANBIEDINGSPLICHT
van waarden volgens de „Deviezen-
verordening 1940".
De Burgemeester van Texel vestigt er in Nederland gevestigde bankinstellin-
de aandacht van belanghebbenden op, dat gen, zijn niet te beschouwen als buiten-
ir.gevolge artikel 9 dezer verordening alle landsche geldswaardige papieren in den
natuurlijke en rechtspersonen, die bin- zin der Deviezenverordening; geldswaar-
nen het bezette Nederlandsche gebied dige papieren in Nederlandsch courant
zijn gevestigd dan wel aldaar kantoor en betaalbaar buiten het bezette Neder-
houden: landsche gebied, dienen daarentegen te
Goud, Edele metalen, Buitenlandsche worden aangeboden, Reismarken- en
betaalmiddelen en Buitenlandsche Hollandmarkenchèques behoeven niet,
geldswaardige papieren, buitenlandsche chèques in vrije Rijks-
welke hun in eigendom toebehooren en marken wèl te worden aangeboden,
een waarde van meer dan f 5.verte- Saldi bij bankiers in het buitenland
genwoordigen, aan de Nederlandsche zijn met te beschouwen als buitenland-
Bank dienen aan te bieden en op ver- sche betaalmiddelen in den zin der De-
langen aan deze te verkoopen en over te viezenverordening en behoeven derhalve
dragen. niet te worden aangeboden. De aanbie-
De verordening verstaat onder: dingsplicht geldt niet alleen voor de
a. goud: Gouden munten (Nederland- waarden vermeld onder a—d, welke hier
sche zoowel als buitenlandsche), fijn goud te lande berusten, doch evenzeer voor
en alliages van goud (onbewerkte of half- zoover deze zich voor rekening van mge-
fabrikaat). zetenen in het buitenland bevinden. In-
Ook niet gangbare munten moeten gezetenen, die na het van kracht worden
worden aangeboden incl. „verzamelstuk- dezer verordening anders dan op grond
ken". Verzamelstukken in den beperkten van een vergunning van het Deviezen-
zin des woords zullen evenwel als regel instituut eigenaar van de onder a—d be
niet, of althans voorloopig niet, worden doelde waarden geworden zijn, zijn ge-
aangekocht. Gouden sieraden, gebruiks- houden deze binnen drie dagen na ont-
en kunstvoorwerpen (horloges, armban- vangst aan de Nederlandsche Bank aan
den, ringen e.a.) behoeven niet te wor- te bieden. Indien de Nederlandsche Bank
den' aangeboden. gebruik zal maken van de gedane aan-
b. edele metalen: Zilver, platina en biedingen, zal zij bij de overname de vol-
platina-metalen (onbewerkt of halffabri- gende prijzen betalen:
kaat). Zilveren en platina sieraden, ge- Baren etc....f 2009.— per kg. fijn
bruiks- en kunstvoorwerpen, behoeven Gouden tientjes f 12,14 per stuk
niet te worden aangeboden. Gouden vijfjes f 6,07
c buitenlandsche betaalmiddelen: Me- 10,dollar stuken f 30,16
taal- en papiergeld, bankbiljetten en Gouden Sovereigns f 14,68
soortgelijke betaalmiddelen, doch geen 20 Frs stukken f 11,62
Reichskreditkassenscheine, aangezien de- 20 Markstukken f 14,36
ze wettig betaalmiddel in Nederland zijn. 20 Scand. Kronenstukken
Buitenlandsche, niet gangbare, zilve- f 16,18
ren munten behoeven, evenmin als Ne- De prijzen voor buitenlandsche mun-
aerlandsche zilveren munten, te worden ten gelden voor posten beneden 100 stuks
aangeboden. De aanbiedingsplicht van per soort; voor grootere posten wordt
zilveren munten geldt alleen voor bui- een prijs betaald volgens netto-gewicht
tenlandsche, die thans nog gangbaar zijn. en gehalte.
In verband met de hiervoor reeds eerder Er is momenteel alleen sprake van een
getroffen regeling geldt de onderhavige aanbiedingsplicht, zoodat het niet nood-
aanbiedingsplicht niet voor Duitsch zakelijk is, dat het goud en de andere
bankpapier. Bankbiljetten, uitgegeven waarden reeds thans bij de Nederland
door de Javasche Bank, dienen te wor- sche Bank worden gedeponeerd,
den opgegeven. Degene, die niet voldoet aan de ver-
d. buitenlandsche geldswaardige pa- plichtingen tot aanbieding van het zich
pieren: Chèques, wisselbrieven, promes- in zijn eigendom toebehoorende goud en
3en en soortgelijke geldswaardige papie- de andere in art. 9 van de Deviezenver-
ren (met uitzondering van coupons, divi- ordening 1940 genoemde waarden stelt
dendbewijzen en effecten) voor zoover zich bloot aan zware gevangenisstraffen
zij niet binnen het bezette Nederlandsch en(of) hooge geldboeten,
gebied betaalbaar zijn en de schuldenaar Texel, 2 Augustus 1940.
geen ingezetene is. De Burgemeester van Texel.
Chèques in vreemd geld, getrokken op KAMP.
De snoek trekt in het voorjaar naar
ondiepe slooten en schiet daar kuit. Een
wijfje van 35 K.G heeft ongeveer 150
duizend eieren bij zich. Dat hiervan een
groot aantal verloren gaat door ande
re roofvisschen, sterfte, enz, spreekt van
zelf.
De snoek is de haai onder de visschen
van het zoete water. Een enkele slag van
zijn krachtige staart en hij schiet als 'n
pijl weg. Ook kan hij onbeweeglijk stil
staan en wee de arme zwakkere water
bewoner, die dan niet op zijn hoede is.
De slokop vermorzelt hem tusschen de
lange rijen puntige dolktanden, zelfs de
tong is daarmee gewapend.
Een snoek van 20 pond
In Weegerswaal zit een snoek, die op
wel twintig pond wordt geschat. Een
ouwe rat, die men nog steeds niet heeft
kunnen verschalken. De heer H.C.A. Kie-
vits heeft hem eenmaal tusschen zijn aas
en de wallekant door zien glippen. Hij
lllllliuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimllilll
VAN OVER DE GRENS
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu!iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiii
DE AANVAL OP ENGELAND.
Langdurige voorbereiding.
We worden met de dag ongeduldiger.
Al meer dan vijf weken zitten we uit te
zien naar de bom, die barsten moet en
niet barsten wil.
Zou dat nu de zenuwoorlog zijn, die
het moreel van de troep even erg kan
aantasten als het eigenlijke gevecht?
Het is zeker, dat niet alleen wij hier
in Nederland, doch heel Europa, ja heel
de wereld en in het bijzonder Engeland
dag en nacht uitziet naar het begin. Ten
slotte moet deze onzekerheid de soldaat
erger kwellen dan de verschrikkelijkste
werkelijkheid, zóó zelfs, dat hij die tien
maal ergere werkelijkheid toch gaat
wenschen.
Geen beter bewijs voor de moeilijkheid
van de aanval op Engeland is er, naar
onze meening, dan deze lange voorberei
ding.
Wat de Duitschers voornemens zijn te
doen, plegen zij tot in de puntjes voor te
bereiden, en vooral bij een onderneming
als deze, waar ondervinding ontbreekt en
waar ook geen enkel voorbeeld voor te
vinden is, is een zorgvuldige voorberei
ding noodiger dan ooit.
De Duitschers weten natuurlijk, dat
met elke dag uitstel de verdedigingswer
ken in Engeland geduchter worden, het
materiaal omvangrijker en de afweer
sterken
glipt er altijd tusschen door. Zoo'n ouwe
schrandere snoek met veel ervaring
lacht om het aas. Hij kan wel honderd
jaar oud zijn, ja, ze kunnen een eerbied
waardige ouderdom bereiken, we lazen
zelfs van wel driehonderd jaar. Zulke
oude snoeken zouden dus nog kunnen
meepraten van de Tachtigjarige Oorlog
Bij wijze van variatie Verandering
van spijs doet happen, zegt het spreek
woord gaat de snoek ook wel op de
rattenjacht. Ja, zelfs volwassen eenden
en waterhoentjes verhuizen wel naar 's
heeren Snoeks niet te verzadigen maag.
De heer Kievits werd eens opgeschrikt
door een geweldig spectakel, geschreeuw
en vleugelgeklap, toen hij aan het ove
rigens zoo stille water van Weegerswaal
zün lijntje had uitgegooid. Hij er op af.
Een oude eend zwom met een aantal bij
na volwassen jongen haastig tusschen 't
riet vandaan De snoek had er liggen loe
ren en hij had helaas succes gehad
Een bijzondere dag, want zijn disch is
maar zelden met een jonge eend gegar
neerd
Engeland moet voor drie kwart
van invoer leven.
Reeds doen geruchten de ronde, dat er
verder mets bijzonders gebeuren zal; dat
de luchtgevechten en de aanvallen op
schepen en havens alleen nog zullen toe
nemen en Engeland op deze wijze na ver
loop van betrekkelijk korte tijd toch aan
het eind van zijn krachten zal zijn. Want
daardoor zal de blokkade tegen Duitsch-
land zijn geworden een blokkade tegen
Engeland, dat voor een blokkade veel
gevoeliger is, daar het voor drie kwart
van de aanvoer van overzee moet leven.
Het is mogelijk, maar niet waarschijn
lijk, Dag in, dag uit, is zoo volhardend
gezongen van „Wir fahren gegen Eng
land", dat die „vaart" naar Engeland
wel niet meer tegen te houden is en trou
wens er is nog geen enkel Duitsch blad,
dat deze opwindende krijgskreet heeft
gestaakt. Dus zal er inderdaad naar En
geland „gevaren" moeten worden, meent
een overzichtschrijver. (Maar met „fah
ren" bedoelt de Duitscher niet verplaat
sing te water alleen! Red.)
Wat is de Engclsche vloot van
plan?
Geen wonder, dat de voorbereiding tijd
kost en met zorg moet geschieden. Er is
inmiddels nog „ergens" een Engelsche
vloot, al wordt ze vrijwel nooit meer ge
noemd en die Engelsche vloot is zelfs
eenige malen sterker dan de Duitsche.
Het is niet aan te nemen, dat bij een
Jerlissende aanval op het eigen land, die
vloot zich zou blijven schuil houden.
Of houdt zij zich met opzet schuil om
die hetzelfde zijn als in 1939 (de rubriek een-jarige ooien wordt ge
splitst in viertallen van denzelfden en van verschillende vaders), moet
met vermelding van de no's der in te zenden dieren geschieden
KORENMIJTEN.
De Burgemeester van Texel brengt op
uitnoodiging van den Secretaris Gene
raal, waarnemend hoofd van het Depar
tement van Binnenlandsche Zaken het
volgende ter algemeene kennis:
Door de kans op luchtaanvallen met
alle gevolgen van dien, is het thans niet
zonder gevaar al te veel mijten op één
zetplaats bijeen te brengen. Naar de
praktijk reeds heeft uitgewezen, kunnen
bij gebreke van genoegzaam brandblusch-
materiaal te velde, door één brandbom
groote hoeveelheden graan verloren
gaan.
Daarom is het wenschelijk, dit jaar
niet meer dan hoogstens 10 mijten op
één plaats bij elkaar te zetten.
Om het overslaan van een eventueele
brand te voorkomen, verdient het bo
vendien aanbeveling, de zetplaatsen op
een afstand van tenminste 200 meter
van elkaar te bepalen.
Texel, 5 Augustus 1940.
De Burgemeester van Texel,
KAMP.
X—
DISTRIBUTIEKAARTEN.
De Burgemeester der gemeente Texel
brengt ter kennis van belanghebbenden,
dat voor het in ontvangst nemen van nog
niet afgehaalde distributiekaarten uit
sluitend gelegenheid bestaat eiken Dins
dag van 912 uur op de Secretarie.
Op andere dagen en uren worden de
kaarten niet verstrekt.
Texel, 2 Augustus 1940.
De Burgemeester voornoemd,
KAMP.
op dat beslissende moment in al haar
geweldige kracht op te treden en een
landing tot iedere prijs te verhinderen
Dit laatste is waarschijnlijker dan dat
ze zich ook dan nog schuil zou houden.
Als de Duitschers nu eens in
Engeland landen
Daar komt dan nog bij, dat ook na de
landing de positie van een Duitsch le
ger onhoudbaar is, indien het de verbin
ding met het eigen land met kan hand
haven. Daarom moeten de Duitschers 'n
deel der zee tusschen Engeland en het
vasteland absoluut beheerschen, wil de
landing niet uitloopen op een volslagen
mislukking voor de gelande soldaten,
want een leger, welks verbinding met 't
achterland verbroken is en dat dus van
aanvoer verstoken is, is 'n verloren leger
Maar die opgave: de absolute heerschap
pij over een deel van die zee, terwijl de
Britsche vloot nog intact is, is zoo ge
weldig, dat zelfs een voorbereiding van
vijf weken niet veel is; een voorberei
ding van vijf jaar zou volgens sommi
gen wel meer voor de hand liggen.
Tusschen twee mijnenvelden
Wie de kaart bekijkt, ziet Groot-Brit-
tannië van het vasteland gescheiden door
het Kanaal, waarvan de nauwste punten
zich bevinden tusschen Calais en Dover
en tusschen Kaap de la Hague bij Cher
bourg en Weymouth in Engeland. De
eerstgenoemde zee-engte is 40 K.M., de
andere ruim 100 K.M.
Het ligt haast voor de hand, dat de
Duitschers tusschen die beide punten een
mijnenveld zullen trachten aan te leggen,
zóó sterk en duurzaam, dat de Engelsche
vloot daar niet doorheen kan breken.
Tusschen die twee mijnenvelden bevindt
zich dan een aanvalsfront van circa 300
K.M., groot genoeg voor een invallend
leger. Maar misschien zit juist de hoofd
macht der Engelsche vloot in dit deel dei-
zee achter de beschermde forten van
Portsmouth en het eiland Wight en in
dit geval zal ook die Engelsche vloot
eerst onschadelijk gemaakt moeten wor
den. En voorzeker is dat geen kleinig
heid. Want de Engelschen hebben al deze
mogelijkheden terdege doordacht en hun
tegenmaatregelen genomen.
Wat de aanval op Noorwegen
leerde.
We herinneren ons nog allen de over
donderende aanval der Duitschers op
Noorwegen. Ook toen moest het Duitsche
leger een zee-engte over en een zee-engte
blijven beheerschen, n.l. het Skagerrak,
dat wat vorm en breedte aangaat, veel
met het Kanaal overeenkomt. Ook dat
moest geschieden onder het oog der
||||||iiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!|||HI
RIJMELARIJTJE.
||||||iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinii||||||
BON-OVERPEINZING.
Wie thans een zaakje wil beginnen,
Staat voor de eisch: Vestigingswet.
Wat in het kort dan dit wil zeggen:
Een boekhoud- en een vakbrevet.
Maar wat moet thans wel Hollands
huisvrouw,
Die een-twee-drie, zonder pardon.
Zich plots, onvoorbereid, geplaatst zag.
Voor 't vraagstuk: distributiebon.
Gewis, haar hoofd, al reeds vol zorgen
Op 't huishoudkundige terrein,
Mag, nu wij „op de bonnen" leven,
Bijkans wel een register zijn.
Bon 8 en 10 bijvoorbeeld gelden
Van 1 tot 20 dezer maand,
Waarop weer zooveel is te krijgen
Als in de kranten komt te staan.
Maar Pietje, die nog geen vier jaar is,
Krijgt slechts de helft van het rantsoen.
Maar met een extra bon voor papkost
Om hem toch niet te kort te doen.
En kousen, sokken, hoeden, jassen
Die worden nu per punt verkocht.
Een 2-punts pet, een 8-punts jumper.
Een 10-punts kleed tegen de tocht.
Zoo wordt de hedendaagsche huisvrouw
Een soort van mathematicus.
Die heel de lieve dag moet reek'nen
Met A's en B's, met min en plus.
De Willemsorde is voor mannen.
Maar zoo 'k de vrouw iets geven kon,
Het was een lintje in de orde
Van Hollands Distributiebon.
HU IB DE RIJMELAAR.
Nadruk verboden.
Britsche vloot en onder haar voortduren
de bedreiging. En ofschoon aanvankelijk
niemand kon gelooven, dat dit zou kun
nen geschieden, het is gebeurd, en in
geen maanden werd het Skagerrak nog
genoemd. Wel een bewijs, hoe absoluut
de Duitschers deze zeeweg beheerschen.
Het zal in de strijd tegen Engeland
niet gaan om enkele tienduizenden, zoo
als in Noorwegen, maar om enkele hon
derdduizenden. Van verrassing kan geen
sprake zijn, want dag en nacht wordt de
Britsche soldaat gewaarschuwd dat elk
oogenblik de inval geschieden kan en wij
moeten dus aannemen, dat allen gereed
staan, om zoo fel mogelijk van zich af
te bijten.
En als het dus toch gebeuren moet,
laat het dan maar zoo spoedig mogelijk
zijn; wellicht houden danook de Britsche
luchtaanvallen in Nederland op, die voor
de leek al een zeer twijfelactig militair
nut lijken te hebben. Misschien zullen we
daarna weer rustig kunnen slapen. Men
mag toch aannemen, dat wanneer de
groote aanval plaats heeft, Engeland met
man en macht en dus al zijn vliegtuigen
inbegrepen, zal inzetten, om de eigen
grond tegen de invaller te verdedigen.
Nadat Engeland overwonnen is
En daarna?
Zullen we dan de Engelsche regeering
zien uitwijken naar Canada onder ge
leide van de vloot? Van daar uit zou dan
door middel van de pers en de radio de
oorlog nog kunnen worden voortgezet tot
het „bloedig" einde, een oorlog, die in
Engeland intusschen in werkelijkheid zal
gevoerd worden door het Engelsche volk
en het Engelsche leger.
Is het land bezet, dan komt er van
zelf een nieuwe regeering, die vrede sluit,
een vrede, die door de gevluchte regee
ring niet zal worden erkend. In het erg
ste geval zou Canada de Vereen. Staten
in de oorlog kunnen meesleepen. Dan
zou de oorlog uitgroeien tot een oorlog
tusschen werelddeelen, die echter zoo
ver van elkaar liggen.dat er van gevech
ten maar weinig sprake zou kunnen zijn,
zelfs niet van luchtgevechten.
Europa krijgt dus weer verbindingen
over zee, verbinding met koloniën. Het te
zamen gesmeede Europa zou dan, naar
Berlijn ons voorhoudt, een welvaart be
reiken als nooit te voren.
Dat is de droom, waarvoor Duitschland
warm loopt en waarvoor het reeds een
groot deel van Europa gewonnen heeft.
Misschien dat de koele Nederlander
hem ook ooit aanvaardt. Voorloopig
blijkt hij niet erg enthousiast en houdt
hij zich op een afstand.
Doch: „De tijden veranderen en wij
met hen", zegt een wijs woord. De ge
schiedenis zal het leeren.