TEXELSCHE COURANT 53ste Jaargang Woensdag 23 October 1940 No. 5491 LI DE NIEUWE TEXELSCHE COURANT De twee electrische gemalen van daag officieel in gebruik gesteld. Uitgave N. V. Boekhandel en Drukkerij y. h. Langeveld en De Rooij Den Burg Telefoon 11 IS SINDS 1 JULI 1930 IN DIT BLAD OPGENOMEN. ADVERTENTIES: 12 cent per regel; minimum 5 regels. Eenzelfde adv. voor vier plaatsingen opgegeven, wordt drie maal berekend. Vraagt ons zeer voor- deedig tarief voor neringdoenden. TEXELAARTJES: 48 ct. (4 regels, ge heel met kleine letters gezet, hoogstens vier; vooruit betaald). ABONNEMENTEN: f 0.75 per kwartaal; buiten Den Burg f 1.losse nrs. 4 ct. POSTREKENING no. 652. HOOGWATER (ter reede van Texel v.m.) (nam. ongeveer een half uur later.) 23 24 25 26 27 28 29 Oct 2,04 1,57 3,— 4,20 5.43 6,53 7,41 OP 22 OCT. LICHT OP VOOR: RIJWIELEN en RIJTUIGEN 6,58 GEMEENTE TEXEL GEMEENTEREKENING. Burgemeester en Wethouders van Texel brengen ter openbare kennis, dat de rekening der inkomsten en uitgaven van de gemeente, over het dienstjaar 1939, is overgelegd aan den Raad, en gedurende veertien dagen, van heden tot en met 1 November aanstaande, ter ge meentesecretarie voor een ieder ter le- ligt en, tegen betaling der kosten, alge meen verkrijgbaar is gesteld. Texel, 19 October 1939. Burgemeester en Wethouders voorn. De Secretaris, De Burgemeester, JONKER. KAMP. BEZICHTIGING DER GEMALEN Ingelanden, die de gemalen willen be zichtigen, zullen daartoe gaarne in de gelegenheid worden gesteld op elders in dit nr. genoemde data De heer Van der Pijl zal dan voor het geven van inlich tingen aanwezig zijn. WOENSDAG 23 OCTOBER 1940. Een historische dag in de geschiede nis van ons eiland in het algemeen, in die van de Dertig Polders in het bijzon der. Vandaag zijn de beide electrische gemalen van Texels grootste Water schap officieel in gebruik gesteld, waar mee een sinds jaren gekoesterde wensch in vervulling is gegaan. EEN DAAD VAN DURF.. Kort nadat met de uitvoering een aan vang was gemaakt, brak, Sept. 1939, de oorlog uit, welke maand na maand in omvang en hevigheid toenam en ten slotte ook dood en verderf bracht over ons land. Zouden de plannen, met zoo veel zorg voorbereid, nu toch onuitge voerd blijven? Moest doelmatige bema ling zoo noodig, nu steeds meer wei land als bouwland in gebruik werd ge nomen nu toch weer geruime tijd op zich laten wachten, misschien wel tot de oorlog zou zijn uitgewoed? Hoe lang nog? Het getuigt van durf en onderne mingszin, dat, hoe dreigend ook donkere wolken zich boven Nederland samen pakten, de vergadering van hoofdinge landen toch besloot de bouw voortgang te doen vinden. Gedachtig aan de woor den van de roemruchte Jan Pieterszoon Coen: „Desespereert niet", trof het be stuur alle maatregelen om het werk re gelmatig voortgang te kunnen doen vin den. Er kon immers „iets groots" wor den verricht! En dat het daarin ook uit stekend is geslaagd, heeft de practijk be wezen. Ondanks de strenge winter van 1939 op 1940 en de moeilijkheden, welke de oorlogstoestand onvermijdelijk met zich bracht, kwamen de beide gemalen op tijd gereed niet alleen, maar ook over treft de machinecapaciteit nog verre de verwachtingen, zooals bij het proef draaien reeds is gebleken. Plannen, plannen. Wanneer we lezen in archiefstukken van het waterschap uit het begin van deze eeuw, is ook daarin meer dan eens van pogingen tot verbetering van de waterloozing sprake. Maar het bleef bij redeneeren en calculeeren. Tot de daad komen kon men maar niet. Maar eindelijk scheen het plan dan toch vaste vorm te zullen aannemen. Het was in de vergadering van Hoofdin gelanden van 14 Februari 1913, dat de heer K. T. Bakker het plan opperde om het bemalingsvraagstuk nu toch eens ernstig onder het oog te zien. Het insti tuut voor Landbouwwerktuigen te Wa- geningen kwam er tenslotte aan te pas en dit beval als de beste oplossing aan: het tot stand brengen van een groote sluis (thans de z.g. Groote Waaldersluis) met een breedte van drie en een diepte van 2,50 M. beneden volzee. Met 87 stemmen werd in de vergadering van 2 Mei 1913 dit voorstel goedgekeurd en 'n bedrag van f 32000,gevoteerd. Ook de Prov. Waterstaat vond dit de beste oplossing. Tot nu toe was men voor de loozing aangewezen op de Oostersluis (achter Oost), de Kleine Waaldersluis, de Schans sluis en de Prins Hendrik-sluis. Deze toestand was onhoudbaar. Maar met het tot stand brengen van die sluis was men er nog niet. Verschei- j den tocht- en dijkslooten moesten ver breed worden. Ook de Aijesloot, met de verbreeding waarvan men zomer 1914 gereed kwam. Maar de verbetering ten gevolge van de Groote Waaldersluis kwam toch pas goed tot haar recht toen de heele dijksloot werd verbreed en verdiept. Dit geschiedde bij gelegenheid van de dijkverhooging en -verzwaring vanwege de Zuiderzeewerken. De beide bemalingsinstallaties zijn in overleg met Prov. Wateist. onder leiding van de heer J. van der Pijl, Opzichter van het Wa terschap, tot stand gebracht. Ondanks strenge en langdurige vorst in de vorige winter en in weerwil van oorlogsbelemmerin gen kwamen de gemalen op tijd gereed. Een werk, om trotsch op te zijn. In 1915 rees bij het bestuur van het Waterschap de vraag, of het niet moge lijk was het water van de Koogerpol ders (Koog, Everstekoog en Gerritsland) door middel van een afvoerkanaal door Waalenburg en via een sluis bij Waaldam de Langwalen naar de Waaldersluizen te loozen. Bij onderzoek bleek echter, dat op deze manier toch geen voldoende afwatering kon worden verkregen. Bemaling met zes windmotoren. Toch liet het verlangen, de waterloo zing van het heele Waterschap beter te kunnen regelen, het Bestuur geen rust. Ook Waalenburg koesterde wenschen, welke het gaarne zoo spoedig mogelijk vervuld zag. Dit leidde in de vergade ring van Hoofdingelanden der Dertig Polders van 5 Februari 1920 tot het be sluit aan het Ingenieursbureau Verheij te Den Haag opdracht te geven een be- malingsplan uit te werken, niet alleen voor de Dertig Polders maar ook voor Burger-Nieuwland en Waalenburg. Te vens zou daaarbij rekening worden ge houden met de aanleg van een scheep vaartkanaal, dat loopen zou van De Koog naar Oudeschild. Het zou op het water een breedte moeten hebben van vijf M. en een diepte van 1 M. beneden het polderpeil. Het zou dienstbaar moe ten zijn, zoo lezen we in de schrifturen van die tijd, „voor het bevaren met klei ne bootjes". Het rapport werd uitge bracht, waaruit bleek, dat het Ingeni eursbureau de bemaling zou willen doen geschieden met behulp van zes windmo toren. Buiten de kosten van vergraving en kunstwerken zou het plan bij uitvoe- ïing een bedrag vorderen van f 149,100; met inbegrip van grondwerken en kunst werken wel van f234,100. Tevens werd een begrooting gemaakt voor een bema ling met een zuiggasmotor aan de Kolk- sluis, welk plan voor Waalenburg, Ger ritsland, De Koog en Everstekoog het voordeeligst was. Maar er was ook veel tegen in te brengen, met het gevolg, dat deze plannen niet tot uitvoering konden komen. Eerste plan voor electrische bemaling. Jaren gingen voorbij zonder dat ge sproken werd over de bemaling. Maar in de vergadering van 19 Maart 1926 kwam het onderwerp toch weer ter tafel. Men had besloten de zaak nog eens ernstig onder het oóg te zien en had prof. M. F. isser uit Wageningen bereid gevonden om in de vergadering van Hoofdingelan den daarover mededeelingen te doen. Dit gebeurde en toen kwam vast te staan, dat twee installaties zouden moe ten worden gebouwd, elk met een capa citeit van 150 kub. m. per mnt. Het eene gemaal zou dan bij de Groote Waalder sluis moeten komen en het andere bij de Schanssluis. Toen gevraagd werd, of het een electrisch of een ruwoliegemaal zou moeten zijn, antwoordde prof. Visser, dat een electrisch gemaal de voorkeur verdiende. Zoo'n gemaal zou op 55.000 komen, een ruwoliegemaal op 70.000 gld Principieel werd besloten tot bema ling van het waterschap over te gaan. Inmiddels had de gemeente Texel be sloten 'n electrische centrale te stichten. In verband hiermee werd in de ver gadering van hoofdingelanden van 12 April 1926 de vraag aan de orde gesteld: Hoe zal 't Waterschap bemalen worden, electrisch of met ruwoliemotoren De Texelsche Electr. Mij. (T. E. M.) deed het bestuur offerte voor stroomle- vering. Per k.w. zou 7 cent moeten wor den betaald; vast recht zou niet verschul digd zijn, maar wel zou een kolenclau- sule in het contract worden opgenomen. Het voorstel „electrische bemaling" werd in stemming gebracht en aangeno men met 11-4 stemmen. Echter werd hieraan de voorwaarde verbonden, dat de bemalingskosten door die electrische bemaling niet boven de f 2,per H.A. zouden mogen stijgen. Dit laatste nu bleek niet te voorkomen. Deze kosten zouden wel boven de f 2,uitgaan, wat ook al kwam doordat de T.E.M. zich niet aan haar eerste offerte bleek te kunnen houden. De T.E.M. verlangde n.l. zekere garantie wegens het door haar in kabel, transformator, enz. geïnvesteerde kapi taal. Hierdoor zou de bemaling het wa terschap te duur komen. Een volledige begrooting is niet eens uitgewerkt. Men had al gauw „door", dat men op te groo- te'c financieele bezwaren zou stuiten. De Westen buiten de bemaling? Omstreeks deze tijd kwam van De Westen het verzoek binnen, te willen nagaan, of dat gedeelte van het Water schap niet buiten de bemaling kon wor den gehouden, voor het geval men daar toe toch nog zou willen besluiten. Het Bestuur besloot daarnaar een onderzoek ïr te stellen, maar overigens „het adres voor kennisgeving aan te nemen". Wel een bewijs, dat men de bemaling niet zoo urgent achtte. Al weer een nieuw rapport. En toch hield niet lang daarna de vergadering van Hoofdingelanden zich al weer met een nieuw bemalingsrap port bezig. Ditmaal was het de Prov. Waterstaat, welke zich er voor gespan nen had en wel naar aanleiding van een vraag van de Hoofd-Ingenieur, die van meening was, dat nu toch eens spijkers met koppen geslagen moesten worden. Volgens dit rapport zouden de gemiddel de kosten per h.a. bij gelijke aflossing voor het eerste jaar bedragen: voor electrische bemaling f 3,70 voor ruwolie-bemaling f 3,70 In jaarlijksche annuïteiten zouden de ze bedragen resp. f 3,21 en f 3,17 zijn. Lang en breed werd het rapport be keken, maar er kwam al weer mets van de uitvoering. Dc tijd drong. Er wordt steeds meer land gescheurd. Maar zoo lang kon de zaak toch niet blijven slepen. Er moest nu een oplos sing worden gezocht van het vraagstuk, dat zich met steeds meer klem naar de voorgrond drong. De schapenteelt nam zienderoogen in beteekenis af. De baten werden steeds geringer. Steeds meer weiland werd in bouwland omgezet. Meer dan ooit was het thans noodig het peil in het Waterschap behoorlijk te kunnen beheerschen. Eind 1938 besloot het bestuur de koe flink bij de horens te vatten. In de ver gadering van Hoofdingelanden werd toen besloten na te gaan, hoe een bema ling van de 26 nog steeds op natuurlijke loozing aangewezen polders het best tot stand zou kunnen worden gebracht. Het bestuur kreeg machtiging om een bema lingsplan op te maken, zonder daarbij een Ingenieursbureau of eenig ander technisch bureau in te schakelen. De Prov. Waterstaat verleende hiertoe de vereischte vergunning, onder voorwaar de, dat het plan in overleg met dit col lege zou worden uitgewerkt. Op 28 Dec. 1938 werd door Opzichter J. van der Pijl begonnen met het doen van opmetingen bij de Waaldersluis, de Schanssluis en de Prins Hendriksluis. Tevens werden bij deze sluizen diepte peilingen verricht, zoowel binnen- als buitendijks. Ook moesten bij deze slui zen grondboringen plaats hebben. Hier bij bleek, dat geen paalfundeering noo dig zou zijn, terwijl de grondboringen welke tot een diepte van plm. 20 M. be neden N.A.P. gingen, leerden, dat over deze volle diepte een vaste zandplaat aanwezig was. Toen werd met het teekenen begon nen, eerst met ontwerpteekeningen zoo wel voor een electrisch gemaal als voor een met ruwolie-motoren. Voor pompen, motoren, enz. werden prijzen opgevraagd en daarna werden diverse begrootingen opgezet. Toen was men toegerust met voldoende gegevens om een bemalings rapport te kunnen' opmaken. Tot stichting besloten. In de vergadering van 30 April '39 is dat aan de vergadering van Hoofdingelan den ter goedkeuring voorgelegd. Inmid dels was van de T.E.M. een gunstige aan bieding ontvangen. Op grond hiervan werd besloten tot de stichting van twee electrische schroefpompgemalen over te gaan, een aan de Schanssluis en een aan de Waaldersluis. Met de T.E.M. werd een contract aangegaan voor de tijd van 25 jaar. Na deze vergadering kon met spoed het bestek gereed gemaakt worden voor de aanbesteding van het mechanisch ge deelte: 4 open schroefpompen en 4 elec- tro-motoren van plm. 100 p.k. Hiertoe werden op 3 Juni 1939 vijf der grootste pompenfabrikanten uitgenoodigd offerte te maken voor of op 1 Juli 1939. Zoo geschiedde en bij vergelijking bleek, dat de aanbieding van Gebr. Stork Co., Machinefabriek te Hengelo, de aanne- melijkste was. Deze firma werd hierme de in kennis gesteld, met het gevolg, dat ieeds op 26 Juli 1939 de contracten door beide partijen werden onderteekend. Na deze gunning kon de Machinefa briek haar gegevens voor pompen e.d. verstrekken, welke gegevens noodig waren voor de definitieve bestekteeke- ningen voor beide gebouwen. Immers moet rekening worden gehouden met de eischen, welke voor een goede toe- strooming naar de pompen moeten wor den gesteld om een zoo gunstig mogelijk rendement te krijgen. Op 21 Aug. 1939 kwam het bestek met teekeningen gereed. Toen deze echter van de drukkerij terug kwamen, was, September 1939, de oorlog uitgebroken. Het bestuur meende, mede rekening houdende met de komende winter, goed te doen, de aanbesteding niet te doen plaats hebben. Doch er was reeds een begin gemaakt. Was alles nu vergeefsch geweest? In de vergadering van Nov. 1939 werd het Dagelijksch Bestuur gemachtigd, zoodra het de tijd gekomen achtte, het werk publiek of onderhands aan te be steden. Zoo geschiedde het, dat besloten werd tot onderhandsche aanbesteding van de bouw over te gaan. (vrijblijvende offerte). Mocht de prijs te hoog zijn, dan kon altijd nog publiek worden aanbe steed. Begin Januari 1940 werd Christi- ani en Nielsen's Gewapend Beton Mij. N.V. te Den Haag uitgenoodigd prijsop gave te verstrekken. 20 Januari", kwam haar offerte binnen en reeds in de Hoofdingelandenvergade ring van 22 Januari 1940 werd besloten het werk aan bovengenoemde Maat schappij op te dragen; 1 Februari werden de contracten door beide partijen onder teekend. Sneeuw en ijs. Kon nu het groote werk beginnen? Vooreerst viel aan beginnen niet te den ken. Alles lag immers onder sneeuw en ijs! Door aanneemster werd echter gega randeerd, dat ze zoo spoedig mogelijk na de winter zou beginnen. In de con tracten was door het bestuur bovendien de bepaling opgenomen, dat de aanneem ster direct na gunning de noodige mate rialen zou aankoopen en naar Texel zou laten verzenden. Deze maatregel was genomen om eventueele prijsstijging te voorkomen; aanneemster zou bij aan voer 70 pet. van de koopsom ontvangen. Het Rijk had een z.g. oorlogsclausule in gesteld, waardoor de aanneemster recht zou hebben op 85 pet. van alle prijsstij gingen. Dit nu werd door het bestuur ondervangen. Ook werd het op tijd arri- veeren der materialen bevorderd. Toen de fundeeringsput bij de Schans ijsvrij was (8 Maart) werd begonnen met het droogpompen van de put en werd tevens een aanvang gemaakt met het ontgraven. Op 13 Maart werd 275000 kg. cement aangevoerd en opgeslagen in het magazijn van de Dertig Polders. Op 19 Maart kwam het damwandhout voor de fundeering aan, op 10 April het beton ijzer met de ijzeren balken. De belang rijkste materialen waren toen aanwezig. 12 April was de ontgraving zoo ver ge vorderd, dat de eerste dampaal kon wor den geslagen. Voor fundeering waren dampalen noodig van 8 cM. dik en 4 M. lang. Ook ons land in oorlog. 28 April kwam men hiermede gereed. Toen kon de werkvloer worden gestort. Toen deze gereed was, werd ook ons land in de oorlog gewikkeld. Bij de Schanssluis was men bezig met het vlechten van de wapening voor de vloer, bij de Waaldersluis was de bouwput bij na op diepte ontgraven. Zou het werk nu toch niet kunnen worden voltooid? Angstige dagen bra ken aan. De uitvoerder was naar huis vertrokken, door de Opzichter werd toen het werk nog enkele dagen voortgezet, doch de dag na Pinksteren (14 Mei), moest ook hij doen staken. Het werk heeft toen ongeveer acht da gen stil gelegen. Maar daarna heeft men het met bekwame spoed kunnen voort zetten, met het gevolg, dat de gemalen thans, aan het begin van het regensei zoen, in gebruik kunnen worden gesteld. Als uitvoerder voor de N.V. Christi- ani en Nielsen's Gewapend Beton Mij. was hier werkzaam voor het grondwerk J. C. Schuurbiers (Vollenhove), voor het betonwerk G. Marcelis (Den Haag.) Toen het betonwerk gereed was is de ondernemer van 't metselwerk (I. Voigt) onmiddellijk begonnen met het optrek ken der muren bij de Schanssluis. Aan de Machinefabriek van de Gebr. Stork was toen ook alles zoover gereed, dat het materiaal kon worden afgezon den. Toen dit op Texel was gearriveerd, zijn de monteurs van de firma begonnen met het plaatsen der pompen. Onderwijl kon door de fa. A. Blom en Zonen het timmerwerk worden verricht. Spoedig was het gebouw glas- en wa terdicht, waarna met het monteeren der tandwieltransmissies en motoren een aanvang werd gemaakt. Toen de mon tage van pompen en motoren bij de Schans gereed was, kon de T.E.M. be ginnen met het monteeren van de z.g. coq. kast (kasten batterij). De hoogspan ningskabels voor de TE.M. waren in de zomer reeds gelegd. Deze kabel moest voor de Schanssluis van De Keet af worden gelegd, voor de Waaldersluis van Molenbuurt via Hanenweg, Span- gerweg en Zeedijk. Vervolgens kon begonnen worden met het electrische gedeelte, aansluiting mo toren en aanleg verlichting. Proefdraaien. Twee weken geleden kwam men hier mede bij de Schans gereed. Toen kon men gaan proefdraaien. Wie iets derge lijks nooit heeft bijgewoond, en(of) er niets mee te maken had, kan de span ning van dit moment nauwelijks begrij pen. Toen werd voor het eerst water uit de polder geslagen door middel van me chanische kracht. Proefmeting door de machinefabriek liet zien, dat de op brengst der pompen alleszins gun stig is. Het moet voor Directeur en Raad van Commissarissen van de T.E.M. evenals voor het Bestuur der Dertig Pol ders een voldoening zijn, dat de groot ste twee gemalen van Texel electrisch worden gedreven. Daar wordt en ze ker in normale tijden een groot Texelsch belang mee gediend. We hopen, ja, we zijn er van over tuigd, dat de bemaling van het laatste gedeelte van Texel in een behoefte voor landbouw en veeteelt zal voorzien. Thans pas kan het peil goed worden be- heerscht, al zullen in de naaste toekomst nog verscheidene verbeteringswerken aan tochtslooten binnenslooten, bruggen en duikers moeten worden uitgevoerd. Voor het graven van tochtslooten ook is de bemaling van groot belang. Prac- tisch was het onmogelijk om in de dro ge zomermaanden slooten te graven, le. door gebrek aan werkvolk, 2e. omdat dit schade toebracht aan de gewassen. De laatste jaren is de oppervlakte bouw land aanzienlijk toegenomen. Nu kon men op de te velde staande gewassen moeilijk baggerspecie neer werpen, terwijl men in de wintermaanden steeds te veel water moest verzetten om de te graven slooten droog te krijgen. Inrichting der gemalen. In elk gemaal zijn geplaatst twee ver ticale open schroefpompen. Dit systeem vereischt geen zuig- en persbuizen. De pomp kan het eenvoudigst voorgesteld worden als een cylinder, waarin een schroef draait; de bovenkant is afgeslo ten door een houten deksel om 't terug- stroomen van het water te voorkomen. Bij deze pompen is het vacuumdraaien van zuig- en persbuis niet noodig; de schroef blijft altijd onder water en be gint, zoodra hij in beweging komt, reeds water te pompen. De twee pompen (in ieder gemaal dus) worden aangedreven door een Heemaf verticale electromotor, van 100 pk. voorzien van een tandwiel transmissie van de Fa Rademakers te Rotterdam. De laagste binnenwaterstand, waarbij de pompen nog in bedrijf kunnen wor den gesteld, bedraagt 1,40 M. beneden N.A.P., waarna zonder bezwaar tot 1,65 M. beneden N.A.P. kan worden afgema len. De hoogste buitenwaterstand, waar tegen kan worden gemalen, bedraagt 1,80 M. boven N.A.P. De onderkant van het pomphuis ligt 2,15 M. beneden N.A.P. De waaiers der pompen bestaan uit 3 schoepen, welke kunnen worden ver nieuwd voor het geval er eens een stuk slaat. Voor het droogmalen van de maalkolk zijn twee spuikleppen aangebracht, waar door men gemakkelijk de pomp kan controleeren. Verder is elk gemaal voor-^ zien van 4 lichtpunten binnen en 2 lichtpunten buiten, waarvan een boven de kroosbrug en een boven de deur. Het Bemalingsgebouw. De gewapend betonnen fundeerings- vloer ligt met de onderkant op 3,65 M boven N.A.P., bovenkant 3 M. beneden N.A.P. De bovenkant van de gewapend betonnen vloer van de motorkamers ligt op 3,27 M. boven N.A.P. De hoogte van het betonwerk bedraagt dus plm. 7 M. De hoogte van de anderhalfsteensmu- ren boven de betonnen vloer van de motorkamer bedraagt 3,88 M. De wijdte van de uitstroomopening voor elke pomp is 5 M. De motorkamers zijn 4,96 bij 9,50 M., binnenswerks. De buitenmuren zijn opgetrokken van bronskleurige genuanceerde steen in Hilversumsch formaat. Het dak is gedekt met verglaasde dakpannen („Nigerfol- co"). De vloeren zijn belegd met grijze grèstegels, de wanden zijn ter hoogte van plm. 1,60 M. met wandtegels be kleed. Het schilderwerk is uitgevoerd in licht en donkerblauw met grijs. Ten slotte vermelden we hier nog de namen van de onderaannemers. Het wa ren: voor het metselwerk I. Voigt, voor timmerwerk fa. Blom en Zonen, voor schilderwerk P. Plaatsman, voor lood- gieterswerk J. Agter en voor smeed werk J. Kiljan, Oudeschild. Het grondwerk voor de aanleg van kaden, het graven van de toestroomings- geulen, enz. is uitgevoerd door het per soneel der Dertig Polders. Dit werk is van het begin af buiten het bestek ge houden. (Zie ook volgende pagina.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1940 | | pagina 1