*4^
i. x x
't Is maar 'n greep
National
eyrrcR fi
minium voor de jeugd immhui
2
De Avonturen van Robinson Crusoë.
Bibliotheek Parkstraat.
rit lemmers Dtn bury 11 jt
NED. AGRARISCH FRONT.
(Slot.)
Vraag van dhr Jb. Buijs: Hoe zal de
positie van de landarbeider zijn in de
toekomst? Antw.Voor ons is de
landarbeider een boer zonder land. Er
zal voor meer cultuurgrond worden ge
zorgd (N. Frankrijk, O.Duitschland). Wie
van de landarbeiders voor een boerenbe
drijf in aanmerking komen, wordt uitge
maakt door de afd. van de Rijksvoedings
stand. Er is geen verschil in stand tus-
schen boeren en landarbeiders. Zij wer
ken samen voo^r de voeding van ons volk.
Beiden hebben recht op een behoorlijke
belooning van hun arbeid.
Vraag van dhr C. Wonder: Wanneer
zullen de heer S. L. Louwes en de amb
tenaren, die het met hem eens zijn, wor
den opgeruimd? Antw.: Dat hangt
van de boeren af. Wij kunnen de leiding
krijgen, als onze organisatie klaar is. Er
is een commissie-Posthuma benoemd
met als leden de voorzitters van de
landbouworganisaties. Woensdag hebben
we voor het eerst vergaderd en de hee-
ren zaten tamelijk in de piepzak. Ze
moeten ook wel meewerken. Anders
worden ze drie minuten later door een
commissaris vervangen. Ook op Texel
moet zoo'n commissie komen.
Vraag (1) van dhr M. Witte, Madura.
Kan de kunstmest niet wat beter ver-
lllllllllllllUllllllllllllllllllllllllllllllllllf'iillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilHIII
||||||llllllllllll!llllllllllllllllllllllllllllllllllllllll|]lllllllllllllllllllllllllllllllll||||||
BRIEVENBUS.
De briefjes hebben zich de laatste we
ken al maar opgestapeld. Eindelijk kom
ik er eens aan toe, ze te beantwoorden.
JOOP SCHOT: Je had een kranige lijst
namen, Joop, maar je hebt wel gemerkt,
dat er altijd nog Baas-boven-baas is.
Houd er de moed maar in. JAN SMIT,
Heidehof. 152 woorden uit Oost, west,
thuis best. Wat de tekeningen betreft. Er
komen er wel 14 in de krant en de beste
tekenaars komen voor een prijs in aan
merking Voor jou zijn mooie afdrukken
op gekleurd papier gemaakt. De post zal
ze brengen. IET DE WIT: Die namen van
rivieren en plaatsen telden ook mee,
Ietje, en je hebt wel gezien, dat er in
dat kleine spreekwoord heel wat ver
borgen zaten. A AT VAN LIERE: Ik heb
nog wat tekeningen te plaatsen. Daarna
zoek ik weer nieuwe uit. Je gebruikt
toch vooral zwarte inkt? KLAAS GIE-
LES' Natuurlijk mag je mee doen. Van
daag weer eens raadsels. Doe je best,
hoor. GIJS KEIJZER: Een prachtig met
blokschrift geschreven lijst. Een lustom
te zien. Ik hoop, dat je er volgende keer
een prijs mee wint. COR, GRé, Aen
NETTIE KIEVITS Jullie waren dicht
aan de prijs toe. Merkwaardig, hè, dat je
wel ruim tweehonderd woordjes uit dat
spreekwoord kon halen. Er waren wel
heel wat vreemde bijmaar die hebben
nu eenmaal in onze taal min of meer
burgerrecht gekregen. JANNEKE BOON
Een ding staat vast: Jc had veel meer
woordjes dan wintertenen! Intusschen
is het scheurkalenderblok al weer wat
dunner geworden en de kans op winter
tenen niet meer zo groot. Hartelijk hoop
ik, dat je er niet meer door wordt ge
plaagd. JOOP GIELES: Natuurlijk mag
iij ook meedoen. Hoe vaker, hoe liever.
JACOB en RINSKE DIJKER: Graag re
ken ik er op, dat ik ook van jullie iedere
keer, wanneer oplossingen ingezonden
moeten worden, een mooie brief krijg.
Afgesproken? TINEKE SMIT: 232 woord
jes. Dat is de moeite waard. Kranig ge
daan, hoor. GERDA BAKKER: Ik vind
het fijn, dat je met je doos bedrukt post
papier zo in je schik was. En dan met
Spyk, zonder puntjes, net zoals je ge
vraagd had. PIETJE en TRIJNTJE EEL-
MAN: Geweldig, geweldig! Wat hebben
jullie er een werk van gemaakt, wel
1040 woorden. Maar met de beste wil
kan ik geen woorden als „overgroot
moeder", „Heerhugowaard", „trainings
pak" en andere uit het genoemde spreek
woord halen. Zeker verkeerd begrepen?
Volgende keer beter, hoor. De moed niet
verliezen. WIM BOON W.Jz.: Jij hebt er
een prachtig gedicht bij gestuurd. Daar
wil ik anderen ook van laten genieten.
Ik neem hier een paar regels over:
Haast is het niet te begrijpen:
Zooveel woorden uit die vier.
Kon j' uit alles zooveel knijpen.
„Lekkerland" zou 't wezen hier.
Als mijn moeder uit haar bonnen
Ook eens zooveel halen kon!
't Zou geen zorgen haar meer geven:
Tien pond spek op eene bon.
Nu, Oom Ko, zal ik maar wachten,
Wie de meeste woorden heeft.
Heb ik ze niet? Van mijn geen
klachten
'k Hoop, dat gij weer zoo iets geeft.
Dat zit heus aardig in elkaar, Wim.
Jij bent een Vondel in de dop. TRIJN
TJE HENKES: Een fijne lange brief. Je
krijgt je zin. hoor. Vandaag beginnen de
raadsels en nu maar proberen het half
dozijn boeken vol te krijgen. Of ik het
ook koud heb? In m'n kantoor heb ik sa
men met de drukkerij en het papierma
gazijn centrale verwarming. Zolang de
heren van de brandstoffencommissie
zorgen, dat de kachel haar portie krijgt,
kan het bedrijf met al de werkers op de
gewone manier doorgaan. Dat moet ook
wel, want met koude inktrollen kan je
niets beginnen, Trijntje. IDE en IDA
KOK- Net zo denk ik er over: een fijne
wedstrijd. Daar kon je een hele tijd
prettig en nuttig mee bezig zijn. En daar
is het Oom Ko natuurlijk om begonnen.
Alleen oplossingen ontvangen van:
Gerard Hopman, Theo van Heerwaarden
Jan Bruijn Pz., Annie de Grave, Hen-
drika Bas, Cornelia Henkes, Betsie de
deeld worden? Antw.: Dat moest ze
ker. 40 kg. per bunder is geen goede
norm. Er moet met de aard van de grond
rekening worden gehouden. Wij hebben
er al aan gewerkt, met het gevolg, dat
nu 90 pet. van het verbruik van vorig
jaar (voor wat Duitschland levert) kan
worden verkregen. Dagelijks wordt er
nog aan gewerkt Volgend jaar is het
anders.
Vraag (2) van dhr M. Witte, Madura:
Mag men een arbeider, die niet deugt
voor zijn werk, ontslaan wanneer men in
zijn plaats een ander neemt? Antw.:
Dat mag. In de toekomst kan men zich
hiervoor wenden tot de plaatselijke afd.
van de Rijks voedingsstand.
De heer C. Wonder, groepsleider van
de NSB merkte nog op, dat velen mee-
nen, dat maatregelen, waarvan zij hin
der ondervinden, van de Duitsche Weer
macht afkomstig zijn, ook b.v. die ont
slagverordening. Dit is niet juist. De
heer Roskam onderstreepte dit en wees
op de desolate toestand, waarin de ge
vluchte regeering ons land heeft achter
gelaten. Op een opmerking uit de zaal,
dat ook de Koningin het land in de
steek heeft gelaten, wenschte spr. niet in
te gaan. Spr. achtte het niet onmogelijk,
dat Zij van de ware toestand niet geheel
op de hoogte was. Wel moet Zij, volgens
spr., voor Mei 1940 reeds Haar bezittin
gen onder beheer van de Amenkaansche
staat hebben gesteld met Minister Co-
lijn als beheerder daarvan.
Smit, Nellie van Heerwaarden, Jans van
IJperen, Jo van Heerwaarden, Ali Kik
kert, Arie Hin, Erie Remmers, Piet Bak
ker, Henk Boogaard, Trijnie Moerbeek,
Dina Smit, Coba Barhorst, Gerard Bak
ker, Gerrit Visser, Annie Grismgt, Hen-
nie Roeper. De uitslag van de wed
strijd heb ik al eerder meegedeeld. De
meeste kinderen hebben heel erg hun
best gedaan. Dat doet me veel genoegen.
Niet bang zijn voor werk! Zulke men
sen moeten we hebben. Alle brief
jes hebben nu nog geen beurt gehad.
Ook bij de boerderijnamen zijn er nog
heel wat ingezonden. Ik hoop er niet één
te vergeten. Maar voor vandaag moet ik
stoppen.
Met vriendelijke groeten,
JULLIE OOM KO
WAT STELT DAT VOOR?
1 Het Romeinse cijfer tien. Oorspron
kelijk waren het twee gekruiste handen
met uitgespreide vingers. Maar niemand
denkt er meer aan de tien viugers na
tuurlijk.
2. Een Chinees teken, dat. „ooidog"
betekent. Oorspronkelijk moest het twee
vrouwen onder één dak voorstellen. Niet
•vriendelijk voor de .vrouwen, maar.
ik zeg de waarheid en wil overigens
geen kwaad van vrouwen zeggen. Dan
kreeg ik het met jullie moeder vast te
kwaad.
3. Het linkse teken wil zeggen: „een
mannetje", het rechtse „een vrouwtje".
Ze worden beide1 in dierkundeboeken
veel gébruikt. Ze zijn ontleend aan de
Griekse godenleer. Het linkse moet het
schild en de speer van de oorlogsgod
Mars voorstellen, het rechtse verbeeldt
de Spiegel van de Godin Aphrodite. In
de sterrenkunde duidt men met het ene
teken de planeet Mars, met het andere
de planeet Venus aan.
4. Links het verkeersbord (zwart kruis
in rode driehoek), dat „wegkruising" be
tekent; rechts een zwarte locomotief in
rode driehoek, een waarschuwing voor:
onbewaakte overweg.
1789 Horton, R. J.: Veedieven in het
Blue-Domegebied.
1190 Het spoor v.d. buizerd.
1791 Vuisten en revolvers.
1792* -Een bandiet erft een ranche.
1793 Het einde van de prairie.
1794 Bannister knapt het op.
1795 De man van de woestijn.
1766 Kröger, Th.: Het vergeten dorp
1737 Lapière, R.: Zoon van Han.
1738 Llewellyn, R. Hoe groen was mijn
dal.
1739 Lowe, E.: Ochtend zondek wolken.
1740 De terugkeer van een held.
1741 Voorwaarts door de tijden.
1815 Maire, F le: Magistraat in
miniatuur.
1764 Man, Herman de: Geiten.
1761 Maurier, D.: Rebecca.
1742 Mens, Jan: De Gouden Reael.
1803 Middendorp, H.: De schaduw van
Capould..
1804 Het mysterie van de gele
enveloppe.
1768 Morley, Chr.: Kitty Foyle.
1743 Nesna, H.: Toen het Vaderland riep
1760 Norel, K.: Janmaats en Sinjeuren.
1744 Rawlings, M. K.: Jody en het
hertejong.
(Foto's P.I.B.)
WIE WAT BEWAART.
„Wie wat bewaart, heeft wat",
zegt het spreekwoord, maar dit is
alleen het geval, wanneer dat be
waren op oordeelkundige wijze
geschiedt. Foto: Een kijkje in een
graanopslagplaats „ergens" in
Duitschland. De voorraad wordt
van tijd tot tijd op broei gecon
troleerd.
JOSEPH BARTHELEMY.
De nieuwe Fransche Minister v.
Justitie, een bekend jurist, kort na
zijn benoeming gefotografeerd in
zijn werkkamer in het Carlton-
Hotel te Vichy.
ALLES OP DE BON.
Daar Engeland voor zijn levens
middelenvoorziening voor 75 pet.
op invoer is aangewezen en deze
invoer ernstig wordt belemmerd
staat het er met de voorraad van
menig artikel slecht voor. Er is
vrijwel geen artikel meer zonder
bon te bekomen voor zoover
het dan nog verkrijgbaar is.
KUNT GIJ ZINGEN....
De oorlog, waarin Italië ge
wikkeld is. heeft de Italianen niet
van hun levensvreugde en hun
zang lust kunnen berooven. Daar
van legt althans dit groepje Ita
lianen getuigenis af.
NIEUWE PRIJSRAADSELS.
201. Met een K loop ik op twee poten,
met een W ben ik meest van hout.
202. Je ziet mij op het water. Geef
mij een ander hoofd (andere beginletter,
bedoel ik daarmee) en je ziet mij aan
ieder huis.
203. Zoek uit deze zin de naam van
een bloem (de letters van deze naam
staan vlak naast elkaar): Morgen komt
mijn oom te gast; er is dan feest, moet
je weten.
Ik verwacht jullie oplossingen nadat
raadsel no. 210 in de krant heeft gestaan.
Dus over twee weken. Goed de oplos
singen van deze drie bewaren dus.
WE BOUWEN EEN DRAAIMOLEN.
Wie graag knutselen wil, vindt hier
een mooi stuk werk. Eerst bouwen we
de vier vliegtuigjes. Daar neem je dun
karton voor, b.v. briefkaarten. De maten
zijn in m.m. aangegeven. Bij A maak
je in de romp een gleuf, waar het draag
vlak doorheen gestoken wordt. B is het
hoogtestuur, C het stuur voor zijwaartse
bewegingen. De molen krijgt vier wie
ken. Daar neem je b.v. dunne breinaal
den voor. (D). Het garenklosjes wordt
1773 Ruck, B.: De bruid die niet gekust
werd.
1808 Gestolen zonneschijn.
1809 Lente juicht in een eenzaam
hart.
1810 Verloren lentetijd.
1811 Bruidegom op zicht.
1812 Liefde's late bloei.
1719 Salminen, S.: Lange lente.
1718 Katrina.
1814 Schümann, M.: De donder rolt, de
dag breekt aan.
1788 Seltzer, C. A.: Zilverspoor.
1745 Severinsen, H.: Er kan zooveel
gebeuren in 8 dagen.
1746 Stoke, Melis: Pinkster veldtocht.
1747 Zoutwaterliefde.
1748 Toonder, J. G.: Een man zet door.
1806 Ubink, J.: In „De Vergulde Ton".
1774 Verhoog, P.: Op bruisende golven.
1750 Vries, Teun de: Wilde Lantaarns.
1751 Waelre, K. v.: De lijdensweg van de
burgers van Breda.
1752 Wellman, P. J.: Jubal Troop I.
1753 Jubal Troop II.
1769 Westland, Cora, Levenswond.
1755 Wiechert, E.: Het simpele leven.
1775 Williams, V.: Het beslissende
oogenblik.
1805 Het spookhuis.
bovenaan van een drukknoopje voor
zien en onderaan van een blikken plaatje
met een gaatje, waar de staande brei
naald juist doorheen gaat (tegen het
schommelen). Neem al het materiaal zo
licht als je maar kunt. Dan zal je zien,
dat de molen, op een warme kachel ge
plaatst, door de opstijgende warme lucht
(de koude lucht in de kamer dringt de
warme omhoog) aan het draaien gaat.
Neem alleen passagiers mee, die niet
te veel wegen
DE FLES WEET HET
Een aardig gezelschapsspel: „De fles
weet hetDat nemen we tenminste aan.
Je gaat met elkaar in een kring zitten
en legt in het midden een fles. Dan wor
den vragen gesteld als Wie heeft wel
eens gejokt Wie gelooft niet meer aan
Sinterklaas Wie kwam wel eens te laat
voor school Wie stottert wel eens? Enz
Dan wordt de fles rondgedraaid en we
spreken af, dat deze het betreffende ant
woord zal geven. Een spel, dat veel vro
lijkheid kan geven.
EEN TEKENING VAN
ERIE REMMERS.
27. Moeizaam klauterde hij weer naar
zijn tak terug, waar hij nu maar klaar
wakker bleef wachten tot de dag weer
kwam. Hij had nu overvloed van tijd om
berouw te hebben over zijn gedrag.
29. Plotseling hoorde hij vleugelgeklep-
per boven zich. Hij zag een zeearend, die
een vis in zijn klauwen had. „Dat is een
voorteken", peinsde Robinson. „Als hij
zich weet te voeden, moet ik het ook
kunnen".
28. De dag bracht licht en nieuwe zor
gen Hij had geweldige honger, maar hoe
aan eten te komen. In zijn verbeelding
zag hij de lekkere hapjes, die zijn moe
der altijd voor hem klaar maakte.
30. Welgemoed toog hij nu uit op de
voedsel jacht en weldra werd zijn moeite
beloond. Aan het strand vond hij enige
oesters, die hij zonder peper en zout
verslond.