v.v.s.
hel
i £i
Vakarbeiders en
ongeschoolde Arbeiders.
me
eemen
ruhberij ~hexeische (Qcuiranl
H.W. Zegel
min
ANNE
vindt het geluk!
Een verhaal uit de
Transvaalsche oorlog
Geen Tafelschuimerij.
ZEG MIJ, WIE GIJ BEWONDERT EN
IK ZAL U ZEGGEN, WIE GIJ ZIJT.
BINNENLAND
TE MAARSEN is Mgr. Dr. Ariëns, in
leven r.k. pastoor aldaar en 10 Aug. 1929
overleden, op plechtige wijze herdacht.
STRAFBAAR is het, een schoenenbon
aan te vragen zoolang men nog in het
bezit is van een bruikbaar paar schoe
nen.
EEN LAFFE OVERVAL is Maandag
middag gepleegd op een 66-j. handelaar
in kleeden in de Van der Neerstraat te
Den Haag. Voorgevende, dat zij 'n kleed
wilden, bonden twee lui hem in een
kleed vast, waarna zij het heele huis
doorzochten en er met f 1500 en distri
butiebescheiden van door gingen.
DE BURGEMEESTER VAN DEN
BOSCH, Mr. Van Lanschot, heeft, nu hij
65 jaar is geworden, ontslag gevraagd
(Wist u, lezer, dat Mr. Lanschot een der
meest gefotografeerde burgemeesters
van ons land is? Bij herhaling kon men
in kranten en tijdschriften zijn persoon,
nu bij deze, dan bij die gebeurtenis in
de Brabantsche hoofdstad, afgebeeld
vinden.)
IN DE MOESTUIN.
362. POTERS. Beginners, die dit jaar
voor het eerst vroege aardappelen heb
ben geteeld en de oogst nu aan het bin
nenhalen zijn, houden zich nogal eens be
zig met de vraag; Hoe bewaar ik nu zelf
goed met zorg behandeld worden en
gewonnen pootaardappelen? Voorloopig
is voor hen een lichte kelder de beste
bewaarplaats. Natuurlijk moet het poot-
dient vooral tegen stooten of vallen te
worden gewaakt. De poters dienen ook
geregeld te worden omgelegd, tot in het
vroege voorjaar toe, waardoor wordt te
gengegaan, dat zij te vroeg zouden gaan
kiemen. Ook het licht houdt het kiemen
tegen. Door de poters bovendien zooveel
mogelijk uit te spreiden (we hebben er
immers niet zulke groote hoeveelheden
van noodig), benaderen we dus de beste
methode van bewaren, een lichte, koele,
luchtige plaats.
VERLIESPOSTEN
VOORKOMEND-SYSTEEM,
bestaande uit drie diensten.
In deze tijden is het van belang,
uw debiteuren-administratie ver
trouwd te maken met de grondsla
gen van het V.V.S., opdat toepas
sing zal kunnen plaats vinden op
elk willekeurig moment. Vraagt
ons om nadere uiteenzetting.
VAN DER GRAAF Co. N.V.
Amsterdam C Amstelstraat 14-18.
GELD IIOOFZAAK.
(Op het bureau voor Huwelijksbe
middeling): Wat zegt u? Heeft die dame
een vermogen van f 25.000? Mag ik
haar portret eens zien?
Het spijt me, maar van dames met
een vermogen boven f 10.000 hebben we
geen portretten voorhanden.
Illlllllllll
FEUILLETON
IHHIIIHII
Een modern sprookje van
MARIA SAWERSKY.
6Senta Bratt luisterde een oogenblik
aandachtig; toen knipte zij plotseling met
haar vingers en lachte.
Ik zal die madame Staniecki eens
een poets bakken, waar zij van opkijkt,
mompelde ze, terwijl ze zich omkeerde
en naar de wandkast liep. Hieruit haal
de ze een groote lederen koffer te voor
schijn, waarin ze ijverig begon te woe
len. Weldra scheen ze gevonden te heb
ben wat zij zocht, want met een goed
keurend knikje keek ze naar een opval
lende japon van zilverkleurige stof, wel
ke zij op een armlengte van zich af
hield.
Ik zal Asschepoester naar het bal
sturen. Wat een geluk, dat ik dit costuum
heb meegenomen.
Daar ben ik, zei een zachte meisjes
stem. Anne stond in de kamer en staarde
verbaasd naar het glinsterende gewaad.
Wat hebt u daar, juffrouw Bratt?
In plaats van te antwoorden, wees de
Voor plaatsing bij de Organisation Todt
in Frankrijk worden gevraagd
Spoedige aanmelding bij het Gewestelijk Arbeidsbureau te
Alkmaar of één van de bijkantorenHoorn, Enkhuizen.
Medemblik, Schagen, Wieringerwerf, Den Helder en Texel
gediplomeerd Opticien VVO
KONINGSTRAAT 73.
DEN HELDER.
Telefoon 279.
Brillen naar ieder voorschrilt
worden terstond vervaardigd.
Barometers - „Zeiss" Prisma-
kijkers, „Zeiss" Punktal-
glazen.
Electrische brillen-slijperij
en reparatie-inrichting.
Leveranties aan de
ziekenfondsen.
Die geven een teest pas fleur! Die bren
gen zonook in de donkerste hoek.
Wanneer aan uw feest ook drukwerk te
pas komt, behoort dit met die vreugde
in harmonie te zijn. Fijn papier, een
sierlijk lettertype, smetteloos gedrukt.
Daarop kunt U rekenen, wanneer U het
verzorgen laat door
SPOEDIGE LEVERING TEGEN BILLIJKE PRIJS.
VAN EEN OUD-STRIJDER
II.
Ik mee, links uit de flank, een vijfhon
derd meter verder een soort klipveld op,
waar het lastig rijden was en mijn hand-
paard zich losrukte. Het was een mooi,
zwart, jong hengstje, geschenk van de
veldcornet en diende voor 't dragen van
mijn dekens en andere bagage. Nu viel
het gulzig op de grassprietjes aan en
wilde zich niet laten vangen. Na een
eind doorgereden te zijn, ben ik terug
gekeerd, om nogmaals te trachten, het
beestje in handen te krijgen, doch toen
dit niet wilde vlotten en ik Kóekaa en
nog een ander geluid in de ooren kreeg,
heb ik maar pad gegeven. Ik reed een
duizend meter verder een hoogte op,
waar ik bij wat struikgewas afstapte in
de veronderstelling, dat de Engelschen 1
ïavijn wel zouden volgen.
Aan de zijde der hoogte, waar ik mij
bevond, was ik te voren nooit geweest
en door de eigenaardige gesteldheid van
het terrein, kon ik niet ontdekken waar
heen mijn makkers waren gegaan. Daar
om achtte ik het raadzaam er voorloopig
te blijven.
Zoowat tien minuten later daagde er
een Engelsch escadron op, netjes twee
aan twee, geen vijftig meter van mij af.
Zij keken naar mij, maar daar de avond
schemering intusschen was ingevallen,
reden ze tot mijn groote opluchting
kalmpjes door; opgemerkt zij, dat in
Transvaal de nacht snel valt: zoo ziet
men de vurige zonschijf boven de ge
zichteinder, dan zakt ze als 't ware weg.
Een heel korte schemering en het is
duister.
Er klonken in de verte nog eenige ge
weerschoten en een half uur later in mijn
nabijheid een kanonschot, dat mij een
soort signaal voor een andere colonne
toescheen. Daarna werd het doodstil.
De tijd viel mij lang, erg lang. Na een
half uur, een uur, ik weet het niet
aangesprokene met haar hoofd naar het
raam.
Hoor je die kostelijke dansmuziek,
Anne? Schiet je dat niet in je jonge bee-
nen? Zou je niet ook eens naar hartelust
willen dansen?
Bijna tegen haar wil knikte Anne.
Dan ga jij vanavond dansen, mijn
kind! Dat is mijn ver j aars verrassing voor
jou. Ik zal je mijn uitnoodiging voor het
feest van de consul geven en dan moet
je dit costuum aantrekken.
Maar dat gaat immers niet, juf
frouw Bratt.
Dat gaat uitstekend, Anne! Wij
zullen het sprookje van Asschepoester
eenvoudig in een daad omzetten. Hier is
je pnnsessengewaad. Ik heb het me eens
voor een model aangeschaft, maar nooit
het juiste type kunnen vinden. Jou zal
het voortreffelijk staan.
Maar, juffrouw Bratt, ze zullen me
toch direct herkennen!
Niemand zal je herkennen, om de
eenvoudige reden, dat niemand je kent.
Je bent voor Elsmhorn nu eenmaal het
bloempje, dat in het verborgene bloeit.
Bovendien is het een gecostumeerd feest.
Vooruit, Anne, kleed je gauw om. Ik zal
je haar wel in orde maken.
Wat er het volgende half uur gebeur
de, had ook later voor Anne nog steeds
iets onwezenlijks. Zij stond plotseling
voor de spiegel en zag zichzelf gekleed
mijn horloge lag al geruime tijd „ergens
in die veld" ging ik op verkenning uit,
doch. overal wachtvuren ontdekkende,
keerde ik naar mijn eerste plekje terug.
Ik liet mijn paard wat grazen, bond 't
stevig vast, likte wat dauw van de
struiken, vlijde mij tegen de niet al te
zachte boezem van „moeder aarde" en
warempelik droomde, dat ik in een
veeren bed lag en in een gouden koets
reed! Nu, droomen zijn bedrog!
Vroeg in de morgen klom ik tot aan de
rand der hoogte, die daar in wijde: boog
een steile: bergwand van dertig tot veer
tig meter hoogte vormt, en ontdekte be
neden aan de voet de welbekende huizen
van het plaatsje Buisfontein, waar wij
herhaaldelijk hadden gebivakkeerd, een
driehonderd meter van de huizen af het
kamp der Engelschen.
Prachtig! dacht ik, wanneer jullie
straks afmarcheert, ben ik meteen uit de
zorgen. De Tommies echter gingen voor
eerst niet weg en er voegde zich tegen
de middag een andere colonne bij hen,
vermoedelijk de troepen, die de vorige
dag in de kopjes hadden geopereerd.
Ik bleef stil op mijn observatiepost.
We kregen beter gezegd hadden hon
ger en dorst en mijn bruin Frits begon
onrustig te worden. Zoo zachtjes aan had
ik daar bijna vierentwintig uur doorge
bracht, zonder ook maar één levende
ziel te hebben bespeurd. Ik mocht der
halve wel aannenien, dat de kust veilig
was en besloot danook voorzichtig, onge
veer in de richting van het ravijn af te
dalen. Een kwartiertje later rook Frits
water; hij trok mij naar een plasje, waar
hij zich lekker tegoed deed.
Ik was nog aan het overpeinzen wat
verder te doen, toen er plotseling achter
mij een kort „hands up!" klonk.
Mij schielijk omdraaiend, zag ik een
pas of tien van mij af een Engelsche pa
trouille, die de geweren op mij gericht
hield Ik stak geen handen op, maar met
de teugel in de rechter en het geweer in
de linker, keek ik dat stelletje eens
goed aan, waarna een der ruiters op mij
afkwam, en zei. „You are my prisoner"
(ge zijt mijn gevangene).
in een kostelijk, zilverkleurig gewaad,
dat haar armen en schouders vrij liet.
Op het losse haar prijkte een fonkelende
diadeem, haar voeten staken in zijden
schoentjes en haar armen waren tot de
ellebogen in een netwerk van handschoe
nen gehuld, die met schitterende steenen
bezet waren.
Ben ik dat heusch? mompelde het
meisje, terwijl zij haar stralend spiegel
beeld aanstaarde.
Natuurlijk riep Senta Bratt, een
en al gestdrift. Anne, je bent werkelijk
een schoonheid; je zult de koningin van
het feest zijn.
Ze zullen me er uit gooien!
Onzin! Ze zullen je voor de betoo-
verde prinses houden. Wat heb je daar
voor een mooi medaillon, Anne? Dat is
een zeldzaam kostbaar kleinood. Echt
empire. Ik heb het nog nooit bij je ge
zien.
Ik draag het altijd onder mijn jurk.
Het is een erfstuk uit de familie van m'n
vader en het bevat zijn portret. Wilt u
het eens zien?
Senta Bratt knikte bevestigend en
Anne drukte op het knopje, waardoor
een miniatuur, op ivoor geschilderd,
zichtbaar werd. Het was het knappe,
maar wat te weeke gezicht van een man,
die veel op Anne leek.
Buitengewoon knap werk, prees de
schilderes. Je vader moet een knappe
Parasiteer niet op anderen maar steek
zelf de handen uit de mouwen en vat aan
Een parasiet is een verachtelijk ie
mand.
Het woordenboek geeft er voor aan:
meeëter, tafelschuimer, klaplooper.
Een parasiet geniet van de arbeid van
anderen en teert op de zakken van an-
deien, zonder zelf iets uit te voeren.
Een parasiet is een woekerdier of een
woekerplant, die op of in een ander or
ganisme leven en daaruit voedsel trek
ken.
Wanneer menschen parasiteeren, leven
ze als een parasiet, oefenen het „beroep"
van klaplooper uit en bestaan op kosten
van anderen.
Er zijn onder ons van die parasieten,
die geheel en al op de samenleving tee-
rer en die net doen, alsof er geen he
melsbreed verschil bestaat tusschen het
elkander helpen en het leven op kosten
van andermans zak.
Wij zijn. deel van een gemeenschap en
wc. hebben het recht op steun van die
gemeenschap, maar we hebben geen
recht zelf te luieren en anderen voor ons
te laten werken.
GRAFSCHRIFTEN
Van een tooneelspeler: Hij is van het
tooneel verdwenen.
Van een wandelaar: Hij is opgestapt.
Van een gevangene: Hij is er tusschen
uit.
Van een timmerman: Hij ligt tusschen
zes plankjes.
Van 'n vuilnisman; Hij is tot stof weer
gekeerd.
Van een jager: Hij is naar de eeuwige
jachtvelden.
Van een tolgaarder: Hij heeft de tol
der natuur betaald.
Van een kellner: Hij heeft met het le
ven afgerekend.
Van een barbier: Hij is om zeep.
(Overgenomen uit De Weekrevue)
Hadden ze mij soms al lang in de gaten
gehad? Gedachten van spijt flitsten mij
door het hoofd, dat ik nu toch nog in de
val zat, terwijl ik zoo gehoopt had, het
eind van de orlog als vrij man te kun
nen beleven.
De voorzienigheid evenwel had het an
ders beschikt en zooals later zal blijken,
mij daarmede veel last en moeilijkheden
bespaard.
Het was nu geweer en patronen over
geven en opstijgen. Daarna reden wij
naar het Engelsche kamp.
DOODVONNIS?
De commandant der Engelsche troepen
zat met z'n staf bijeen. Een tien meter
van hen af stond een viertal open cami
ons, zonder kappen, waarop zich de ge
deeltelijke buit van de vorige dag be
vond; een zestigtal gevangen Boeren.
De commandant gaf mij over aan een
officier en een „National Scout" (deze
laatste van dat soort, door de Transva-
lers gewoonlijk boerenverraders ge
roemd, die, meestal uit de Kaapkolonie
afkomstig, de zijde der Engelschen had
den gekozen).
De Scout spreidde een deken op de
grond uit, waarop wij met z'n drieën gin
gen zitten en opende vervolgens het de
bat; hij stelde alle mogelijke en onmoge
lijke vragen en zei onder meer, dat ik
al lang de wapens had moeten neerleg
gen, daar ik als ontwikkeld man toch
moest begrijpen, dat de Boeren het nooit
tegen de Engelschen konden harden en
ik mede schuldig was aan het verlengen
van de oorlog.
De officier zei mets, maar wees op
mijn kleeren, waarop de Scout mij toe
snauwde: „Je bent een spion en zult
wel worden doodgeschoten. Je hebt een
Engelsche tuniek, rijbroek en legerschoe
nen aan, ter misleiding, een burgerhoed
en overjas". Brrr, bangmakerij, dacht ik,
om inlichtingen van mij los te krijgen
Ik antwoordde, dat aangezien de Engel
schen alles verbrandden en vernielden,
ik wel moest aantrekken wat ik kon be
machtigen. (Wordt vervolgd).
man zijn geweest, Anne.
Ik weet het niet. Ik kan hem me
niet meer herinneren. Ik was nog heel
klein, toen hij stierf. Ach, juffrouw Bratt
ik heb toch eigenlijk geen moed om naar
dat bal te gaan. Het idee is al te avon
tuurlijk.
Maar nu scheen Senta Bratt het wel
letjes te vinden. Ze pakte het jonge meis
je bij haar schouders en schudde het door
elkaar
En nu geen woord meer, Anne!
Denk je, dat ik het sprookje van Assche
poester geenscèneerd heb om je op het
laatste oogenblik te laten terugkrabbe
len"' Je zult nu gaan, tot de morgen dan
sen en je schoen verliezen, zooals dat 'n
behoorlijke Asschepoester betaamt. Ik
blijf intusschen wakker om op je ver
slag van het avontuur met de prins te
wachten. Minder dan een prins mag het
niet zijn, hoor Anne. Goed begrepen?
Het meisje, aangestoken door de uitge
laten stemming van de schilderes, lachte.
Goed. Ik beloof het u. Maar ik heb
geen masker.
Dat is waar ookWe moeten nog
een masker hebben
Senta Bratt rommelde wat in een la
de en diepte daar een kanten doekje uit
op. Binnen enkele secocnden had zij er
een paar ooggaten ingeknipt en Anne het
doekje voor gebonden. (Wordt vervolgd).
GRABBELTON
WAT IS OPVOEDEN?
Opvoeden is niets dan voortdurend een
goed voorbeeld geven. (Therèse Hoven)
DE VRAAG
Een wijsgeer ziet een wesp op een cac
tus scharrelen. Hij vraagt zich af: Steekt
de cactus de wesp of de wesp de cactus
FANFARE
Ons land telt 2000 blaasorkesten met
in totaal plm 60 000 leden lezen we in
ae Haagsche Post.
RAAD VAN VADER CATS
Wees trouw in uw beroep
En schuw de kromme gangen,
Oprecht gelijk de duif,
Voorzichtig als de slangen.
NIET ZOO BEDOELD
Een man klaagde over het gedrag van
zijn zoon tegen een oud vriend.
Je zult eens ernstig met hem moe
ten praten, sprak deze.
Dat heb ik al zoo vaak geprobeerd.
Hij luistert niet naar een verstandig
woord. Hij laat zich alleen door gekken
raden Jij moest maar eens met hem pra
ten.
MERKWAARDIG ANTWOORD
Toen de laatste koning van Castilië, de
kinderlooze Hendrik IV, met een zijner
vertrouwelingen de toekomst van dyna
stie en land besprak, zei deze veelbelee-
kenend:
Er is nog Aragon, Sire
Later kwam door het huwelijk van
Hendriks jongere zuster, Isabella, met
Ferdinand van Aragon de éénwording
van Spanje tot stand.
Het merkwaardige van dit antwoord
was niet alleen, dat het een goede belofte
voor de toekomst inhield, maar ook
aat u het van achter naar voren kunt le
zen en dan staat er nog „Er is nog Ara
gon, Sire".
We vonden het bovenstaande in De
Weekrevue. De vraag rijst: Zou die ver
trouweling Nederlandsch gesproken heb
ben
WIJ MOETEN MEER EERBIED HEB
BEN VOOR TWIJFELAARS UIT OVER
TUIGING DAN VOOR DE DWEPER OF
DE ZOOGENAAMD GOEDGELOOVIGE
UIT TRAAGHEID DES GEESTES
VAN DE BOEKENPLANK.
Johan Luger, NAAR WIJ VERNEMEN.
Roman uit de krantenwereld
Johan Luger, de in heel ons land be
kende redacteur van De Telegraaf die
de krantenwereld kent als weinig ande-
len schuift het gordijn ter zijde. Hij
teekent krantenmenschen en toestanden
met een woordpalet, dat alle nuances van
diepe, warme menschelijkheid tot de fel
ste satyre omvat. Ingen. f 3,90; fraai
geb. f 5.plus O.B.
BOEKHANDEL PARKSTRAAT - Tel 11
HYGIENE EN VEILIGHEID
341. HARTAANVAL. Het komt zoo
dikwijls voor, dat in een familie een van
de leden een zwak hart heeft. Wanneer
nu zoo iemand een plotselinge aanval
van hartzwakte krijgt, dan kan men dat
onmiddellijk bespeuren aan de typische
blauwe gelaatskleur en aan de lippen,
die dan evenzoo blauw gekleurd zijn. Zoo
iemand pleegt naar adem le snakken; als
men zijn pols voelt, dan blijkt deze zwak
en onregelmatig te zijn en dikwijls is de
patiënt dan te zwak om te spreken. Het
spreekt vanzelf dat men dan dadelijk de
dokter moet roepen, maar juist in deze
tijd kan het soms wel even duren, voor
dat deze aanwezig is. Daarom moet men
alvast eenige voorloopige maatregelen
nemen. In de eerste plaats moet men de
patiënt geruststellen; opwinding is wel 't
verkeerdste, wat men de patiënt kan
aandoen. Men moet er op bedacht zijn
hem die houding te laten aannemen, die
hij zelf aangeeft: men mag hem vooral
niet dwingen te liggen, als hij de wensch
te kennen geeft, in een half zittende hou
ding te verkeeren, want deze laatste hou
ding is inderdaad onder de gegeven om
standigheden de beste.
Als de patiënt groote moeite heeft
adem te krijgen, kan men hem in een
leuningstoel plaatsen, zoodat hij met
zijn handen op de armleuningen kan
steunen. Is er geen leuningstoel, dan
neemt men een gewone stoel, die men
dan dicht bij de tafel schuift, zoodat de
zieke met de handen op de tafel kan
steunen. In sommige gevallen geeft de
patiënt er de voorkeur aan om op de
rand van zijn bed te gaan zitten, terwijl
hij dan zijn voeten naar omlaag laat ben
gelen. Nogmaals, men moet hem zijn
gang laten gaan en niet eigenwijs zijn en
het beter willen weten dan de patiënt
zelf.
Natuurlijk is frissche lucht een der ge-
wenschte factoren en het spreekt wel van
zelf, dat men kleedingstukken, die de
ademhaling kunnen belemmeren, dade
lijk moet losmaken, zooals een boordje,
een corset en zoo al meer. In enkele ge
vallen kan men de patiënt in letterlijke
of figuurlijke zin een hartversterking ge
ven, door hem een weinig cognac of
koffie te geven.
De hoofdzaak is en blijft echter rust
en nogmaals rust. Alle omstanders en
nieuwsgierige kennissen moeten daarorr
worden verwijderd en verder moet maar
rustig worden afgewacht, tot de arts is
gekomen. ARTS.