Het begin van „Vrede op Aarde" TEXELSCHE COURANT NEDERLANDSCHE OMROEP TWEEDE BLAD - WOENSDAG 24 DECEMBER 1941 STIEFMOEDERS, IN SPROOKJES EN IN WERKELIJKHEID. ZIJN KERSTFEEST. de Omroep U? De stiefmoeders hebben het nog min der ver in de algemeene sympathie ge bracht dan de schoonmoeders Men spreekt van een stiefmoederlijke bedee ling, terwijl men van een schoonmoeder- lijke dito niet gewaagt. De sprookjes zijn zelfs vól stiefmoe ders, die zonder uitzondering boos en lamlendig zijn, en die van een heks slechts daarin verschillen, dat zij het in de aviatiek niet zoover hebben gebracht, dat zij op een heibezem rondom de kerk toren kunnen zeilen. Ze zullen het er in de loop van de geschiedenis wel naar hebben gemaakt. De stiefmoeders natuurlijk. Waarom de schoonmoeders eigenlijk in zoo kwa de reuk staan, is me niet duidelijk. Het is denkelijk heel vaak hun grootere er varing en hun te hardnekkige neiging daarvan aan anderen mede te deelen, die het front schoonzoon-schoonmoeder beheerscht. Zij geven te véél, en laten zich te weinig vragen. Met booze stiefmoeders is 't net an dersom. Die laten zich altijd maar vra gen, maar in stede van* te geven, ont houden ze gewoonlijk het hun toever trouwde kroost al wat dat noodig heeft. En nu zijn sprookjes wel sprookjes, maar de Hemel beware ons, wanneer zij eeps werkelijkheid worden. Dan zijn het altijd de slechtste tafereelen er uit, ,die ons geschonken zijn. De heksen, de boo ze toovenaars, de vergiftigde appels en de kinderen-etende reus zijn dan aan wezig, maar de prinsen, die een tijdlang reeën zijn, de goede feeën, die reeds bij de geboorte de wieg bekransen met wel daden, de goed-gemutste koning, die het goud voor zijn onderdanen strooit dat b 1 ij v e n sprookjes! De rechtbank in Leeuwarden berecht te dezer dagen naar het Alg. Handels blad' schreef een stiefmoeder, die haar negenjarig stiefkind jarenlang mishan- -IWIIIIIIII VOOR DE VROUW. |||||||||!U- SUPERCHIC PATROONBUITENGEWOON. 5672 ghique kimono mantel. Voor gr. 44, ben. 3,25 M. stof van 130 cM. 5673 Elegante mantel van pluche. Voor gr. 44, bert. 2,60 M. pluche van 120 cM. 5674 Gekleede* mantel. Voor gr. 44, ben. 2,75 M. wollen stof van 130 cM. 5675 Eenvoudige mantel. Voor gr. 44, ben. 2,75 M. wollen stof van 130 cM. 5676 Vlotte wijde mantel Voor gr. 44, ben. 2,50 M. wollen stof van 130 cM. en 0,75 M. bont van 120 cM. Van alle modellen zijn schitterend passende patronen in de gangbare ma ten leverbaar. Prijs bij vooruitbetaling f0.35 voor kinderkleeding, voor mantels enmjaponnen f0.45 per patroon. Te vol doen in postzegels tot 7llt cent p. s. of door storting op giro 240842 tegelijk met de duidelijke bestelling o.a. opaave bo venwijdte. Uitgevers A. H. Bruil, Patronenaf deeling, Doetinchem. RECEPTEN SCHAPEBOUT. 1 kg. schapebout, vet, een ui, een theelepel gemalen foelie, een paar laurierbladen, kruidnagelen, peper korrels, 2 dL. azijn, 2 dL. water. Het vleesch wasschen, inwrijven met foelie en in het .mengsel van water, azijn en kruiden leggen. Het vleesch er minstens 24 uur in laten liggen, het zoo noodig nu en dan keeren. Na het marineeren met zout inwrijven en het vet bruin bakken. Een weinig van dé marinade toevoegen en het vleesch gaarstoven. Het vleesch EEN NORMANDISCH KERSTVERHAAL. De landweg lag verlaten. Tot bijna aan de grond bogen de toppen £er popu lieren onder de hevige wind. Doode bla deren dwarrelden op. Aan de kant van de weg, zooveel mogelijk nog wat be scherming zoekende tusschen de stam men der boomén, strompelde een land- looper voort, alleen, zonder doel, gebo gen onder 't gewicht van zijn bedelzak. Een verloren stip in de eindeloosheid der velden rondom. Het was een dier vagebonden, die, als ze een veldwachter ontmoeten, goed doen hun papieren klaar te houden, voor zoover ze die rijk zijn. Veel ver trouwen kon hij daarin echter niet stel len, die de schuwe, verschrikte blik van de zwerver had kunnen waarnemen. Maar wie zou zich zonder uiterste nood zaak in de ijzige wind op die gruwelijk- eenzame weg gewaagd hebben? En toch was deze oude vagebond de lijdzaamheid zelf: hij ging gebukt onder de misdaad leelijk te zijn. Zonder sporen van haat of bitterheid, teekende zijn uiterlijk de be- .rusting van een oude, murw-geslagen hond. Uitgeput stond de zwerver stil, zette zijn zak op de grond, legde zijn stok er op een verwarmde schaal opdienen. Men kan de schapebout nog op andere wijze bereiden: a. iri plaats van in de marina de legt men het vleesch in karnemelk zonder krifiden; b. in plaats van het te marineeren wrijft men het vleesch in met zout en mosterd en laat het 24 uur staan. VERVANGINGSMIDDEL VOOR THEE. En lezeres schrijft ons, dat zij met goed resultaat voor de vervanging van thee van dit recept gebruik maakte: Ap pelen goed wasschen, daarna schillen; de schillen in een heete oven of op de heete kachel op een blik roosleren (in een oven gaat het 't best). De kleur moet ten slot te donkerbruin zijn. De schillen zijn dan hard geworden. Breek ze maar niet te fijn. Uw theesurrogaat is dan gereed. In plaats van thee doet u de'geroosterde schillen in de theepot, maar de hoeveel heid moet wat gróoter zijn. naast en ging een oogenblik zitten, z'n half-bevroren ooren in de koude handen wrijvend, en zuchtte. Moe dwaalden zijn blikken, waarin alle hoop was uitge- bluscht, naar de drie molens van Bos quet, die nog nauwelijks zichtbaar wa ren in de zich verdichtende duisternis. Dan luisterde hij naar door de storm half-vervaagde klanken, die tot hem doordrongen van Bourneville, het dorp, welks silhouet even tegen 'n vage licht schijn aan de hemel afstak en dan weer in het donker verzonk. De oude huiverde, niet alleen van kou. Eén oogenblik wilde hij zich in wan hoop neerleggen, om te rusten in eeuwi ge rustMaar dan vermande hij zich weer en sleepte zich voort naar het na bije gehucht. De grond sopte onder zijn voeten, zijn stok schimpte af op harde keien. Zoo goed en kwaad het ging klau terde hij tegen de heuvel op, bereikte het gehucht, welks schamele woningen om een pleintje lagen, waar een paar winkeltjes wat schaarsch licht op de vervallen geveltjes plekten. De schaduw van een gendarme dreef hem op de vlucht, de heuvel af, naar 't aan de voet gelegèn rivier dorp je Saint Jean. Achter hooge heggen lagen boer derijtjes verscholen, in 't flakkerende licht van enkele lantaarns nauwelijks waarneembaar. delde. Ze sloeg, trapte, stompte en ran selde het ventje, omdat ze het nu een maal „niet kon uitstaan". En.... omdat hij nog niet geheel zindelijk was. Zijn wintervoeten moest hij wasschen in het vuile dooiwater, dat op het ijs kwam te staan, en omdat dat nóg niet hielp, trap te ze het kereltje tegen de buik, zoodat hij drie weken in een ziekenhuis moest worden opgenomen. Ik houd erg veel van kinderen en ik ben bereid met stiefmoeders vrede te nemen. Maar ik moet toch even denken aan de witte vrede en het niet te omva men geluk, dat deze hummel een poosje in zijn heldere ziekenhuisbed -gekend heeft. Witte lakens, zusters die zachte han den hebben, en een dokter, die je onder de kin neemt, en alles met je doet wat je vader niet durft doen, omdat hij bang is voor de vrouw die je.moeder noemen moet. Ik feliciteer de rechtbank, die de eisch van een jaar verdubbelde en deze schan delijke harpij twee jaren tijd tot over weging schonk. Maar laten zé voor de jongen nu ook ergens een-dak zoeken, waaronder goede sprookjes worden beleefd. Van de kwade heeft hij in zijn jonge leventje al meer dan genoeg geleerd. Het „Vrede op Aarde", met Kerstmis veel bezongen, f Lijkt niet veel meer dan beeld van zoete droom. Hartstochtelijke haat en leugen op de tongen, Zij passen niet bij 't feest rondom de boom. De strijd om heerschappij, meedoogenloos gestreden, Verbittert hen, die broeders moesten zijn; Het namelooze leed, nu overal geleden, Gaat door het brein en doet het hart ook pijn. Maar was dan wel de vrede, die wij vaak bezongen, leis anders dan een verve, die bedroog? Was hij niet t' allen tijd een leugen op d^ tongen; Meer schijn dan wezen; voor het menschenoog? Was ons „in vredesnaam" niet dikwijls slechts de zwakte, Die ons weerhield van handelen naar 't gemoed; Niet anders dan een woord, waarmee w' ons zelf bedrogen, In plaats van sterke drang naar vroom en vroed? Laat ons dan bij dit Kerstfee^i ernstig overdenken Dat vredelievendheid beheersching eischt, En dat de wil om medemenschen niet te krenken Pas krachtig is, als hij uit 't harte rijst. Ook, dat wij, elke dag schierzullen moeten streven Naar vrede in de eigen, kleine kring. Dan zijn wij allereerst tevreden met ons leven En bouwen aan de vrede onderling. bent er niet voor den Omroep, doch de Omroep is er voor U. Oat de Omroep dit begrijpt, blijkC óók uit de rijke, stemmingsvolle Kerst* programma's, waaruit we hier èen greep doen. INLEIDING TOT HET KERSTFEEST: Woensdag 24 December Hllv. I'. .23.00 uur: Kerstnachtverhaal. 23.40 uur: Kerstliederen. Inleiding door Kerstklokken* Ie KERSTDAG 9.3S UUR HILV. I. CANTATE VOOR DEN 1en KERSTDAG UIT BAChfS" WEIHNACHTSORATORIUM. 13.30 UUR HILV. I. KERSTSPEL-..DE GEBOORTE VAN CHRISTUS" 14.30 UUR HILV. I. KERSTPROGRAMMA OP HET OUDST BESPEELDE ORGEL VAN NEDERLAND. 16 4S UUR HILV II. ..HOE HET DENNETJE KERST BOOM WERD KERSTSPROOKJE VOOR DE JEUGD 17.00 UUR HILV I. KERSTPROGRAMMA, BARITON MET PIANOBEGELEIDING. 19.30 UUR HILV. II „DAAR RUISCHT LANGS DE WOLKEN" EEN KERSTGEBEUREN IN VOLKS LIED. CHANSON EN POËZIE 2e KERSTDAG 21.00 UUR HILV I. KERSTEPOS HEILIGE NACHT" „STILLE NACHT. .BROERTJES 14.S0 UUR HILV. I. - KINQER-OEERA KERSTDROOM" 1S.S0 UUR HILV I. „HALLO VIKING» HALLO VIKINGLUISTERSPEL. 17.30 UUR HILV I CANTATE VOOR DEN 2en KERSTOAQ UIT BACH'S WEIHNACHTSORATORIUM» 17.30 UUR HILV. II. KERSTGROET AAN ONZE LAND* GENOOTEN IN DEN VREEMDE. 18.00 UUR HILV. I. SPORT IN OE KERSTDAGEN» 19.30 UUR HILV. I. WINTER-POTPOURRI. 20.4S UUR HILV. I. KERSTTRILOGIE. Met zulke programma's is het duidelijk, dat U den Omroep niet missen, wilt. Daarom zal ook in 1942 ,;de radio" de oude, vertrouwde vriend des huizes blijven in de Nederlandsche huiskamers m Een donderslag dreunde; de regen be gon te stroomen. Druipnat zocht de va gebond een twijfelachtige schuilplaats onder een wilg. „Moet men dan niet van God en menschen verlaten zijn, om "in zulk weer langs de weg voort te moe ten?" dacht hij. „Gelukkig de man, die nu aan zijn haard kan zitten, met z'n gezin. Eens had hij een haard, een vrouw de zijne genoemd; en een kind met blauwe oogen, blauw en helder als kristal. Maar de dood had hem dit alles ontroofd, en voor de verschrikking van een oneindige wanhoop was hij gevlucht, de stfaten en wegen op, de eenzaamheid in. En nooit zoo sterk als deze avond, waarin Kerst klokken oude wonden openreten, was zijn heimwee naar dat onherroepelijk voorbije in hem gegroeid tot opstandige bitterheid. Hij heeft niets meer te geven en niets meer te wachten. In de milde zomer vindt de vagebond in de natuur nog een troostende biechtvader, die "naar hem luistert, waar de menschen geen oor mèer voor hem hebben; maar in de harde winter schijnt zelfs de Hemel doof voor de beden van 'n menschelijk wrak. Tot diep ii> de herfst, mijmerde de ou de,- vond ik nog wel een onderdak, en overdag scheen de zon op de wegen. Maar nuen hij vervloekte de win ter, die hem niets liet dan één wensch, één doel: het einde, de dood. Nog steeds stroomde de regen om laag. De vagebond rilde, zijn tanden klapperden. „Als ik nog langer zoo blijf doorstrompelen, val ik neer", wérd de oude zich bewust. Nu, dan zou het eind van zijn martelgang gekomen zijn. Als hij dan maar sterven mocht in de be schutting van een stal, niet zoo eenzaam aan de rand van de weg, maar tenminste met wat beesten om zich heen. Met onzekere, bevende handén lichtte hij de grendel Van een hek op, strom pelde over een erf, klopte aan de geslo ten deur van het huis. Wie is daar? klonk een stem. De vagebond wist niet aanstonds een ant woord. Na eenige oogenblikken stilte opende een groote man, met wantrou wend gezicht, de deur. Wie ben je? Wat wil je? Heb medelijden, stamelde de zwer ver. -J- Daar is het nu geen tijd voor zoo laat op de avond. Is daar een bepaalde tijd voor7 Ja zeker, klonk het ruw, wie klopt er op zoo'n uur aan de dichte deur van een eenzame boerderij? Het wantrouwen van de boer klonk hard in elk woord. Nou, ruk in, vagebond! Neem me niet kwalijk, ik had ge dacht. Goeienavond! De deur werd toegesmeten. Rondom de zwerver verdichtte zich de duisternis. Onder het gewicht van een onuitspreke lijke wanhoop boog zijn schamele ge stalte nog dieper naar de grond, even ongastvrij als de menschen. Waarheen nu? Rechts, links wat kwam het er op aan9 Doelloos wankelde hij verder, langs de weg zonder einde. Daar beierden weer de klokken, ver- weg, dichtbij. Van overall over de sla pende velden. „Kerstfeest, Kerstfeest, Jezus is ge boren!" stamelde hij. Bij .de herinnering aan vroegere Kerst dagen wrong zich een snik uit zijn keel. Dan legde hij, de dorre armen naar de hemel uitgestrekt, zijn nameloos leed aan de voet van het crucifix, dat op het kruispunt der wegen neerzag. Een glans van heerlijkheid en vrede spreidde zich uit. over zijn verweerde trekken, iets als een hemelsch licht. Dat straalde nog op het gelaat van de vagebond, toen, de volgende morgen, boeren uit de omtrek de doode zwerver vonden Sindsdien heeft, naar men verhaalt, op Kerstavond geen zwerver ooit tever geefs huisvesting gezocht, zelfs niet bij de ruwstè boéren in dit Normandische land.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1941 | | pagina 5