f m, - Praatavond Ver. van Oud-leerlingen L.L.S' Piepkuikens per K.L.M. Hoe maken de jongen het in Indië Brief van Pater Witte uit Br. Oost Afrika. De praatavond van Woensdag 20 Nov. was de eerste van een reeks, die bestemd is voor 't houden van de lezingwedstrijd. Vier spr. traden deze avond voor het voet licht. Als jury fungeerden de heren A. J. Keijser, W. H. Lap, H. Leber en E. Noor- dijk. De heer Lap was op deze eerste avond verhinderd aanwezig te zijn. Na opening door den heer Joh. Roeper wordt direct het woord gegeven aan den heer P. Kikkert voor het inleiden van zijn onderwerp: Wat zijn vandaag de goed koopste voedcrmiddelen? Spr. begint met er op te wijzen, dat deze vraag momenteel van belang is. In de oorlog was er geen keus en we stel den ons tevreden met datgene wat er te krijgen was. Al was het ene iets duurder dan het andere, dat was niet zo erg. Vooral degene, die wat ruim van gewe ten was, kwam er altijd. De producten werden dan nog maar iets duurder ver kocht en de rekening klopte dan weer. -Nu is het evenwel weer van belang om zo goedkoop mogelijk te produceren. Ook nu is de keuze in de matig eiwit rijke en de eiwitrijke voedermiddelen nog zeer beperkt en we zullen dan ook heel vaak moeten nemen wat voorhanden is. Met de eiwitarme staat het echter an ders. We kunnen hier kiezen uit de di verse graansoorten, gedroogde pulp, voer- aardappelen, bieten, stoppelknollen, kool- :apen, hooi, stro, enz. Wanneer we vroeger de waarde van ieze voedermiddelen gingen vergelijken, dan gingen we uit van mais We bepaal den voor deze graansoort de prijs per een heid zetmeelwaarde (ZW) en konden dan berekenen wat elk ander voedergewas uit de groep der eiwitarme voedermiddelen waard was. Mais is momenteel nog niet te krijgen en daarom werd uitgegaan van rogge. Wanneer we voor de rogge een prijs van f25 per 100 kg. aannemen, dan komt de eenheid ZW in deze graansoort op ruim 35 ct. Bij een gerstprijs van f 20, per 100 kg. komen we tot een prijs van bijna 28 ct. per eenheid ZW. Bij haver op 30Vï ct. Hierop voortbouwende kunnen we ook berekenen wat de waarde van de diverse ruwvoedermiddelen is in verge lijking met de graansoorten. Daarbij blijkt, dat de prijs van slecht weidehooi reeds f63,30 mag bedragen, van goed weidehooi f 109,en van zeer goed wei dehooi f 126,70. Alles per 1000 kg. Gerste stro mag f 66,80 per ton kosten, bieten f 30.60, voeraardappelen zelfs f 69,30 per 1000 kg. Het blijkt dus wel, dat we in rogge een zeer duur voer hebben. Ook de vergelijking met het koeien- en scha- penvoer, dat we op de bon kunnen krij gen, valt voor de graansoorten zeer on gunstig uit. Wanneer we deze voeder middelen nl. gaan vergelijken op basis van de zetmeelwaarde, dan blijkt, dat het eiwit in het regeringsvoer maar heel wei nig kost. Het is dus zeer oneconomisch om rogge, gerst en haver op te voeren, in dien we over voldoende regeringsvoer kunnen beschikken. Spr. rekende ons voor wat de waarde is van 100 kg. kalkammonsalpeter. wan neer we die gaan gebruiken op grasland, waar de rentabiliteitsgrens voor de stik stof nog niet is bereikt. Met 100 kg. kalk ammonsalpeter kunnen we een opbrengst- vermeerdering krijgen van 680 kg. goed hooi. Op basis van de prijs van een een heid ZW van 30 ct. is de waarde van dit hooi f 63,30. En dit wordt verkregen door 100 kg. kalkammonsalpeter Het is dus wel terdege van belang, dat we vóór we gaan voeren, eerst eens rekenen. Als tweede spreker kwam een der jon geren naar voren, nl. de heer H. Boo gaard. Zijn onderwerp was: Wintertarwe. Wintertarwe wordt meestal verbouwd op de betere gronden. Lichte en zure gronden zijn beter geschikt voor rogge en haver, omdat deze gewassen daar een be tere gronddekking geven. Dientengevolge is de onkruidbestrijding ook gemakkelij ker. Als goede voorvruchten worden ge noemd aardappelen, bieten, erwten, kla ver, vlas, koolzaad, soms ook haver. Tarwe vraagt een vrij zware bemes ting. Spr. noemde bv. 400-500 kg. kalk ammonsalpeter per bunder. Het is van belang, dat de tarwe ondiep wordt gezaaid. Een te geile stand vóór de winter moet worden voorkomen, omdat het gevaar van uitwinteren hierdoor gro ter wordt. We onderscheiden bij de wintertarwe drie groepen. Ten eerste de Inlandse kruisingen, ten tweede de Noordelijke ras sen en in de derde plaats de Middel-Euro- pese rassen. De Noordelijke rassen zijn 't meest wintervast. Hiertoe behoren o. m Mendel, Skandia II en Carsten V. Verder kunnen we nog onderscheiden de witzadige en de roodzadige rassen. De roodzadige hebben het voordeel, dat ze minder vatbaar zijn voor schot. In de nabespreking bleek duidelijk, dat we hier werkelijk met een der jongeren hadden te maken. Het beantwoorden van de vragen geschiedde niet altijd even vlot. Enkele sprekers verschilden van me ning met den heer Boogaard over de waarde van een erwtenstoppel als voor vrucht voor tarwe. Anderen meenden, dat een stikstofbemesting van 400-500 kg. kalkammonsalpeter zeker niet als regel kon worden aangenomen. Voor de betere gronden is een dergelijke bemesting ze ker te zwaar. In de pauze, die hierna werd gehouden, zorgde de voorz. Roeper voor een vrolijke noot. Verder deelt de voorz. mede, dat de medewerking van de oud-leerlingen is gevraagd voor het zgn. tijdschrijven op enige specifieke schapenbedrijven. Wan neer we in de toekomst iets willen berei ken voor onze schapenbedrijven, dan zal het een eerste eis zijn, dat wij aan de re gering kostprijsberekeningen kunnen overleggen. En cïit kan alleen worden be reikt door middel van tijdschrijven. Men zal in contact treden met het Landbouw Economisch Instituut om nadere inlich- door G. TH. ROTMAN. DE GEBROEDERS KNOOPENSCHAAR (Nadruk verboden). 11 Onderwijl dacht Pieter, die zich thuis zat te vervelen: „ik ga toch eens even kijken, wat broer er van terecht brengt!" Hij pakte dus zijn wandelstok en ging er op uit. Maar onderweg kwam iij Gerrit Hazebroek tegen, den kampi oen-hardloper van het dorp, die al ik weet niet hoeveel prijzen had gewonnen. 12. Het gesprek kwam al spoedig op hardlopen. „Toch doe ik het met je!" zei Pieter, die graag blufte; „ik win het be slist van je!" „Top!" zei Gerrit, „we lopen om het hardst en wie verliest geeft den ander een fijne ham cadeau!.Daar heb ik net trek in, zie je!" tingen te verkrijgen omtrent de wijze van werken. Ook het onderwerp ruilverkaveling komt nog even aan de orde. Binnenkort zal een vergadering worden gehouden, waarin moet worden besloten of aan de uitvoerende instanties opdracht tot het maken van een plan voor Ruilverkaveling moet worden gegeven. In principe zijn alle aanwezigen er voor deze zaak warm te houden. (Slot volgt.) De K.L.M. heeft ongeveer eens in de twee maanden een duizendtal merkwaar dige passagiers aan boord. Het zijn sier vissen, die uit Italië en Zwitserland in speciaal op temperatuur gehouden water naar Amsterdam gevlogen worden, van waar zij hun weg vinden naar de vele duizenden houders van tropische aquaria, die Nederland telt.. Dit is een voorbeeld, van vrachtvervoer, dat alleen door de lucht kan geschieden. Bestonden er n.l. geen snelle verbindingen tussen Neder land en de warmere streken der wereld, dan zou menige siervis-liefhebber in W.- Europa zijn sluierstaartjes en maanvissen niet dagelijks in zijn verlicht en ver warmd aquaria kunnen bewonderen. Er zijn meer artikelen, die wij hier zou den moeten missen, als wij geen vracht vliegtuigen hadden: bederfelijke waar uit verre landen. Aan de andere kant zou de lijst van exportartikelen uit Nederland veel korter zijn, indien er geen lucht- vrachtvervoer bestond. Een bekend voor beeld: de verse rozen en tulpen van Ne derlandse bloemisterijen, die mém vooral voor de oorlog 's morgens vroeg reeds in Londen en Parijs kon kopen Soortgelijke artikelen, die ook nu nog per vliegtuig worden verzonden, zijn vruchten, Zeeuwse oesters, kreeften en piepkuikens. Er is nog een geheel andere categorie specifieke luchtvracht. Het eerste vlieg tuig van de eerste KLM-dienst Amster- dam-Londen v.v.. bracht op 17 Mei 1920 de ochtendbladen mee uit de Britsche hoofdstad. En zo is het nog; kranten en pers-foto's behoren tot de dagelijkse K.L. M.-vracht, en zo kan men in Lissabon des avonds de Stockholms Tidningen van die zelfde morgen lezen, terwijl men in Oslo, Stockholm of Kopenhagen de Franse bla den reeds heeft ontvangen. Dat wij hier in Nederland steeds bladen als de Daily Express, de Times en de New York He rald van dezelfde dag kunnen kopen, is bekend. De luchtvaart beperkt zich echter in 't geheel niet tot zendingen, die op andere wijze niet vervoerd zouden kunnen wor den. In onze tijd heeft iedereen haast en het baart dan ook in het geheel geen ver wondering, dat een bekend Amerikaans Warenhuis zijn driemaandelijks prospec tus begint met de woorden: „Luchtvracht maakt ons tot naaste buren". Zoals de meeste Amerikaanse firma's verzendt de ze zaak een belangrijk deel van haar be stellingen per vliegtuig. Aan de andere kant volgt uit 't voor gaande, dat er nu nog veel categorieën vracht zijn. die niet voor luchtvervoer in aanmerking komen. Al worden tegen woordig zelfs jeeps en andere auto's per Skymaster vervoerd, goederen als kolen, aardappelen verzendt men per boot of trein. Reeds eerder noemden wij als typisch luchtvrachtgoed de piepkuikens. Deze kuikens kunnen het jil. nog 48 uur nadat zij zijn uitgekomen, zonder voedsel stel len. Die tijd is juist voldoende, om piep kuikens naar Noord-Amerika, Afrika of Azië te brengen en zo heeft het lucht- vrachtvervoer het mogelijk gemaakt, dat men in Maine, Marokko en Madras thans Hollandse leghorns en rasechte Barne velders ziet rondstappen, pikkend naar 'n graantje. (Persdienst K.L.M.) DE VOEDSELVOORZIENING IN DE KOMENDE WINTER. Hoewel de stand van de voedselvoor ziening in ons land betrekkelijk gunstig is, zullen ook nu nog heel wat moeilijk heden te overwinnen zijn alvorens ons huidige rantsoen tot het voorjaar 1947 is verzekerd. Men bedenke, dat wij voor vele be langrijke voedingsmiddelen voor 'n groot deel afhankelijk zijn van import. Niet slechts het voedseltekort, dat op de ge hele wereld bestaat en waarvoor het ge- ïegelde internationale overleg nog geen afdoende oplossing heeft kunnen brengen, beperkt onze mogelijkheden tot importe ren, ook onze financiële positie legt ons in dit opzicht beperkingen op. Voorts heb ben in het afgelopen jaar de stakingen in binnen- en buitenland ons dikwijls voor onverwachte moeilijkheden geplaatst en deze laatste doen ook thans nog haar in vloed op de aanvoeren gelden. Wanneer wij de voornaamste voedings middelen achtereenvolgens aan de be schouwing onderwerpen en dan beginnen met ons dagelijks brood, kan worden op gemerkt, dat onze binnenl. graanoogst hoewel bevredigend, slechts voor een zes de deel in onze broodgraanbehoefte zal kunnen voorzien. Een belangrijke import zal dus noodzakelijk zijn. Hoewel wij uit de Ver. Staten en Canada nog aanzien lijke hoeveelheden graan en bloem wach ten, is de aanvoer, door de stakingen, ver traagd. Ook met verschepingsmoeilijkhe den tengevolge van de opeenhoping van te verschepen producten in de haven plaatsen moet rekening worden gehouden. Een geruststelling vormt onze aardap pelpositie, waardoor dan ook tot ophef fing van de aardappeldistnbutieregeling kon worden overgegaan. Er kan worden aangenomen, dat de aardappelvoorziening gedurende de winter verzekerd is. De oogst van fijnere peulvruchten is tegengevallen; slechts groene erwten en spliterwten zullen in ruime mate ver krijgbaar zijn. Hoewel het aanbod van slachtvee ruim is en de extra vleesbonnen, welke enige weken lang werden aangewezen, bij velen een optimistische kijk op onze vleespositie zullen hebben veroorzaakt, zal het aan bod van slachtvee gedurende de winter gering zijn en zal het huidige vleesrant soen slechts kunnen worden gehandhaafd indien import van vee of vlees kan ge schieden. Gezorgd is voor het vormen van een wintervoorraad boter, kaas en melkpoe der, waarmede men rekent de voorziening met deze producten bevredigend te kun nen doen verlopen. De vetvoorziening heeft de laatste tijd vele zorgen gebaard. De stagnatie in de aanvoer van grondstoffen voor de marga rineindustrie. welke mede een gevolg was van de stakingen in het buitenland, heeft het noodzakelijk gemaakt, de voor de winter gevormde botervoorraad aan te spreken. Omtrent onze suikerbieten- oogst bestaan goede verwachtingen. De eigen oogst kan echter niet geheel in on ze suikerbehoefte voorzien, zodat wij ook hier voor een deel afhankelijk zijn van import. In verband hiermede zullen ook versnaperingen voorlopig gerantsoeneerd blijven. Verwacht wordt, dat het mogelijk zal zijn de éierendistributie in het vroege voorjaar op te heffen. Opheffing van de cacao-, thee- en koffiedistributie kan binnen afzienbare tijd niet worden ver: wacht. Uit het bovenstaande moge blijken, dat nog steeds een zeer voorzichtige voedsel- voorzieningspolitiek moet worden ge voerd. In dit licht dient ook de jongste maatregel tot opschorting van de distri butie van bloem te worden beschouwd. Voor de broodgraanvoorziening is het noodzakelijk, dat de voorraad tarwe en bloem zo goed mogelijk wordt ontzien. Van een van onze jongens in Indië, K! Bakker van Oosterend, ontvingen wij eei artikeltje, dat voorkwam in „de Nieuw Courant" van te 2 Nov. te Soerabaja waarin beschreven wordt hoe een zijne kameraden daar is gevallen en begraver Wij laten hieronder het artikeltje vol gen. Red. „Texelse Courant". Aan onze zijde sneuvelde een soldaat Het IVe Bataljon Infanterie heeft eei kameraad begraven. Een sobere plechtig heid op het kleine militaire kerkhof Tjiandjoer. Op 't afgeschoten plekje gronJ^P dat rechts van de weg af ligt. voor me: bij den ouden doden makker komt, teld ik nog even een 20-tal eenvoudige graven Alle van militairen van het KNIL en KL die in de rijke vruchtbare vlakte van Tji andjoer gesneuveld waren tijdens het uit oefenen van hun plicht voor het herste van orde en recht. Een vers gedolven graf wachtte than op het stoffelijk overschot van onzen ka meraad: Jan Kamerman. Negentien jaa oud. Een Hollandse jongen uit Hoofd S£ dorp, Noord Holland, die hier in Indië he slachtoffer van zijn plicht werd. Een eenvoudige militaire begrafenisj0 zoals er reeds zovele geweest zijn vóói deze. Maar dat dit graf gedolven moest wor den op de 22ste October nadat het mo ment tot het sluiten van de wapenstil stand aan de legers was bekend gemaak dat gaf aan deze kleine plechtigheu een bijzondere betekenis. Het verhaal van de dood van Jan Ka merman is sober. Maar het tekent geest van Jan en zijn kameraden bij he KL en KNIL. De kampongbevolking van Tjibanten aan de Tjitaroem, ondervindt geregelAt overlast van terroristen en gewapend(ri rampokkers. Enige sectiën Stoottroepen rukten de bewuste dag uit, nadat op nieuw eeïj, noodkreet van de bevolking op het deta w chement was ontvangen. Ze rukten ui a< met de strenge orders het vuur niet t( openen, omdat het aldus in de orders wa o vastgelegd. Toen de Stoottroepen de kampong na derden, trok de bende terug. Tot piots|fe van de overzijde van de Tjitaroem, mi- trailleurvuur op onze jongens geopenclgi werd. Het bevel kwam: „Terugtrekken Geen gevecht uitlokken". Jan Kamerman, achter zijn Brenu. dek. te de terugtocht van zijn kameraden Toen het zijn beurt was om als laatst( k weg te komen, trof hem een schot Hij zakte in elkaar, en toen zijn vriender hem optilden, om hem mee te voeren was hij reeds overleden. Moge het volk in Nederland en Indone sië eenmaal duidelijk beseffen en waar- u deren het moeilijke werk, dat deze jon- J gens hier in Indië blijmoedig en met d( d inzet van hun leven verrichten voor hefc herstel van recht en orde. W Doeve, 24 October 1946 l£ n ZUINIG MET DE KOLEN. Verwacht wordt, dat de staking in de j Amerikaanse mijnen de kolenpositie in 5 ons land zeer ongunstig zal beïnvloeden. Ondanks de wens van de Middenstand zal er voor de a.s. feestdagen geen stroom j voor etalage- en reclameverlichting be schikbaar kunnen worden gesteld. Voorts zal het publiek zich stipt die nen te houden aan de rantsoenen voor gas en electriciteit, zoals deze laatstelijk 3 werden vastgesteld op 1 October j.l Overschrijding van deze rantsoenen kan in geen geval worden toegestaan. Ten einde een te hoge „spitsbelasting der electrische centrales te voorkomen, moet ten slotte worden aangedrongen op een zo gering mogelijk stroomverbruik tussen 7,30 en 9,30 uur voormiddags en 15,30 en 18,00 uur namiddags. WINKELSLUITING. Van 1 Oct. 1946 tot 1 April 1947. Algemeen sluitingsuur 6 uur (Zater dags 7 uur) en 's middags van 12,30 tot 13,30, uitgezonderd Dinsdags, wanneer om 13 uur definitief gesloten moet wor den. Voor enige tijd terug was door ons een brief geschreven aan den hier welbeken den Pater Witte, die verblijf houdt in de Katholieke Missie te Nyeri (Kenya) in Br. O. Afrika, met verzoek om voor onze courant nogmaals een artikeltje te schrij ven. Tot ons genoegen mochten we dezer dagen een antwoord op ons schrijven ont vangen. Wij geloven wel, dat onze lezers (essen) het op prijs zullen stellen als wij de brief van Pater Witte in zijn geheel in onze courant opnemen. Zeer geachte heer redacteur, Met de laatste post bereikte me uw vererend verzoek van nogeens een arti keltje te schrijven voor ons allervriend, het „Tesselaartje". De vraag is nu alleen maar: „watte?" Als ik mijn dagboek van de laatste 25 jaren doorblader, zie ik geen bos meer van de bomen. Het is de afspiegeling van de ontelbare malle situaties, van verbijs terende problemen met hele en halve op lossingen, van licht en van schaduw, van lach en traan; ook van avonturen en ge varen te land zo niet ter zee. Om dat te rangschikken en leesbaar te maken, be gin ik maar liever niet, voordat me de tijd wordt geboden rustig een of meer boeken te schrijven. Daarvoor zal het wachten wezen op de romantische tijd van weinig of geen haren meer op het hoofd, van knikkende knieën en zakken de sokken, van kromme rug en druipen de schouders (en neus?). Het allernieuw ste televisie-apparaat zal te zijner tijd dan wellicht den gedehydreerden auteur te zien geven, zo niet te horen en te rui ken (je weet niet wat er nog wordt uitge vonden), zittend met de sloffen tegen de kachel, sabbelend aan een gebarsten pijp je, krochend en kwijlend en krassend met naarstige vlijt zoal niet meer met soepe le vingeren Penseel het portret zelf maar verder, als het kan met droge ogen. On dertussen ben ik nog niet zo ver gevor derd; voorlopig biedt zich ook nog nutti ger en nodiger werk aan. Dicht dan het dagboek en maar liever geprobeerd in kort bestek een stuk ie Nyeri-werkdag te beschrijven. Het is nu juist de ideale tijd om te schrijven, vlak na het eten. Op deze tijd van de dag houd ik me in de regel voor een uurtje helemaal koest met blinden en deuren dicht, zodat niemand mijn „siësta" komt verstoren. En dan pleeg ik te genieten en tei lezen in een boek of tijdschrift, lui blazend wolkjes uit een nog hele pijp, pootjes gerieflijk omhoog (op z'n Ameri kaans). Voor ditmaal dan maar pootjes neer, (op z'n gewoon) en een blij offertje gemaakt van al die geneugten en het ge vraagde artikeltje geschreven, beginnen de bij 't begin. Mijn werkdag begint om 7 uur, waar aan een paar stille morgen-uren zijn voorafgegaan met „de ogen gericht op de Eeuwige Heuvelen". Het ontbijt, steeds alleen genuttigd, brengt me weer in con tact met de Kikuyu-heuvels. via 'n tafel met eieren en brood en koffie er op, alles van eigen tuin, boerderij en bakkerij. Van heel vroeger herinner ik me, als het ging over spijzen, die me minder bekoorden, mogelijk zuurkool of sakmeel, een zuster lijke vermaning te hebben vernomen van: ogen dicht, hap, slok. Als nu de negerkok mij eens extra op de „proef" stelt, zodat ik eigenlijk liever niets „proef", dan komt me dit aloude Texelse recept voor de geest. Ter algemene afleiding, en om tegelijk een oogje te houden op de inhoud der eieren, lees ik ondertussen de krant, bij voorkeur de Texelse Courant natuurlijk! Na het ontbijt komt de post aan de beurt, alreeds door gedienstige handen op m'n werktafel gesorteerd. Ik berust me in een stel brieven, officiële en niet-offi- ciele, vragenlijsten voor statistieken, con vocaties voor vergaderingen, memoranda, voorgelegde, ,,veul-en-niet-gei\og". Ne gers zijn welsprekend ter tong zowel als ter pen. Maar het dagelijkse papieren bombardement komt niet alleen van de Zwarte Broederen. Van twintig missies, elk met haar ker ken en bij-kerken, scholen, klinieken, enz. komen verzoeken binnen met plannen en tekeningen voor nieuwe gebouwen of uitbreidingen. Dan vraagt men hier voor iemand om de electriciteits-voorziening na te zien. daar loopt de auto of stoom- fiets niet meer; van ginds komt bericht van een zwaar-zieken missionaris, die moet worden gehaald, of iemand heeft een been gebroken of een paar ribben ge kneusd. „Stuur a.u.b dadelijk den Dok ter", komt soms van drie kanten tegelijk. En „vergeet niet een plaatsvervanger te zenden!" En dan vallen er nog een stuk of wat aparte blaadjes uit de enveloppen met ingewikkelde problemen uit de prak tijk, netjes uiteengezet. Die vragen alleen maar om een oplossing, anders niet, maar: „graag met de grootste spoed". Ook heb ik noodzakelijkerwijze met zo wat alle ministeries te doen en bovendien met drie verschillende Districts^Ambtena- rijen, wat een soort van abonnement geeft op stapels paperassen, stralend van de alom bekende en langdradig beoefende officiële beknoptheid. Daarop moeten al leen maar korte en duidelijke en accura te antwoorden worden geschreven, en vergeet je een paragraaf of een artikel of een punt of een letter, dan komen er nieuwe paperassen: aanmaning no. 1, 2, 3, met een week er tussen telkens. Om de wereld te helpen laten draaien, wordt er dan ook een half uur of langer met bekwame spoed gekrast en kantteke ningen gemaakt, en zoveel mogelijk do cumenten verhuizen naar de volgende ta fel, waar een paar typewriters de rest doen op de ondertekening na. Een ander stapeltje brieven die ik persoonlijk moet beantwoorden, blijft op de hoek van mijn tafel liggen tot 's avonds 9 of 10 uur, als die aan de beurt komen. Veel er van kan ondertussen beter en vlugger mondeling afgedaan en daarom staat van 8 uur af de auto voor de deur. Het eerste ritje is gewoonlijk naar het blok regeringsgebouwen, op 6 km. van hier, waar de districts-ambtenaren van de verschillende departementen gelukkig bij elkaar wonen: magistratuur, politie, gezondheidsdienst, onderwijs, landbouw en veeteelt, etc. Dikwijls moet ik daarna verder voor een holderdeboldertje door het omringende bergland, gewoonlijk niet verder dan een 100 km., de gemiddelde straal' van het bisdom Nyeri. Het land zelf is prachtig. Het is niet precies geriefelijk om er haastig door te toeren, daar een bergland voortdurend bochten geeft aan de wegen, en soms hele scherpe. Onder de beide regenseizoenen wordt de rode, vulkanische grond op de binnenwegen ongenietelijk. Dan rijd ik alleen als het niet anders kan, want uit glijden en vastzitten en overnachten bui ten is niet gezellig. Het is dan maar zaak niet te dicht bij de vagevuurkant te ko men aan de andere zijde geeft de berg steun alwaar het vaak ongezond is naar beneden te gaan of zelfs te kijken. Tot dusverre kan ik van redelijk suc ces spreken bij mijn pogingen om op de weg te blijven. Maar een jaar of drie ge leden spande het toch eens. Ik reed over een harde niet al te brede weg aan de ruige, oostelijke kant van de berg Kenya. Bij het nemen van een bocht brak sebiet een „central-bolt", verschoof bijgevolg het bovenstel over de as, raakte het stuur bekneld, en daar ging het met 'n enthou- ast vaartje naar de verkeerde kant. Met een schietgebedje, remmen en rukken, kwam het vehikel juist op tijd tot stil stand, gevaarlijk overhellend alweer naar de verkeerde kant. Heel voorzichtig krab belde ik er uit aan de andere zijde, daar ik door mijn deurtje geen andere keuze had dan een paar honderd stappen tege lijk te zetten. Toen ik daar neerzat om uit te blazen, de Hemel te danken en de scène te overzien, dacht ik onwillekeurig aan de rammelende lammerenwagens van voorheen, waartegen met nadruk werd gewaarschuwd als zijnde de incarnatie van het dreigend doodsgevaar op Texels straten en wegen. Aanvullende veilig heids-voorschriften die ik me herinner waren om nooit hoger te klimmen dan de tweede trede des ladders, en vooral nini- mer naar beneden te kijken om niet dui zelig te worden als je op een stoel moest klimmen om een spijker in de muur te slaan! En daar zat ik na al die veiligheidsopleiding in 'n afgrond te kij ken van enige honderden meters, waar ik bijna ingeknikkerd was. Ik vervolgde mijn weg lopend, aan de bergkant. (Wordt vervolgd.;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1946 | | pagina 4