Carla
BSf
Texel als streek in zijn geheel
1
Hallo Bandoeng
Een eerste indruk van Je bedrijfstak
landbouw voor een streek in zijn ge
heel, zonder dus op afzonderlijke be
drijven te letten, krijgt men door de ont
wikkeling na te gaan van drie kenmer
ken, t.w. het aantal bedrijven in de ver
schillende grootte-klassen, het grond
gebruik en de veestapel.
Behalve de ontwikkeling in de tijd,
dus als hst ware een vergelijking van de
streek met zichzelf in verschillende ja
ren, is het voor het waarderen van een
streek ook zeer gewenst om het be
treffende gebied met andere gebieden
te vergelijken. Dit laatste nu is voor
Texel vrijwel onmogelijk, omdat er geen
gelijksoortige gebieden zijn.
Bij de aantallen bedrijven in de ver
schillende grootte-klassen behoeft bij
een streek als Texel niet lang worden
stilgestaan. Het vraagstuk van te kleine
bedrijven is hier niet aan de orde, zodat
ook een nauwkeurige analyse van de
toe- of afneming van de bedrijven, ge
groepeerd naar grootte-klassen, van
weinig belang is.
Het totaal aantal bedrijven boven 1
ha. bedroeg voor Texel in 1930: 530 met
ecu gemiddelde bedrijfsgrootte van 19,9
ha. Voor de groepen der landbouwge
bieden aangeduid met de namen: zee
kleigebieden weidestreken en zandge
bieden bedroeg de gemiddelde bedrijfs
grootte in 1930: resp. 13,8 ha., 12,4 ha. en
7,08 ha.
Nemen wij voor Texel alleen de be
drijven boven 5 ha. en de bedrijven
beneden 5 ha. zijn in Texel geen eigen
lijke boerenbedrijven dan krijgen
we een totaal aantal van 409 met een
gemiddelde bedrijfsgrootte van 24.9 ha.
Voor het jaar 1947 blijken deze cij
fers niet noemenswaard veranderd te
zijn.
De verschuivingen van de aantallen
bedrijven in de verschillende grootte
klassen zijn, vooral voor de bedrijven
boven 5 ha. niet groot en bovendien
voor het hier te behandelen vraagstuk
van weinig betekenis.
De belangrijkste conclusie, die uit
deze cijfers getrokken kan worden, is
wel, dat de gemiddelde bedrijfsgrootte
op Texel, vroeger en ook nu nog, groot
is in vergelijking met alle andere ge
bieden in Nederland.
In het grondgebruik zijn op Texel
sinds 1910 grote veranderingen opge
treden.
De oppervlakte bouwland was op
Texel in 1910: 1819 ha. en in 194.3: 5264
ha.; in 1947 bedroeg deze oppervlakte
4763 ha. In 1910 ruim IS pet,, van de op
pervlakte cultuurgrond in bouw en in
1943 meer dan 50 pet.
Hierbij moet opgemerkt worden, dat
op het oude Texel d.i. Texel zonder
Eierlandse polder en P.H. polder, jonge
inpolderingen met overwegend akker
bouwbedrijven dus het gebied waar
de schapenhouderij is geconcentreerd,
de verhoudingen even anders liggen.
Op het oude Texel zal ongeveer een
halve eeuw geleden de oppervlakte bouw
land nihil zijn geweest, uit oude typo
grafische kaarten blijkt dit, terwijl in
1939 ruim 32 pet. van de oppervlakte
cultuurgrond, bouwland was en in 1947
ruim 41 pet.
Geen streek in Nederland geeft zulke
spectaculaire veranderingen in het
grondgebruik te zien. Hieruit blijkt al
direct, dat het grondgebruik lang niet
in die mate aan de bodem is gebonden
als in het Oosten van het land het geval
is. In Texel wordt het grondgebruik in
belangrijke mate bepaald door het ge
kozen bedrijistype, dus door de boer
en niet door de grond.
Het scheuren op Texel is dus niet al
leen een oorlogsverschijnsel, maar om
dat al enkele tientallen jaren grasland
wordt omgezet in bouwland, wordt hier
mede door de practijk het hewijs gele
verd, dat het scheuren van grasland
op Texel zeer goed mogelijk is.
Letten we op de akkerbouwgewassen
afzonderlijk, dan zien wij, dat de ver
houdingen tussen deze gewassen in de
verschillende jaren zeer bewegelijk zijn.
Vergelijken we 't vooroorlogse jaar '40
met '47, dan blijkt, dat de granen aan
zienlijk zijn teruggelopen en de hak-
vruchten en groenvoedergewassen be
langrijk toegenomen.
De veestapel toont evenals het grond
gebruik grote veranderingen.
In 1910 bedroeg het aantal melkkoeien
op Texel 1157, in 1930: 2343. Deze ver
dubbeling van het aantal melkkoeien in
deze periode vond plaats bij 'n aanzien
lijke achteruitgang van liet areaal gras
land. Na 1930 nam het aantal melkkoeien
weer geleidelijk af en bereikte in de
oorlog haar dieptepunt. De indexcijfers
voor de jaren 1930, 1935, 1940 en 1943
(waarbij 1910 100) zijn resp. 293, 184,
166 en 141. In 1947 is het indexcijfer
weer gestegen tot 181.
Ook bet aantal fokooien is weinig sta
biel. Het belangrijke verschil met het
rundvee is, dat bij de fokooien alle in
dexcijfers van de jaren na 1910 aanzien
lijk lager zijn dan 100 en bij het rund
vee hoger. In 1947 was het indexcijfer
voor fokooien gedaald tot 52.
Belangrijk is ook nog de verhouding
tussen fokooien en melkkoeien. In 1910
waren er ruim 20 lokooien per melkkoe,
in 1947 minder dan 10.
De varkens hebben op Texel nooit 'n
belangrijke rol gespeeld. In 1910 waren
er 1456 of 1,4 per 100 ha. cultuurgrond
en in 1940 1246 of 1,2 per 100 ha. cul
tuurgrond. Het hoogtepunt werd be
reikt in 1921 met 23,30 varkens.
Op de zandgronden in het Oosten van
liet land waren in 1940 per 100 ha. cul
tuurgrond gemiddeld 80 varkens aan
wezig. Ook per bedrijf zijn de aantallen
varkens gering, vergeleken bij de zand
gronden.
De kippenstapel is op Texel van meer
betekenis dan de varkensstapel, maar
neemt toch niet die belangrijke plaats in
als op de zandgronden het geval is. De
geweldige toeneming van de kippensta
pel, die men op de zandgronden ziet
MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDRIJDEN.
Plaatjes en versjes door G. TH. ROTMAN.
v\
11. Krik, krak! ging het, want het af
dakje was maar van latten met wat as-
phaltpapier gemaakt. Meneer Pimpel
mans ging er glad doorheen en kwam op
de plank van de weckpotten terecht. De
plank wipte omhoog en al de weckpotten
gingen de lucht in. 't Volgend ogenblik
lag de hele tuin vol schei-ven, erwten
en boontjes.
12. Intussen maakte meneer Pimpel-
mans zich allerijl uit de voeten. Niets an
ders bij de hand 'hebbend, gooide vrouw
Knolleboom hein de karnemelkschep
achterna. Zo mikte echter precies twee
nieter te ver naar links, met het onge
lukkig gevolg, dat ze de schep door de
ruiten van haar eigen mooie kamer
gooide.
indexcijfes van bijna 600 heeft op
Texel niet plaats gevonden het hoogste
indexcijfer was 221 in 1930.
Uit dit globaal overzicht van de vee
stapel blijkt duidelijk, dat de koe en
het schaap verreweg de belangrijkste
plaats innemen. De betekenis van de kip
en vooral van het varken voor de be
drijven op Texel, is niet groot, dit in
tegenstelling tot de plaats, die genoem
de veesoorten in de zandgebieden van
Nederland innemen.
De verhouding rundvee-schapen is
sinds 1910 in sterke mate ten gunste
van het rundvee gewijzigd.
De belangrijkste conclusies, die wij
uit dit artikel, waarin sinds 1910 de ont
wikkeling van de gemiddelde bedrijfs
grootte, het grondgebruik en de veesta
pel in zijn geheel werd gegeven, kunnen
trekken zijn wel:
1. De verschuivingen in da aantallen
bedrijven der zuivere boeren (.boeren
zonder nevenberoepen) in de verschil
lende grootte-klassen zijn van weinig
belang.
2. De gemiddelde bedrijfsgrootte op
Texel is zeer groot, vrijwel geen enkel
landbouwgebied in Nederland geeft
dergelijke hoge cijfers te zien.
3. Het grondgebruik op Texel ver
toont sinds 1910 grote veranderingen.
Het percentage bouwland van totaal
cultuurgrond is in de periode 1910-1947
geleidelijk gestegen van ruim 18 pet. tot
ruim 46 pet. Ook in de verdeling der ge
wassen over 'het bouwland traden grote
verschuivingen op. Het grondgebruik
is dus allerminst, zoals in vele zandge
bieden, sterk aan de grond gebonden,
maar wordt in sterke mate door de
meest gewenste productierichting, dus
door de boer bepaald.
4. In de veeteeltsector valt vooral de
nadruk op de schapen en het rundvee.
De kippen en vooral de varkens nemen
op de bedrijven een zeer bescheiden
plaats in.
De verhouding rundvee-schapen ls
sinds 1910 sterk ten gunste van het
rundvee gewijzigd. L. E. L
VOOR ONZE VROUWEN.
SCHORTJES ZONDER PUNTEN.
MIDDENVOOR
Een oude zomerjurk of een overge
schoten lapje levert het materiaal voor
deze gezellige schortjes. U ziet hierbij
dat u ook tweeërlei stof kunt gebruiken,
desnoods maakt u langs de onderkant
nog een afstekende rand.
Wilt u het extra fleurig hebben, dsm
naait u ingerimpeide strookjes mee
maal de lengte). Neemt u de onderkant
rond, maak dan ook ronde zakjes
Het figuuriiaadje in de taille is 1(5
cm. lang en in het midden l'/z cm
breed. De schouderbanden, 65 x 4 cm.,
worejen aan het eind toegespitst en vau
een knoopsgat voorzien. Het knoopje i-->
op het knippatroon aangegeven, lie
schortbanden zijn 70x4 cm. Sluit h>-
schort precies om de taille, dan kunt u
in plaats van banden, een knoop en lus
je aannaaien.
Op dit thema zijn nog vele variaties
mogelijk, maar we moeten iets aan u
zelf overlaten, vindt u ook niet?
ELLA BEZEMER.
wint de grote prijs
van Rome
door HEDDA LINDNER
32.) Zij bereikte het tegendeel van wat
zij wilde. De aangeboren ridderlijkheid
van de man verzette zich tegen de klei
nering van een vrouw, die hem op zijn
minst uit een pijnlijke situatie gered had
maar die ook had leren w aarderen en
achten. Daarom deden hem de goedkope
grappen over haar uiterlijk uiterst pijn
lijk aaii. Het eind was, dat iiij eenvoudig
zweeg, als Lilian over Carla begon, ook
niets zei over hun correspondentie en op
alle dringende vragen, wanneer nu ein
delijk de echtscheiding zou komen, geen
ander antwoord had dan dat de beslis
sing daarover niet bij hem maar bij zijn
vrouw lag.
Voor zover Lilian Bredeeeke tot een
gevoel van liefde in staat was, behoorde
dat. gevoel aan Stephan en liet was niet
meer dan natuurlijk, dat zijn gereser
veerdheid haar hartstocht prikkelde. Zü
had de reis naar Rome met- alle geweld
doorgezet omdat zij tijdens die reis wilde
trachten weer goede vrienden met Ste
phan te worden. En ze was met de beste
hoop op reis gegaan.
Doch toen kwam als eerste tegenvaller,
de mededeling van haar man, dat hij de
reis wilde meemaken wat zij niet on
mogelijk kon maken zonder opnieuw zijn
achterdocht op te wekken Dus gingen
ze gedrieën op reis.
En het duurde niet lang of Bredecke
zei tegen Stephan: „Ik heb in lang niets
van de barones gehoord. Mijn vrouw zei
me, dat ze bij familie in Parijs was.
Maakt ze het goed?"
„O, ja", had Stephan rustig geant
woord, „Je zult haar binnenkort ontmoe
ten. Ze komt ook naar het concours in
Rome."
„Zo?" riep Lilian. „Dat is een verras
sing!" Ze verborg haar ontsteltenis
slechts onder een schijnbaar spottende
toon.
„Och zei Stephan koeltjes, „je weet
dat Carla dol is op paarden en zo is het
eigenlijk vanzelfsprekend, dat ze naar
dit belangrijke concours komt."
„Ja, dat is begrijpelijk", zei Bredecke,
„en het doet we waarachtig plezier, dat
ik haar zal terugzien. Ze is een pracht
vrouw".
Het verdere van de reis was niet erg
verkwikkelijk geweest. Lilian verborg
haar woede en teleurstelling maar half
en werd pas weer wat vriendelijker, toen
ze bedacht, dat dit eigenlijk een uitste
kende gelegenheid was om definitief
over de scheiding te praten. Misschien
was Carla daarom ook wel gekomen. In
ieder geval kon zij (Lilian) hier mis
schien voorzichtig ingrijpen en de loop
der gebeurtenissen een beetje helpen.
Ze werd zich bewust, dat dat huwelijk
haar helemaal niet meer van pas kwam.
Het was wel gebleken, dat zulke zwaar
tillende mensen als Stephan voor derge
lijke experimenten niet geschikt waren
Stephan wordt nog te zeer door de
voorbereidingen voor het concours in
beslag genomen om veel aandacht aan
Carla te schenken. Alleen staat hij tel
kens weer verbaasd te kijken als hij haar
ziet. Overigens is haar aanwezigheid ii»
deze dagen hem zeer aangenaam en hij
merkt, niet zonder trots, dat tiaar kennis
van het vak sterke indruk maakt op de
andere paardenbezitters. Zc is 's mor
gens al vroeg op de oefenbaan, rijdt met
de heren terug naar het hotel om te ont
bijten en bespreekt dan als de beste vak
kundige met hen de kansen der verschil
lende paarden.
Stephans vriend en gastheer van
Goudlelie, graaf Fabiani, maakte Carla
enthousiast en onbevangen het hof. Te
gen Stephan zegt hij dat hij het mooiste
paard en de mooiste vrouw heeft. Als hij
niet zijn vriend was, zou hij zijn mede
dinger worden. Nu blijft hem niets an
ders over, dan eerbiedige verering.
Die verering bestaat in prachtige bloe
men, die 's morgens in het hotel worden
afgeleverd en in diepe buigingen en
handkussen; maar Carla voelt, dat die
verering e.erlyk en zonder bijgedachte is
en gaat er glimlachend op in.
Gisteren heeft hij haar en de Bre-
deekers in zijn nieuwe, grote wagen naar
de zeekust gebracht over de prachtige,
nieuwe autoweg, waarop ongelofelijke
snelheden bereikt kunnen worden. Lilian
was vreselijk uit haar humeur geweest
en Stephan stil en in gedachten. En dus.
heeft Carla met Bredecke gepraat, die
RECEPTEN.
Tomatensoep.
'/i liter water, (wat melk), V« kg. to
maten, 75 gr. (I kopje) gortmout of ha
vermout, wat boter, margarine of vet
en zout, 1 ui, bouillonblokje, laurier
blad.
De gortmout een half uur weken. De
ui fijnsnipperen en in wat boter, mar
garine of vet fruiten. De tomaten even
in heet water of een gasvlam houden,
pellen, in plakken snijden cn even mee-
fruiten. Hete water, wat zout, het bouil
lonblokje en het laurierblad toevoegen,
evenals de gortmout of havermout. Al
les te zamen gaarkoken in J5 20 min.
Dan het laurierblad verwijderen, desge
wenst wat melk toevoegen «-n de soep
nog even laten koken.
OOK DE NOORDHOLLANDSE
SLAGERS PROTESTEREN TEGEN
DE HUIDIGE VLEESVOORZIENING
In Alkmaar kwamen Dinsdagmiddag
400 slagers uil N.-Holland hijeen, ten
einde, evenals hun collega's uit het
ÜosteD van het land, hun misnoegen te
uiten over de huidige gang van zaken
bjj de vleesdistributie.
De voorz. van de vergadering, dhr
Botman uit Enkhuizen, was van me
ning, dat de bona-fide slager zijn brood
niet meer kan verdienen en dat de
noodtoestand in de slagersbedrjjven ten
top is gestegen.
De slagers kunnen niet meer tegen
de concurrentie van de grote bedrijven
op. De mening van de vergadering was,
dat de bestaansmogelijkheid der slagers
tot ongeveer 48 procent is gedaald. Een
voorstel werd gedaan 0111, wanneer op 'n
ordelijke wijze het doel niet te bereiken
is, andere methoden te gaan gebruiken.
Ook gingen stemmen op, die wezen
op de moeilijkheden, waarmede de mi
nister te kampen heeft. Hij is ook ge
bonden aan een vast budget. Als een
oplossing werd voorgesteld: herstelling
van de verplichte veelevcrlng, het op
voeren van de varkensstapel en het
stopzetten van de veelevering naar het
buitenland.
De vergadering nam een motie aan,
waarbij bij de hoofdbesturen der bon
den en bij de vakgroep wordt aange
drongen op het nemen van maatrege
len om o.a. te komen tot: het verzekeren
van een rantsoen van 690 gram vlees
per persoon per 14 dagen en liet stop
zetten van de import van minder kwali
teit vlees ttgenovei- de export van vers
vlees.
„Het Vrije Volk", dat connecties met
minister Mansholt heeft, schrijft over
deze beroering brengende zaak als
volgt:
De slagers zoeken naar een midden
weg. Zij vragen eerst verhoging van 't
vleesrantsoen tot 6 ons per 14 dagen
voor ieder en daarna algehele afschaï-
ling van de vleesdistributie. Daarvan
willen wij alleen zeggen, dat een veer
tiendaags rantsoen van zes ons nog bij
lange na niet het voor-oorlogse vlees
verbruik betekent. Zes ons per veer
tien dagen wil zeggen 1200 gram per
week voor een gezin van man, vrouw en
twee kinderen. Voor de oorlog ver
bruikte het arbeidersgezin van vier per
sonen, volgens toen verrichte onderzoe
kingen, gemiddeld ongeveer 2000 6 2200
gram per week. Het vlees zal dus
schaars blijven, ook wanneer we 6 ons
per 14 dagen op de bon zouden krijgen.
Op die basis de vleesdistributie af te
schaffen, Hikt ons dan ook een experi
ment, dat niet verantwoord is. Pas wan
neer we weer op een vleesaanvoer mo
gen rekenen, die zo regelmatig en zo
groot is, dat een verbruik op ongeveer
vooroorlogse schaal gewaarborgd is,
kunnen de vleesbonnen en de ambtena
ren, die daarmee bezig zijn, verdwijnen.
MINISTER MANSHOLT EN DE
SLAGERS.
Over de eisen, die de slagers in den
lande stellen tot afschaffing van de
vleesdistributie, vernemen wij, dat min.
Mansholt niet bereid is er op in te gaan.
De aanvoer van slachtvee blijft nog
dezelfde als gedurende de vorige peri
ode. Nu de verplichte veelevering is
opgeheven, is aan deze situatie van
Overheidswege niets te doen Pas in het
najaar is een ruimere aanvoer van
slachtvee te verwachten.
ZUID-AFRIKA EN DE IMMIGRATIE
POLITIEK.
De Zuid-Afrikaanse minister v. Bin
nenlandse Zaken heeft een drastische
herziening der immigratiepolitiek aan
gekondigd. De immigratie op grote
schaal had volgens hem liet woningpro-
bleembleem en andere nijpende kwesties
nog moeilijker gemaakt.
Verder is de regering-Malan van
plan een eind te maken aan de „verte
genwoordiging" der inheemsen in het
parlement. Op liet ogenblik hebben zij
drie blanke vertegenwoordigers in het
Huis.
Hier, Katholiek Thuisfront op de
Texelse golflengte met practisch geen
nieuws. Een saaie boel hè? Maar dat
verandert wel weer. Zoals we de vorige
week al schreven zijn onze dames een
groot money-offensief aan het voorbe
reiden en we zien de resultaten hier
van met vertrouwen tegemoet, want we|
weten, dat de Texelaars jullie nooit in
de steek laten.
Jongens, jullie hadden eens even in
Oudeschild op de haven moeten kunnen
kijken, toen jullie collega's, welke met
de „Indrapoera" in Holland kwamen,
hier binnenliepen. De drukte was ge
weldig en bij geen enkele boot, welke in
dit seizoen met honderden vreemdelin
gen hier aankwam, is het verkeer zo
gestremd geweest als toen die vijftien
Texelse jongens 'weer voet op hun ei
land zetten
Verjaardagen zijn er deze keer niet
te vermelden; dus geen felicitaties.
Met de Olympische' Spelen hebben
we ons niet gek gehouden, hè. Vijf gou
den, twee zilveren en negen bronzen
plakken. Wat zal minister Lieftinck ja
loers zijn op al dat edele metaal. Zelfs
de jeugd in Den Burg was er weg van
getuige ecu bulletin, j.l. Zondag aan 'n
schutting in de Weverstraat Hierin rie
pen de „organisatoren" deelnemers op
voor wedstrijden in hardlopen, ver- en
hoogspringen, in verband met de olym
pische spelen, te houden in de paarden
tram hij de kerkstallen aan de Holle
walsweg.
WÜe er met het goud vandoor is ge
gaan, is ons nog steeds niet bekend.
Maar het zal in ieder geval weer een
Hollander geweest zyn. En dat doet het
hem.
Van de week verwachten we Kees v
Heerwaarden hier, die zijn diensttijd et
op heeft zitten en met de „Johan van
Oldebarnevelt" wordt terugverwacht
Vanaf deze plaats roepen we hem al
vast een „welkom" in Holland toe.
KATH. THUISFRONT.
P.I.T.NIEUWS.
Laat ik beginnen met een hartelijke
groet uit het verre vaderland
Jullie zult je wel kunnen voorstellen,
welke aanblik Texel momenteel biedt.
Het staat geheel en al in het teken van
de badgasten. Overal is 't even vol. Alsp
je op liet ogenblik door Den Burg fietst,|1
zou je je zonder al te veel moeite in
de Kalverstraat in Amsterdam kunnen
wanen. Je ziet er auto's uit werkelijk
alle provincies van het land en boven
dien nog verschillende buitenlanders.
Alle denkbare dialecten hoor je er spre
ken, Zuid-Limburgs, Twents en vooral
natuurlijk rasecht Amsterdams.
Met het weer wil het niet erg: Als ei
één mooie dag is geweest, kun je ei
staat op maken, dat het dagen daaini
regent en waait.
En hoe maken jullie het? Ik heb
van verschillende jongens gehoord, dal
ze het niet gemakkelijk zullen vindei
om weer le wennen in het vaderland
hoezeer ze er ook naai terug verlangen
Dat is te begrijpen. Al ben ie in militai
re dienst, waar je toch min of meer aan
het lijntje loopt, aan de andere kant ii
alles zoveel ruimer daar. Het na-oorlog
se Nederland is vaak zo klein en eng
Politieke ruzies, kerkelijk geharrewar
kleinzieligheden. Toch zul je hier weel
moeten wonen met je ouders, je vrouw-
je collega's. En het zal gaan. Teuslotti
is het niet het belangrijkste wéér ji
leeft, maar hóé je leeft. En het echte le
ven is niet: het verwerkelijken van alli
goede hoedanigheden in je zelf. Het is
je leven te laten leiden door Hem, dii
het gaf en je voor altijd te zonnen ii
zijn nooit-aflatende liefde en goedheid
Het allerbeste, mannen!
nog altijd opgetogen is over het weer
zien met do herboren barones von Thtin-
gern ze heeft grapjes gemaakt met
Fabiani en zich kostelijk geamuseerd.
Het weer was zo mooi en de auto reed
zo heerlijk en Stephan zat naast -haar en
ging helemaal niet in op Lilians spinnij
dige opmerkingen neen, het was een
heerlijke tocht geweest.
Carla glimlacht by de herinnering.
Stephan is naar het eoncoursbureau en
ze is weer, oudergewoonte, in de stad
gaan wandelen. Ze slentert de Via Na-
zionale door en merkt al spoedig dat de
Italianen niet terughoudend zijn met hun
bewondering. Een paar heren zeggen
iets tegen haar een compliment -
maar ze verstaat geen Italiaans en is bo
vendien te verdiept in haai gedachten
om er veel aandacht aan te schenken.
Maar een cavalier, die met bewonderen
de blikken rechtsomkeert gemaakt heeft
en haar heeft ingehaald, ziet de glim
lach op haar gezicht en vat die op als '11
aanmoediging. Deze stem dringt tot haal
dool1. Zij ziet de man glimlachen en hoort
hem iets tegen haar zeggen, dat zij niet
verstaat en weet niet goed wat te doen.
Ze fronst haar wenkbrauwen en loopt
maar door. Maar de vereerder blijft aan
haai- zijde en begint een opgewekt ge
sprek. Carla begint het pijnlijk te vin
den. Zoiets is haar nog nooit overkomen.
En als ze begint te wanhopen en niet
meer weet wat te doen, duikt plotseling
een gedaante naast hen op. Die zegt een
paar nadrukkelijke woorden in het Itali
aans en haar begeleider verdwijnt even
plotseling als hij verschenen is. Ze
slaakt een zucht van verlichting
hoort een krachtige stem naast zich zeg
gen: „Pardon, madame", en zjj kijkt ii
de koele, grijze ogen van mr. Oliver Ber
riek uit Londen.
„O, bent u het?" zegt ze onwillekeurii
in het Engels. „Ik dank li. U hebt me ui
een pijnlijke situatie gered".
De man kijkt haar weifelend aan c
zegt dan in het Frans: „Vergeef me, ma
dame, maar ik versta geen Engels
Spreekt u misschien F'rans of Italiaans?
„U verstaat geen Engels?" zegt Carll
verbaasd, nu ook in liet Frans, „maar
bent toch Engelsman?"
Hij kijkt haar verwonderd aan
schudt zijn hoofd.
„Vergeef mij, madame, mag ik m
voorstellen? Vieomte André de Lanv
Ik ben Fransman en spreek helaas geel
Engels."
Carla weet niet wat zy er van denkei
moet. „Wij hebben elkaar al eens geziel
zegt ze nadenkend.
Hij maakt een lichte buiging. „Zee|
zeker. Op eer. middagthee in Parijs. 0
ik heb madame niet vergeten".
Carla let niet op de laatste woordei
Ze weet niet goed wat ze zeggen moei
„Ja maar ze hebben mij tocli ge^
zegd j
De Vieomte glimlacht on die glimlacB
neemt ploiseling de hardheid van zijy
mond weg.
„Ah, madame heeft naar my geïnfoipj
meerd. Dat vleit me. Maar men heeft rn«t
dame verkeerd ingelicht. Het moet eeS„
misverstand zijn geweest -J.
(Wordt vervolgd.)