Carla BSf Texel als streek in zijn geheel 1 Hallo Bandoeng Een eerste indruk van Je bedrijfstak landbouw voor een streek in zijn ge heel, zonder dus op afzonderlijke be drijven te letten, krijgt men door de ont wikkeling na te gaan van drie kenmer ken, t.w. het aantal bedrijven in de ver schillende grootte-klassen, het grond gebruik en de veestapel. Behalve de ontwikkeling in de tijd, dus als hst ware een vergelijking van de streek met zichzelf in verschillende ja ren, is het voor het waarderen van een streek ook zeer gewenst om het be treffende gebied met andere gebieden te vergelijken. Dit laatste nu is voor Texel vrijwel onmogelijk, omdat er geen gelijksoortige gebieden zijn. Bij de aantallen bedrijven in de ver schillende grootte-klassen behoeft bij een streek als Texel niet lang worden stilgestaan. Het vraagstuk van te kleine bedrijven is hier niet aan de orde, zodat ook een nauwkeurige analyse van de toe- of afneming van de bedrijven, ge groepeerd naar grootte-klassen, van weinig belang is. Het totaal aantal bedrijven boven 1 ha. bedroeg voor Texel in 1930: 530 met ecu gemiddelde bedrijfsgrootte van 19,9 ha. Voor de groepen der landbouwge bieden aangeduid met de namen: zee kleigebieden weidestreken en zandge bieden bedroeg de gemiddelde bedrijfs grootte in 1930: resp. 13,8 ha., 12,4 ha. en 7,08 ha. Nemen wij voor Texel alleen de be drijven boven 5 ha. en de bedrijven beneden 5 ha. zijn in Texel geen eigen lijke boerenbedrijven dan krijgen we een totaal aantal van 409 met een gemiddelde bedrijfsgrootte van 24.9 ha. Voor het jaar 1947 blijken deze cij fers niet noemenswaard veranderd te zijn. De verschuivingen van de aantallen bedrijven in de verschillende grootte klassen zijn, vooral voor de bedrijven boven 5 ha. niet groot en bovendien voor het hier te behandelen vraagstuk van weinig betekenis. De belangrijkste conclusie, die uit deze cijfers getrokken kan worden, is wel, dat de gemiddelde bedrijfsgrootte op Texel, vroeger en ook nu nog, groot is in vergelijking met alle andere ge bieden in Nederland. In het grondgebruik zijn op Texel sinds 1910 grote veranderingen opge treden. De oppervlakte bouwland was op Texel in 1910: 1819 ha. en in 194.3: 5264 ha.; in 1947 bedroeg deze oppervlakte 4763 ha. In 1910 ruim IS pet,, van de op pervlakte cultuurgrond in bouw en in 1943 meer dan 50 pet. Hierbij moet opgemerkt worden, dat op het oude Texel d.i. Texel zonder Eierlandse polder en P.H. polder, jonge inpolderingen met overwegend akker bouwbedrijven dus het gebied waar de schapenhouderij is geconcentreerd, de verhoudingen even anders liggen. Op het oude Texel zal ongeveer een halve eeuw geleden de oppervlakte bouw land nihil zijn geweest, uit oude typo grafische kaarten blijkt dit, terwijl in 1939 ruim 32 pet. van de oppervlakte cultuurgrond, bouwland was en in 1947 ruim 41 pet. Geen streek in Nederland geeft zulke spectaculaire veranderingen in het grondgebruik te zien. Hieruit blijkt al direct, dat het grondgebruik lang niet in die mate aan de bodem is gebonden als in het Oosten van het land het geval is. In Texel wordt het grondgebruik in belangrijke mate bepaald door het ge kozen bedrijistype, dus door de boer en niet door de grond. Het scheuren op Texel is dus niet al leen een oorlogsverschijnsel, maar om dat al enkele tientallen jaren grasland wordt omgezet in bouwland, wordt hier mede door de practijk het hewijs gele verd, dat het scheuren van grasland op Texel zeer goed mogelijk is. Letten we op de akkerbouwgewassen afzonderlijk, dan zien wij, dat de ver houdingen tussen deze gewassen in de verschillende jaren zeer bewegelijk zijn. Vergelijken we 't vooroorlogse jaar '40 met '47, dan blijkt, dat de granen aan zienlijk zijn teruggelopen en de hak- vruchten en groenvoedergewassen be langrijk toegenomen. De veestapel toont evenals het grond gebruik grote veranderingen. In 1910 bedroeg het aantal melkkoeien op Texel 1157, in 1930: 2343. Deze ver dubbeling van het aantal melkkoeien in deze periode vond plaats bij 'n aanzien lijke achteruitgang van liet areaal gras land. Na 1930 nam het aantal melkkoeien weer geleidelijk af en bereikte in de oorlog haar dieptepunt. De indexcijfers voor de jaren 1930, 1935, 1940 en 1943 (waarbij 1910 100) zijn resp. 293, 184, 166 en 141. In 1947 is het indexcijfer weer gestegen tot 181. Ook bet aantal fokooien is weinig sta biel. Het belangrijke verschil met het rundvee is, dat bij de fokooien alle in dexcijfers van de jaren na 1910 aanzien lijk lager zijn dan 100 en bij het rund vee hoger. In 1947 was het indexcijfer voor fokooien gedaald tot 52. Belangrijk is ook nog de verhouding tussen fokooien en melkkoeien. In 1910 waren er ruim 20 lokooien per melkkoe, in 1947 minder dan 10. De varkens hebben op Texel nooit 'n belangrijke rol gespeeld. In 1910 waren er 1456 of 1,4 per 100 ha. cultuurgrond en in 1940 1246 of 1,2 per 100 ha. cul tuurgrond. Het hoogtepunt werd be reikt in 1921 met 23,30 varkens. Op de zandgronden in het Oosten van liet land waren in 1940 per 100 ha. cul tuurgrond gemiddeld 80 varkens aan wezig. Ook per bedrijf zijn de aantallen varkens gering, vergeleken bij de zand gronden. De kippenstapel is op Texel van meer betekenis dan de varkensstapel, maar neemt toch niet die belangrijke plaats in als op de zandgronden het geval is. De geweldige toeneming van de kippensta pel, die men op de zandgronden ziet MIJNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDRIJDEN. Plaatjes en versjes door G. TH. ROTMAN. v\ 11. Krik, krak! ging het, want het af dakje was maar van latten met wat as- phaltpapier gemaakt. Meneer Pimpel mans ging er glad doorheen en kwam op de plank van de weckpotten terecht. De plank wipte omhoog en al de weckpotten gingen de lucht in. 't Volgend ogenblik lag de hele tuin vol schei-ven, erwten en boontjes. 12. Intussen maakte meneer Pimpel- mans zich allerijl uit de voeten. Niets an ders bij de hand 'hebbend, gooide vrouw Knolleboom hein de karnemelkschep achterna. Zo mikte echter precies twee nieter te ver naar links, met het onge lukkig gevolg, dat ze de schep door de ruiten van haar eigen mooie kamer gooide. indexcijfes van bijna 600 heeft op Texel niet plaats gevonden het hoogste indexcijfer was 221 in 1930. Uit dit globaal overzicht van de vee stapel blijkt duidelijk, dat de koe en het schaap verreweg de belangrijkste plaats innemen. De betekenis van de kip en vooral van het varken voor de be drijven op Texel, is niet groot, dit in tegenstelling tot de plaats, die genoem de veesoorten in de zandgebieden van Nederland innemen. De verhouding rundvee-schapen is sinds 1910 in sterke mate ten gunste van het rundvee gewijzigd. De belangrijkste conclusies, die wij uit dit artikel, waarin sinds 1910 de ont wikkeling van de gemiddelde bedrijfs grootte, het grondgebruik en de veesta pel in zijn geheel werd gegeven, kunnen trekken zijn wel: 1. De verschuivingen in da aantallen bedrijven der zuivere boeren (.boeren zonder nevenberoepen) in de verschil lende grootte-klassen zijn van weinig belang. 2. De gemiddelde bedrijfsgrootte op Texel is zeer groot, vrijwel geen enkel landbouwgebied in Nederland geeft dergelijke hoge cijfers te zien. 3. Het grondgebruik op Texel ver toont sinds 1910 grote veranderingen. Het percentage bouwland van totaal cultuurgrond is in de periode 1910-1947 geleidelijk gestegen van ruim 18 pet. tot ruim 46 pet. Ook in de verdeling der ge wassen over 'het bouwland traden grote verschuivingen op. Het grondgebruik is dus allerminst, zoals in vele zandge bieden, sterk aan de grond gebonden, maar wordt in sterke mate door de meest gewenste productierichting, dus door de boer bepaald. 4. In de veeteeltsector valt vooral de nadruk op de schapen en het rundvee. De kippen en vooral de varkens nemen op de bedrijven een zeer bescheiden plaats in. De verhouding rundvee-schapen ls sinds 1910 sterk ten gunste van het rundvee gewijzigd. L. E. L VOOR ONZE VROUWEN. SCHORTJES ZONDER PUNTEN. MIDDENVOOR Een oude zomerjurk of een overge schoten lapje levert het materiaal voor deze gezellige schortjes. U ziet hierbij dat u ook tweeërlei stof kunt gebruiken, desnoods maakt u langs de onderkant nog een afstekende rand. Wilt u het extra fleurig hebben, dsm naait u ingerimpeide strookjes mee maal de lengte). Neemt u de onderkant rond, maak dan ook ronde zakjes Het figuuriiaadje in de taille is 1(5 cm. lang en in het midden l'/z cm breed. De schouderbanden, 65 x 4 cm., worejen aan het eind toegespitst en vau een knoopsgat voorzien. Het knoopje i--> op het knippatroon aangegeven, lie schortbanden zijn 70x4 cm. Sluit h>- schort precies om de taille, dan kunt u in plaats van banden, een knoop en lus je aannaaien. Op dit thema zijn nog vele variaties mogelijk, maar we moeten iets aan u zelf overlaten, vindt u ook niet? ELLA BEZEMER. wint de grote prijs van Rome door HEDDA LINDNER 32.) Zij bereikte het tegendeel van wat zij wilde. De aangeboren ridderlijkheid van de man verzette zich tegen de klei nering van een vrouw, die hem op zijn minst uit een pijnlijke situatie gered had maar die ook had leren w aarderen en achten. Daarom deden hem de goedkope grappen over haar uiterlijk uiterst pijn lijk aaii. Het eind was, dat iiij eenvoudig zweeg, als Lilian over Carla begon, ook niets zei over hun correspondentie en op alle dringende vragen, wanneer nu ein delijk de echtscheiding zou komen, geen ander antwoord had dan dat de beslis sing daarover niet bij hem maar bij zijn vrouw lag. Voor zover Lilian Bredeeeke tot een gevoel van liefde in staat was, behoorde dat. gevoel aan Stephan en liet was niet meer dan natuurlijk, dat zijn gereser veerdheid haar hartstocht prikkelde. Zü had de reis naar Rome met- alle geweld doorgezet omdat zij tijdens die reis wilde trachten weer goede vrienden met Ste phan te worden. En ze was met de beste hoop op reis gegaan. Doch toen kwam als eerste tegenvaller, de mededeling van haar man, dat hij de reis wilde meemaken wat zij niet on mogelijk kon maken zonder opnieuw zijn achterdocht op te wekken Dus gingen ze gedrieën op reis. En het duurde niet lang of Bredecke zei tegen Stephan: „Ik heb in lang niets van de barones gehoord. Mijn vrouw zei me, dat ze bij familie in Parijs was. Maakt ze het goed?" „O, ja", had Stephan rustig geant woord, „Je zult haar binnenkort ontmoe ten. Ze komt ook naar het concours in Rome." „Zo?" riep Lilian. „Dat is een verras sing!" Ze verborg haar ontsteltenis slechts onder een schijnbaar spottende toon. „Och zei Stephan koeltjes, „je weet dat Carla dol is op paarden en zo is het eigenlijk vanzelfsprekend, dat ze naar dit belangrijke concours komt." „Ja, dat is begrijpelijk", zei Bredecke, „en het doet we waarachtig plezier, dat ik haar zal terugzien. Ze is een pracht vrouw". Het verdere van de reis was niet erg verkwikkelijk geweest. Lilian verborg haar woede en teleurstelling maar half en werd pas weer wat vriendelijker, toen ze bedacht, dat dit eigenlijk een uitste kende gelegenheid was om definitief over de scheiding te praten. Misschien was Carla daarom ook wel gekomen. In ieder geval kon zij (Lilian) hier mis schien voorzichtig ingrijpen en de loop der gebeurtenissen een beetje helpen. Ze werd zich bewust, dat dat huwelijk haar helemaal niet meer van pas kwam. Het was wel gebleken, dat zulke zwaar tillende mensen als Stephan voor derge lijke experimenten niet geschikt waren Stephan wordt nog te zeer door de voorbereidingen voor het concours in beslag genomen om veel aandacht aan Carla te schenken. Alleen staat hij tel kens weer verbaasd te kijken als hij haar ziet. Overigens is haar aanwezigheid ii» deze dagen hem zeer aangenaam en hij merkt, niet zonder trots, dat tiaar kennis van het vak sterke indruk maakt op de andere paardenbezitters. Zc is 's mor gens al vroeg op de oefenbaan, rijdt met de heren terug naar het hotel om te ont bijten en bespreekt dan als de beste vak kundige met hen de kansen der verschil lende paarden. Stephans vriend en gastheer van Goudlelie, graaf Fabiani, maakte Carla enthousiast en onbevangen het hof. Te gen Stephan zegt hij dat hij het mooiste paard en de mooiste vrouw heeft. Als hij niet zijn vriend was, zou hij zijn mede dinger worden. Nu blijft hem niets an ders over, dan eerbiedige verering. Die verering bestaat in prachtige bloe men, die 's morgens in het hotel worden afgeleverd en in diepe buigingen en handkussen; maar Carla voelt, dat die verering e.erlyk en zonder bijgedachte is en gaat er glimlachend op in. Gisteren heeft hij haar en de Bre- deekers in zijn nieuwe, grote wagen naar de zeekust gebracht over de prachtige, nieuwe autoweg, waarop ongelofelijke snelheden bereikt kunnen worden. Lilian was vreselijk uit haar humeur geweest en Stephan stil en in gedachten. En dus. heeft Carla met Bredecke gepraat, die RECEPTEN. Tomatensoep. '/i liter water, (wat melk), V« kg. to maten, 75 gr. (I kopje) gortmout of ha vermout, wat boter, margarine of vet en zout, 1 ui, bouillonblokje, laurier blad. De gortmout een half uur weken. De ui fijnsnipperen en in wat boter, mar garine of vet fruiten. De tomaten even in heet water of een gasvlam houden, pellen, in plakken snijden cn even mee- fruiten. Hete water, wat zout, het bouil lonblokje en het laurierblad toevoegen, evenals de gortmout of havermout. Al les te zamen gaarkoken in J5 20 min. Dan het laurierblad verwijderen, desge wenst wat melk toevoegen «-n de soep nog even laten koken. OOK DE NOORDHOLLANDSE SLAGERS PROTESTEREN TEGEN DE HUIDIGE VLEESVOORZIENING In Alkmaar kwamen Dinsdagmiddag 400 slagers uil N.-Holland hijeen, ten einde, evenals hun collega's uit het ÜosteD van het land, hun misnoegen te uiten over de huidige gang van zaken bjj de vleesdistributie. De voorz. van de vergadering, dhr Botman uit Enkhuizen, was van me ning, dat de bona-fide slager zijn brood niet meer kan verdienen en dat de noodtoestand in de slagersbedrjjven ten top is gestegen. De slagers kunnen niet meer tegen de concurrentie van de grote bedrijven op. De mening van de vergadering was, dat de bestaansmogelijkheid der slagers tot ongeveer 48 procent is gedaald. Een voorstel werd gedaan 0111, wanneer op 'n ordelijke wijze het doel niet te bereiken is, andere methoden te gaan gebruiken. Ook gingen stemmen op, die wezen op de moeilijkheden, waarmede de mi nister te kampen heeft. Hij is ook ge bonden aan een vast budget. Als een oplossing werd voorgesteld: herstelling van de verplichte veelevcrlng, het op voeren van de varkensstapel en het stopzetten van de veelevering naar het buitenland. De vergadering nam een motie aan, waarbij bij de hoofdbesturen der bon den en bij de vakgroep wordt aange drongen op het nemen van maatrege len om o.a. te komen tot: het verzekeren van een rantsoen van 690 gram vlees per persoon per 14 dagen en liet stop zetten van de import van minder kwali teit vlees ttgenovei- de export van vers vlees. „Het Vrije Volk", dat connecties met minister Mansholt heeft, schrijft over deze beroering brengende zaak als volgt: De slagers zoeken naar een midden weg. Zij vragen eerst verhoging van 't vleesrantsoen tot 6 ons per 14 dagen voor ieder en daarna algehele afschaï- ling van de vleesdistributie. Daarvan willen wij alleen zeggen, dat een veer tiendaags rantsoen van zes ons nog bij lange na niet het voor-oorlogse vlees verbruik betekent. Zes ons per veer tien dagen wil zeggen 1200 gram per week voor een gezin van man, vrouw en twee kinderen. Voor de oorlog ver bruikte het arbeidersgezin van vier per sonen, volgens toen verrichte onderzoe kingen, gemiddeld ongeveer 2000 6 2200 gram per week. Het vlees zal dus schaars blijven, ook wanneer we 6 ons per 14 dagen op de bon zouden krijgen. Op die basis de vleesdistributie af te schaffen, Hikt ons dan ook een experi ment, dat niet verantwoord is. Pas wan neer we weer op een vleesaanvoer mo gen rekenen, die zo regelmatig en zo groot is, dat een verbruik op ongeveer vooroorlogse schaal gewaarborgd is, kunnen de vleesbonnen en de ambtena ren, die daarmee bezig zijn, verdwijnen. MINISTER MANSHOLT EN DE SLAGERS. Over de eisen, die de slagers in den lande stellen tot afschaffing van de vleesdistributie, vernemen wij, dat min. Mansholt niet bereid is er op in te gaan. De aanvoer van slachtvee blijft nog dezelfde als gedurende de vorige peri ode. Nu de verplichte veelevering is opgeheven, is aan deze situatie van Overheidswege niets te doen Pas in het najaar is een ruimere aanvoer van slachtvee te verwachten. ZUID-AFRIKA EN DE IMMIGRATIE POLITIEK. De Zuid-Afrikaanse minister v. Bin nenlandse Zaken heeft een drastische herziening der immigratiepolitiek aan gekondigd. De immigratie op grote schaal had volgens hem liet woningpro- bleembleem en andere nijpende kwesties nog moeilijker gemaakt. Verder is de regering-Malan van plan een eind te maken aan de „verte genwoordiging" der inheemsen in het parlement. Op liet ogenblik hebben zij drie blanke vertegenwoordigers in het Huis. Hier, Katholiek Thuisfront op de Texelse golflengte met practisch geen nieuws. Een saaie boel hè? Maar dat verandert wel weer. Zoals we de vorige week al schreven zijn onze dames een groot money-offensief aan het voorbe reiden en we zien de resultaten hier van met vertrouwen tegemoet, want we| weten, dat de Texelaars jullie nooit in de steek laten. Jongens, jullie hadden eens even in Oudeschild op de haven moeten kunnen kijken, toen jullie collega's, welke met de „Indrapoera" in Holland kwamen, hier binnenliepen. De drukte was ge weldig en bij geen enkele boot, welke in dit seizoen met honderden vreemdelin gen hier aankwam, is het verkeer zo gestremd geweest als toen die vijftien Texelse jongens 'weer voet op hun ei land zetten Verjaardagen zijn er deze keer niet te vermelden; dus geen felicitaties. Met de Olympische' Spelen hebben we ons niet gek gehouden, hè. Vijf gou den, twee zilveren en negen bronzen plakken. Wat zal minister Lieftinck ja loers zijn op al dat edele metaal. Zelfs de jeugd in Den Burg was er weg van getuige ecu bulletin, j.l. Zondag aan 'n schutting in de Weverstraat Hierin rie pen de „organisatoren" deelnemers op voor wedstrijden in hardlopen, ver- en hoogspringen, in verband met de olym pische spelen, te houden in de paarden tram hij de kerkstallen aan de Holle walsweg. WÜe er met het goud vandoor is ge gaan, is ons nog steeds niet bekend. Maar het zal in ieder geval weer een Hollander geweest zyn. En dat doet het hem. Van de week verwachten we Kees v Heerwaarden hier, die zijn diensttijd et op heeft zitten en met de „Johan van Oldebarnevelt" wordt terugverwacht Vanaf deze plaats roepen we hem al vast een „welkom" in Holland toe. KATH. THUISFRONT. P.I.T.NIEUWS. Laat ik beginnen met een hartelijke groet uit het verre vaderland Jullie zult je wel kunnen voorstellen, welke aanblik Texel momenteel biedt. Het staat geheel en al in het teken van de badgasten. Overal is 't even vol. Alsp je op liet ogenblik door Den Burg fietst,|1 zou je je zonder al te veel moeite in de Kalverstraat in Amsterdam kunnen wanen. Je ziet er auto's uit werkelijk alle provincies van het land en boven dien nog verschillende buitenlanders. Alle denkbare dialecten hoor je er spre ken, Zuid-Limburgs, Twents en vooral natuurlijk rasecht Amsterdams. Met het weer wil het niet erg: Als ei één mooie dag is geweest, kun je ei staat op maken, dat het dagen daaini regent en waait. En hoe maken jullie het? Ik heb van verschillende jongens gehoord, dal ze het niet gemakkelijk zullen vindei om weer le wennen in het vaderland hoezeer ze er ook naai terug verlangen Dat is te begrijpen. Al ben ie in militai re dienst, waar je toch min of meer aan het lijntje loopt, aan de andere kant ii alles zoveel ruimer daar. Het na-oorlog se Nederland is vaak zo klein en eng Politieke ruzies, kerkelijk geharrewar kleinzieligheden. Toch zul je hier weel moeten wonen met je ouders, je vrouw- je collega's. En het zal gaan. Teuslotti is het niet het belangrijkste wéér ji leeft, maar hóé je leeft. En het echte le ven is niet: het verwerkelijken van alli goede hoedanigheden in je zelf. Het is je leven te laten leiden door Hem, dii het gaf en je voor altijd te zonnen ii zijn nooit-aflatende liefde en goedheid Het allerbeste, mannen! nog altijd opgetogen is over het weer zien met do herboren barones von Thtin- gern ze heeft grapjes gemaakt met Fabiani en zich kostelijk geamuseerd. Het weer was zo mooi en de auto reed zo heerlijk en Stephan zat naast -haar en ging helemaal niet in op Lilians spinnij dige opmerkingen neen, het was een heerlijke tocht geweest. Carla glimlacht by de herinnering. Stephan is naar het eoncoursbureau en ze is weer, oudergewoonte, in de stad gaan wandelen. Ze slentert de Via Na- zionale door en merkt al spoedig dat de Italianen niet terughoudend zijn met hun bewondering. Een paar heren zeggen iets tegen haar een compliment - maar ze verstaat geen Italiaans en is bo vendien te verdiept in haai gedachten om er veel aandacht aan te schenken. Maar een cavalier, die met bewonderen de blikken rechtsomkeert gemaakt heeft en haar heeft ingehaald, ziet de glim lach op haar gezicht en vat die op als '11 aanmoediging. Deze stem dringt tot haal dool1. Zij ziet de man glimlachen en hoort hem iets tegen haar zeggen, dat zij niet verstaat en weet niet goed wat te doen. Ze fronst haar wenkbrauwen en loopt maar door. Maar de vereerder blijft aan haai- zijde en begint een opgewekt ge sprek. Carla begint het pijnlijk te vin den. Zoiets is haar nog nooit overkomen. En als ze begint te wanhopen en niet meer weet wat te doen, duikt plotseling een gedaante naast hen op. Die zegt een paar nadrukkelijke woorden in het Itali aans en haar begeleider verdwijnt even plotseling als hij verschenen is. Ze slaakt een zucht van verlichting hoort een krachtige stem naast zich zeg gen: „Pardon, madame", en zjj kijkt ii de koele, grijze ogen van mr. Oliver Ber riek uit Londen. „O, bent u het?" zegt ze onwillekeurii in het Engels. „Ik dank li. U hebt me ui een pijnlijke situatie gered". De man kijkt haar weifelend aan c zegt dan in het Frans: „Vergeef me, ma dame, maar ik versta geen Engels Spreekt u misschien F'rans of Italiaans? „U verstaat geen Engels?" zegt Carll verbaasd, nu ook in liet Frans, „maar bent toch Engelsman?" Hij kijkt haar verwonderd aan schudt zijn hoofd. „Vergeef mij, madame, mag ik m voorstellen? Vieomte André de Lanv Ik ben Fransman en spreek helaas geel Engels." Carla weet niet wat zy er van denkei moet. „Wij hebben elkaar al eens geziel zegt ze nadenkend. Hij maakt een lichte buiging. „Zee| zeker. Op eer. middagthee in Parijs. 0 ik heb madame niet vergeten". Carla let niet op de laatste woordei Ze weet niet goed wat ze zeggen moei „Ja maar ze hebben mij tocli ge^ zegd j De Vieomte glimlacht on die glimlacB neemt ploiseling de hardheid van zijy mond weg. „Ah, madame heeft naar my geïnfoipj meerd. Dat vleit me. Maar men heeft rn«t dame verkeerd ingelicht. Het moet eeS„ misverstand zijn geweest -J. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1948 | | pagina 4