Carla
Als de katoen rijpt
Over eetbare en giftige 'Paddenstoelen.
rl
y\ K' 'A
A )r.'
A -k, v
Zo -nu en dan verschijnt er een be
richt in de krant, dat door het nuttigen
van paddestoelen zich ernstige ziekte
verschijnselen hebben voorgedaan, soms
met dodelijke afloop.
Vaders en Moeders waarschuwen dan
hun kinderen: „Denk er om dat je die
dingen nooit in je mond steekt. Blijf
af!" En deze raad is zeer verstandig.
Want het is nu eenmaal zo. dat die pad-
destoelen, vooral gezien door het oog
van een kind, er zo smakelijk uit kun
nen zien.
Neem bijv. de bekende Vliegenzwam.
U kent hem allemaal, zijn felrode hoed
is versierd met witte vollletjes en de
ranke, witte steel draagt een fraaie
manchet.
Wat ziet zo'n ding er smakelijk uit.
Je zou er zo in happen. Maar doe het
niet, want het zou u slecht bekomen.
De vergiftigiugsgevallen worden
evénwel doorgaans niet veroorzaakt
door deze zwam. De giftighoid van deze
soort is te algemeen bekend en vooral
by hen, die er in de Herfsttijd op uit
trekken om een maaltijd eetbare zwam
men te zoeken.
Wanneer gaat men met dit doel op
stap? Antwoord: Wanneer men feilloos
alle kenmerken van een eetbare soort
kent.
En hoe komt u aan die kennis? Door
studie en door het zoeken van padde
stoelen, onder deskundige leiding.
Laat dit artikel een poging zyn om
uw interesse voor de eetbare paddestoe
len te wekken.
Allereerst een korte inleiding.
Wat u daar in de Herfst zo plotse
ling boven de grond ziet verschenen is
een schilderachtige vormen- en kleuren"
pracht, is niet de eigenlijke paddestoel
of zwam. Het is het vruchtlichaam.
De eigenlijke zwam leeft in de ver
borgenheid der aarde, tussen rottend
blad en afval en bestaat uit 'n netwerk
van witte „schimmel"-draden, die we
zwamvlok noemen. Graaf maar eens
zo'n paddestoel uit en u zult deze dra
den vinden. Wanneer de omstandighe
den (vocht en warmte) gunstig zijn, ont
wikkelt zich uit deze draden massa een
verdikking, die uitgroeit tot de bekende
„Sprookjes" paddestoel.
De jonge zwam komt in de meeste
gevallen met gesloten hoed boven de
aarde. Dikwijls is ter bescherming de
gehele paddestoel aangegeven door een
vlies (velum universale).
By het verder groeien scheurt dit
vlies en de resten blijven dan deels op
de hoed achter als witte velletjes en
blijven anderdeels aan de knolvormige
voet bevestigd en vo.rmt daar de zg.
beurs. Bovendien wordt de tere onder
kant van de hoed dikwijls beschermd
door een apart vlies (velum partiale),
dat by het uitgroeien van de hoed af
scheurt. en als een manchet om de steel
blijft hangen. Al deze kenmerken vindt
u bij onze Vliegenzwam. Aan de onder
kant van de hoed vindt tl dunne witte
plaatjes, die als de spaken van een
wiel van de rand naar de steel bevestigd
zijn. Deze plaatjes dienen om de sporen
(zaadjes) op een zo groot mogelijk op
pervlak te kunnen vormen. Deze sporen
die uiterst klein zijn, en by'na geen ge
wicht hebben, dalen dan op de grond
en kunnen een nieuwe zwamvlok vor
men. De Engelsman Bulier, berekende
dat een hoed pbn. 10.000 sporen per
seconde kan afwerpen! Inderdaad een
fantastisch productie vermogen in de
natuur. De kringloop is dan voltooid:
Zwamvlok, vruchtlichaam (paddestoel)
spore (zaadje), zwamvlok.
Wanneer u andere soorten zwammen
nader beschouwt, zult u zien, dat deze
sous aan de onderzode van de hoed een
sponsachtige massa vertonen. By nauw
keurige beschouwing blijken dit gaatjes
te zijn en wanneer u de hoed doorbreekt
zult u bemerken, dat het onderste ge
deelte gevormd wordt door zeer nauwe
buisjes. Aan de wanden hiervan worden
de sporen gevormd, dus ook hier weer
vergroting van het oppervlak. U heeft
hier te doen met de Gaatjes- of Buisjes
zwammen (Boleten)
Het bekende Eekhoorntjes-brood
behoort hiertoe.
Weer andere vormen vertonen stekels
aan de onderzode van de hoed (Stekel-
zwammen). Anderen vormen de sporen
in hun „buik", de Buikzwammen. De
duinen staan er vol van en u kent ze
als Stuifballen of Stuivers.
Wanneer deze zwam rijp is, baret hy
aan de top open en stuift zijn sporen-
massa in bruine wolkjes naar buiten.
ÊckTiooriitjeibrood
eetbaar.
Verder kennen we nog Korstzwammen
(de bekende Elfenbankjesl Zakjeszwam-
men enz. enz.
Maar nu die eetbare paddestoelen.
Laten wy eerst even vaststellen, dat van
de 800 a 1000 verschillende soorten, die
in ons land voorkomen, er slechts plrn-
25 giftig of verdacht zyn. Ongeveer
honderd zyn eetbaar en de rest is
waardeloos, dwz. ze smaken niet lekker.
Wie dan wel lekker smaken?
Gaat u eens een weide opzoeken, waar
dikwijls paarden grazen. Ongetwijfeld
zult u daar spoedig de eetbare Weide-
Champignon aantreffen. Overal, waar
geregeld paardenmest aanwezig is,
wordt deze smakelijke paddestoel aan
getroffen. In de mergelgroeven van Z.
Limburg wordt deze lekkernij dan ook
gekweekt op lang gerekte hopen paar-
MI.TNHEER PIMPELMANS GAAT PAARDRIJDEN.
Plaatjes en versjes door G. TH. ROTMAN.
/i
45. Gelukkig was het ongeluk op een
druk punt vau de stad voorgevallen,
zodat meneer Bonemeyer al spoedig ge
red werd. Meneer Pimpelmans stond er
vol spanning naar te kijken, toen een
politie-agent hem by de schouder pakte.
,.Ga maar eens mee, mannetje!" zei by.
Meneer Pimpelmans werd zo bleek als
een doek.
40. En o foei, daar werd me de arme
man zomaar als de grootste boosdoener
opgebracht met 'n hele troep spottende
straatjongens er achter aan. Zo'n
schande bad hy nog nooit beleefd! Stel
je voor, dat kwam beslist Zaterdag in
de Epscheutense krant te staan.
denmest. In 1843 was de prijs naar ik
meen f 6 per pond!
of cLk. bkui tic
T-deideCkam
eetbaar
pupon.
Beschrijving: Hoed geel-wit, soms iets
cremeachtig. Voelt droog en satynaehtig
aan. In jonge vorm bolrond, later plat
uitgespreid. Plaatjeszwam. Kleur van
de plaatjes by jonge ex. rose en by
ouder worden tot donkerbruin. Heeft
een manchet (ring om sieel). De voet
van de geelwitte steel is verdikt. Nu
volgt een goede raad: Wanneer u deze
Weide-Chanpignon gaat plukken, graaf
DE HEER K. W. AFMAN
onderwijzer te De Koog maakt momen
teel een studie over de paddestoelen.
Hij was bereid ons blad hierover een
populaire verhandeling te verstrekken.
dan de hele steel, dus óók de verdikte
voet, uit. Want aan de voet heeft de
Champignon geen beurs. Er mogen
dus geen resten van een beschermend
vlies, als een openzakje aanwezig zyn!
Dit is zeer belangrijk, omdat er een
giftige familie (de Ainanielen) bestaat,
die in jeugdvorm enige gelijkenis ver
toont met onze Champignon.
Hier volgt de beschryving van een
Knol-Amaniet: Plaatjeszwam, maar de
plaatjes zyn wit, (dus niet rose tot
donker bruin, zoals by de Champignon),
heeft ook een manchet, maar draagt
aan de duidelijk knolvormige voet een
beurs.
m. o.ucke(.
VJLlt
plaatje!)
Knol-Amamet
(gtfug)
Vergelijkt u nu de beide tekeningen,
dan ziet u, dat het verschil tussen beide
soorten zeer duidelyk w aarneembaar is.
Let dus op de kleur der plaatjes en
op de beurs en vergissen is uitgesloten.
Twyfeld u nog, laat het ding dan
staan! Een andere zwam, die een ge
ringe gelykenis vertoond met de Ch. is
de Volvaria. Deze heeft n.l. ook rose
Llotvaria
plaatjes. Het verschil is evenwel groot.
De Champignon is een krachtige pad
destoel, met behoorlijke dikke steel.
De Volvaria is veel slanker en kleiner,
heeft bovendien geen manchet en wel
een beurs. De hoed voelt enigszins
slijmerig aan.
Een andere, gemakkelijk te herkennen
eetbare soort is de Hanekam of Dooier-
zwam. Deze is oranje-geel van kleur.
De hoed heeft een zeer onregelmatige
gelobde vorm. Vanaf de hoedrand lo
pen de plaatjes schuin af naar het kor
te steeltje. Ruikt naar Abrikozen.
Dc-ze zwam kan alleen verwisseld wor
den met de Valse Dooi-rzwam, die een
meer regelmatig gevormde hoed heeft,
dikwijls trechtervormig. De Valse Dooi-
erzwam is reukloos, terwijl de dunne
£e t ba. ai-.
over een volgende keer iets.
Ik hoop.-dat u met andere ogen
de „Verschoppelingen van bos en v
zult zien, dan n tot dusverre hebt
daan.
Elk jaar gaat een goede oogst
voedsel met behoorlyke voedingsk
liteiten, ongeplukt verloren. In
buitenland worden de veel gesm
zwammen, zeer veel genuttigd. We
pen, dat Nederland zich spoedig in
rij mag scharen.
Nog even een rece[
U plukt de Champignon (denk enjia<
helemaal" met voet en al plukken!)v
wydert met een mesje aarde en rott Op-
de delen, (oudere ex. zyn vooral in dei
steel dikwyls aangevreten door made No
2,3
«el,
0oO'ER
H4NEKAM OV ÖOOIERZWAM
plaatjes meestal donkerder van kleur
zyn dan de hoed. By de echte Dooier-
zwam is dit nooit het geval. Ter ge
ruststelling nog dit, mocht u zich toch
nog eens vergissen, dan gebeurt er nog
geen ramp, omdat de Valse Dooier-
zwam onschadejyk is.
Aangezien ik vrees, dat dit artikeltje
ïeeds teveel plaats ruimte in beslag
neemt, kan ik u helaas niet in nader
contact brengen met onze sierlijke
vriend, de Grote Parasolzwam, die
overal op Texel groeit en het bekende
Eekhoorntjesbrood. Beide soorten zyn
eetbaar en smakelijk. Misschien hier-
lej
B
do«
Spoel de Ch. schoon. Al te brui!
plaatjes kunt u verwijderen. Jonge
zijn het geurigst en liet meest voefdt:
zaam. Een stukje boter of vet in
koekepan, snipper een ui en fruit de
snippers. Voeg wat zout toe. Daari
snijden we de Ch. in stukjes en
deze by de gefruite ui. Er komt
veel vocht los. maar dit laat u rust
verdampen. Als de stukjes Ch. droAuii
gebraden zyn, is uw broodbeleggin <n.
klaar. Ik wens u smakelyk eten
mocht u nog twijfelen of u werkelijk
Champignon gevond :n heeft, komt
dan eens praten by Afman. De Koog.
No
tof
i.
Be
lOl'ü
L.
F.
r
Be
mol
ioh'
tori
Bi
100
VI Il-dl
ind
'ga
EEN NIEUWE TRILOGIE
lar
1
et
Het eerste deel „Midzomer" (vroiger
onder de titel „In de zomer van het
teven", reeds uitgegeven) lan een
nieuwe trilogie in de Cultuurserie on
der de titel „Als de katoen rijpt...."
werd door Gwen Briston geruime tijd
voor de oorlog geschreven.
Het laat ons zien hoe de pioniers uit
de rimboe cultuurland kunnen vormen
evenals de boetseerder uit vormloze
klei de prachtigste, figuren kan schep
pen, evenals een moeder haar kind tot
leven brengt. Het is de boeiende ge
schiedenis van een puriteins meisje,
dat met haar familie de Mississippi af
vaart om zich in het riviergebied te
gaan vestigen. Dit hoek is ook de ge
schiedenis van een slaven-smokkelaar,
een avonturier uit Zuid-Oarolina.
„Midzomer" brengt ons het verhaal
van hun huwelijk, van hun levensstrijd,
van hun hartstochtelijk verzet tegen de
sub-tropische hitte, de gele koorts, èn
'van hun strijdtegen elkaar.
Maar tevens ontplooit deze roman ous
hun gemeenschappelijk ideaal, de ver
wezenlijking van hun droom: van hun
grootste nederzetting midden in de
Jungle.
Het tweede boek „Blanke Slaven",
dat geheel aansluit op „Midzomer",
verhaalt ons van de tegenstelling tussen
de rijke blanken der katoenplantages én
de arme blanken, die in krotten langs
de havens wonen. En het lijkt alsof de
lezer zelf tegenwoordig is by alles
waarvan het boek ons verhaalt, zó zal
men met elke bladizijde medeleven, die
ons vertelt van de grote rijkdommen
der Familie Larne, van de grote armoe
de van dat kleine kwieke ding dat
Corrie Upjohn heet en dat in het leven
wil slagen, ondanks het feit dat zij
minder in tel is dan een negerslavin.
Het leven is wonderlijk en voor ve
len niet gemakkelijk, maar wij zien ook
•hier dat er mensen zijn, die ten slotte
iets van datzelfde moeilijke leven we
ten af te dwingen, dat voor altijd een
troost en een diep geluk kan schenken.
Het derde boek dezer trilogie „Nieuw
Adel" brengt ons het besluit. Op geni
ale manier wist Given Bristow haa
hoofdmotieven uit het eerste en tweedjd
boek in dit slotdeel dooreen te wreven,
Wanneer de nazaten van de arme e
rijke families door hun huwelijk ver
enigd worden, dan zien wy dat ook di
huwelijk, zoals alle, zijn crises cn moei
lijkheden kent, maar wy voelen teven
de frisse wind, die waait door dit ge
zonde boek, waarin de jonge Eleano
Upjohn de krachtige levensvernieuwd 'f'
factor is, die al spoedig tot ontplooiinj
komt naast de ietwat vermoeide, over
beschaafde figuur van Kester Larne.
Een prachtig psychologisch volkomei
verantwoord slot van een belangrijkae
trilogie, die de aandacht van een groo
publiek zal trekken door haar geliee i,
eigen sfeer.
Het is geworden een trilogie vb.
boeiende vertelkunst, waarin een strak
ke karakter-tekening domineert. Deze
boeken behoren tot die zeldzame speci
mina van de Amerikaanse literatuur
waarin op voortreffelijke wijze een
sfeer van hardheid en mededogen is
verweven, die ook zo kenmerkend is
voor Mitchell's „Gejaagd door de wind"
Het beschrijft op meesterlijke wijze
de lange weg door de wildernis der
achttiende eeuw!, langs bloeiende vel
den, vol zweet, en tranen van verdriet
en vreugde, naar het geluk der een
heid. Een weg vol menselijke hoogten
en diepten, tegen de achtergrond van
rijpende katoenvelden, die de geslach
ten der Larnes en Upjonhs aflegden
als symbool, niet alleen van Amerika'
geschiedenis, maar van die der gehele
mensheid.
Het boek is rijk geïllustreerd door
Alfred Mazura. De prijs zal f 5,90 per
deel bedragen. In de eerste weken van
November a.s. kan de verschijning te
gemoet gezien worden. Reeds thans
neemt de Boekhandel intekeningen aan.
wint de grote prijs
van Rome
door HEDDA LINDNER
50). Carla kijkt met ontsteltenis naar
wat de krant bloot geeft. Op de schrijfta
fel ligt de smaragd en daarnaast een
collier van schitterende brillanten. Ze
doet een stap naar de tafel en bekijkt
de kostbare juwelen. Dan zegt ze met
boze stem: „Hoe komtu aan die brillan
ten?"
„Madame, het. is aan de politie om
uit te maken van welke van uw dief
stallen deze kostbaarheden afkomstig
zijn. Voor onze onderneming is het
van het grootste belang dat uw arresta
tie geen opzien verwekt en daarom ver
zoek ik u, mij geen onnodigen last te
bezorgen: dat zou het voor u alleen
maar moeilijker en onaangenamer ma
ken".
Carla heeft alleen de eerste woorden
goed verstaan.
„Mijn diefstallen!" roept ze buiten
zichzelf van verontwaardiging. „Bent
tl krankzinnig? Die brillanten zijn van
mij en hoe durft u het te wagen mijn
eigendom.
Een schril laohje van Lilian onder
breekt haar. „Als die brillanten van
jezelf zijn hoe is het dan mogelijk,
dat je ze nooit gedragen hebt, zo lang
ik je ken?" vraagt ze met hoon inbaar
stem.
„Ze zijn een huwelijksgeschenk van
mijn vader," mompelt Carla. Er is een
gedachte in haar opgekomen, zó vre
selijk en ongelooflijk, dat ze bijna on
denkbaar is.
„Een nobel cadeau," zegt de hotelde-
tectieve, „zeer nobell Minstens een
millioen francs waard."
„Het heeft vijftig duizend dollar ge
kost. Dat Weet ik van de verzekering",
zegt Carla toonloos. Haar blik laat Lili
ans gezicht niet los, dat haar loerend
observeert. Dus dus ging het hun
niet gauw en niet gemakkelijk genoeg.
En nu hebben ze een beter middel ge
vonden om zich yan het lastige, afge
dankte rookscherm te ontdoen. Zij kijkt
onwillekeurig 0111. Staat Stephan niet
ergens op de achtergrond met dezelfde
loerenden blik in zyn ogen?
Neen die heeft het niet gewaagd te
verschijnen.
Een onbeschrijfelijke walging komt
in haar op en maakt haar misselijk.
Ze slikt een paar maal en tracht te
spreken, maar haar keel en mond zijn
droog en plotseling wankelt ze en valt
tegen de boekenkast, waartegen ze blijft
leunen met doodsbleek gezicht en ge
sloten ogen. Het is of stemmen in haar
oren gonzen, spottende stemmen, die
haar uitjouwen, honen
„Madame," zegt de huisdetectieve,
„uw uiterlijk en houding zijn niet veel
anders dan een bekentenis. Ik moet u
verzoeken mij zo onopvallend te verge
zellen naar het bureau van politie.
Er valt een angstig zwijgen in het
vertrek.
Professor Leclerc had vandaag, tegen
zijn gewoonte, vroeg ontbeten en zat al
in de hal zijn krant te lezen, toen
Thungern verscheen om zijn morgen
wandeling te gaan maken. De professor
keek op zijn horloge en vroeg toen of
hij mee mocht, Thungern nam dat aan
bod dankbaar aan, het was misschien
wel beter niet altijd alleen rond te lo
pen.
Maar de oude heer was niet al te best
ter been. Ze waren nog niet aan het
eind van het strand, waar de rotsen van
Cap d' Antibes beginnen of hij vroeg
al of ze niet even'zouden gaan zitten.
Na een tijdje babbelen over koetjes
en kalfjes, keek de professor weer op
zijn horloge cn vroeg, opeens het ge-
•sprek afbrekend: „Zegt u mij eens, me
neer von Thungern, houdt u veel van
uiw vrouw?"
Thungern keek hem een ogenblik
verbaasd aan. Toen stond bij langzaam
op en zei: „Professor, uw grijze haren
beletten me
„Jawel, jawel, dat begrijp ik", viel
Leclerc hem 'n de rede. „U behoeft
met mijn grijze 'haren geen rekening te
houden. Die zijn niet echt. Maar," hij
stond nu eveneens op en merkwaar
dig hij was een half hoofd groter
dan zoeven en zyn stem klonk voller en
krachtiger. „Ik vraag u dit slechts, om
dat ze tegen die vrouw, die u liefheeft,
hoort u goed wat ik zeg?die u zó
liefheeft, dat ze de ellende van dit hu
welijk verdraagt omdat ze tegen die
vrouw een ongehoorde gemeenheid be
gaan."
Thungern stond stil en bleek naar
hem te kijken. „Carla heeft mij lief.
stamelde hij. „Wat zegt u? Is dat de
waarheid?" Hij greep de professor bij
zijn schouder. Ontroering en een razen
de woede streden in hem om de voor
rang. Eindelijk bracht hii er uit: „Als
u probeert mij te bespotten of voor de
gek te houden, sla ik u dood."
„En komt in de gevangenis, waar ze
nu uw vrouw iwüllen heenbrengen, op
de gemeenste manier, die ooit in een
jaloers vrouwebrein is opgekomen.
Uw vrouw is in gevaar, meneer von
Thungern, neen val mij niet in de
rede. Later kan ik u alles uitleggen
uw vrouw is in gevaar, zeg ik u. Op
dit ogenblik wordt zij, verdacht van
diefstal van juwelen, gearresteerd."
Thungern kijkt hem nog een paar se
conden als verstard aan, dan maakt hij
rechtsomkeert en rent weg. Hij rent als
een bezetene en hij is ook bezeten
bezeten door één gedachte: Carla is in
gevaar. Op zijn gezicht ligt een uit
drukking van verbete woede. Ook hij
heeft nu liet masker laten vallen. Hij is
niet meer de welopgevoede, welgema
nierde von Thungern. Hij is als een
wild dier, dat toesnelt om zijn wijfje te
verdedigen tegen dodelijk gevaar, hij
wordt gedreven door het oerinstinct
van hel mannetje, dat zich doodvecht,
omdat het wijfje het dierbaarste, be
dreigd wordt.
Het dierbaarste? Opeens komt er een
vreemde helderheid inhem. Heeft er
zo'n oude professor moeten komen om
hem duidelyk te maken, dat hij zijn
vrouw Hef heeft? Hij doet zyn mond
open en stoot een kreet die half jui
chend, half uitdagend klinkt en de
badgasten, die in het zonnetje liggen
te luieren, zijn getuige van het wonder
lijke schouwspel, dat de blonde. Duitse
baron als een wilde langs de promena
de rent, nu en dan schreeuwend, ge
volgd door een oude heer, die tever
geefs tracht hem door roepen tot stil
staan te bewegen.
Als een projectiel vliegt Thungern de
hal van het hotel in.
„Waar is mijn vrouw,"? schreewt hij
tegen de portier.
De man springt van slchrik achter
uit, als hy de anders zo rustige Duitser
in een dergelijke toestand van opwin
ding ziet.
„In het directiebureau," antwoordt hij
snel.
Thungern snelt verder.
Dat was het ogenblik, waarop de ho
teldetective opstond 0111 de hand te
leggen op de ongelukkige jonge vrouw,
die nof altijd tegen de boekenkast ge
leund stond. Hij kwam niet zo ver en
zijn hele verdere leven heeft hij zijn
gesternte gedankt, dat hij niet zo ver
kwam. Want
(Wordt vervolgd.)