Cjroen ^tmttsjexels in het harL, 0lSK& Wakkere mannen, Hollands trots1 De Koger Reddingboot (van de N.Z.H.R.M.) bestaat honderd jaar - :-:w. De Minister velde een Salomon's oordeel Toneelstuk „Boeng Toni" werd goed vertolkt WOENSDAG 15 FEBRUARI 1950 TEXELSE 63e JAARGANG. No. 64TO COURANT Uitgave v.h. Fa. Langeveld Si De Rooy Boekhandel Drukkerij - Bibliotheek Den Burg Texel - Postbus 1 1 - Tel 11 Verschijnt Woensdags en Zaterdags Bankrek Rocterdamsche Bank en Coöp. Boerenleenb. Postgiro 65 2. Abonnementsprijs f 2,4 5 per halfjaar Honderd jaar geleden werd door de Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandse Redding Maatschappij te De Koog een reddingboot gestationneerd. 1850-11150. Er is in die eeuw heel wat gebeurd. De N. Z.H.R.M. bestaat nog langer en wel van af 1824- Sedert haar oprichting heeft zij meer dan zevenduizend schipbreukelin gen gered- De Koog heeft nog steeds een roei- reddingboot. In het in 1024 uitgegeven Gedenkboek van de NZHRM, die toen 100 jaar bestond, lezen wij: „Ieder die wel eens geroeid heelt, en weet hoe vermoeiend dit reeds is bij vlak water en weinig bries, zal zich met verbazing afvragen hoe de roeiers van en zware reddingboot het uren lang uit houden in een moeilijke, wilde zee en stormwind, zoodat alleen met de uiter ste krachtsinspanning en zonder rusten het doel bereikt kan worden, terwijl soms uren lang geroeid wordt om eni ge tientallen meters vooruit te komen. En toch aarzelt men nooit den tocht te ondernemen, ook al is de afstand tot het wrak zoo groot, dat de kustwacht het schip nauwelijks kan vinden of onder scheiden". Inderdaad, roeien is niet ieders werk, men kan niet iedereen voor het red dingswerk gebruiken! Daarvoor heeft men 'mannen nodig die op de zee zijn ge hard, die geen vermoeidheid kennen en die de strijd tegen de wilde golven dur ven aanbinden, hoe onheilspellend de storm ook moge loeien. Aan deze moedige kerels is het te danken, dat die ruim 7000 schipbreuke lingen konden worden gered. Wij landrotten, wij weten zo weinig van het reddingswerk. Om goed te be grijpen wat er wordt geëist van de^ian- nen die aan de riemen zitten enz.", zou men zelf aan de riemen moeten plaats nemen. Vanaf 1898 waren de schippers van ,.De Koger reddingboot" C. Koopman (1898-1926), J. Kooger (1926-1937). J Hoogerheide (1937-1949) en thans P. Sehagen vanaf 1949. Vóór 1898 is ons slechts bekend dat. bij de redding in 1853 W. Blom schipper was, in 1S69 T. Mets en in 1S76 Jan Stark. Simon Daalder, Den Hoorn, was van 1S24 (oprichtingsjaar NZHRM) tot 1845 opzichter of plaatselijk bestuurder Ge lijk met hem werden op alle zeedorpen, waar een boot werd gestationneerd, op zichters of plaatselijke bestuurders aan gesteld. ,,Ten einde de noodige relaties op de zeedorpen te verkrijgen, werden aldaar opzichters of plaatselijke bestuur ders aangesteld. Zij werden gekozen uit de notabelen van het dorp en werden geacht, een zeker onverwicht Ie hebben op de bevolking. Bezoldiging was aan hun ambt niet verbonden". ,,De Koog" is niet het eerste station op Texel geweest: in 1825 werd „Den Hoorn" een volledig station, in 1846 volgde ,,De Krini". In 1850 werd „Den Hoorn" opgeheven en naai De Koog verplaatst. (In 1886 wordt „Den Hoorn achter de Westen" een nieuw station met een Reddingvlet, in 1905 wordt dit station opgeheven). In 1854 werd het boothuis van „De Koog" een weinig verplaatst, Tn 1865 krijgt ,.De Koog" 'n vuurpijltoestel. in 1870 wordt het boot huis weer een weinig verplaatst. In 1811 krijgt „De Koog" een nieuw stenen boot- huis. De N.Z.H.R.M. groeide, het aantal stations werd successievelijk uitgebreid en het materiaal werd verbeterd, ver scheidene roeireddingboten werden door motorreddingboten vervangen, verschei dene spannen paarden moesten-plaats maken voor tractors- Dank zij de krachtige propaganda tel de de ledenlijst in Mei 1825 reeds 770 na men. Op Texel is in dat jaar 'echter slechts één lid en wel P. J. Duinker Thans willen wjj iets vertellen over de prestaties van de de Koger reddingboot: Drie jaar na de oprichting van Station De Koog kwam er werk aan de winkel: op de 28ste Sept. 1853 koos de redding boot zee, want de vrachtvaarder „Liver pool" verkeerde in nood. Toen ,.De Koog" ter plaatse kwam bleek de red ding reeds te zijn verricht door „Eier- land". Het eerste succes. Zestien jaar later had ,,De Koog" meer succes: ze voer uit. voor de gestran de „Immanusl" (28 Febr. 1869). Hier over vinden w jj in het Jubileumboek van de NZ.H.R.M. het volgende verslag: Oudeschild, 1 Maart 1869. Gistermor gen kwam alhier het foerigt aan, dat er een schip was gestrand, ten zuiden van De Koog en dat de equipage in nood ver keerde; onmiddellijk vereenigde kapitein der stoomboot „Ada van Holland", T. Mets, eenige moedige ervaren zeelieden om zich heen, waaronder ook een zijner zonen en spoedde zich op weg naar het Toen de Koger Reddingboot van de N. Z.H.R.Min 189S hoar eerste redding verrichtte, telde de bemanning twee Schagens. Thans is ook een Seha gen in de boot als er moet worden uit gevaren om mensen ie redden, het is de heer P. Sehagen. Hij is een paar jaar geleden tot schipper benoemd. Hierbo ven zien wij hem op zijn post- aangewezen strand. Daar gekomen deed zich liet in nood verkeerenöe schip reeds aan het oog voor als een wrak, de mas ten waren overboord gevallem en het schip lag geheel op zjjde, terwijl de op varenden zich aan de reeling vastklem den, en in die positie weer, wind en golfslag hadden te verduren. Eenparig werd besloten de redding te beproeven; de daar aanwezige redding boot werd terstond te water gebragt en bemand door 12 ware zeehelden, met de niet meer jeugdige, maar nog zeer vaste hand van den kapt. Mets aan het roer. Door hoogloopende zeeën was het niet mogelijk op zijde van liet wrak aan te leggen, zoodat de bemanning, een voor een, zich langs een eind touw naar de reddingboot moest laten vieren, waarin zo eindelijk na veel inspanning en be leid gelukkig allen (12 man) werden op genomen en nog juist bijtijds aan liet sliand mochten aankomen daar de boot meer dan half vol water was geslagen en met 24 man bezwaard, elk oogenblik gevaar liep. Dergelijke tooneelen, vooral dat op liet strand aanbrengen der schipbreuke lingen, zijn niet te beschrijven Ik zag o.a. den kapitein Mits met den door da vele fatigues (inspanningen) geh'el verstijfden kapitein van het gestrande schip op de rug'dooi' het water waden, geadsisteerd door nog 2 lieden van de i edding'boot. Hoe dikwijls men als strand bewoner dergelijke Loon e ei en heeft gezien, ze ziin en blijven altijd treffend; daar, en niet in de groote maatschappij, waar nijd en wangunst heersohen, leert men aanschouwelijk: heibt uwe naasten iief als u zeiven. O! ik wenschte zoozeer, dat een der gelijk tooneel door geheel Nederland kon worden aanschouwd, liet vertedert liet ruwste en onverschilligste gemoed, het doet het harte wel en stemt ons -lot lief de en dankbaarheid; het verzoent ons met alle mensehen; daar wordt men Christen. Ik verneem nader, dat liet gestrande vaartuig een Noorsche bark is geweest, de „Immamiel", kapt- Christensen. bela den met vielen, komende van Frederiks- liald oil bestemd naar Frankrijk. Het schip is geheel wrak. Ik laat hier nog volgen de namen van de mannen, waar op ik trotsch ben met hen hetzelfde ei land te 'bewonen; liet zjjn Teunis Mets, Willem Mets. Frans Buis, Jacob Hille- nius. Jan Jb. Sehagen, Willem Jb. Seha gen, Kasse Zegel, Arie Rab. Pieter Dek ker, Johannes Hemelrijk, Melle Hamei en Fiiip Veen". Zeven jaar later, 13 Maart 1876. slaag de „De Koog" er in 14 schipbreukelin gen te redden van de Noorse bark Laudal". 9 Aug. 1889 roeit men naar de Franse bark „Vigie". Er werden 2 op varenden gered, maar de roeier Fiiip Veen verdronk.... De zwaarste redding. De zwaarste redding is ongetwijfeld geweest, die van de opvarenden van de ,,1JM, 267 Engelina". Aan liet verslag ,dat de Texelse Cou rant van 19 Oct. 1916 hierover geeft, ont lenen wij: De logger Engelina IJM. 267, schipper M. Pronk, strandde achter De Koog. Zeven opvarenden bereikten zwemmende de kust- De toesland der zes nog aan boord zijnde mannen werd ha chelijk. Vergeefs werd gepoogd niet vuurpijlen verbinding met liet schip te verkrijgen. Driemaal trachtte de red dingboot bli het schip te komen, maar telkens zonder succes. ..Tot. driemaal mislukte het om met de reddingboot het schip te bereiken, doch liet onvermoei de streven van de bemanning der red dingboot werd tenslotte met succes be kroond en veilig keerde men met de schipbreukelingen aan het strand terug. GESLAAGD. Onze plaatsgenoot, de lieer B. M. Mulder slaagde viezer dagen aan de Universiteit te Amsterdam voor hel Candidaats-examen Economie. WOLPRIJZEN IN REACTIE. Na de scherpe stijging van de wolprjj- zen in Januari valt er de laatste tijd in Australië weer een daling waar te ne men. Vergeleken bij de hoogste prijzen, (lie in Jan. werden betaald, is de Meri nowol 15 -tot 20 pet. in prijs gedaald, ter wijl de daling voor de mindere soorten wol iets kleiner was. De handelaars zijn van mening, dat de huidige prijzen gezonder zijn dan de recordprijzen van Jan., de de internatte nale markt dreigden af te schrikken- Australië heeft dit seizoen (van af 1 Juli) ongeveer 2,200,000 balen wol verkocht. Tot hei eind van het seizoen (30 Juni a s.) moeten er nog 1 300,000 balen w or den verkocht. Een groot gedeelte van de nog reste rende voorraden is van zeer fijne kwali teit. Het grootste percentage hiervan ka nvt als regel in Dec.. Jan. en Febr- aan de markt. De daling van de afgelopen weken heeft de prijzen niet teruggebracht tot het peil van December, -toen de gemid delde prijs voor ongewassen wol 64,82 Australische neime per Engels Ponvl was. Marktwaarnemers zeiden, dat de da ling van deze maand gedeeltelijk veroor zaakt is door liet groter aanbod, en ge deeltelijk door de concurrentie op de 1 .onden.se markt- ESPERANTO BIJ I)F, SPOORWEGEN. De Directie van de Finse spoorwegen heeft een boekje uitgegeven getiteld: ,,De taalsluetel voor de conducteur". In zeven talen bevat liet boekje vragen met antwoorden daarop, welke reizigers, die gebruik maken van de Finse treinen eventueel aan liet treinpersoneel zouden kunnen doen. De vragen zijn gesteld in iiet Zweeds, Duits, Engels, Russisch, Frans, Fins en in liet Esperanto. Bij de Zweedse spoorwegen is reeds eerder eenzelfde proef genomen, welke zeer goed is geslaagd. Doornat en verstijfd van kou kwamen de geredden aan de stran'dingsplaats, ze werden onmiddellijk per as naar De Koog vervoerd, waar ze door de goede zorgen van liet publiek zeer spoedig van droge kleederen werden voorzien en hun 'n gastvrij dak werd aangeboden en alles gedaan om hen de geleden ontberingen tt doen vergeten". Bij deze stranding slaagde men er niet in om door middel van vuurpijlen ver binding met bet schip te krijgen. Het grootste schip, waarvoor de red dingboot van De Koog uitvoer, was d» 8000 ton grote ,,Alesia", die 19 Dei'. 1923 bij paai 10 strandde. De bemanning, be staande uit de Engelse kapitein Mr. Beck en een aantal Duitsers werd met de Koger reddingboot van boord ge baald. Hadden ze een paar uurtjes ge duld gehad dan hadden ze op d'r dooie gemak, zonder natte voeten te krijgen, met een ladder van boord kunnen gaan. De laatste stranding in de voorbije 100 jaar was die van de IJM. 97 die op 29 Ja nuari 1946 vlak achter De Koog vast liep. De elf opvarenden w erden met de „broek" gered, nadat liet vuurpijltoe stel de eerste lijn had overgeschoten. In totaal werden van 1853 tot heden 60 man gered. De boot van Eierland heef! er heel wat meer veilig en wel aan land gebracht, maar die is dan ook voor een heel wat beruchter brok kust ge stationneerd. In feite is „De Koog" even belangrijk, want zij vormt een schakel van het grote geheel en wij kennen het gezegde: ,een kettng is zo sterk als de zwakste schakel!" De Koog wil geenszins als de zwakste schakel beschouwd worden. Integendeel en daarom houdt ook zij regelmatig oefeningen. Denk, geachte lezer, niet, dat die oefeningen altijd van gevaar ont bloot zijn! Zeker men vaart weJ eens uit, als de zee spiegelglad is en dan kan de felste landrot met bravour aan de rie men gaan zitten, maar er is ook wel eens geoefend met minder gunstig weer: Zaterdag 4 Juli 1903 werd op een vrij holle zee geoefend. Nadat de boot, wach tend op liet afschieten van een vuurpijl, voor anker was gegaan kwam er een verraderlijke grondzee, die de boot in een ondeelbaar ogenblik omsloeg. Ter stond gingen enige toeschouwers te wa ter, onder hen bevond zich ook burge meester H. W. de Jonciieere, voorzitter van liet Bestuur der reddingscommissie. Dp 44-jarig? Iv Tuinder uit Oudeschild verdronk. W. Kaan en C. Bruin, die buiten kennis waren geraakt, werden door J. H. Moojen, semi-arts en' dokter Wagemaker, weer tot bewustzijn ge bracht. Wakkere Mannen, Hollands Trots, Mannen van onze reddingboten. Helden der Zee, met dankbaarheid herdenken wij wat Gij voor Uw medemensen hebt gedaan. Dat is onbetaalbaar- Wij wen sen U veel succes, wanneer men Uw hulp weer nodig heeft! Onder deze titel vonden wjj in de N. Rotterd. Crt. van Vrijdag 10 Febr. jl. het volgende bericht: ..Jarenlang is er op Texel een paple ren strijd gevoerd over de haven- De ene partij wilde de bestaande haven grondig moderniseren, de andere wilde een nieu we veerdienst op Zuid-Texel, speciaal voor de veerdienst On Den Helder. In dit laatste geval 7.011 een intensieve dienst onderhouden kunnen worden daar de afstand tot Den Helder hier slechts wei nige kilometers bedraagt. De minister heeft nu een Salomo's oordeel uitgesproken: De bestaande ha ven wordt nipt uigebreid, maar voor lopig komt ér ook geen haven aan het Horntje (Zuid-Texe!)! In deze tijd lijkt het inderdaad niet verantwoord om voor 'n kleine gemeen schap als Texel (10,000 zielen) mil- lioenen te besteden voor een nieuwe ha ven. Maar ook zou het geld, besteed aan verbetering van de oude haven wegge gooid zijn, omdat binnen afzienbare tijd toch een ponthaven aan liet Horntje no dig zou blijken". OVERBRUGGINGSUITKERING I)E OOCKSDORP. In verband met de verhuizing van de lieer Jac. Westdorp van ,,Rio Grande", De Cocksdorp naar Den Burg, zal de uitbetaling van de uitkeringen ingevol ge de overbruggingsregeling op Donder dag 16 Februari as geschieden ten hui ze van I'. Forrer, De Oocksdorp 15 op de bekende tijdstippen. Texel, 13 Februari 1950 De Burgemeester van Texel, Mr. G. D. REHOR8T. TEXELSE MARKT Den Burg, 13 Febr. 1950 Aangevoerd: 5 koeien f 550-1' 700; 34 biggen f 40 f 65; 23 11. kalveren f 86-f 45. BOOTDIENST T E.S.O. TEXELDEN HELDER V.V. Op werkdagen: Van Texel: 5,20; 7,45; 11,45; 11,50; 17.6U Van Den Helder: 6,30; 10,20; 13,06; 16,20; 19,30. Op Zon- en alg. erkende Chr. Feest- dagen: Van Texel: 7,45; 11.45; 17,50 Van Den Heider: 10,20: 13,10; 19,00 De RK. Toneelvereniging „Sint Jan' heeft „Boeng Toni" op uitstekende wij ze voor het voetlicht gebracht. De schrij ver neemt ons mee naar de Tropen, toen daar in 1947 de politionele actie gaande was. Het. ligt niet op onze weg als re censent van deze uilvoering dieper op de oorzaak van liet conflict in te gaan. Het is gelukkig opgelost en wat hier achter ligt. halen wij niet graag weer op. Ook de schrijver van „Boeng Toni", Arie v. d Lugt. heeft hier geen stelling geno men, lijj heelt de politiek er buiten ge laten. Hij heeft ons „slechts" de toestand getekend in de. woning van de planter Verbrugge- Deze Verbrugge (de heer Jl). v. Heerwaarden), is een flinke kerel, die door noeste arbeid van de plantage heeft gemaakt wat ervan gemaakt kon worden. Vele Javanen vinden er werk, Javanen die goed verzorgd worden, ge neeskundige behandeling genieten en zo meer. Geen wonder, dat die Verbrugge alle revolutionaire elementen naar de keel wil vliegen. Geen wonder, dat hij in conflict komt met Boeng Toni (de heer Co de Veij), de verloofde van zijn doch ter Miep (mw. N. Keesom-Logman), trouwens Boeng Toni oogst aanvanke lijk ieders verontwaardiging, waar liij als dokter ook de vijanden" verpleegt! „Hij verdedigt de bruinen zelfs!" Het verhaal ging zo: in het eerste to neel zien wij de vrouw van Verbrugge (mw. A Verberne-Ran), zijn dochters Miep en Willy (mw. D. van Sambeek- Schrama) en zijn pleegdochter Sarina (mw. A. v.d. Kolk-v.d. Gogh). 111 grote ze nuwachtigheid voorbereidselen treffen voor de vlucht, want de TRI is op komst Boeng Toni verklaart hen voor gek als hjj van hun plannen verneemt en Ver brugge is evenmin v an plan te vluchten. Hij wil niet achterlaten, wat hfi door hard werken heeft opgebouwd. Er komt een groep militairen van liet Nederland se leger opgerukt. Hun luitenant (dhr C Witte Dzn.) begeleid door een ser geant (dhr H. Witte Pzn.) en een kor poraal (de heer C. Witte Dzn.), zoeken onderdak oor de troep. Dit wordt hun verschaft en de luitenant en zijn staf kunnen 111 het woonhuis van Verbrugge verblijven, echter ten koste van de vre de, want Toni wordt door de luit. als „Boen" Toni (boeng is kameraad) her kend. De luit. weet. dat die Toni (een halfbloed 1 de stem van dat bloed niet het zwijgen oplegt als ei gewonde Javanen moeten worden geholpen.... Die luit. steekt zijn verachting niet onder stoelen of banken, maar Boeng Toni durft hem weerstaan! Dp eenmaal komen drie nri- liiaireq, bij wie zich ook de soldaat Kees Bonman (dhr G. v. d- Kolk) aansluit in een hachelijke positie te verkeren door de plotselinge nadering van T.R.I.- soldaten onder aanvoering van een ex- Jappen-officier (de lieer Juul Timmer). Toni bedenkt een list en raadt de Ned militairen aan zich als zwaar gewonden voor te doen- De luit wil daar eerst niet van horen, maar nven overreedt hem. Zij worden dik in het verband gewikkeld. Dan stormt de vijand binnen, de ex-Jap. pen-offieier buldert zijn bevelen, die geaccentueerd worden door de dreigen de houding van de Javaanse soldaat Si- Oenah (de heer C. v. Heerwaarden, Gast- huisstr.) De ex-Jappenofficier eist een gijzelaar op. Eerst wil hij de luit mee nemen Men weet hem te weerhouden; dan ,,een vrouw" en hij grijpt. Miep beet. Toni springt voor Miep in de bres: hij wordt als gijzelaar weggevoerd en dat betekent: als de gewonden" tegen de bruinen in actie komen, krijgt Toni de kogel. Het komt zo ver, dat de luit zich weer aan liet hoofd van de troep wil stellen! Miep redt Toni door de luit. met een re volver tot humaner gedachten te bren gen! Maar tenslotte wordt een nieuw plan volvoerd: Toni wordt bevrijd (he laas laat Kees Bonman daarbij het leven) en men kan zich nu een weg banen naar veiliger oord. E11 nu het, spel: wij kunnen „Sint Jan" gelukwensen. Er is uitstekend gespeeld. Tijdens de ontroerende scènes zag je heel wat zakdoeken voor den dag komen. Men ieefde van begin tot einde mee en dat succes wordt alleen verkregen door gevoelvol spel, een spel, waarin de spe lers zioli geheel geven. E11 natuurlijk moeten de spelers acteursbloed in de aderen hebben- Men kijkt wel eens op tegen iemand, als lijj beweert, de toneel school te hebben bezocht, zeker daar lean men heel wat leren! Als men zo danig is geschoold zai men het verder kunnen brengen dan zonder scholing, maar.... wij zien lieve.r een onge schoolde, een dilettant, die van het to neelspel kaas heeft gegeten dan hem of haar die al4 beroepsacteurtactrice) op de planken staat en niet slagen kan. Wjj hebben Zondagavond in „Casino" weer niet voldoening mogen constateren, dat er in „Sint Jan" krachten zijn, die voor vele heroepsartisten niet behoeven onder te doen. (En dat constateren wjj trou wens in meer Texelse „amateurs" clubs. Kees Bonman was de raszuivere Am sterdammer die men in een soldatenpak had gestokenEen jongen, die met zoveel warmte kon spreken over zijn spruiten thuis. Prima! Miep was goed op dreef als de verloofde van Toni, ze had een der zwaarste rollen, want telkens weer moest zij door innerlijke overtui ging aangev uurd de grote sprong maken van louter liefde naar heftige veront waardiging. De luitenant was een uitste kend voorbeeld van de jonge officier, die zijn militaire taak boven alles stelde, ja, als de enige in de wereld! Toni was inderdaad de man, die de naastenliefde met de daad bewees; blank en bruin wa ren hem beide even lief. Een man ook die zich in de moeilijkste situaties wist te beheersen. (E11 dus sterker was dan dp luit, die dessa's en steden wilde in nemen). Verbrugge was de hardwerken de planter die aanvankelijk ijzer niet handen wilde breken, maar de situaties al spoedig met nuchter oog volgde en zijn maatregelen nam. Anne Marie was zijn verstandige vrouw, die de toestand menig keer hielp ledden. Willy l.un dochter, die inderdaad als een jonge dochter dacht en optrad, Sarina bleek zeer gehecht aan Toni en was dan ook de wanhoop nabij toen hij als gijzelaar werd weggevoerd. De sergeant en de korporaal van het Ned. Leger deden ook goed werk en last but. no least een pluim voor de ex-Jappen-officier en de TRI.-soldaat die huiveringwekkende taferelen scliieotn! Last, nee, niet ten slotte: wij willen ons verslag niet be sluiten alvorens de heer G. J. Logman nog te hebben genoemd als regisseur, die zicli als steeds zeer heeft inge spannen opdat ook deze uitvoering met gulden letteren in „Sint Jan's" annalen zou kunnen worden geboekstaafd. De grimering was zeer goed verzorgd door de heer Groothuizen, Alkmaar en alle toeschouwers zullen het met ons eens zijn, dat de toneelaankleding door de leden zelf verzorgd, in goede handen is geweest. Wat dacht u van die kroko dil?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1950 | | pagina 1