Cjroen ^tmttsjexels in het harL,
0lSK&
Wakkere mannen, Hollands trots1
De Koger Reddingboot (van de N.Z.H.R.M.)
bestaat honderd jaar
- :-:w.
De Minister velde een Salomon's oordeel
Toneelstuk „Boeng Toni" werd goed vertolkt
WOENSDAG 15 FEBRUARI 1950
TEXELSE
63e JAARGANG. No. 64TO
COURANT
Uitgave v.h. Fa. Langeveld Si De Rooy
Boekhandel Drukkerij - Bibliotheek
Den Burg Texel - Postbus 1 1 - Tel 11
Verschijnt Woensdags en Zaterdags
Bankrek Rocterdamsche Bank en Coöp. Boerenleenb.
Postgiro 65 2. Abonnementsprijs f 2,4 5 per halfjaar
Honderd jaar geleden werd door de
Koninklijke Noord- en Zuid-Hollandse
Redding Maatschappij te De Koog een
reddingboot gestationneerd. 1850-11150. Er
is in die eeuw heel wat gebeurd. De N.
Z.H.R.M. bestaat nog langer en wel van
af 1824- Sedert haar oprichting heeft zij
meer dan zevenduizend schipbreukelin
gen gered-
De Koog heeft nog steeds een roei-
reddingboot. In het in 1024 uitgegeven
Gedenkboek van de NZHRM, die toen
100 jaar bestond, lezen wij:
„Ieder die wel eens geroeid heelt, en
weet hoe vermoeiend dit reeds is bij
vlak water en weinig bries, zal zich met
verbazing afvragen hoe de roeiers van
en zware reddingboot het uren lang uit
houden in een moeilijke, wilde zee en
stormwind, zoodat alleen met de uiter
ste krachtsinspanning en zonder rusten
het doel bereikt kan worden, terwijl
soms uren lang geroeid wordt om eni
ge tientallen meters vooruit te komen.
En toch aarzelt men nooit den tocht te
ondernemen, ook al is de afstand tot
het wrak zoo groot, dat de kustwacht het
schip nauwelijks kan vinden of onder
scheiden".
Inderdaad, roeien is niet ieders werk,
men kan niet iedereen voor het red
dingswerk gebruiken! Daarvoor heeft
men 'mannen nodig die op de zee zijn ge
hard, die geen vermoeidheid kennen en
die de strijd tegen de wilde golven dur
ven aanbinden, hoe onheilspellend de
storm ook moge loeien.
Aan deze moedige kerels is het te
danken, dat die ruim 7000 schipbreuke
lingen konden worden gered.
Wij landrotten, wij weten zo weinig
van het reddingswerk. Om goed te be
grijpen wat er wordt geëist van de^ian-
nen die aan de riemen zitten enz.", zou
men zelf aan de riemen moeten plaats
nemen.
Vanaf 1898 waren de schippers van
,.De Koger reddingboot" C. Koopman
(1898-1926), J. Kooger (1926-1937). J
Hoogerheide (1937-1949) en thans P.
Sehagen vanaf 1949. Vóór 1898 is ons
slechts bekend dat. bij de redding in
1853 W. Blom schipper was, in 1S69 T.
Mets en in 1S76 Jan Stark.
Simon Daalder, Den Hoorn, was van
1S24 (oprichtingsjaar NZHRM) tot 1845
opzichter of plaatselijk bestuurder Ge
lijk met hem werden op alle zeedorpen,
waar een boot werd gestationneerd, op
zichters of plaatselijke bestuurders aan
gesteld. ,,Ten einde de noodige relaties
op de zeedorpen te verkrijgen, werden
aldaar opzichters of plaatselijke bestuur
ders aangesteld. Zij werden gekozen uit
de notabelen van het dorp en werden
geacht, een zeker onverwicht Ie hebben
op de bevolking. Bezoldiging was aan
hun ambt niet verbonden".
,,De Koog" is niet het eerste station
op Texel geweest: in 1825 werd „Den
Hoorn" een volledig station, in 1846
volgde ,,De Krini". In 1850 werd „Den
Hoorn" opgeheven en naai De Koog
verplaatst. (In 1886 wordt „Den Hoorn
achter de Westen" een nieuw station
met een Reddingvlet, in 1905 wordt dit
station opgeheven). In 1854 werd het
boothuis van „De Koog" een weinig
verplaatst, Tn 1865 krijgt ,.De Koog" 'n
vuurpijltoestel. in 1870 wordt het boot
huis weer een weinig verplaatst. In 1811
krijgt „De Koog" een nieuw stenen boot-
huis.
De N.Z.H.R.M. groeide, het aantal
stations werd successievelijk uitgebreid
en het materiaal werd verbeterd, ver
scheidene roeireddingboten werden door
motorreddingboten vervangen, verschei
dene spannen paarden moesten-plaats
maken voor tractors-
Dank zij de krachtige propaganda tel
de de ledenlijst in Mei 1825 reeds 770 na
men. Op Texel is in dat jaar 'echter
slechts één lid en wel P. J. Duinker
Thans willen wjj iets vertellen over de
prestaties van de de Koger reddingboot:
Drie jaar na de oprichting van Station
De Koog kwam er werk aan de winkel:
op de 28ste Sept. 1853 koos de redding
boot zee, want de vrachtvaarder „Liver
pool" verkeerde in nood. Toen ,.De
Koog" ter plaatse kwam bleek de red
ding reeds te zijn verricht door „Eier-
land".
Het eerste succes.
Zestien jaar later had ,,De Koog"
meer succes: ze voer uit. voor de gestran
de „Immanusl" (28 Febr. 1869). Hier
over vinden w jj in het Jubileumboek van
de NZ.H.R.M. het volgende verslag:
Oudeschild, 1 Maart 1869. Gistermor
gen kwam alhier het foerigt aan, dat er
een schip was gestrand, ten zuiden van
De Koog en dat de equipage in nood ver
keerde; onmiddellijk vereenigde kapitein
der stoomboot „Ada van Holland", T.
Mets, eenige moedige ervaren zeelieden
om zich heen, waaronder ook een zijner
zonen en spoedde zich op weg naar het
Toen de Koger Reddingboot van de N.
Z.H.R.Min 189S hoar eerste redding
verrichtte, telde de bemanning twee
Schagens. Thans is ook een Seha
gen in de boot als er moet worden uit
gevaren om mensen ie redden, het is de
heer P. Sehagen. Hij is een paar jaar
geleden tot schipper benoemd. Hierbo
ven zien wij hem op zijn post-
aangewezen strand. Daar gekomen deed
zich liet in nood verkeerenöe schip reeds
aan het oog voor als een wrak, de mas
ten waren overboord gevallem en het
schip lag geheel op zjjde, terwijl de op
varenden zich aan de reeling vastklem
den, en in die positie weer, wind en
golfslag hadden te verduren.
Eenparig werd besloten de redding te
beproeven; de daar aanwezige redding
boot werd terstond te water gebragt en
bemand door 12 ware zeehelden, met de
niet meer jeugdige, maar nog zeer vaste
hand van den kapt. Mets aan het roer.
Door hoogloopende zeeën was het niet
mogelijk op zijde van liet wrak aan te
leggen, zoodat de bemanning, een voor
een, zich langs een eind touw naar de
reddingboot moest laten vieren, waarin
zo eindelijk na veel inspanning en be
leid gelukkig allen (12 man) werden op
genomen en nog juist bijtijds aan liet
sliand mochten aankomen daar de boot
meer dan half vol water was geslagen
en met 24 man bezwaard, elk oogenblik
gevaar liep.
Dergelijke tooneelen, vooral dat op
liet strand aanbrengen der schipbreuke
lingen, zijn niet te beschrijven Ik zag
o.a. den kapitein Mits met den door da
vele fatigues (inspanningen) geh'el
verstijfden kapitein van het gestrande
schip op de rug'dooi' het water waden,
geadsisteerd door nog 2 lieden van de
i edding'boot. Hoe dikwijls men als strand
bewoner dergelijke Loon e ei en heeft
gezien, ze ziin en blijven altijd treffend;
daar, en niet in de groote maatschappij,
waar nijd en wangunst heersohen, leert
men aanschouwelijk: heibt uwe naasten
iief als u zeiven.
O! ik wenschte zoozeer, dat een der
gelijk tooneel door geheel Nederland kon
worden aanschouwd, liet vertedert liet
ruwste en onverschilligste gemoed, het
doet het harte wel en stemt ons -lot lief
de en dankbaarheid; het verzoent ons
met alle mensehen; daar wordt men
Christen.
Ik verneem nader, dat liet gestrande
vaartuig een Noorsche bark is geweest,
de „Immamiel", kapt- Christensen. bela
den met vielen, komende van Frederiks-
liald oil bestemd naar Frankrijk. Het
schip is geheel wrak. Ik laat hier nog
volgen de namen van de mannen, waar
op ik trotsch ben met hen hetzelfde ei
land te 'bewonen; liet zjjn Teunis Mets,
Willem Mets. Frans Buis, Jacob Hille-
nius. Jan Jb. Sehagen, Willem Jb. Seha
gen, Kasse Zegel, Arie Rab. Pieter Dek
ker, Johannes Hemelrijk, Melle Hamei
en Fiiip Veen".
Zeven jaar later, 13 Maart 1876. slaag
de „De Koog" er in 14 schipbreukelin
gen te redden van de Noorse bark
Laudal". 9 Aug. 1889 roeit men naar de
Franse bark „Vigie". Er werden 2 op
varenden gered, maar de roeier Fiiip
Veen verdronk....
De zwaarste redding.
De zwaarste redding is ongetwijfeld
geweest, die van de opvarenden van de
,,1JM, 267 Engelina".
Aan liet verslag ,dat de Texelse Cou
rant van 19 Oct. 1916 hierover geeft, ont
lenen wij: De logger Engelina IJM. 267,
schipper M. Pronk, strandde achter De
Koog. Zeven opvarenden bereikten
zwemmende de kust- De toesland der zes
nog aan boord zijnde mannen werd ha
chelijk. Vergeefs werd gepoogd niet
vuurpijlen verbinding met liet schip te
verkrijgen. Driemaal trachtte de red
dingboot bli het schip te komen, maar
telkens zonder succes. ..Tot. driemaal
mislukte het om met de reddingboot het
schip te bereiken, doch liet onvermoei
de streven van de bemanning der red
dingboot werd tenslotte met succes be
kroond en veilig keerde men met de
schipbreukelingen aan het strand terug.
GESLAAGD.
Onze plaatsgenoot, de lieer B. M.
Mulder slaagde viezer dagen aan de
Universiteit te Amsterdam voor hel
Candidaats-examen Economie.
WOLPRIJZEN IN REACTIE.
Na de scherpe stijging van de wolprjj-
zen in Januari valt er de laatste tijd in
Australië weer een daling waar te ne
men. Vergeleken bij de hoogste prijzen,
(lie in Jan. werden betaald, is de Meri
nowol 15 -tot 20 pet. in prijs gedaald, ter
wijl de daling voor de mindere soorten
wol iets kleiner was.
De handelaars zijn van mening, dat de
huidige prijzen gezonder zijn dan de
recordprijzen van Jan., de de internatte
nale markt dreigden af te schrikken-
Australië heeft dit seizoen (van af 1 Juli)
ongeveer 2,200,000 balen wol verkocht.
Tot hei eind van het seizoen (30 Juni
a s.) moeten er nog 1 300,000 balen w or
den verkocht.
Een groot gedeelte van de nog reste
rende voorraden is van zeer fijne kwali
teit. Het grootste percentage hiervan
ka nvt als regel in Dec.. Jan. en Febr- aan
de markt.
De daling van de afgelopen weken
heeft de prijzen niet teruggebracht tot
het peil van December, -toen de gemid
delde prijs voor ongewassen wol 64,82
Australische neime per Engels Ponvl
was.
Marktwaarnemers zeiden, dat de da
ling van deze maand gedeeltelijk veroor
zaakt is door liet groter aanbod, en ge
deeltelijk door de concurrentie op de
1 .onden.se markt-
ESPERANTO BIJ I)F, SPOORWEGEN.
De Directie van de Finse spoorwegen
heeft een boekje uitgegeven getiteld:
,,De taalsluetel voor de conducteur". In
zeven talen bevat liet boekje vragen met
antwoorden daarop, welke reizigers, die
gebruik maken van de Finse treinen
eventueel aan liet treinpersoneel zouden
kunnen doen. De vragen zijn gesteld in
iiet Zweeds, Duits, Engels, Russisch,
Frans, Fins en in liet Esperanto. Bij de
Zweedse spoorwegen is reeds eerder
eenzelfde proef genomen, welke zeer
goed is geslaagd.
Doornat en verstijfd van kou kwamen de
geredden aan de stran'dingsplaats, ze
werden onmiddellijk per as naar De
Koog vervoerd, waar ze door de goede
zorgen van liet publiek zeer spoedig van
droge kleederen werden voorzien en hun
'n gastvrij dak werd aangeboden en alles
gedaan om hen de geleden ontberingen
tt doen vergeten".
Bij deze stranding slaagde men er niet
in om door middel van vuurpijlen ver
binding met bet schip te krijgen.
Het grootste schip, waarvoor de red
dingboot van De Koog uitvoer, was d»
8000 ton grote ,,Alesia", die 19 Dei'. 1923
bij paai 10 strandde. De bemanning, be
staande uit de Engelse kapitein Mr.
Beck en een aantal Duitsers werd met
de Koger reddingboot van boord ge
baald. Hadden ze een paar uurtjes ge
duld gehad dan hadden ze op d'r dooie
gemak, zonder natte voeten te krijgen,
met een ladder van boord kunnen gaan.
De laatste stranding in de voorbije 100
jaar was die van de IJM. 97 die op 29 Ja
nuari 1946 vlak achter De Koog vast
liep. De elf opvarenden w erden met de
„broek" gered, nadat liet vuurpijltoe
stel de eerste lijn had overgeschoten.
In totaal werden van 1853 tot heden
60 man gered. De boot van Eierland
heef! er heel wat meer veilig en wel aan
land gebracht, maar die is dan ook voor
een heel wat beruchter brok kust ge
stationneerd. In feite is „De Koog" even
belangrijk, want zij vormt een schakel
van het grote geheel en wij kennen het
gezegde: ,een kettng is zo sterk als de
zwakste schakel!"
De Koog wil geenszins als de zwakste
schakel beschouwd worden. Integendeel
en daarom houdt ook zij regelmatig
oefeningen. Denk, geachte lezer, niet,
dat die oefeningen altijd van gevaar ont
bloot zijn! Zeker men vaart weJ eens uit,
als de zee spiegelglad is en dan kan de
felste landrot met bravour aan de rie
men gaan zitten, maar er is ook wel
eens geoefend met minder gunstig weer:
Zaterdag 4 Juli 1903 werd op een vrij
holle zee geoefend. Nadat de boot, wach
tend op liet afschieten van een vuurpijl,
voor anker was gegaan kwam er een
verraderlijke grondzee, die de boot in
een ondeelbaar ogenblik omsloeg. Ter
stond gingen enige toeschouwers te wa
ter, onder hen bevond zich ook burge
meester H. W. de Jonciieere, voorzitter
van liet Bestuur der reddingscommissie.
Dp 44-jarig? Iv Tuinder uit Oudeschild
verdronk. W. Kaan en C. Bruin, die
buiten kennis waren geraakt, werden
door J. H. Moojen, semi-arts en' dokter
Wagemaker, weer tot bewustzijn ge
bracht.
Wakkere Mannen, Hollands Trots,
Mannen van onze reddingboten. Helden
der Zee, met dankbaarheid herdenken
wij wat Gij voor Uw medemensen hebt
gedaan. Dat is onbetaalbaar- Wij wen
sen U veel succes, wanneer men Uw
hulp weer nodig heeft!
Onder deze titel vonden wjj in de N.
Rotterd. Crt. van Vrijdag 10 Febr. jl. het
volgende bericht:
..Jarenlang is er op Texel een paple
ren strijd gevoerd over de haven- De ene
partij wilde de bestaande haven grondig
moderniseren, de andere wilde een nieu
we veerdienst op Zuid-Texel, speciaal
voor de veerdienst On Den Helder. In dit
laatste geval 7.011 een intensieve dienst
onderhouden kunnen worden daar de
afstand tot Den Helder hier slechts wei
nige kilometers bedraagt.
De minister heeft nu een Salomo's
oordeel uitgesproken: De bestaande ha
ven wordt nipt uigebreid, maar voor
lopig komt ér ook geen haven aan het
Horntje (Zuid-Texe!)!
In deze tijd lijkt het inderdaad niet
verantwoord om voor 'n kleine gemeen
schap als Texel (10,000 zielen) mil-
lioenen te besteden voor een nieuwe ha
ven. Maar ook zou het geld, besteed aan
verbetering van de oude haven wegge
gooid zijn, omdat binnen afzienbare tijd
toch een ponthaven aan liet Horntje no
dig zou blijken".
OVERBRUGGINGSUITKERING
I)E OOCKSDORP.
In verband met de verhuizing van de
lieer Jac. Westdorp van ,,Rio Grande",
De Cocksdorp naar Den Burg, zal de
uitbetaling van de uitkeringen ingevol
ge de overbruggingsregeling op Donder
dag 16 Februari as geschieden ten hui
ze van I'. Forrer, De Oocksdorp 15 op de
bekende tijdstippen.
Texel, 13 Februari 1950
De Burgemeester van Texel,
Mr. G. D. REHOR8T.
TEXELSE MARKT
Den Burg, 13 Febr. 1950 Aangevoerd:
5 koeien f 550-1' 700; 34 biggen f 40
f 65; 23 11. kalveren f 86-f 45.
BOOTDIENST T E.S.O.
TEXELDEN HELDER V.V.
Op werkdagen:
Van Texel: 5,20; 7,45; 11,45; 11,50; 17.6U
Van Den Helder: 6,30; 10,20; 13,06;
16,20; 19,30.
Op Zon- en alg. erkende Chr. Feest-
dagen:
Van Texel: 7,45; 11.45; 17,50
Van Den Heider: 10,20: 13,10; 19,00
De RK. Toneelvereniging „Sint Jan'
heeft „Boeng Toni" op uitstekende wij
ze voor het voetlicht gebracht. De schrij
ver neemt ons mee naar de Tropen, toen
daar in 1947 de politionele actie gaande
was. Het. ligt niet op onze weg als re
censent van deze uilvoering dieper op de
oorzaak van liet conflict in te gaan. Het
is gelukkig opgelost en wat hier achter
ligt. halen wij niet graag weer op. Ook
de schrijver van „Boeng Toni", Arie v.
d Lugt. heeft hier geen stelling geno
men, lijj heelt de politiek er buiten ge
laten. Hij heeft ons „slechts" de toestand
getekend in de. woning van de planter
Verbrugge- Deze Verbrugge (de heer Jl).
v. Heerwaarden), is een flinke kerel, die
door noeste arbeid van de plantage
heeft gemaakt wat ervan gemaakt kon
worden. Vele Javanen vinden er werk,
Javanen die goed verzorgd worden, ge
neeskundige behandeling genieten en zo
meer. Geen wonder, dat die Verbrugge
alle revolutionaire elementen naar de
keel wil vliegen. Geen wonder, dat hij
in conflict komt met Boeng Toni (de heer
Co de Veij), de verloofde van zijn doch
ter Miep (mw. N. Keesom-Logman),
trouwens Boeng Toni oogst aanvanke
lijk ieders verontwaardiging, waar liij
als dokter ook de vijanden" verpleegt!
„Hij verdedigt de bruinen zelfs!"
Het verhaal ging zo: in het eerste to
neel zien wij de vrouw van Verbrugge
(mw. A Verberne-Ran), zijn dochters
Miep en Willy (mw. D. van Sambeek-
Schrama) en zijn pleegdochter Sarina
(mw. A. v.d. Kolk-v.d. Gogh). 111 grote ze
nuwachtigheid voorbereidselen treffen
voor de vlucht, want de TRI is op komst
Boeng Toni verklaart hen voor gek als
hjj van hun plannen verneemt en Ver
brugge is evenmin v an plan te vluchten.
Hij wil niet achterlaten, wat hfi door
hard werken heeft opgebouwd. Er komt
een groep militairen van liet Nederland
se leger opgerukt. Hun luitenant (dhr
C Witte Dzn.) begeleid door een ser
geant (dhr H. Witte Pzn.) en een kor
poraal (de heer C. Witte Dzn.), zoeken
onderdak oor de troep. Dit wordt hun
verschaft en de luitenant en zijn staf
kunnen 111 het woonhuis van Verbrugge
verblijven, echter ten koste van de vre
de, want Toni wordt door de luit. als
„Boen" Toni (boeng is kameraad) her
kend. De luit. weet. dat die Toni (een
halfbloed 1 de stem van dat bloed niet het
zwijgen oplegt als ei gewonde Javanen
moeten worden geholpen.... Die luit.
steekt zijn verachting niet onder stoelen
of banken, maar Boeng Toni durft hem
weerstaan! Dp eenmaal komen drie nri-
liiaireq, bij wie zich ook de soldaat Kees
Bonman (dhr G. v. d- Kolk) aansluit
in een hachelijke positie te verkeren
door de plotselinge nadering van T.R.I.-
soldaten onder aanvoering van een ex-
Jappen-officier (de lieer Juul Timmer).
Toni bedenkt een list en raadt de Ned
militairen aan zich als zwaar gewonden
voor te doen- De luit wil daar eerst niet
van horen, maar nven overreedt hem. Zij
worden dik in het verband gewikkeld.
Dan stormt de vijand binnen, de ex-Jap.
pen-offieier buldert zijn bevelen, die
geaccentueerd worden door de dreigen
de houding van de Javaanse soldaat Si-
Oenah (de heer C. v. Heerwaarden, Gast-
huisstr.) De ex-Jappenofficier eist een
gijzelaar op. Eerst wil hij de luit mee
nemen Men weet hem te weerhouden;
dan ,,een vrouw" en hij grijpt. Miep beet.
Toni springt voor Miep in de bres: hij
wordt als gijzelaar weggevoerd en dat
betekent: als de gewonden" tegen de
bruinen in actie komen, krijgt Toni de
kogel.
Het komt zo ver, dat de luit zich weer
aan liet hoofd van de troep wil stellen!
Miep redt Toni door de luit. met een re
volver tot humaner gedachten te bren
gen! Maar tenslotte wordt een nieuw
plan volvoerd: Toni wordt bevrijd (he
laas laat Kees Bonman daarbij het leven)
en men kan zich nu een weg banen naar
veiliger oord.
E11 nu het, spel: wij kunnen „Sint Jan"
gelukwensen. Er is uitstekend gespeeld.
Tijdens de ontroerende scènes zag je
heel wat zakdoeken voor den dag komen.
Men ieefde van begin tot einde mee en
dat succes wordt alleen verkregen door
gevoelvol spel, een spel, waarin de spe
lers zioli geheel geven. E11 natuurlijk
moeten de spelers acteursbloed in de
aderen hebben- Men kijkt wel eens op
tegen iemand, als lijj beweert, de toneel
school te hebben bezocht, zeker daar
lean men heel wat leren! Als men zo
danig is geschoold zai men het verder
kunnen brengen dan zonder scholing,
maar.... wij zien lieve.r een onge
schoolde, een dilettant, die van het to
neelspel kaas heeft gegeten dan hem of
haar die al4 beroepsacteurtactrice) op de
planken staat en niet slagen kan. Wjj
hebben Zondagavond in „Casino" weer
niet voldoening mogen constateren, dat
er in „Sint Jan" krachten zijn, die voor
vele heroepsartisten niet behoeven onder
te doen. (En dat constateren wjj trou
wens in meer Texelse „amateurs" clubs.
Kees Bonman was de raszuivere Am
sterdammer die men in een soldatenpak
had gestokenEen jongen, die met
zoveel warmte kon spreken over zijn
spruiten thuis. Prima! Miep was goed op
dreef als de verloofde van Toni, ze had
een der zwaarste rollen, want telkens
weer moest zij door innerlijke overtui
ging aangev uurd de grote sprong maken
van louter liefde naar heftige veront
waardiging. De luitenant was een uitste
kend voorbeeld van de jonge officier,
die zijn militaire taak boven alles stelde,
ja, als de enige in de wereld! Toni was
inderdaad de man, die de naastenliefde
met de daad bewees; blank en bruin wa
ren hem beide even lief. Een man ook
die zich in de moeilijkste situaties wist
te beheersen. (E11 dus sterker was dan
dp luit, die dessa's en steden wilde in
nemen). Verbrugge was de hardwerken
de planter die aanvankelijk ijzer niet
handen wilde breken, maar de situaties
al spoedig met nuchter oog volgde en
zijn maatregelen nam. Anne Marie was
zijn verstandige vrouw, die de toestand
menig keer hielp ledden. Willy l.un
dochter, die inderdaad als een jonge
dochter dacht en optrad, Sarina bleek
zeer gehecht aan Toni en was dan ook
de wanhoop nabij toen hij als gijzelaar
werd weggevoerd. De sergeant en de
korporaal van het Ned. Leger deden ook
goed werk en last but. no least een
pluim voor de ex-Jappen-officier en de
TRI.-soldaat die huiveringwekkende
taferelen scliieotn! Last, nee, niet ten
slotte: wij willen ons verslag niet be
sluiten alvorens de heer G. J. Logman
nog te hebben genoemd als regisseur,
die zicli als steeds zeer heeft inge
spannen opdat ook deze uitvoering met
gulden letteren in „Sint Jan's" annalen
zou kunnen worden geboekstaafd.
De grimering was zeer goed verzorgd
door de heer Groothuizen, Alkmaar en
alle toeschouwers zullen het met ons
eens zijn, dat de toneelaankleding door
de leden zelf verzorgd, in goede handen
is geweest. Wat dacht u van die kroko
dil?