De moeilijke keus
Toneelgroep „De Cocksdorp" had veel
succes en volle zalen
Hoe Jantje Kruizemunt een erfenis kreeg
Van een kampeerster
Kees Graaf ging op
HOEST
jacht in Zuid Afrika
ABORTUS BANG OP TEXEL.
Blijkens de gegevens van de Gezond
heidsdienst voor Dieren in de provincie
N.-Holland was Texel in 1948 vrij van
Abortus Bang.
In het jaar 1949 werd op Texel ech
ter een percentage besmette bedrijven
van 4.8 pet. vastgesteld.
Bij de Gezondheidsdienst wordt deze
toename toegeschreven aan de invoer op
Texel van besmet vee. Bij de aankoop
van vee van buiten wordt aangeraden
de uiterste voorzichtigheid te betrach
ten om deze kwaadaardige ziekte, die
voor de veehouder grote financiële na
delen oplevert immers, er zijn geen
kalveren en de melkgift is meestal ge
ringer buiten het eiland te houden.
Opgemerkt zij hierbij, dat Texel, dat
in het boekjaar 1948-49 vrij was van
tbc onder het rundvee, gedurende het
boekjaar 1949-50 weer een reactieper
centage opleverde van 2,1 pet.
INGEZONDEN.
Amsterdam 27 Nov. 1950.
Zeer geachte redactie,
De laatste tijd heb ik met genoegen
in uw blad de stukken gelezen, die het
vóór en tegen van een pontverbinding
met Den Helder via het Horntje in alle
toonaarden bezongen. Het is ontegenzeg
gelijk interessant en bij beide partijen
valt een, ik zou haast zeggen: harts
tochtelijk verlangen te bespeuren, om
hun mening te doen zegevieren. Ze voe
ren beide feiten aan, die me deden den
ken, dat die toch wei erg sterk spra
ken, %vant ik ben eigenlijk maar nau
welijks op de hoogte van de finesses.
Maar nu kan ik het niet laten in de pen
te klimmen en hoop, dat u zo vriende
lijk zult willen zijn m'n „duit in het
zakje" in uw blad op te nemen. U mag
gerust de inleiding hiervan weglaten,
als dat teveel ruimte neemt, en dan
steek ik maar van wal.
Als kampeerster ben ik verschillende
malen op uw schitterende eiland ge
weest en niet alleen in het hoogseizoen.
Ik hou van de natuur en wat Texel voor
schoons te bieden "neeft, vindt in Neder
land op een zo kleine oppervlakte zijn
weerga niet. Daarom hou ik van Texel
en kom er graag. Maar elke keer dat ik
de reis er heen aanvaard, houd ik m'n
hart vast bij het vooruitzicht van wat er
nu weer met m'n fiets gebeuren zal.
Hier mag ik tussen twee haakjes wel
even verklappen, dat de heer Kikkert
me op het idee bracht met zijn vraag:
„Men zou de fietsers zelf eens moeten
vragen, wat zij ervan denken". Wel, ik
denk er zó over en ik ben ervan over
tuigd, dat ik uit naam spreek van heel
veel mede-kampeerders:
Als we in Den Helder eindelijk na
eindeloos wachten op de één of andere
boot gestouwd zijn, en als haringen in
een ton staande de overtocht naar Oude-
schild maken, zien we in de verte de
„fietsenboot" aankomen. Het blijft altijd
een verrassing of de fiets meegekomen
is, dan, of het rijwiel en de verpakking
onbeschadigd is niet te vergeten; en dan
krijg je je eigen fiets nog wel? Want
niemand is er, die garandeert, dat je
glimmend nieuwe karretje niet door een
ander meegenomen wordt. Controle is er
absoluut niet. En als we zien hoe het
bootpersoneel er mee omspringt, ket-
tingkasten, lichtgeleidingen en jasbe-
schermers en bepakkingen totaal nege
rend, dan rijzen de haren ons wel eens
ten berge. Mag dat zomaar? Blijkbaar
wel. En meermalen heb ik deze zomer,
toen er voor de bepakking nog weer een
dubbeltje extra werd berekend, de opj
merking gehoord, dat TESO dat deed
„om, als wij allemaal met onze repara
tie-regeningen kwamen opdagen, vast
iets in kas te hebben" Kijk, dat is toch
wel erg treurig, dat fietsen maar ge
mold worden en dat er niemand voor
aansprakelijk kan gesteld worden; en
bovendien, dat het nog erg dubieus is, q.
je je eigen fiets wel krijgt.
Als kampeerders dan hun fietsen en
bepakking maar sturen moesten, zoals
de één of andere goochemerd misschien
zal opmerken, dan kan ik zeggen, dat
dat absoluut onmogelijk is. Ten eerste
zijn de meeste kampeerders en vooral
ook trekkers, niet in staat om dagen van
te voren te weten, waarheen en hoe ze
zullen gaan, en bovendien komen de
meesten per fiets vanuit hun woonplaats
sen. Ten 2e is het een groot waagstuk
om alles te sturen, want door al het
overladen en -lossen aan Den Helder en
Harrismith, Oranje Vrijstaat,
19 November 1950.
Hallo vrienden en kennissen op Texel.
Hoe gaat 't? Ja nee, goed, dankie. En
met je zelf? Ja nee dankie, ek mag nie
kla nie. Dat is wat ik hier alle dagen
vraag enantwoord, omdat ik tussen
de Afrikaners zit, en aanpassen steeds
bovenaan in m'n kladboekie staat. Ja,
ik maak het best, en gezond als 'n vis,
evenals m'n vrouw en 2 dochtertjes in
Pretoria. Die voelen zich daar best thuis
en helemaal heppi, ondanks ik al zes
maanden op 'n zgn. buitenjob zit. Die
job is die nieuwbouw „polisie stasi",
waarover u onlangs al hebt kunnen ver
nemen, onder: ....„Dak werd natge-
maak".
De afstand Harnsmith-Pretoria is on
geveer Amsterdam-Parijs. Vandaar dat
wij zo om de 3 4 weken, 'n weekend
„huis toegaan" met Siem of Jaapneef
z'n Car. Zo'n ritje moet je eerst an wen-
ne, als je op Texel, waar ik 't laatst
werkte aan het herstel van 't R.K. kerk
je van De Cocksdorp al ver vond (9
mijl) vanaf Den Burg. Nu 9 mijl, waar-
S«V. De Koog. afd. Handbal-
Zondag jl. hadden we een zware strijd
en wel tegen GDS 1. Maar hoewel er
weer 2 speelsters niet meededen, be
gonnen we met goede moed, tot de rust
wisten we het dan toch nog op 0-0 te
houden. Na de rust werd het erger: al
spoedig scoorde GDS en daarna nog
eens. Einde 2-0. Dat viel ons toch nogal
mee. De midvoorplaats moest worden
ingenomen door iemand, die dat niet
gewend was, dus dat is erg moeilijk. We
zullen hopen dat ons elftal toch nog
eens weer het oude zal worden. Cassa is
weer wat opgeknapt en we hopen dat ze
er weer gauw bij komt om ons te hel
pen. Maar volgens GDS zijn ze kampi
oen en feliciteren we ze daarmee van
harte. Zondag thuis tegen GDS 2 om 3
uur. Zaterdag om 4 uur trainen, komt
allemaal en leest vooral de krant goed,
want dat vergeten sommigen ook nog!
Opstelling niet in de krant, dan bij C.
Bonne.
op de boot en in Oudeschild lijden de
spullen enorm. Het neemt ook veel te
veel tijd en het is al zo vaak gebeurd,
dat men zonder tent of dekens zat, om
dat de goederen door te veel handen
gingen om hun reis zonder tijdrovende
incidenten af te leggen.
Daarom is het, dat ik als kampeerster
meen te moeten vertellen, dat ik, en me
de een grote groep van „collega's", het
heerlijk zou vinden, als de pontverbin
ding er was. Zelf je fietsen en bepakking
verzorgen, een niet zo lange overtocht
en meer mogelijkheden om vlug aan en
af te reizen. Denk eens aan, nu zouden
we in anderhalf uur van Den Helder
naar De Cocksdorp kunnen komen, ter
wijl we er met de boot een halve dag
over moeten doen. We zouden de veel
genoeglijker paadjes langs de duinen en
de Dennen kunnen gebruiken in plaats
van de verkeersweg, waar we nog in de
weg rijden ook. En zal, wat wel het ge
val schijnt te zijn, de overtocht minder
kosten, dan is dat voor ons helemaal een
genot.
Tot nu toe heb ik enkel als fietsend
kampeerster geschreven, maar ook uit
naam van autokampeerders en van de
caravanners zou ik willen spreken.
Voor hen geen verfomfaaide spatborden
meer, geen eindeloos wachten, geen te
ruggestuurd worden, minder kosten. Ze
zouden het stellig ook op prijs stellen.
En met de opmerking, dat Texel niet op
al deze mensen gesteld is, neem ik heus
geen genoegen, want dan zou ik de VVV
„Texel" een tekort aan activiteit moeten
verwijten, en dat heeft zij zeer zeker
niet. Wij mógen dus komen, we komen
graag, maar we zouden een vluggere,
„Veiliger" verbinding ideaal vinden.
Daar nu dit ideaal verwezenlijkt kin
worden, lijkt het me vrij dom en kort
zichtig om het te verwerpen. Zo zie ik
het, al ben ik me er heel goed van be
wust, dat ik met weet, welke technische
onmogelijkheden er eventueel nog zijn.
Als u iets, van wat me zo na aan het
hart ligt, in uw blad opneemt, zou ik u
heel dankbaar zijn, want ik vind echt,
dat er van de kant van de fietsers en
kampeerders ook enig commentaar aan
gehoord moet worden.
Inmiddels, met de meeste hoogachting
Mej. K.
Paramaribostr. 42, Amsterdam-West.
DE COCKSDORP. Woensdag gaf To
neelgroep „De Cocksdorp" een uitvoe
ring in het Gebouw voor Chr. Belangen.
De zaal was eivol, toen Ds. Soesan ge
zamenlijk liet zingen Gez. 223:1. Mej.
Kos was organiste. Ds. verwelkomde al
len en in het bijzonder de toneelgroep
die hier voor haar eerste optreden stond.
„Deze groep heeft reeds succes geboekt,
er is geoefend in een goede geest, wat
zeker al tot onderling genoegen mag
worden beschouwd".
Voor de pauze zouden de tonelisten op
voeren „De Verdenking", een ernstig
stuk in 3 bedrijven. In de pauze zou de
gebruikelijke verloting worden ge
houden, en daarna zou een blijspel even
eens in 3 bedrijven, getiteld „De jonge
generatie" voor het voetlicht worden ge
bracht. Toen het spel van „De Verden-
knig" nog maar net aan de gang was,
werden we verrast door de komst van
burgemeester De Koning en diens echt
genote. Na het le bedrijf werden deze
door Ds. Soesan welkom geheten en
door de aanwezigen met applaus be
groet. Het stuk „De Verdenking" liep
heel goed, en werd op verdienstelijke
wijze gespeeld. Niet iedere rol is ge
schikt om op de voorgrond te treden,
doch zeer verdienstelijk spel werd gege
ven door mej. J. Blom, mej. D. Dalen-
berg en de heer M. de Waard. Het stuk
verliep zeer goed. De groep werd met
een daverend applaus beloond.
Hierna volgde de verloting welke vlot
verliep.
Na de pauze zagen we „De jonge ge
neratie". Het le bedrijf speelde zich af
in een schaars verlichte tuin met op de
achtergrond het woonhuis. Of er gela
chen is om deze dolle klucht? Ik ben er
zeker' van dat velen in lange tijd niet
zó hebben gelachen. Dit werd er „niet
beter" op, toen tussen het le en 2e be
drijf (wat wegens toneelverandering
nogal tijd vergde), de heer Sijlstra ons
vergastte op een kostelijk stukje humor,
genaamd „Reciteren". Dit was een groot
succes in deze periode van wachten. Het
2e en 3e bedrijf speelden zich af in de
huiskamer en de dolle ontwikkelingen
deden de aanwezigen vele malen schate
ren. Groot was de ontsteltenis der be
woners toen plotseling het licht uitging
en een spook ten tonele verscheen. Daar
was het spook in het Molenbosch be
paald niets bij Er is soms kostelijk spel
gegeven, vooral door de heer J. Daalder
als jonge man, pseudo-schilder en
i spook. Voortreffelijk werd gespeeld de
rol der moeder door mevr. I. Zuidema-
i Klinger en ook mag niet worden verge-
j ten de dubbelrol als tweelingzuster, ge-
1 speeld door mej. A. Waldus. Ook de an-
I dere medewerkenden hebben zich van
hun beste zijde laten zien, zodat we kun
nen spreken van een succesvolle avond.
Het nieuwe toneeltje was keurig in or
de. Toen alle medewerkenden na afloop
(Ingezonden mededeling)
Rode Hoestpoeders tto Mijnharde
Doo« O <x
door G. Th- ROTMAN-
107. Gelukkig klonk het gesnor van
een vliegtuig. Allen keken omhoog; de
papoea's angstig; hun slachtoffer hoop
vol. Waarlijk, het was hun oude, ver
trouwde vliegmachine; de piloot liet
hen dus niet in de steek en kwam om
hen op de een of andere manier te red
den Zodra de machine aanstalten maak
te om te dalen, kozen de papoea's het
hazenpad en verborgen zich achter het
naastbijzijnde struikgewas.
FEUILLETON
40.) O, Monfie, ik, zou je vanmiddag
j niet even kunnen zei Jill.
Onmogelijk. Om je de waarheid te
zeggen, ik ga met iemand lunchen
I O, goed zei Jill.
Ze ging met een bezwaard hart naar
beneden en naar haar werk.
Er zat onweer in de lucht.
De kranten hadden al over onweers-
1 buien over geheel Engeland berichten
gebracht.
i Jill keek naar de donkere wolken en
voelde intens de stilte, die aan de storm
voorafging. In haar eigen hart was het
precies als in de natuur.
Madame was al in de winkel, toen ze
kwam. Ze was erg opgewonden over de
versieringen voor de bruiloft van die
dag en dribbelde door de winkel op een
manier, die Freda dol maakte.
Dozen en dozen met rose en mauve
asters werden binnengebracht. Die wa
ren voor de versiering van de kerk.
Langs het middenpad kwamen manden
met asters en witte gladiolen te staan.
Het zal het mooiste huwelijk van
het seizoen worden, zei madame.
Zijzelf bleef in de winkel met een
paar meisjes uit een van de andere win
kels, terwijl Freda en Jill naar de kerk
gingen voor de decoratie.
De knechts waren al bezig, toen ze er
kwamen. Het kleine, grijze kerkje was
in een bloementuin veranderd.
het toneel betraden, brak een daverend
applaus los.
Hierna lietDs. Soesan zingen Gez. 149:
1 en werd met gebed gesloten.
Vrijdagavond is deze uitvoering in
Zuid-Eierland herhaald. Weer veel suc
ces en weer een volle zaal.
S.V. De Zwaluw.
De regen in de afgelopen week zorgde
er voor dat de Bond Zaterdag het hele
programma aflaste, als het zo doorgaat,
wordt het volgende jaar zweetvoetbal.
Het le heeft pas 3 wedstrijden gespeeld
en 3 gewonnen. Zondag komt De Koog 1
op bezoek, dat 4 wedstrijden speelde en
ze alle won, dus dat wordt Zondag een
zware opgave. Willen de leden, die zich
Zaterdagmiddag vrij kunnen maken,
hun kracht nog eens aan het terrein ge
ven, het is hard nodig en vele handen
maken licht werk. De adsp. spelen Za
terdagmiddag thuis tegen Texel C.
De handbalwedstrijd van de dames
ging Zondag ook niet door, hopelijk dat
we Zondag een thuiswedstrijd spelen.
Vrijdagavond beginnen we weer aan de
handbaltraining o.l.v. G. Wilner, aan
vang 8 uur in de school. Laat een ieder
aanwezig zijn, het is hard nodig.
IJSCLUB EIERLAND.
DE COCKSDORP. Donderdag hield
IJsclub De Cocksdorp-Eierland een
vergadering in Café Nota. Behalve het
bestuur waren 12 leden present, een ge
ring aantal, gezien een totaal van 255
leden. De voorzitter, de heer Jb. Reu
vers had groter opkomst verwacht,
maar hoopte, dat deze vergadering toch
een nuttig effect zou mogen sorteren.
De secretaris, de heer A. Lefferman, gaf
een keurig verslag van alles wat in de
afgelopen periode is gebeurd. Ook is een
lijst aangelegd van 't materiaal, waar
uit bleek, dat een nieuwe vlag was ver
dwenen. Wie heeft 'm? De boeken en
bescheiden van de penningmeester, de
heer H. Daalder, weike deze functie al
33 jaar waarneemt, waren nagezien en
in orde bevonden door de heren J. I
Hooijberg en M. de Graaf. Er is f 188,66
in kas. Hierna volgde bestuursverkie
zing. Aftredend de heren Jb. Reuvers,
W- Verseput en A. van Stnen. Bij de
eerste stemming weiden de heren Jb.
Reuvers en W. Verseput herkozen, ter
wijl bij de 2e stemming de heer D. van
Beek in plaats van de heer A. v. Strien
werd gekozen.
Hierna verloting van een paar schaat
sen. De gelukkige winnaar werd de heer
A. Boon Mzn.
Bij de rondvraag bedankte de heer v.
Beek voor het in hem gestelde vertrou
wen, hij hoopte zich als een waardig be
stuurslid te zullen ontpoppen. De heer
D. Hooijberg bepleitte de wenselijkheid
van een rondrijbaan, zo mogelijk met
sprints. Het bestuur zal deze zaak be
studeren. De heer J. Hooijberg brak
een lans voor een priksledenwedstrijd,
bv. bij invallende dooi, doch nog ver
trouwd ijs. Tot 15 Dec. is er gelegenheid
zich op te geven als lid tegen de gewo
ne contributie, daarna wordt deze voor
winter 1950-1951 verdubbeld.
Nadruk verboden.
108. Een halve kilometer verder streek
de machine neer. Er kwam iemand uit;
hij naderde, met statige schreden
Jantje en z'n vader verstijfden van
schrik: zo'n monster hadden ze hun le
ven lang niet aanschouwd! Brede, vier
kante schouders, slingerende, slappe
handen, een wreedaardig grijnzend
hoofd, met zwarte knevel en wilde wap
perende haren. Hu' Ze beefden let
terlijk op hun benen!
Het wordt goed, hè? zei Freda. Ja,
madame weet wat ze doet gewoonlijk.
Het is alleen jammer, dat ze bij zulke
gelegenheden altijd zo onuitstaanbaar is.
Zij begonnen mee te helpen om de
versiering spoedig klaar te hebben.
Er kwam last met het tapijt. Madame
had gezegd, dat het blauwe tapijt moest
worden gelegd. Het rode vloekte met de
kleuren der bloemen, die gebruikt wa
ren. Toen de auto met het tapijt kwam,
bleek dat het rode te zijn.
Freda speelde op.
Dit hebben we gekregen, zeiden de
mannen. En er is nou geen tijd meer,
om het andere te halen. We krijgen
noodweer.
Freda ging madame opbellen.
Toen ze bezig waren het rode tapijt
door de kerk te slepen, verscheen mada
me zelf als een wervelwind. Ze had de
eerste de beste taxi genomen en niet
eens haar hoed opgezet. De koster pro
testeerde, dat ze met zonder hoed in de
kerk kon, maar ze vernietigde hem met
een blik.
Ze liep naar binnen en keek naar het
tapijt. Het was verschrikkelijk. Ze
moest het blauwe hebben, al ging de
wereld op haar kop staan. Het rode
moest onmiddellijk opgerold en terugge
bracht en het andere gehaald worden.
Het begon al te regenen. Maar madame
snauwde en commandeerde en de man
nen verdwenen met het tapijt.
Freda en Jill gingen terug naar de
winkel, om voor de bouquetten te zor
gen. Rose en mauve voor de bruidsmeis
jes witte gladiolen voor de bruid. Zij
moesten er mee naar de kerk gaan en
toen ze in haar taxi zaten met de bloe
men, leken ze zelf wel bruidsmeisjes.
Als jij met Hugh trouwt, laat ma
dame dan alsjeblieft niet voor de deco-
ïatie zorgen, zei Freda. Ze zou je zó aan
je hoofd zaniken, dat je niet meer wist
hoe je je bouquet moest vasthouden.
Denk daar maar goed aan als jij
met Harcourt trouwt.
Harcourt? Die trouwt niet met me.
Maak je maar niet ongerust. Die moet
niets hebben van trouwen.
Nu Hugh ook niet.
Freda keek haar met een wonderlijke
blik aan maar zei niets.
De gasten arriveerden al. Een pers
fotograaf hal stelling genomen bij de in
gang van de kerk en er stonden al heel
wat toeschouwers, die samenschoolden
onder bomen en afdaken. Er waren keu
rig geklede mannen in de sacristij, met
hoge hoeden in hun hand, en dames,
prachtig gekleed, met kostbare bloemen
op haar japonnen.
Er zijn hier méér orchideeën dan
bij ons in de winkel, zei Freda. Zo een
trouwpartij is toch wel goed voor ons
vak.
Zij gingen naar de sacristij en keken
door de open deur naar het aankomen
der gasten. Harcourt was er ook bij,
keurig en elegant als een pop uit een
kleermakers-etalage. Hij en lady Honor
arriveerden samen. Harcourt bleef even
staan bij de deur en zei iets grappigs
tegen Freda.
Lady Honor keek naar Jill Hé, zei
ze. U hebt de bruidsbouquet?
Ja, vindt u hem niet mooi?
Prachtig! Maar haar harde ogen ke
ken niet naar de bloemen, doch naar
Jill. Lady Honor droeg een zachtblauwe
japon met gardenia's op haar corsage.
Haar hoed was een droom. Ze glimlachte
fijntjes en ging de kerk in.
Hugh verscheen ook. Hij was alleen
en liep dadeijk de kerk in zonder naar
rechts of links te kijken.
Hij negeerde je! zei Freda snel.
Wat een onzin. Hij zag me niet.
Hij zag je wel. Wat een gezicht
zette hij. Als iemand die naar het scha
vot gaat. Wat mankeert hem?
Praat toch geen onzin, herhaalde
Jill. Maar ze wist, dat Freda gelijk had.
Hugh had haar gezien, zoals ze daar
sond met de bruidsbouquet in haar arm;
maar hij had opzettelijk niet naar haar
gekeken. Hij had haar niet willen zien
of groeten.
Jill beet haar tanden op elkaar.
Het orgel begon te spelen en even la
ter verscheen de auto met de bruids
meisjes, twee in net rose en twee in het
mauve. Ze kwamen stralend de kamer
in om haar bloemen in onvangst te ne
men.
En toen kwam de auto met de bruid.
Jill zag een wolk van zijden sluiers, oran-
ogen in een zacht gezicht.
Mijn bloemen? vroeg ze zacht.
Jill legde de bouquet in haar arm.
Twee bruidsmeisjes waren bezig met de
sleep.
van plm. 140 mijl zgn. „rogpad", dat is
'n gewoon klei en zandpad 15 a 20 me
ter breed, wat zich eindeloos lang, heu
vel op heuvel af door het land slingert.
Op zo'n pad moet je minstens 70 80
km. per uur rijden, dan vlieg je mooi
over de hobbels heen. Ik ree daar ook al
enige honderden mijlen, want 5 a 6 uur
aan één stuk achter het stuur vermoeit
en dan wissel je elkaar maar eens af.
Een tegenligger zie je op de dag al
heel ver, aan 'n zwarte stip met een
grote roodbruine stofwolk. Wij rijden
meest 's avonds of 's nachts, 't Is koeler,
veiliger, en 't spaart tijd. Jani, (m'n
vrouw) maakte ook eens dit ritje, met
Anki, onze jongste, nu 31/* jaar, om mij
hier eens te bezoeken. Zij reed mee, in
de lorrie van Johan Botha, onze loodgie
ter, een ras-Afrikaner en le klas kerel.
Tijdens die reis genoot zij van het mach
tig mooie en ruime landschap hier. Hen-
ni, onze oudste dochter, nu 7 jaar, bleef
in Pretoria zolang bij „Tante Ali", Siem
z'n vrouw, omdat zij de school, waar ze
al lekker Engels en Afrikaans leert, niet
mag verzuimen. Jani was als gast bij
Dienni en Piet Hille, die hier tijdelijk
wonen, en tevens bij mij voor een dag
of tien als echtgenote, wat we toen ook
echt genoten.
Nu iets over springhazen en taranta-
len, bij ons bekend als parelhoenders.
Ik reed een keer vroeg, om 3 uur, uit
Pretoria met mijn vriend Botha. Als
het na een paar uur daglicht is, zegt-ie:
„Kees, vat mijn geweertje achter uit de
car en laai hom vol koëls". Vissen en
jagen zit 'm nog in z'n boerenbloed, dat
snap ik al. Al rijdend geeft-ie me in
structies en het geweer komt schietklaar
met 12 kogels er in. Daar zit hulle, zegt-
ie, remt af, stopt en daar brandt-ie los,
zo uit de car vandaan op een paar taran-
talen waarvan de veren afstuiven en er
een kreupel maar hard wegloopt. Jam
mer, zegt-ie. Ja Johan, zeg ik. Je kan
beter bijna mis skiet, als bijna raak.
Want bijna mis is net raak. We krijgen
nu geen kans meer en hij stelt voor
een avond springhazen te schieten. En
dat gebeurt op een plaas 8 mijl „buiten
kant" op een donkere avond. De groot
ste plaas in het hele district, 20,000 bun
der in totaal. (Is op Texel 20 bunder al
geen plasi?) Johan kent die eigenares en
belt haar op dat wij die plannen heb
ben. Ze is blij en hoopt ons sal baie veel
skiet want hulle doen so groot skade an
die milies, dat ons soms regtig nie weet
nie, wat ons moet maak om hul dood te
krij. Als we daar aankomen, krijgen we 2
kaffers van haar mee, die de omtrek
kennen en ons moeten helpen. Wij lopen
een paar minuten en daar zie ik in de
lichtbak, die we hier gerust mogen ge
bruiken, een klein lichtpuntje dat be
weegt. 't Is nog ver af Johan zegt, kan
jij skiet. Ja, nou, wat denk je, zeg ik,
maar raken, dacht ik? ho maar. Ik had
het nog nooit gedaan in donker. Dan
zegt-ie ja „skiet!" Ik schiet mis, nog
eens, mis. Hij hield de haas maar in het
licht en ik zeg vip z'n Tessels „Och mon,
feul te vert, ik krig 'm nooit, gaan dich
ter bee!" Hij verstond Tessels ook want
liep nog dichter. Ja en nou sien ik 'm,
stop effe. En toen, piew, raak. Een ge
juich van die 2 kaffers achter ons daar,
als we er bij komen roep ik: wat is dat
nou? Dat is toch geen haas. En die Afri
kaner lachte maar. Daar lag een beest
met achterpoten en een staart van een
halve meter lang, amper an voorpoten,
en een kop als een kat. Wat een figuur,
zeg ik, je lacht je beroerd. Maar we
gaan weer. De kaffers dragen mijn eer
ste slachtoffer op Afrikaanse bodem
Johan schiet er ook een en dan maakt
een koude motregen een eind aan de
pret. Hazen weg en wij weg. Maar Jo
han, morgen hebben we bout en Dien-
tje zal ze lekker klaar maken Toen be-
gint-ie weer te lachen en zegt: een wit-
mens sal hom glad nie eet nie. En dat
blijkt jammer genoeg waar te zijn. Dat
is nou ook wat, zijn we voor niks in de
weer geweest, maar we hebben een lek
kere avond gehad en dat is de hoofdzaak
en we doen het nog eens over ook. (Tus
sen hakies): Siem komt, (op z'n Tessels)
zo teuge Sunderklaas effe naar Tessel
overvliege. Wie over mee nou naggers
wot wil wete, die ken gerust ers an 'm
frage En dan sel-ie gerust wel effe tied
hewwe om ers te sège, hoe 't hier mit me
liekt.
(Wordt vervolgd).
De bruid nam de arm van haar va
der en ging met hem de kerk in.
Op dit bgenblik kwam madame het
kerkportaal in.
Hoe vinden jullie het? vroeg ze
zenuwachtig. Hoe ziet het er uit? Is het
niet prachtig?
Er was iets bijna indecents in haar
opwinding, dat de meisjes een gevoel
van schaamte gaf. Freda leidde handig
haar gedachten af door over de winkel
te beginnen en het resultaat was, dat zij
even later alle drie in een taxi zaten op
weg naar de zaak.
Jill zat in gedachten verzonken naast
madame. Ze dacht ïan Hugh.
O ja! riep madame, toen ze weer in
de winkel waren. Er is een brief voor je
gekomen, Jill. Lees hem maar eerst
even en.dan aan het werk. Er is een
heleboel te doen.
Een brief voor mij?
Ja. Van je aanbidder natuurlijk. En
madame, die nog vol was van bruilofts-
indrukken, vervolgde: Het wordt nu
toch heus tijd, dat jullie óók de knoop
doorhakt. Ik heb al een prachtig idee
voor jullie bruiloft: kleine boompjes
met oranje-bloesem langs het midden
pad van de kerk.
Jill luisterde al niet meer, maar liep
naar de achterkamer om de brief te ha
len.
HOOFDSTUK XIII.
De brief was inderdaad van Hugh. Jill
las hem, terwijl Duiten de bliksem flit
ste en de donder ratelde.
(Wordt vervolgd.)