De moeilijke keus Toneelgroep „De Cocksdorp" had veel succes en volle zalen Hoe Jantje Kruizemunt een erfenis kreeg Van een kampeerster Kees Graaf ging op HOEST jacht in Zuid Afrika ABORTUS BANG OP TEXEL. Blijkens de gegevens van de Gezond heidsdienst voor Dieren in de provincie N.-Holland was Texel in 1948 vrij van Abortus Bang. In het jaar 1949 werd op Texel ech ter een percentage besmette bedrijven van 4.8 pet. vastgesteld. Bij de Gezondheidsdienst wordt deze toename toegeschreven aan de invoer op Texel van besmet vee. Bij de aankoop van vee van buiten wordt aangeraden de uiterste voorzichtigheid te betrach ten om deze kwaadaardige ziekte, die voor de veehouder grote financiële na delen oplevert immers, er zijn geen kalveren en de melkgift is meestal ge ringer buiten het eiland te houden. Opgemerkt zij hierbij, dat Texel, dat in het boekjaar 1948-49 vrij was van tbc onder het rundvee, gedurende het boekjaar 1949-50 weer een reactieper centage opleverde van 2,1 pet. INGEZONDEN. Amsterdam 27 Nov. 1950. Zeer geachte redactie, De laatste tijd heb ik met genoegen in uw blad de stukken gelezen, die het vóór en tegen van een pontverbinding met Den Helder via het Horntje in alle toonaarden bezongen. Het is ontegenzeg gelijk interessant en bij beide partijen valt een, ik zou haast zeggen: harts tochtelijk verlangen te bespeuren, om hun mening te doen zegevieren. Ze voe ren beide feiten aan, die me deden den ken, dat die toch wei erg sterk spra ken, %vant ik ben eigenlijk maar nau welijks op de hoogte van de finesses. Maar nu kan ik het niet laten in de pen te klimmen en hoop, dat u zo vriende lijk zult willen zijn m'n „duit in het zakje" in uw blad op te nemen. U mag gerust de inleiding hiervan weglaten, als dat teveel ruimte neemt, en dan steek ik maar van wal. Als kampeerster ben ik verschillende malen op uw schitterende eiland ge weest en niet alleen in het hoogseizoen. Ik hou van de natuur en wat Texel voor schoons te bieden "neeft, vindt in Neder land op een zo kleine oppervlakte zijn weerga niet. Daarom hou ik van Texel en kom er graag. Maar elke keer dat ik de reis er heen aanvaard, houd ik m'n hart vast bij het vooruitzicht van wat er nu weer met m'n fiets gebeuren zal. Hier mag ik tussen twee haakjes wel even verklappen, dat de heer Kikkert me op het idee bracht met zijn vraag: „Men zou de fietsers zelf eens moeten vragen, wat zij ervan denken". Wel, ik denk er zó over en ik ben ervan over tuigd, dat ik uit naam spreek van heel veel mede-kampeerders: Als we in Den Helder eindelijk na eindeloos wachten op de één of andere boot gestouwd zijn, en als haringen in een ton staande de overtocht naar Oude- schild maken, zien we in de verte de „fietsenboot" aankomen. Het blijft altijd een verrassing of de fiets meegekomen is, dan, of het rijwiel en de verpakking onbeschadigd is niet te vergeten; en dan krijg je je eigen fiets nog wel? Want niemand is er, die garandeert, dat je glimmend nieuwe karretje niet door een ander meegenomen wordt. Controle is er absoluut niet. En als we zien hoe het bootpersoneel er mee omspringt, ket- tingkasten, lichtgeleidingen en jasbe- schermers en bepakkingen totaal nege rend, dan rijzen de haren ons wel eens ten berge. Mag dat zomaar? Blijkbaar wel. En meermalen heb ik deze zomer, toen er voor de bepakking nog weer een dubbeltje extra werd berekend, de opj merking gehoord, dat TESO dat deed „om, als wij allemaal met onze repara tie-regeningen kwamen opdagen, vast iets in kas te hebben" Kijk, dat is toch wel erg treurig, dat fietsen maar ge mold worden en dat er niemand voor aansprakelijk kan gesteld worden; en bovendien, dat het nog erg dubieus is, q. je je eigen fiets wel krijgt. Als kampeerders dan hun fietsen en bepakking maar sturen moesten, zoals de één of andere goochemerd misschien zal opmerken, dan kan ik zeggen, dat dat absoluut onmogelijk is. Ten eerste zijn de meeste kampeerders en vooral ook trekkers, niet in staat om dagen van te voren te weten, waarheen en hoe ze zullen gaan, en bovendien komen de meesten per fiets vanuit hun woonplaats sen. Ten 2e is het een groot waagstuk om alles te sturen, want door al het overladen en -lossen aan Den Helder en Harrismith, Oranje Vrijstaat, 19 November 1950. Hallo vrienden en kennissen op Texel. Hoe gaat 't? Ja nee, goed, dankie. En met je zelf? Ja nee dankie, ek mag nie kla nie. Dat is wat ik hier alle dagen vraag enantwoord, omdat ik tussen de Afrikaners zit, en aanpassen steeds bovenaan in m'n kladboekie staat. Ja, ik maak het best, en gezond als 'n vis, evenals m'n vrouw en 2 dochtertjes in Pretoria. Die voelen zich daar best thuis en helemaal heppi, ondanks ik al zes maanden op 'n zgn. buitenjob zit. Die job is die nieuwbouw „polisie stasi", waarover u onlangs al hebt kunnen ver nemen, onder: ....„Dak werd natge- maak". De afstand Harnsmith-Pretoria is on geveer Amsterdam-Parijs. Vandaar dat wij zo om de 3 4 weken, 'n weekend „huis toegaan" met Siem of Jaapneef z'n Car. Zo'n ritje moet je eerst an wen- ne, als je op Texel, waar ik 't laatst werkte aan het herstel van 't R.K. kerk je van De Cocksdorp al ver vond (9 mijl) vanaf Den Burg. Nu 9 mijl, waar- S«V. De Koog. afd. Handbal- Zondag jl. hadden we een zware strijd en wel tegen GDS 1. Maar hoewel er weer 2 speelsters niet meededen, be gonnen we met goede moed, tot de rust wisten we het dan toch nog op 0-0 te houden. Na de rust werd het erger: al spoedig scoorde GDS en daarna nog eens. Einde 2-0. Dat viel ons toch nogal mee. De midvoorplaats moest worden ingenomen door iemand, die dat niet gewend was, dus dat is erg moeilijk. We zullen hopen dat ons elftal toch nog eens weer het oude zal worden. Cassa is weer wat opgeknapt en we hopen dat ze er weer gauw bij komt om ons te hel pen. Maar volgens GDS zijn ze kampi oen en feliciteren we ze daarmee van harte. Zondag thuis tegen GDS 2 om 3 uur. Zaterdag om 4 uur trainen, komt allemaal en leest vooral de krant goed, want dat vergeten sommigen ook nog! Opstelling niet in de krant, dan bij C. Bonne. op de boot en in Oudeschild lijden de spullen enorm. Het neemt ook veel te veel tijd en het is al zo vaak gebeurd, dat men zonder tent of dekens zat, om dat de goederen door te veel handen gingen om hun reis zonder tijdrovende incidenten af te leggen. Daarom is het, dat ik als kampeerster meen te moeten vertellen, dat ik, en me de een grote groep van „collega's", het heerlijk zou vinden, als de pontverbin ding er was. Zelf je fietsen en bepakking verzorgen, een niet zo lange overtocht en meer mogelijkheden om vlug aan en af te reizen. Denk eens aan, nu zouden we in anderhalf uur van Den Helder naar De Cocksdorp kunnen komen, ter wijl we er met de boot een halve dag over moeten doen. We zouden de veel genoeglijker paadjes langs de duinen en de Dennen kunnen gebruiken in plaats van de verkeersweg, waar we nog in de weg rijden ook. En zal, wat wel het ge val schijnt te zijn, de overtocht minder kosten, dan is dat voor ons helemaal een genot. Tot nu toe heb ik enkel als fietsend kampeerster geschreven, maar ook uit naam van autokampeerders en van de caravanners zou ik willen spreken. Voor hen geen verfomfaaide spatborden meer, geen eindeloos wachten, geen te ruggestuurd worden, minder kosten. Ze zouden het stellig ook op prijs stellen. En met de opmerking, dat Texel niet op al deze mensen gesteld is, neem ik heus geen genoegen, want dan zou ik de VVV „Texel" een tekort aan activiteit moeten verwijten, en dat heeft zij zeer zeker niet. Wij mógen dus komen, we komen graag, maar we zouden een vluggere, „Veiliger" verbinding ideaal vinden. Daar nu dit ideaal verwezenlijkt kin worden, lijkt het me vrij dom en kort zichtig om het te verwerpen. Zo zie ik het, al ben ik me er heel goed van be wust, dat ik met weet, welke technische onmogelijkheden er eventueel nog zijn. Als u iets, van wat me zo na aan het hart ligt, in uw blad opneemt, zou ik u heel dankbaar zijn, want ik vind echt, dat er van de kant van de fietsers en kampeerders ook enig commentaar aan gehoord moet worden. Inmiddels, met de meeste hoogachting Mej. K. Paramaribostr. 42, Amsterdam-West. DE COCKSDORP. Woensdag gaf To neelgroep „De Cocksdorp" een uitvoe ring in het Gebouw voor Chr. Belangen. De zaal was eivol, toen Ds. Soesan ge zamenlijk liet zingen Gez. 223:1. Mej. Kos was organiste. Ds. verwelkomde al len en in het bijzonder de toneelgroep die hier voor haar eerste optreden stond. „Deze groep heeft reeds succes geboekt, er is geoefend in een goede geest, wat zeker al tot onderling genoegen mag worden beschouwd". Voor de pauze zouden de tonelisten op voeren „De Verdenking", een ernstig stuk in 3 bedrijven. In de pauze zou de gebruikelijke verloting worden ge houden, en daarna zou een blijspel even eens in 3 bedrijven, getiteld „De jonge generatie" voor het voetlicht worden ge bracht. Toen het spel van „De Verden- knig" nog maar net aan de gang was, werden we verrast door de komst van burgemeester De Koning en diens echt genote. Na het le bedrijf werden deze door Ds. Soesan welkom geheten en door de aanwezigen met applaus be groet. Het stuk „De Verdenking" liep heel goed, en werd op verdienstelijke wijze gespeeld. Niet iedere rol is ge schikt om op de voorgrond te treden, doch zeer verdienstelijk spel werd gege ven door mej. J. Blom, mej. D. Dalen- berg en de heer M. de Waard. Het stuk verliep zeer goed. De groep werd met een daverend applaus beloond. Hierna volgde de verloting welke vlot verliep. Na de pauze zagen we „De jonge ge neratie". Het le bedrijf speelde zich af in een schaars verlichte tuin met op de achtergrond het woonhuis. Of er gela chen is om deze dolle klucht? Ik ben er zeker' van dat velen in lange tijd niet zó hebben gelachen. Dit werd er „niet beter" op, toen tussen het le en 2e be drijf (wat wegens toneelverandering nogal tijd vergde), de heer Sijlstra ons vergastte op een kostelijk stukje humor, genaamd „Reciteren". Dit was een groot succes in deze periode van wachten. Het 2e en 3e bedrijf speelden zich af in de huiskamer en de dolle ontwikkelingen deden de aanwezigen vele malen schate ren. Groot was de ontsteltenis der be woners toen plotseling het licht uitging en een spook ten tonele verscheen. Daar was het spook in het Molenbosch be paald niets bij Er is soms kostelijk spel gegeven, vooral door de heer J. Daalder als jonge man, pseudo-schilder en i spook. Voortreffelijk werd gespeeld de rol der moeder door mevr. I. Zuidema- i Klinger en ook mag niet worden verge- j ten de dubbelrol als tweelingzuster, ge- 1 speeld door mej. A. Waldus. Ook de an- I dere medewerkenden hebben zich van hun beste zijde laten zien, zodat we kun nen spreken van een succesvolle avond. Het nieuwe toneeltje was keurig in or de. Toen alle medewerkenden na afloop (Ingezonden mededeling) Rode Hoestpoeders tto Mijnharde Doo« O <x door G. Th- ROTMAN- 107. Gelukkig klonk het gesnor van een vliegtuig. Allen keken omhoog; de papoea's angstig; hun slachtoffer hoop vol. Waarlijk, het was hun oude, ver trouwde vliegmachine; de piloot liet hen dus niet in de steek en kwam om hen op de een of andere manier te red den Zodra de machine aanstalten maak te om te dalen, kozen de papoea's het hazenpad en verborgen zich achter het naastbijzijnde struikgewas. FEUILLETON 40.) O, Monfie, ik, zou je vanmiddag j niet even kunnen zei Jill. Onmogelijk. Om je de waarheid te zeggen, ik ga met iemand lunchen I O, goed zei Jill. Ze ging met een bezwaard hart naar beneden en naar haar werk. Er zat onweer in de lucht. De kranten hadden al over onweers- 1 buien over geheel Engeland berichten gebracht. i Jill keek naar de donkere wolken en voelde intens de stilte, die aan de storm voorafging. In haar eigen hart was het precies als in de natuur. Madame was al in de winkel, toen ze kwam. Ze was erg opgewonden over de versieringen voor de bruiloft van die dag en dribbelde door de winkel op een manier, die Freda dol maakte. Dozen en dozen met rose en mauve asters werden binnengebracht. Die wa ren voor de versiering van de kerk. Langs het middenpad kwamen manden met asters en witte gladiolen te staan. Het zal het mooiste huwelijk van het seizoen worden, zei madame. Zijzelf bleef in de winkel met een paar meisjes uit een van de andere win kels, terwijl Freda en Jill naar de kerk gingen voor de decoratie. De knechts waren al bezig, toen ze er kwamen. Het kleine, grijze kerkje was in een bloementuin veranderd. het toneel betraden, brak een daverend applaus los. Hierna lietDs. Soesan zingen Gez. 149: 1 en werd met gebed gesloten. Vrijdagavond is deze uitvoering in Zuid-Eierland herhaald. Weer veel suc ces en weer een volle zaal. S.V. De Zwaluw. De regen in de afgelopen week zorgde er voor dat de Bond Zaterdag het hele programma aflaste, als het zo doorgaat, wordt het volgende jaar zweetvoetbal. Het le heeft pas 3 wedstrijden gespeeld en 3 gewonnen. Zondag komt De Koog 1 op bezoek, dat 4 wedstrijden speelde en ze alle won, dus dat wordt Zondag een zware opgave. Willen de leden, die zich Zaterdagmiddag vrij kunnen maken, hun kracht nog eens aan het terrein ge ven, het is hard nodig en vele handen maken licht werk. De adsp. spelen Za terdagmiddag thuis tegen Texel C. De handbalwedstrijd van de dames ging Zondag ook niet door, hopelijk dat we Zondag een thuiswedstrijd spelen. Vrijdagavond beginnen we weer aan de handbaltraining o.l.v. G. Wilner, aan vang 8 uur in de school. Laat een ieder aanwezig zijn, het is hard nodig. IJSCLUB EIERLAND. DE COCKSDORP. Donderdag hield IJsclub De Cocksdorp-Eierland een vergadering in Café Nota. Behalve het bestuur waren 12 leden present, een ge ring aantal, gezien een totaal van 255 leden. De voorzitter, de heer Jb. Reu vers had groter opkomst verwacht, maar hoopte, dat deze vergadering toch een nuttig effect zou mogen sorteren. De secretaris, de heer A. Lefferman, gaf een keurig verslag van alles wat in de afgelopen periode is gebeurd. Ook is een lijst aangelegd van 't materiaal, waar uit bleek, dat een nieuwe vlag was ver dwenen. Wie heeft 'm? De boeken en bescheiden van de penningmeester, de heer H. Daalder, weike deze functie al 33 jaar waarneemt, waren nagezien en in orde bevonden door de heren J. I Hooijberg en M. de Graaf. Er is f 188,66 in kas. Hierna volgde bestuursverkie zing. Aftredend de heren Jb. Reuvers, W- Verseput en A. van Stnen. Bij de eerste stemming weiden de heren Jb. Reuvers en W. Verseput herkozen, ter wijl bij de 2e stemming de heer D. van Beek in plaats van de heer A. v. Strien werd gekozen. Hierna verloting van een paar schaat sen. De gelukkige winnaar werd de heer A. Boon Mzn. Bij de rondvraag bedankte de heer v. Beek voor het in hem gestelde vertrou wen, hij hoopte zich als een waardig be stuurslid te zullen ontpoppen. De heer D. Hooijberg bepleitte de wenselijkheid van een rondrijbaan, zo mogelijk met sprints. Het bestuur zal deze zaak be studeren. De heer J. Hooijberg brak een lans voor een priksledenwedstrijd, bv. bij invallende dooi, doch nog ver trouwd ijs. Tot 15 Dec. is er gelegenheid zich op te geven als lid tegen de gewo ne contributie, daarna wordt deze voor winter 1950-1951 verdubbeld. Nadruk verboden. 108. Een halve kilometer verder streek de machine neer. Er kwam iemand uit; hij naderde, met statige schreden Jantje en z'n vader verstijfden van schrik: zo'n monster hadden ze hun le ven lang niet aanschouwd! Brede, vier kante schouders, slingerende, slappe handen, een wreedaardig grijnzend hoofd, met zwarte knevel en wilde wap perende haren. Hu' Ze beefden let terlijk op hun benen! Het wordt goed, hè? zei Freda. Ja, madame weet wat ze doet gewoonlijk. Het is alleen jammer, dat ze bij zulke gelegenheden altijd zo onuitstaanbaar is. Zij begonnen mee te helpen om de versiering spoedig klaar te hebben. Er kwam last met het tapijt. Madame had gezegd, dat het blauwe tapijt moest worden gelegd. Het rode vloekte met de kleuren der bloemen, die gebruikt wa ren. Toen de auto met het tapijt kwam, bleek dat het rode te zijn. Freda speelde op. Dit hebben we gekregen, zeiden de mannen. En er is nou geen tijd meer, om het andere te halen. We krijgen noodweer. Freda ging madame opbellen. Toen ze bezig waren het rode tapijt door de kerk te slepen, verscheen mada me zelf als een wervelwind. Ze had de eerste de beste taxi genomen en niet eens haar hoed opgezet. De koster pro testeerde, dat ze met zonder hoed in de kerk kon, maar ze vernietigde hem met een blik. Ze liep naar binnen en keek naar het tapijt. Het was verschrikkelijk. Ze moest het blauwe hebben, al ging de wereld op haar kop staan. Het rode moest onmiddellijk opgerold en terugge bracht en het andere gehaald worden. Het begon al te regenen. Maar madame snauwde en commandeerde en de man nen verdwenen met het tapijt. Freda en Jill gingen terug naar de winkel, om voor de bouquetten te zor gen. Rose en mauve voor de bruidsmeis jes witte gladiolen voor de bruid. Zij moesten er mee naar de kerk gaan en toen ze in haar taxi zaten met de bloe men, leken ze zelf wel bruidsmeisjes. Als jij met Hugh trouwt, laat ma dame dan alsjeblieft niet voor de deco- ïatie zorgen, zei Freda. Ze zou je zó aan je hoofd zaniken, dat je niet meer wist hoe je je bouquet moest vasthouden. Denk daar maar goed aan als jij met Harcourt trouwt. Harcourt? Die trouwt niet met me. Maak je maar niet ongerust. Die moet niets hebben van trouwen. Nu Hugh ook niet. Freda keek haar met een wonderlijke blik aan maar zei niets. De gasten arriveerden al. Een pers fotograaf hal stelling genomen bij de in gang van de kerk en er stonden al heel wat toeschouwers, die samenschoolden onder bomen en afdaken. Er waren keu rig geklede mannen in de sacristij, met hoge hoeden in hun hand, en dames, prachtig gekleed, met kostbare bloemen op haar japonnen. Er zijn hier méér orchideeën dan bij ons in de winkel, zei Freda. Zo een trouwpartij is toch wel goed voor ons vak. Zij gingen naar de sacristij en keken door de open deur naar het aankomen der gasten. Harcourt was er ook bij, keurig en elegant als een pop uit een kleermakers-etalage. Hij en lady Honor arriveerden samen. Harcourt bleef even staan bij de deur en zei iets grappigs tegen Freda. Lady Honor keek naar Jill Hé, zei ze. U hebt de bruidsbouquet? Ja, vindt u hem niet mooi? Prachtig! Maar haar harde ogen ke ken niet naar de bloemen, doch naar Jill. Lady Honor droeg een zachtblauwe japon met gardenia's op haar corsage. Haar hoed was een droom. Ze glimlachte fijntjes en ging de kerk in. Hugh verscheen ook. Hij was alleen en liep dadeijk de kerk in zonder naar rechts of links te kijken. Hij negeerde je! zei Freda snel. Wat een onzin. Hij zag me niet. Hij zag je wel. Wat een gezicht zette hij. Als iemand die naar het scha vot gaat. Wat mankeert hem? Praat toch geen onzin, herhaalde Jill. Maar ze wist, dat Freda gelijk had. Hugh had haar gezien, zoals ze daar sond met de bruidsbouquet in haar arm; maar hij had opzettelijk niet naar haar gekeken. Hij had haar niet willen zien of groeten. Jill beet haar tanden op elkaar. Het orgel begon te spelen en even la ter verscheen de auto met de bruids meisjes, twee in net rose en twee in het mauve. Ze kwamen stralend de kamer in om haar bloemen in onvangst te ne men. En toen kwam de auto met de bruid. Jill zag een wolk van zijden sluiers, oran- ogen in een zacht gezicht. Mijn bloemen? vroeg ze zacht. Jill legde de bouquet in haar arm. Twee bruidsmeisjes waren bezig met de sleep. van plm. 140 mijl zgn. „rogpad", dat is 'n gewoon klei en zandpad 15 a 20 me ter breed, wat zich eindeloos lang, heu vel op heuvel af door het land slingert. Op zo'n pad moet je minstens 70 80 km. per uur rijden, dan vlieg je mooi over de hobbels heen. Ik ree daar ook al enige honderden mijlen, want 5 a 6 uur aan één stuk achter het stuur vermoeit en dan wissel je elkaar maar eens af. Een tegenligger zie je op de dag al heel ver, aan 'n zwarte stip met een grote roodbruine stofwolk. Wij rijden meest 's avonds of 's nachts, 't Is koeler, veiliger, en 't spaart tijd. Jani, (m'n vrouw) maakte ook eens dit ritje, met Anki, onze jongste, nu 31/* jaar, om mij hier eens te bezoeken. Zij reed mee, in de lorrie van Johan Botha, onze loodgie ter, een ras-Afrikaner en le klas kerel. Tijdens die reis genoot zij van het mach tig mooie en ruime landschap hier. Hen- ni, onze oudste dochter, nu 7 jaar, bleef in Pretoria zolang bij „Tante Ali", Siem z'n vrouw, omdat zij de school, waar ze al lekker Engels en Afrikaans leert, niet mag verzuimen. Jani was als gast bij Dienni en Piet Hille, die hier tijdelijk wonen, en tevens bij mij voor een dag of tien als echtgenote, wat we toen ook echt genoten. Nu iets over springhazen en taranta- len, bij ons bekend als parelhoenders. Ik reed een keer vroeg, om 3 uur, uit Pretoria met mijn vriend Botha. Als het na een paar uur daglicht is, zegt-ie: „Kees, vat mijn geweertje achter uit de car en laai hom vol koëls". Vissen en jagen zit 'm nog in z'n boerenbloed, dat snap ik al. Al rijdend geeft-ie me in structies en het geweer komt schietklaar met 12 kogels er in. Daar zit hulle, zegt- ie, remt af, stopt en daar brandt-ie los, zo uit de car vandaan op een paar taran- talen waarvan de veren afstuiven en er een kreupel maar hard wegloopt. Jam mer, zegt-ie. Ja Johan, zeg ik. Je kan beter bijna mis skiet, als bijna raak. Want bijna mis is net raak. We krijgen nu geen kans meer en hij stelt voor een avond springhazen te schieten. En dat gebeurt op een plaas 8 mijl „buiten kant" op een donkere avond. De groot ste plaas in het hele district, 20,000 bun der in totaal. (Is op Texel 20 bunder al geen plasi?) Johan kent die eigenares en belt haar op dat wij die plannen heb ben. Ze is blij en hoopt ons sal baie veel skiet want hulle doen so groot skade an die milies, dat ons soms regtig nie weet nie, wat ons moet maak om hul dood te krij. Als we daar aankomen, krijgen we 2 kaffers van haar mee, die de omtrek kennen en ons moeten helpen. Wij lopen een paar minuten en daar zie ik in de lichtbak, die we hier gerust mogen ge bruiken, een klein lichtpuntje dat be weegt. 't Is nog ver af Johan zegt, kan jij skiet. Ja, nou, wat denk je, zeg ik, maar raken, dacht ik? ho maar. Ik had het nog nooit gedaan in donker. Dan zegt-ie ja „skiet!" Ik schiet mis, nog eens, mis. Hij hield de haas maar in het licht en ik zeg vip z'n Tessels „Och mon, feul te vert, ik krig 'm nooit, gaan dich ter bee!" Hij verstond Tessels ook want liep nog dichter. Ja en nou sien ik 'm, stop effe. En toen, piew, raak. Een ge juich van die 2 kaffers achter ons daar, als we er bij komen roep ik: wat is dat nou? Dat is toch geen haas. En die Afri kaner lachte maar. Daar lag een beest met achterpoten en een staart van een halve meter lang, amper an voorpoten, en een kop als een kat. Wat een figuur, zeg ik, je lacht je beroerd. Maar we gaan weer. De kaffers dragen mijn eer ste slachtoffer op Afrikaanse bodem Johan schiet er ook een en dan maakt een koude motregen een eind aan de pret. Hazen weg en wij weg. Maar Jo han, morgen hebben we bout en Dien- tje zal ze lekker klaar maken Toen be- gint-ie weer te lachen en zegt: een wit- mens sal hom glad nie eet nie. En dat blijkt jammer genoeg waar te zijn. Dat is nou ook wat, zijn we voor niks in de weer geweest, maar we hebben een lek kere avond gehad en dat is de hoofdzaak en we doen het nog eens over ook. (Tus sen hakies): Siem komt, (op z'n Tessels) zo teuge Sunderklaas effe naar Tessel overvliege. Wie over mee nou naggers wot wil wete, die ken gerust ers an 'm frage En dan sel-ie gerust wel effe tied hewwe om ers te sège, hoe 't hier mit me liekt. (Wordt vervolgd). De bruid nam de arm van haar va der en ging met hem de kerk in. Op dit bgenblik kwam madame het kerkportaal in. Hoe vinden jullie het? vroeg ze zenuwachtig. Hoe ziet het er uit? Is het niet prachtig? Er was iets bijna indecents in haar opwinding, dat de meisjes een gevoel van schaamte gaf. Freda leidde handig haar gedachten af door over de winkel te beginnen en het resultaat was, dat zij even later alle drie in een taxi zaten op weg naar de zaak. Jill zat in gedachten verzonken naast madame. Ze dacht ïan Hugh. O ja! riep madame, toen ze weer in de winkel waren. Er is een brief voor je gekomen, Jill. Lees hem maar eerst even en.dan aan het werk. Er is een heleboel te doen. Een brief voor mij? Ja. Van je aanbidder natuurlijk. En madame, die nog vol was van bruilofts- indrukken, vervolgde: Het wordt nu toch heus tijd, dat jullie óók de knoop doorhakt. Ik heb al een prachtig idee voor jullie bruiloft: kleine boompjes met oranje-bloesem langs het midden pad van de kerk. Jill luisterde al niet meer, maar liep naar de achterkamer om de brief te ha len. HOOFDSTUK XIII. De brief was inderdaad van Hugh. Jill las hem, terwijl Duiten de bliksem flit ste en de donder ratelde. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1950 | | pagina 4