Natuurliefhebbers „let op Uw saeck"
Loze streken van Snoekie en Bolleboks
&cn Uatvc eeuw cjeCeSevt
-3
(-<
OPOFFERING
In ons overbevolkte, nu al ruim 10 millioen inwoners tellende landje met zijn
karakteristieke landschappen en verrukkelijke verscheidenheid van natuur
schoon is natuurbescherming nu meer dan ooit aan de orde.
Zal Nederland niet grotendeels „cultuursteppe" worden, dan moeten werke
lijk alle natuurvrienden onverwijld de handen ineen slaan en daadwerkelijk
meehelpen aan de goede zaak, die de Vereniging tot Behoud van Natuurmo
numenten in Nederland nu al zoveel jaren met beleid en voortvarendheid
voorstaat. Leest er de jaarboeken maar eens op na, die gratis aan de leden wor
den toegezonden, en, mooi geïllustreerd, hen op de hoogte houden van wat er
in en met de eigendommen van „Natuurmonumenten zoal gebeurt.
„Bij brood al
leen kan de
mens niet le
ven" en zogoed
als wij moeten
ook onze kinde
ren en kinds
kinderen naar
hartelust kun
nen genieten
van natuur
schoon en na
tuurleven, "van
vlinders, vogels
en bloemen" om
met wijlen Hei
mans en Thijs-
se, nu maar het
meest voor de
hand liggende
te noemen. ....stralend
Voor hen en ons levensgeluk en gees
telijke ontspanning is bewonderend be
leven en liefdevol leren kennen van on
ze vaderlandse natuur als ontspannende
inspanning van het grootste belang.
Jong en oud moet voor zijn geestelij
ke zèlfopgroei in ruimer horizon genie
tend en ontdekkend kunnen dolen door
eenzame duinvalleien vol fleur en geur
en weelde van gezang en bewegen.
Hartstochtelijk juichen er de nachtega
len, de koekoek roept en melodieus
klinkt er het jodelen van wulpen over
het vlak gestoven veld achter het verre
zeeduin. Blauwogige viooltjes bloeien op
het zand en witbeladen meidoorns wed
ijveren in schoonheid met de windbewo
gen takkenbogen van de wilde rozen
Welriekend geuren thijm en krakend
rendiermos, bij avond heerlijk ook de
«^8%j.»
spiegelende open meren...
kamperfoelie, schuilgaand in een bos
van ruige bramen. In het zeeduin staan
de hellingen vol duindoorns, duinroos,
forse vlieren; varens en bronzen mosta
pijten glanzen er bij wuivend helmgras.
Daar galmt het, immer weer ontroerend,
doffe dreunen van de brekers op de
slrandwal, klinkt het gejoel van zilver
meeuwen en het schril getier van schol
eksters aan zee, waar langs de zilte
strandgolf nu pleviertjes rennen en slan
ke sterns stootduikend plonsen in de
schuimend aanrollende vloed.
Wat zou ons leven arm zijn zonder
de altijd wisselende schoonheid van ons
dierbaar duinland, zonder de zingende
stilte onzer grootse hei en bossen, waar
roofvogels in gestadig kringen spiedend
uitzien naar een buit, van ver het jui
chen van een specht of 't schateren van
Nr. 138. JAAP, NETTY, DICK EN HANS KOOGER
Jaap wordt 8 Augusutus ne
gen jaar. Hij helpt graag zijn
vader op de boerderij en is al
een flinke knecht. Op school
moet hij wat beter opletten,
praat nog al veel, net als z'n
zusje. Ze houden anders veel
van de Juffrouw en gaan
graag naar school.
Netty wordt 17 Augustus 8
jaar. Ze speelt graag met pop
pen, vaak zijn die ziek en
moeten ze drankjes slikken,
verbonden en ingeent wor
den. Netty is dan de Zus
ter en Jaap de doktef. Onder schooltijd zijn ze samen bij Opa en Omoe waar ze
heel graag zijn
Netty kreeg op haar 2e verjaardag een broertje Dick, die dus 17 Augustus zes
jaar wordt.
Hans wordt 26 October 7 jaar. Ze hebben ook nog een broertje van 2Vz jaar
en een zusje van drie weken waar ze ook heel lief voor zijn
(Nadruk verboden)
5. „Zie je, nou "hoeven we niet eens te
stelen!" zei de lange. Hij raapte de kip
op en ons tweetal toog verder, met het
plan, om bij het eerste bosje, waar ze
langs kwamen de kip te braden, dat de
druppels er af sijpelden. Maar ach, 't
zou anders lopen; ze kwamen een veld
wachter tegen, die met barse stem
vroeg, waar ze „dat kippetje" vandaan
haalden. „Gekocht!" zei de lange, ,,'k
Was vandaag jarig, zie je, en nou wou ik
m'n vriend en m'n eigen eens flink trac-
teren.".
6. „Jawel, je kan me nog meer ver
tellen!" zei de veldwachter, die er geen
steek van geloofde en het uiterlijk van
onze vrienden nu niet bepaald vertrou
wenwekkend vond Hij pakte de kip,
stopte die tussen zijn gordel en zei, een
spottende buiging makend: „Mag ik de
heren verzoeken? Na u!" „Komaan, nou
je het zo vriendelijk vraagt, vooruit dan
maar!" zei de lange. Hierop pakte de
veldwachter zijn arrestant stevig beet en
begaf zich, hen voor zich uitduwend, op
weg naar de stad. Maar de lange dacht
terwijl na over een middel om te ont
snappen.
gaaien uit 'n blauwe bosrand schalt, een
wielewaal gaat orgelen in de hoge to
verkruinen. Edelherten verrast bij 't
zonnen in de open hei, schieten met he
re sprongen ijlings het bos in; ranke
reeën komen bij avond stil laveien op
een schemerige boswei of in het jonge
winterkoren; wilde zwijnen knorren ru
moerig diep in het donker onderhout en
bij het krieken van de dageraad dansen
de korhanen luidruchtig in een delling
van de vale hei.
Buitenlanders bewonderen om strijd
de schoonheid van ons hemelwijde wa
terland met stille pracht van wazig op
doemende veenplassen en stralend spie
gelende open meren. Waterlelies, water
gentianen, gele plompen liggen er
droomstil te bloeien voor een wildernis
van bloemrijk rietland, geurend naar
veenmos, watermunt en varens. Vlon-
derwallen staan er vol van zomerklok-
jes, addertong en een pronk van witte
en purperrode orchideeën. Hoe geheim
vol, biologisch en ook geologisch belang
wekkend is dit waterlandschap, wijk
plaats voor unieke vogels zoals lepelaar
en purperreiger, kwak en baardmees.
Otter, roerdomp, wouwaapje houden
er zich schuil en het leeft er van zovele
watervogels en insecten, wat niet al. In
enkele plassen nog een vreemd relict
uit vroeger tijden, enig in ons land, be
westen de Rijn en Elbe nergens nog ge
vonden; het is de meerval, een monster
lijke bodemvis, die thuis hoort in het
bodenmeer en Oost-Europa.
Met recht mogen we trots zijn op onze
wouden van de Oostelijke Veluwezoom,
door buitenlandse vogelkenners en bos-
deskundigen ronduit geprezen; op ons
heuvelachtig en bloemrijk Limburgs krijt
land met zijn wijdse vergezichten; op de
glorieuze boog van onze vogelrijke wad
deneilanden en op ons geschonden maar
herlevend Zeeland met zijn oude stad
jes aan de zilveren stromen.
Hoe mooi en bekoorlijk de bebloemde,
slingerende weegjes door ons wei- en
akkerland ook mogen zijn, hoe fantas
tisch rijk van kleur de bollenvelden
voor de duinlijn, hoe overstelpend ook
de weelde der bloeiende of rijpende
bongerds langs onze rivier- of polder
dijken, we kunnen toch de schoonheid
van onze woeste gronden niet missen,
om hun culturele zowel als wetenschap
pelijke waarden nooit ontberen.
Het mag bij ons niet „all potatoes"
worden als in vele streken van de
Middle-West U.S.A geen geldelijk veel
belovende maar niettemin geestdodende
eentonigheid alom. Hoe zeer bij ons de
nood der tijden dringt, er is méér in ons
dan stoffelijke behoeften alleen.
Daarom hoort en steunt voor het
te laat is! de Vereniging tot Behoud
van Natuurmonumenten in Nederland,
die naar haar beste weten en vermogen
bewaart en bewaakt wat behouden moet
en mag blijven.
Nu meer dan ooit, hebben we voor
onze steeds meer bedreigde natuurgron
den in de bres te springen. Terwille
van onze geestelijke recreatie, behoud
van landschappelijke schoonheid en ve
lerlei wetenschappelijk onderzoek.
Hoe vele duizenden genieten er niet
jaarlijks in de domeinen van „Natuur
monumenten" zonder tot nu toe hun tol
aan de natuur te hebben betaald?
Met een bijdrage van f 2,50 of zo mo
gelijk meer, kunt gij 'n goed werk doen
aan ons volk en u zelf bovendien tot lou
ter ideëel groot-grondbezitter maken.
Het gironummer van Natuurmonumen
ten is 32391, het adres: Rokin 92-96 te
Amsterdam-
Uit een ingezonden stuk, geplaatst in
de Tesselaar van Donderdag 8 Augus
tus 1901. .Verder wensch ik door
deze regelen onder de aandacht van het
publiek te brengen, dat door het aan
leggen van een korteren vlakken weg
naar Oudeschild, het rijden over den
berg vervalt, dat aan elk transport bij
elke reis dat kortere en het niet over
den berg behoeven te klimmen ten goe
de komt, en daardoor ontegenzeggelijk
de kosten van vervoer per vracht be
langrijk minder zullen worden; deze
voordelen zijn niet juist te berekenen
doch de uitkomst zou mijns inziens zeer
goed zoo kunnen zijn, dat de baten van
een en ancier de renten van het kapitaal
voor aanleg benoodigd, ruimschoots
dekten of overtroffen, en den inwoners
van Texel een dagelijks wederkeerend,
nimmer ophoudend voordeel werd be
zorgd.
Nog daargelaten de voordelen die er
in de toekomst aan kunnen zijn verbon
den; daarover wil ik thans niet spreken,
omdat die heden nog niet zijn te voor
zien. In elk geval, afgezien van toekom
stige voordeelen, zijn de tastbare en di
rect intredende baten voldoende belang
rijk om de hand aan den ploeg te slaan
en een onderzoek in te stellen; wij leven
in een tijd van vooruitgang, overal ziet
men allerwege worden verbeteringen
aangebracht, vooral waar het aankomt
op tijdsbesparing, want tijd is geld, en
mogen wij nu maar bij het oude blijven
berusten, terwijl het ons dagelijks
en geld kost? Moeten ook wij niet trac
ten, de afstand naar de haven, die dag
lijks door tientallen moet worden afg
legd, veel langer is dan nodig is en bi
vendien over een berg voert, te verko
ten? immers ja.
Dat iedere Texelaar dan daaraan zi;
medewerking en steun verleene, wai
niet alleen den Burg, neen heel Tex
kan er voordeel bij hebben".
Met dank voor de plaatsing,
Hoogachtend,
A. DROS Azn., Lid v.d. Raad
Texel, 3 Augustus 1901.
Adv. Het Bestuur van den pold<
Eijerland vraagt voor vast werk ee
WERKMAN beneden 40 jaar en genege
in Midden-Eierland te wonen; loon I
per week. Sollicitanten kunnen zich t<
10 Augustus as schriftelijk aanmelde
bij den Dijkgraaf, 't Bestuur voornoemi
H. Flens, Dijkgraaf, J. P Noordijk, Si
cretaris.
Oudeschild, 5 Augustus 1901. Gn
teren had in de „Zeven Provinciën
eene bijeenkomst, plaats van belang
hebbenden, die verleden jaar door
firma Drugborn naar Amsterdam wei
den vervoerd om daar als bootwerke
op te treden, doch al spoedig teleurge
steld moesten terugkeren. Men wil
trachten langs gerechtelijken weg scha
devergoeding van de bedoelde firma
erlangen. Twee mannen werden afgi
vaardigd, om zich met rechtsgeleerde
over deze zaak in verbinding te stellet
ZA
STEEDS MEER NYLON
De tegenwoordige productie
van nylongarens in de V.S. en
elders, waarvoor Du Pont alle
octrooien in handen heeft, be
draagt ca. 100 millioen lb per
jaar. De nylonproductie in de
V.S. zal in 1953 tot 240 millioen
lb jaarlijks zijn gestegen.
„GOEDKOPER CHEMISCH PRODUCT VERVANGT DURE WOL'
SYNTHETISCHE VEZELS KRIJGEN EEN KANS IN AMERIKA
Streven om minder afhankelijk te zijn van schapenwol
De Verenigde Staten willen het verbruik van natuurlijke wol beperken. D
Amerikaanse consumptie van schapenwol, die jaarlijks tussen 500 en 750 mij
lioen lb schommelt (1 lb 453 gr.), zal volgens de plannen van Charles Wi
son, de leider van de defensie-mobilisatie, geleidelijk door grotere toepassin
van synthetische vezels worden beperkt, aldus ,,Het Parool".
Hierbij wordt vooral gedacht aan ve
zels, die een volkomen synthetische sa
menstelling hebben en de eigenschap
pen van natuurlijke wol met alleen
evenaren, maar op belangrijke punten
zelfs overtreffen. Deze zgn. volsyntheti-
sche vezels voelen warm aan, zijn zeer
licht, stoten water af en zijn bestand
tegen zonlicht en motten.
Het warmtegevoel is van dien aard,
dat dergelijke vezels ook al tot bont
worden verwerkt. De prijzen van de
synthetische wol steken gunstig af bij
die van natuurlijke wol: de eerstge
noemde kost slechts 40 S-cts per lb. te
gen 2 de natuurwol.
Deze nieuwe vezels, bekend onder de
namen orlon, dacran, dynel en acrylan,
die een aantal vooraanstaande chemi
sche concerns in de V.S. in steeds grote
re hoeveelheden produceren uit deriva
ten van petroleum resp. aardgas, ver
schillen in structuur van de enigszins
harde en taaie nylon.
Technisch bekeken, lijkt het vraag
stuk van de vervanging van dure wol
door de goedkopeie chemische vezels
reeds opgelost. De moeilijkheid ligt nu
op economisch gebied. Hoewel de produ
centen van de volsynthetische vezels in
de V.S. en in Europa zeker als zeer ka
pitaalkrachtig kunnen worden aange
merkt, stelt de overschakeling van het
productie-apparaat op de vervaardiging
van deze nieuwe vezels toch belangrijke
eisen aan de middelen:
Inmiddels is bekend, dat Du Pont
de Nemours dit gedeelte van haar pro
ductie zodanig zal opvoeren, dat het
totale aandeel van synthetische textiel,
incl. rayon, met minder dan 40 pet. va;
haar toch reeds enorme omzet zal uit
maken.
Nieuwe fabrieken.
De grootste inspanningen voor he
snel in de handel brengen van deze veel
belovende vezels, worden verricht in d
pas verrezen fabrieken van verschillen
de N.V.'s in het Zuiden van de V.S
waar voldoende aardgas, petroleum
andere hulpgrondstoffen aanwezig zijn
De vraag is groot, terwijl bovendien
militaire autoriteiten in hoge mate zijl
geïnteresseerd.
De urgente militaire behoeften zijr
het ook, die tot het streven van Wilsoi
hebben geleid om Amerika minder af
hankelijk te doen zijn van de aanvoel
(van overzee) van schapenwol. Tot ni
toe hebben de volsynthetische vezel
slechts een aandeel van 2,5 pet. gehad ii
het totale Amerikaanse verbruik vai
textiel (rayon 19 pet.). De grote petrole
umconcerns tonen nog niet veel belang
stelling voor de „textiel-kant" van huj
derivaten, maar onder aandrang vai
hogerhand zou dit wel eens snel kun
nen veranderen.
DE TEXELSE RUNDVEESTAPEL
VAN 1945 TOT EN MET 1950
Op ons verzoek verstrekte het bureau
van de Provinciale Voedselcommissaris
voor Noordholland ons volgend over
zicht betreffende de Texelse rundvee
stapel over de jaren 1945 t.m. 1950. Deze
cijfers zijn ontleend aan het Centraal
Bureau voor de Statistiek. Opgemerkt
werd, dat van vroegere jaren geen gege
vens meer ter beschikking staan, terwijl
de cijfers per gemeente van de Mei-in-
ventarisatie 1951 nog niet door ge
noemd bureau van het Centraal Bureai
voor de Statistiek werden ontvangen
Voorts blijkt uit het overzicht, dat ii
1945 de melk- en kalf koeien niet gespe
cificeerd naar „aantal malen gekalfd
konden worden opgegeven.
.jongvee
jonger
n 1 jr.
jongvee
jonger
n 1 jr.
gust jongvee
1-2 2 jaar
drachtig jongvee
1-2 2 jaar
1 x
Melk- en
2 x
kalfkoeien
3 x 4 of m. x
Stieren
1 jaar
>f ouder
0)
a>
>o
co G
Oi
ossen
Totaal
underen
.r
TD
jaar
of ouder
jaar
of ouder
gekalfd gekalfd gekalf gekalfd
O
Totaal
1945
874
81
728
20
244
148
1949
37
21
4102
1946
943
21
781
17
198
154
386
462
443
532
37
14
3988
1947
988
24
849
17
279
150
568
429
415
680
29
37
4465
1948
997
9
861
15
254
180
571
535
445
734
43
26
4670
1949
1147
15
1114
22
258
210
705
598
505
828
35
31
5468
1950
1372
25
1323
68
194
255
817
699
570
868
25
52
6268
FEUILLETON
37.) Kom binnen! siste Herma Maria
toe. Ze kunnen ons door de open deur
zien.
Toen kwam Maria de kamer binnen
en deed de deur achter zich dicht.
Heb je er misschien over nage
dacht? vroeg Frieda.
Maria knikte afwezig.
JaIk heb er over nagedacht.
En je wilt meedoen? riep Herma
uit.
Ja. Ik wil meedoen.
Frieda knikte.
Ik wist wel, dat Maria een verstan
dig meisje is.
Zij vlucht voor haar eigen volwas
senheid, constateerde Liese.
Maria deed er nog enige tijd het zwij
gen toe, toen zei zij aarzelend: Herma
heeft gisteren gezegd, dat de brief
Ik bedoel. dat de brief van mij moest
komen
Nu is echter Lydia door het tot aan
gewezen, wierp Louise tegen
Er is alleen geloot, omdat ik niet
mee wilde doen, antwoordde Maria.
Maar wanneer ik er nu mee accoord ga,
is alles weer in orde.
Natuurlijk, zei Lydia.
En Louise had meteen geen mening
meer.
Ja, ja, heel juist. Daar heb ik niet
aan gedacht, zei zij verschrikt.
Maria stond nog steeds in het midden
van het kamertje, iets van de anderen
verwijderd, die op een kluitje bij elkaar
zaten. Zij scheen met haar gedachten
ver weg van deze vergadering. Maar
toen zei ze toch na een poosje: Wanneer
jullie het dus wilt, zal ik de brief
schrijven.
Wij hebben al een brief opgesteld,
antwoordde Lydia.
Een prachtbrief Je zult je dood
lachen.
Zozo.zei Maria.
Lees voor! riep Frieda. Wij wilden
hem toch nog in zijn geheel horen.
En met veel pathos las Lydia de brief
voor.
Nu wordt de ondertekening Maria,
zei Liese.
Zij keken Maria scherp aan en Lydia
vroeg ten slotte: Nu, hoe bevalt debrief
je?
Och hemel, antwoordde zij verdrie
tig, zo schrijf je toch niet.
Hoe schrijf je dan? vroeg Herma
beledigd.
Maria keek over de meisjes heen en
zei: Jullie hadden toch een paar vrien
delijke woorden kunnen schrijven....
Alleen een verzoek om een onderhoud.
Dat was toch voldoende geweest.
Zo! riep Frieda snibbig. Wanneer je
deze brief niet wilt versturen, dan laat
je het. Dan blijft het bij Lydia.
Neen! Maria schrok. Ik.... ik....
het was maar een voorstel En wan
neer jullie er op staat.
Ja, wij staan er op, zei Herma
energiek.
Ja, dan. Maria haalde nog eens
diep adem. Geef mij het concept dan
maar. Ik zal de brief morgen schrijven.
Oho, protesteerden Liese, Frieda en
Herma gelijktijdig.
En Lydia zei: De brief wordt hier ge
schreven. Voor onze ogen. Je wilt mis
schien heel slim zijn en de zaak zo lang
slepende houden, tot wij weer thuis zijn,
hè?
Neen, neen, neen, gaf Maria wil
loos toe. Dan zal ik hem hier wel schrij
ven.
Goed! zei Lydia en gaf Maria het
papier. Begin maar!
Maria ging aan de kleine, wankele ta
fel zitten en begon Lydia's concept over
te schrijven. Af en toe moest zij een
ogenblik ophouden, omdat zij eenvoudig
niet verder kon. Toen zij echter de blik
ken van de meisjes op zich gericht voel
de, schreef zij door, En toen zij zo ver
was, dat zij haar naam er onder moest
zetten, riep Lydia. Maar heel duidelijk,
hoor! Hij moet weten, wie hem ge
schreven heeft.
Ten slotte stond dan ook Maria's
naam onder de brief. Daar er geen
vloeiblad was, zwaaide Lydia de brief
heen en weer tot hij droog was. En
daarbij zei ze: Ik ben blij, dat Maria hem
schrijft. Van mij zou Lo die plotselinge
liefde toch niet geloofd hebben.
Toen de brief droog was, wilde Ma
ria hem bij zich steken. Maar Lydia
trok hem snel weg.
Oho! Zoals gezegd, we hebben
geen vertrouwen in je. Ik verzend de
brief.
Maria schrok weer.
Wat7 Wil je hem die overhandigen?
Overhandigen? Neen, antwoordde
Lydia. Maar ik heb een uitstekend idee.
Lo leest toch dat dikke boek van Liese?
En in dat boek leg ik de brief. Een paar
bladzijden voorbij de leeswijzer. Wan
neer hij dan aan die bladzijde komt,
vindt hij de brief. Goed, niet?
Zij waren allen geestdriftig over dit
idee. En ook Maria moest er zich mee
accoord verklaren.
Daarna gingen de meisjes uiteen, vol
daan over het bereikte.
Doch toen Maria in haar kamer terug
was, wierp zij zich gekleed op haar bed
en huilde.
HOOFDSTUK XV.
In Locarno had het gezelschap zijn
intrek genomen in een zo mogelijk nog
eenvoudiger albergo dan in Lugano.
Frieda had tegen deze „holbewonerij"
levendig geprotesteerd. Zij vond, dat
een beetje comfort ook geen kwaad kon,
maar Moeke de nauwgezette beheer
ster van de kas had met de verzeke
ring, dat het reisfonds reeds bedenkelijk
gestonken was, de doorslag gegeven.
Wanneer zij nog vijf dagen weg wilden
blijven, dan moesten zij deze toeristen-
herberg voor lief nemen. In de eerste
dagen was er wel wat roekeloos met het
geld omgesprongen.
De eerste dag in Locarno was tamelijk
rustig verlopen. Niemand had lust ge
toond in grote tochten en zelfs de ver
woede bergbeklimster Anneliese was
voor een beetje rust en rondslenteren.
Zij hadden derhalve, 's morgens na aan
komst, de stad een beetje bezichtigd,
waren naar de Madonna del Sasso ge
gaan en hadden de piachtige gevel be
wonderd. Dr. Lorenz probeerde zo g
en zo kwaad als het ging voor cicerone
te fungeren, maar hij voelde zelf hoe on
volkomen hem dit afging na Luigi
Stauffer. Ten slotte zei Lydia dan ook
Jammer, dat u Stauffer niet uitge
nodigd heeft, mijnheer. Hij was zo origi
neel.
Ja, werkelijk jammer, antwoordde
Lorenz. Maar wij kunnen niet over de
heer Stauffer beschikken.
Herma merkte brutaal op: O, ik ge
loof dat hij graag meegegaan was, wan
neer u hem gevraagd had. Maar u zult
er waarschijnlijk uw reden wel voor ge
had hebben om hem met te vragen.
De meisjes keken Lo bij deze woorden
scherp aan en het stond voor allen vast,
dat hij rood geworden was. Van toen af
onthield hij zich ook van toelichtingen
en liet de rondleidingen verder aan juf
frouw Hunziger over.
Het programma voor de middag tokte
verschillende meningen uit. Enige meis
jes wilden naar een thé-dansant, ande
ren wilden met de postauto naar Asco-
na en de rest wilde mets liever dan aan
het Lago Maggiore liggen en naar de
blauwe hemel staren. Dr. Lorenz velde
derhalve een Salomonsoordeel, door het
gezelschap voor deze middag in drieen
te delen.
(Wordt vervolgd).
hc
va
go
de
Ee
ze
kc