I
SLOTACCOORD
Reclassering
LunettensteinVrijheid in Gebondenheid
Bij de Marine-manoeuvres
Sommige ojfficieren zagen er uit als netjes
aangeklede zeerovers
Het Jeugdverhaal „De avonturen van Bim en Bam"
Op reis
De jeugdgevangenis „Lunettenstein"
te Zutphen is een gevangenis. Daar gaat
niets van af. De sfeer is zelfs enigszins
beklemmend: de lange gangen met de
eendere deuren, de trappen, de gaande
rijen, de hier en daar geposteerde bewa
kers, de jongens in hun manchester pak
jes. Maar dat vergeet men wanneer men
de hier ondergebrachte jongemannen aan
de arbeid ziet. En dan ziet men tegelijk,
welk een uitstekend geneesmiddel, ook
voor ontspoorde jonge mensen, die ar
beid is.
In de houtzagerij snorren de machines,
scheurt het geluid van de lintzaag. In
de timmermanswerkplaats kloppen de
hamers. Daar zijn de jongens, onder toe
zicht en leiding van de vakleraar, druk
aan het werk. Eén van de gedetineerden
toont ons een keurige grenenhouten ta
fel, een opvouwbare operatietafel. Hij
wijst naar de afwerking, een sterke arm
uit de opgerolde mouw. Die arm is van
boven naar beneden getatoueerd en tus
sen twee paarsblauwe palmtakken prij
ken de woorden „Mijn lieve moeder"
In de smederij klinkt de hamer op het
aambeeld, staan twee jongens verdiept
over een secuur werkstukje bij de
bankschroef. In de meubelmakerij zijn
ze bezig met een salonameublement dat
een nieuwe vulling moet hebben. In de
boekbinderij gaat het kalmer toe. De
grote ketels in de keuken verraden het
menu voor de 100 jongens die hier zit
ten en twee jongens wassen de vaat met
opmerkelijke handigheid.
De jongemannen, die hier werken,
vertonen geen enkel teken van overeen
komst met de dwangarbeider. Men moet
het zich voortdurende te binnen bren
gen, dat dit alles geschiedt binnen de
muren van een gevangenis.
Werk, ontwikkeling, ontspanning.
Er wordt hier met ijver en ook met
vakkennis en handigheid gewerkt. En
ook verder is er weinig lege tijd, die
lege tijd waarmee ze vroeger nooit raad
wisten. En zijn cursussen die ze moeten
volgen, er wordt gestudeerd, ze krijgen
voorlichting. Voorlichting ook over de
maatschappijvorm, over al die zaken deling.
met knappe tekeningen, bloemen overal,
een tekenbord tegen de wand, een gui
taar aan de muur. Hier huist een artist,
met smaak en gaven. Hoe is hij hier te
recht gekomen.... hoe komt hij er
straks uit?
Het werkse veld.
Een experiment waarop Dr Veringa
trots is maar dat de leiding wel hoofdbre
kens bezorgt, is de „open afdeling".
Daar is de boerderij „Het Werkse Veld",
8 km. buiten de stad, waar de jongens
arbeiden, cursussen volgen. Anderen
zijn tewerkgesteld bij werkgevers in de
omgeving. Ze gaan op de fiets er heen
en komen op de fiets terug. Ze maken
een normale werkdag en doen normaal
werk, alleen de jongens in het boeren
bedrijf werken wel eens van licht tot
donker", zoals dat daar de gewoonte is.
Slechts het feit, dat ze 's avonds weer
terugkeren op „Lunettenstein" onder
scheidt hen van ieder ander.
De bevolking uit deze omgeving is er
volkomen aan gewend. De jongens van
de Jeugdgevangenis voetballen tegen
andere elftallen, men ziet hen op de
wandeling, 's Zondags langs de weg en
in de stad. Koren en toneelclubs komen
naar Lunettenstein om de jongens een
paar gezellige uren te bezorgen, zij zelf
beschikken over een toneelzaal en ze
hebben een eigen zangkoor, een eigen
band.
Er lopen wel eens jongens weg, die uit
vrijheidsdrang de hun geboden vrijheid
niet kunnen verdragen. „Dat zijn", zegt
Dr Veringa berustend, „de jongens, die
dus met geschikt waren voor de open
afdeling". Men moet het er soms op wa
gen en men beslist wel eens verkeerd.
Ze zijn ook niet altijd even gemakkelijk
te doorgronden, deze jongens, die vaak
zo'n wonderlijke kronkel hebben. Ze
kunnen de kans aangrijpen of verprut
sen. En niet geschoten is altijd mis.
Helpers op de weg.
Het werk in de Jeugdgevangenis staat
in het nauwste verband met dat van de
Reclassering, want die speelt hierbij een
grote rol, zowel voor als na de veroor-
digers, recidivisten, a-socialen blijven.
Men kan de hele wereld niet saneren.
Maar wanneer althans enigen behouden
worden, geldt hiervan het aangrijpend
woord, dat er meer blijdschap is in de
hemel over één zondaar, die terugkeert,
dan over negen en negentig rechtvaar
digen, die geen bekering nodig denken
te hebben.
(Nadruk verboden) Lk.
ESPERANTO EN DE HANDEL
Bij de Handelskamer van firma's, die
Esperanto gebruiken, welke haar zetel te
Parijs heeft, zijn nu meer dan honderd
firma's aangesloten.
ESPERANTO BIJ DE SPOORWEGEN
De Directeur-Generaal van de Oosten
rijkse Staatsspoorwegen heeft toestem
ming gegeven, dat in de stations van elke
plaats waar een Esperanto-vereniging
is gevestigd, propaganda-borden worden
opgehangen met het adres van de plaat
selijke Esperanto-vereniging.
HET PROBLEEM DER FIETS-
LAMPJES
Als één onzer fietslampjes het begeeft,
kunnen we niet zomaar op goed geluk
een nieuw lampje laten halen. Dit komt
eensdeels doordat er in de verschillende
rijwieldynamo's, die in gebruik zijn,
grote verscheidenheid van soorten is,
anderdeels omdat achterlicht en voor-
lamp een totaal verschillend fietslamp-
je vereisen.
Een tiental jaren geleden heeft men in
enkele rijwielstallingen eens een reeks
van steekproeven genomen om te onder
zoeken in hoeverre de fietsen wel met
de juiste lampjes waren uitgerust. Het
bleek toen dat in 90 procent van de ge
vallen niet of onvolledig op de dynamo
was aangegeven voor welke spanning
(in volts) en voor welke stroom (in am
pères) of voor weilk vermogen (in watts)
de dynamo berekend was. In zulke ge
vallen is het puur geluk als men dan het
juiste lampje monteert.
Op de fietsen met merk-dynamo's,
waartegen ze gebotst zijn, waarvan ze
nooit iets hebben geleerd en waarvoor
hun geen respect is bijgebracht.
Naast de uitgestrekte moestuin ligt
het voetbalveld en het verraadt een in
tensief gebruik. In de gang staat een
medaillekast met een benijdenswaardige
verzameling bekers en medailles, gewon
nen bij afstandsmarsen! Iedere afdeling
heeft haar recreatiezaal, waar radiomu-
ziek klinkt, waar ze kunnen lezen, schrij
ven of zich op andere wijze vermaken.
Ook in de eigen kamertjes kunnen ze
Voor dat werk worden thans gaven
gevraagd. Het is, zo zegt Mr T. Someijns
j de Vries van Doesburgh, een zeer onhol
landse organisatie, want hier werken alle
1 gezindten samen. Maar met geld alleen
komt men er niet. Men heeft begrip no
dig en practische medewerking. Mensen
j uit alle kringen van onze maatschappij,
die geneigd zijn hulp en steun te verle
nen, vooral als toezichthouders. Ook hier
j moet men zich verre houden van senti-
I mentaliteit en kalenderblaadjesroman-
tiek. Het is moeilijk, veeleisend en soms
zich aan liefhebberijen wijden en die ka- bitter ondankbaar werk. En de maat-
mertjes verraden veel, soms alles, om- schappij is zo hard en vergeeft zo moei-
trent de bewoners. Er zijn er, kaal, on- i lijk.
gezellig, een stoel, een tafel, een opklap- Het werk, dat in de Jeugdgevangenis
bed, wat illustraties uit kranten ge- geschiedt: ontspoorde jonge mensen te-
knipt of prentbriefkaarten met punaises 1 rugbrengen op de brede heirweg van
tegen de wand. Maar vlak naast zo'n het maatschappelijk leven, behoeft „hei-
onpersoonlijk, fantasieloos hok is er een pers op de weg". Er zullen altijd misda-
3.) De adelborsten van de Engelse ma
rine, de toekomstige officieren, hebben,
zoals in alle andere vloten, een eigen
dagverblijf aan boord. Dat heet bij de
Engelse marine het geschutdek, hoewel
er geen kanon te ontdekken is. Toch
spreekt men strak en stijf over het ge
schutdek, wanneer men het adelborsten-
verblijf bedoelt, en dat alleen omdat
enige eeuwen geleden, in de tijd van het
houten zeilschip, de adelborsten werden
ondergebracht nabij de kanons. Dat is
een klein staaltje van de wijze, waarop
de traditie in stand wordt gehouden. Dat
geldt niet alleen voor de eerbewijzen aan
de vlag, die evenzeer in de Nederlandse
marine bestaan, dat geldt voor veel
meer onderdelen van het leven ter zee.
De matrozen bv. drinken nog steeds
ihum zoals in de tijd van Drake of Nel
son. Nog steeds wordt die rhum in een
groot houten vat gemengd met water en
op dat vat staat, zoals dat al sinds eeu
wen de gewoonte was, de zinspreuk van
de Engelse natie.
In het dagverblijf van de officieren
kan men een groepje officieren zien zit
ten met het onvermijdelijke glas whis
ky in de ene hand en met de andere
hand woelend in de rode of bruine
baard. Vele officieren hebben een baard
en sommigen zien er uit als netjes aan
geklede zeerovers. Van een bepaalde of
ficier was de gelijkenis met een piraten-
kapitein zo treffend, dat ik tot een ande
re officier daarover sprak, niet wetend of
hij zich namens de marine beledigd zou
voelen ja of neen. Het effect was echter
geheel onverwacht. „Zijn voorouders
kunnen heel goed zeerovers zijn ge
weest", zei de officier, „maar dat zal
wel met de meesten van ons het geval
zijn",Hij was tot op zekere hoogte
trots op mijn veronderstelling, dat vele
Daar komt de post met
een pak voor Bim en Bam.
Er zitten een paar ski's in,
een paar voor Bim en een
paar voor Bam. Maar wat
ter wereld moeten ze doen
met ski's als het hartje zo
mer is en de zon hoog aan
de hemel staat? Het ziet er
niet naar uit dat het
gauw zal gaan sneeuwen.
Maar Bim en Bam willen
hun ski's toch wel graag
gauw gaan proberen en
plotseling krijgt Bim
een idee! „Weet jë wat
we doen, we maken on
ze rolschaatsen onder de
ski's vast!" zegt hij. Een
reuzen idee! Even later kun
je ze zien, hoor! Ze vliegen
de heuvel af met een ont
zettende vaart! Ze amuse
ren zich best.
Ski's en wielenwat
een reuze uitvinding!
zee-officieren van vandaag afstammen
van de piraten en strandjutters van
vroeger. Ook dat is immers iets, dat tot
de historie gerekend mag worden en
dus is het goed.
Op de campagne van de „Triumph"
zijn drie houten borden geplaatst, waar
op in vergulde letters is gebeiteld aan
welke zeeslagen schepen van dezelfde
naam hebben deelgenomen. Er blijkt al
een „Triumph" te zijn geweest in de 16e
eeuw. Die vocht, tegen de Hollanders.
Andere „Triumphs" deden dat ook, on
der andere admiraals en in andere „En
gelse orlogen". Bij een gelegenheid heeft
een schip met de naam „Triumph" te
zamen met de Nederlanders gevochten
tegen de Spaanse vloot. De laatste Tri
umph" voor deze was een onderzeeboot,
die gedurende drie jaren tegen de Duit
se en Italiaanse scheepvaartlijnen in de
Middellandse Zee streed. Zij keerde niet
terug van een „speciale" opdracht en
na de vereiste tijd kwam de naam „Tri
umph" dus weer beschikbaar. Ditmaal
voor een schip, dat vele tientallen ma
len groter was dan het vorige, dat wel
iswaar niet triumpheerde, maar welks
naam nu toch weer over de wereldzeeën
wordt gedragen. Deze jongste .Triumph'
heeft al deelgenomen aan de Koreaanse
oorlog en zij was in het Midden-Oosten
tijdens de ernstige spannng van vorig
jaar om het Suezkanaal. Deze laatste
„Triumph" is dus een voortzetting van
een lange geschiedenis ter zee, die vele
malen parallel liep met de Nederlandse
maritieme historie. Aan boord van dit
schip zien nu enige paren Nederlandse
ogen het bedrijf in de Engelse marine
gaande. Aan de kim verschijnt nu en
dan het silhouet van een Nederlands
oorlogsschip, dat ook deelneemt aan de
oefeningen. Wanneer de vliegtuigen of
de beschermende vaartuigen rondom
een onderzeeboot menen op te merken,
is de kans vrij groot, dat het een Neder
landse onderzeeboot zal zijn en er is al
leen maar waardering onder de Engel
sen voor de wijze, waarop de Neder
landse onderzeebootbemanningen er in
slagen de technische perfectie van hun
bestrijders te slaan met goed zeeman
schap. Heel anders is de toon over de
Amerikaanse marine. Men heeft slechts
nu en dan laatdunkende opmerkingen,
en het verbaast niemand, dat het juist
een Amerikaan is, die gedurende 2 da
gen zoek raakt in de storm. De Ameri
kaanse marine wordt beschouwd als een
niewelinge. Er bestond geen Amerikaan
se marine toen de eerste „Triumph"
reeds slag leverde met een Hollandse
vloot. Zo belangrijk is traditie en histo
rie, dat men hier ongemerkt slechts
waardering heeft voor het enige zeeva
rende land, dat kan terugzien op een
roemrijke zeegeschiedenis van vele eeu
wen. De samenwerking in de practijk
lijdt in genen dele onder deze houding,
maar het is juist de toon, die zo'n tref
fend verschil maakt. De Koninklijke
Nederlandse Marine, dat is in orde, dat
is zoveel als een zusje van de Engelse
Marine. Maai- dan ook het enige zusje,
dat waard wordt geacht die titel te dra
gen. (Nadruk verboden) K.
waarop wél spanning en stroom of ver
mogen zijn aangegeven, waren in 5 pet.
der gevallen de juiste lampjes aange
bracht. In acht en dertig procent was
weliswaar niet de geheel juiste, maar
toch wel een aannemelijke combinatie
van lampjes aangebracht. In meer dan
de helft der gevallen was de zaak ech
ter niet in orde, doordat men bij de keu
ze der lampjes fouten had gemaakt.
Fouten, die de gebruiker van de fiets, al
naar gelang van de ernst van de fout,
ergernis, ongemak of schade veroorzaak
ten. Fouten, die hem voortdurend deden
mopperen over lampjes, die te gauw
doorbrandden of te weinig licht gaven,
of over een te zwakke dynamo.
Het tragische is, dat al die ergernis, on
gemak of schade zonder extra kosten
voorkomen had kunnen worden, als
men slechts de juiste combinatie van
voor- en achterlampjes had gekozen.
Welk lampje dit moet zijn? Daarvoor
kan helaas geen bepaald recept worden
gegeven want dat hangt af van de ge
bruikte dynamo en van de combinatie
voor- en achterlicht, waar men het fiets-
lampje in wil gebruiken. Alle dynamo's
leveren nl. niet een even grote spanning
en bovendien is een rijwieldynamo niet
zo'n kolossaal ding als het electrische
net voor kracht en lidht, waar men zon
der bezwaar en naar willekeur grotere
en kleinere lampen op kanaansluiten,
als men maar op de goede spanning
let.
Wanneer men slecht licht heeft of
wanneer een fietslampje het heeft bege
ven, doet men het best naar een fietsen
handelaar te gaan en hem te vragen, het
juiste lampje te monteren. Hij zal, na
eerst gekeken te hebben met welke dy
namo de fiets is uitgerust, stellig de
juiste lampjes kunnen verschaffen..
EN DE LANDBOUWTREKKER
IIET WEGENVERKEERSREGLEMENT
(Slot)
f. Snelheid. Het is verboden met een
grotere snelheid te rijden dan 16 km. per
uur, indien door het motorrijtuig geen
aanhangwagens worden voortbewogen,
of geen andere dan die, voorzien van een
bruikbare rem-inrichting, welke door de
bestuurder zelf van het motorrijtuig in
werking kan worden gesteld en indien
alle wielen van luchtbanden zijn voor
zien. In alle andere gevallen is het over
schrijden van de snelheid van 6 km. per
uur verboden.
g. Bestuurder. Het is de eigenaar of
houder verboden het voertuig te laten
besturen door een persoon, die nog niet
de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Be
stuurders van landbouwmotorrij tuigen
behoeven niet in het bezit te zijn van
een rijbewijs.
h. Het is de bestuurders van een mo
torrijtuig. welke zich met geen hogere
snelheid dan 16 km. per uur kan of mag
voortbewegen verboden met dat rijtuig
xe rijden over wegen, welke alleen voor
motorrijtuigen zijn opengesteld en als
dusdanig staan aangegeven.
i. Remmen. Alle aangedreven wielen
moeten kunnen worden afgeremd. De
remvertraging moet op een droge of na
genoeg droge en ongeveer horizontaal
liggende weg tenminste 1 m. per sec.
bedragen. Dat houdt in, dat de remweg
bij een snelheid van 16 km. per uur
maximaal plm. 25 m. mag zijn.
j. Kenteken. Het motorrijtuig moet aan
de voor- en achterzijde zijn voorzien van
een duidelijk zichtbaar kenteken.
Wordt de trekker gevolgd door een
aanhangwagen, dan behoeft aan de ach
terzijde van de trekker geen kenteken te
zijn aangebracht, indien dit reeds op de
aanhanger het geval is.
k. Wegbcschadiging. Er mag niet met
enig werktuig achter de trekker worden
gereden welke beschadiging aan het
wegdek kan toebrengen.
Hiermede zijn de belangrijkste artike
len uit de Wegenverkeerswet overgeno
men en in meerdere of mindere mate po
pulair weergegeven, zodat nu iedere
trekkergebruiker of -bezitter enigszins
op de hoogte kan zijn van de voorschrif
ten waaraan men moet voldoen om met
de trekker op de weg te mogen komen.
H. de Haan.
dan Uw spoorkaartje ge-
haald bij de V. V. V. „Texel'
FEUILLETON
door T. LODEW1JK
48.) Frits keek naar Ada. Haar ogen
gloeiden. Met beide handen voor de borst
geklemd, stond ze te zingen. Een ogen
blik kreeg hij medelijden. Maar dan be
dacht hij, hoe ze hem eigenlijk had ge
prest, haar deze partij te geven. Ze was
geen kind, zij was ook geen kind in de
muziekwereld. Ze had zijn carrière op
geofferd voor haar eigen eerzucht en be
geerte naar succes En blind voor het
egoïsme dat hemzelf bewogen had, zag
en veroordeelde hij in dit ogenblik
scherp het hare.
Moeizaam dirigeerde hij het werk naar
het eind.
We zullen even pauzeren dames en
heren, zei hij.
Meteen stonden ze om hem heen,
Weener, Lannooy, Brederode, de orkest-
dirigent en de concertmeester. Ada was
verdwenen.
Meneer Terlaer, dit gaat zo niet.
Lannooy, de zachtmoedige en bescheide-
ne, werd vastbesloten wanneer hij de
reputatie van zijn geliefd koor in gevaar
zag.
Ik wil niets ten nadele van juf
frouw Siccama zeggen kwam Weener
er aarzelend tussen maar wanneer dit
werk zó wordt uitgevoerd is het geen
vlees en geen vis.
En zéker geen Bach wierp de
concertmeester er tussen.
Frits werd aan de arm getrokken. Hij
zag Brederode naast zich staan.
Kom even mee, Frits, dit bespreken
we onder ons.
Even later zat hij in een zijkamertje
met Brederode, Lannooy en de orkest-
dirigent.
Meneer Terlaer, zei de laatste
beter ten halve gekeerd, dan ten hele
gedwaald. Die juffrouw Siccama is nu
nog een vergissing, op de uitvoering
wordt het een debacle. En dat is erger!
Het spijt me vreselijk voor Ada
oprecht meegevoel klonk in de stem van
Lannooy maar u zult zelf toegeven,
meneer Terlaer, dat het zo niet gaat.
U hebt gelijk, heren zei Frits
mat en geslagen volkomen gelijk. Ik
heb het mis gehad. Meneer Brederode,
neemt u de zaak maar weer over.
Ja maar zó gaat dat niet, jonge
man, zei de oude heer, wat dacht je? Jij
de zaak verknoeien en mij met de brok
ken laten zitten? Nee, Fntsje, nu moet je
door de zure appel heen, jongen.
Hoe dan? vroeg Frits wanhopig.
Een andere sopraan.
Wij hebben nog maar twee dagen.
En we kunnen niet meer repeteren.
Wij moeten redden wat er te red
den valt. Het koor, jouw reputatie, alles.
Meneer Brederode, hoe moet ik dit
redden?
Luister Frits Brederode's toon
was de oude, vriendschappelijke, die
Frits van vroeger kende laat mij hier
voor zorgen. Bemoei je nergens mee. Het
koor is best, 't orkest is best dit met
een knik naar de dirigent en Weener
redt het prima. Die jongen wordt een
ster. Blijft de sopraan.
En de dirigent zei Frits zachtjes.
De dirigent is óók best zei de or
kestleider heus meneer Terlaer, zie
de zaak niet zwarter dan ze is.. Alleen
de sopraan, daar zit 't 'm in.
Maar daarvoor ben ik aansprake
lijk.
Het beste paard struikelt wel eens,
Ik heb wel meer zangeressen gehoord
waarvan ik me afvroeg hoe ter wereld
ze ooit op een podium waren gekomen.
Maar als meneer Brederode nu
Frits, zei deze ik bezorg jou op
de avond van de uitvoering een sopraan.
Die dit stuk op haar duimpje kent, en
die met Weener goed zal kunnen zingen.
Ik zal met allebei repeteren, jij houdt je
hier helemaal buiten.
Frits keek verwonderd op.
Ja, je hebt dit in mijn handen ge
geven en dat zul je weten. Als je over
drie dagen voor je koor staat, zul je wel
zien waarmee ik voor de dag kom. Maar
ik beloof je op m'n erewoord, dat het
gaan zal.
Als meneer Brederode dat belooft,
durf ik het wel aan zei Lannooy.
Goed, zei Frits, dat doen we dan
maar. Zijn stem klonk mat. Maar
dan zullen we dit juffrouw Siccama toch
moeten vertellen.
Wil ikbegon Brederode, maar
Frits zei: Nee, ik heb de fout gemaakt, ik
draag de consequenties.
Toen hij de kamer uit was, keken de
anderen elkaar aan.
Hij durftzei Lannooy.
Hij liever dan ik meende de di
rigent.
Brederode zei niets.
Na enig zoeken vond Frits Ada in de
solistenkamer. Weener stond bij haar
met een rood gezicht. Ze zat op een stoel
en trok nerveus een klein zakdoekje in
flarden.
Ada zei Frits ik heb je een
heel onaangename mededeling te doen.
Meneer Weener, misschien wilt u ons
even alleen laten?
Weener mompelde iets en ging de ka
mer uit.
Ada, zei Frits, het spijt me
maar het gaat niet.
Zo, zei Ada fel, heb je bakzeil ge
haald?
Ik heb alleen toegestemd in wat ik
zelf ook had geconstateerd.... het gaat
niet.
En nu kom je me vertellen dat ik
wel gaan kan? Goed, meneer Terlaer, ik
ga. Pro Musica kan naar de weerlicht lo
pen.... ja, en jij ook. Burgermannetje
zonder ruggegraat! Tweedehands koor-
directeurtje! In haar woede en te
leurstelling ging ze als een viswijf te
keer, daaht Frits, geschrokken van haar
heftige uitbarsting.
Ada, toe, wees redelijk
Redelijk, redelijkwees jij dat
maar, jij, gekroonde middelmatigheid.
Ga maar naar je vrouw, ga maar weer
terug naar je boerendorp.
Ada, je bent beledigend.
Goed, dat wil ik zijn. Jij hebt mij
veel meer beledigd door me hier voor
die hele bende in de steek te laten. Wat
zullen die jaloerse tangen van het koor
lachen! Haha! Ada Siccama slaat een fi
guur! Maar meneer Terlaer ook, weet je,
ridder van de droevige figuur. Toe, laat
me alsjeblieft alleen, dk kom er wel uit,
ik heb je niet nodig, jou niet en nie
mand.
Ze slingerde hem haar verwijten en
beledigingen in het gezicht.
Ada, je bent overstuur, toe ga naar
huis. We praten hier nog over.
Praten. Praten? Met jou? Geen
woord meer! Nu praat ik met jou, weet
je. Nu zeg ik je alles wat ik op m'n hart
heb. Nu weet je hoe ik over je denk. En
nu: scheer je weg! Ik wil je niet meer
zien!
Zwijgend keerde Frits zich om en sloot
behoedzaam de deur. Daarbuiten stond
Brederode.
Neem me niet kwalijk dat ik voor
luistervink gespeeld heb zei hij
maar ik was bang dat je 't misschien al
léén niet af zoudt kunnen. Ja, Fntsje, je
krijgt je trekken thuis, jongen. Maar
troost je maar, zo betaalt een mens leer
geld. Kom, jongen, kop op. Trek je dit
niet te zeer aan. Het is een grote winst
bij een klein verlies. Ik heb zoeven het
koor en orkest al laten gaan, en ze ver
teld dat de sopraan vanavond niet gedis
poneerd was en naar we vrezen op het
concert niet zal kunnen zingen, maar dat
het doorgaat en góéd! Nu, dat hebben ze
toen maar geloofd. Er zat niets anders op
trouwens.
(Wordt vervolgd.)