I SLOTACCOORD Reclassering LunettensteinVrijheid in Gebondenheid Bij de Marine-manoeuvres Sommige ojfficieren zagen er uit als netjes aangeklede zeerovers Het Jeugdverhaal „De avonturen van Bim en Bam" Op reis De jeugdgevangenis „Lunettenstein" te Zutphen is een gevangenis. Daar gaat niets van af. De sfeer is zelfs enigszins beklemmend: de lange gangen met de eendere deuren, de trappen, de gaande rijen, de hier en daar geposteerde bewa kers, de jongens in hun manchester pak jes. Maar dat vergeet men wanneer men de hier ondergebrachte jongemannen aan de arbeid ziet. En dan ziet men tegelijk, welk een uitstekend geneesmiddel, ook voor ontspoorde jonge mensen, die ar beid is. In de houtzagerij snorren de machines, scheurt het geluid van de lintzaag. In de timmermanswerkplaats kloppen de hamers. Daar zijn de jongens, onder toe zicht en leiding van de vakleraar, druk aan het werk. Eén van de gedetineerden toont ons een keurige grenenhouten ta fel, een opvouwbare operatietafel. Hij wijst naar de afwerking, een sterke arm uit de opgerolde mouw. Die arm is van boven naar beneden getatoueerd en tus sen twee paarsblauwe palmtakken prij ken de woorden „Mijn lieve moeder" In de smederij klinkt de hamer op het aambeeld, staan twee jongens verdiept over een secuur werkstukje bij de bankschroef. In de meubelmakerij zijn ze bezig met een salonameublement dat een nieuwe vulling moet hebben. In de boekbinderij gaat het kalmer toe. De grote ketels in de keuken verraden het menu voor de 100 jongens die hier zit ten en twee jongens wassen de vaat met opmerkelijke handigheid. De jongemannen, die hier werken, vertonen geen enkel teken van overeen komst met de dwangarbeider. Men moet het zich voortdurende te binnen bren gen, dat dit alles geschiedt binnen de muren van een gevangenis. Werk, ontwikkeling, ontspanning. Er wordt hier met ijver en ook met vakkennis en handigheid gewerkt. En ook verder is er weinig lege tijd, die lege tijd waarmee ze vroeger nooit raad wisten. En zijn cursussen die ze moeten volgen, er wordt gestudeerd, ze krijgen voorlichting. Voorlichting ook over de maatschappijvorm, over al die zaken deling. met knappe tekeningen, bloemen overal, een tekenbord tegen de wand, een gui taar aan de muur. Hier huist een artist, met smaak en gaven. Hoe is hij hier te recht gekomen.... hoe komt hij er straks uit? Het werkse veld. Een experiment waarop Dr Veringa trots is maar dat de leiding wel hoofdbre kens bezorgt, is de „open afdeling". Daar is de boerderij „Het Werkse Veld", 8 km. buiten de stad, waar de jongens arbeiden, cursussen volgen. Anderen zijn tewerkgesteld bij werkgevers in de omgeving. Ze gaan op de fiets er heen en komen op de fiets terug. Ze maken een normale werkdag en doen normaal werk, alleen de jongens in het boeren bedrijf werken wel eens van licht tot donker", zoals dat daar de gewoonte is. Slechts het feit, dat ze 's avonds weer terugkeren op „Lunettenstein" onder scheidt hen van ieder ander. De bevolking uit deze omgeving is er volkomen aan gewend. De jongens van de Jeugdgevangenis voetballen tegen andere elftallen, men ziet hen op de wandeling, 's Zondags langs de weg en in de stad. Koren en toneelclubs komen naar Lunettenstein om de jongens een paar gezellige uren te bezorgen, zij zelf beschikken over een toneelzaal en ze hebben een eigen zangkoor, een eigen band. Er lopen wel eens jongens weg, die uit vrijheidsdrang de hun geboden vrijheid niet kunnen verdragen. „Dat zijn", zegt Dr Veringa berustend, „de jongens, die dus met geschikt waren voor de open afdeling". Men moet het er soms op wa gen en men beslist wel eens verkeerd. Ze zijn ook niet altijd even gemakkelijk te doorgronden, deze jongens, die vaak zo'n wonderlijke kronkel hebben. Ze kunnen de kans aangrijpen of verprut sen. En niet geschoten is altijd mis. Helpers op de weg. Het werk in de Jeugdgevangenis staat in het nauwste verband met dat van de Reclassering, want die speelt hierbij een grote rol, zowel voor als na de veroor- digers, recidivisten, a-socialen blijven. Men kan de hele wereld niet saneren. Maar wanneer althans enigen behouden worden, geldt hiervan het aangrijpend woord, dat er meer blijdschap is in de hemel over één zondaar, die terugkeert, dan over negen en negentig rechtvaar digen, die geen bekering nodig denken te hebben. (Nadruk verboden) Lk. ESPERANTO EN DE HANDEL Bij de Handelskamer van firma's, die Esperanto gebruiken, welke haar zetel te Parijs heeft, zijn nu meer dan honderd firma's aangesloten. ESPERANTO BIJ DE SPOORWEGEN De Directeur-Generaal van de Oosten rijkse Staatsspoorwegen heeft toestem ming gegeven, dat in de stations van elke plaats waar een Esperanto-vereniging is gevestigd, propaganda-borden worden opgehangen met het adres van de plaat selijke Esperanto-vereniging. HET PROBLEEM DER FIETS- LAMPJES Als één onzer fietslampjes het begeeft, kunnen we niet zomaar op goed geluk een nieuw lampje laten halen. Dit komt eensdeels doordat er in de verschillende rijwieldynamo's, die in gebruik zijn, grote verscheidenheid van soorten is, anderdeels omdat achterlicht en voor- lamp een totaal verschillend fietslamp- je vereisen. Een tiental jaren geleden heeft men in enkele rijwielstallingen eens een reeks van steekproeven genomen om te onder zoeken in hoeverre de fietsen wel met de juiste lampjes waren uitgerust. Het bleek toen dat in 90 procent van de ge vallen niet of onvolledig op de dynamo was aangegeven voor welke spanning (in volts) en voor welke stroom (in am pères) of voor weilk vermogen (in watts) de dynamo berekend was. In zulke ge vallen is het puur geluk als men dan het juiste lampje monteert. Op de fietsen met merk-dynamo's, waartegen ze gebotst zijn, waarvan ze nooit iets hebben geleerd en waarvoor hun geen respect is bijgebracht. Naast de uitgestrekte moestuin ligt het voetbalveld en het verraadt een in tensief gebruik. In de gang staat een medaillekast met een benijdenswaardige verzameling bekers en medailles, gewon nen bij afstandsmarsen! Iedere afdeling heeft haar recreatiezaal, waar radiomu- ziek klinkt, waar ze kunnen lezen, schrij ven of zich op andere wijze vermaken. Ook in de eigen kamertjes kunnen ze Voor dat werk worden thans gaven gevraagd. Het is, zo zegt Mr T. Someijns j de Vries van Doesburgh, een zeer onhol landse organisatie, want hier werken alle 1 gezindten samen. Maar met geld alleen komt men er niet. Men heeft begrip no dig en practische medewerking. Mensen j uit alle kringen van onze maatschappij, die geneigd zijn hulp en steun te verle nen, vooral als toezichthouders. Ook hier j moet men zich verre houden van senti- I mentaliteit en kalenderblaadjesroman- tiek. Het is moeilijk, veeleisend en soms zich aan liefhebberijen wijden en die ka- bitter ondankbaar werk. En de maat- mertjes verraden veel, soms alles, om- schappij is zo hard en vergeeft zo moei- trent de bewoners. Er zijn er, kaal, on- i lijk. gezellig, een stoel, een tafel, een opklap- Het werk, dat in de Jeugdgevangenis bed, wat illustraties uit kranten ge- geschiedt: ontspoorde jonge mensen te- knipt of prentbriefkaarten met punaises 1 rugbrengen op de brede heirweg van tegen de wand. Maar vlak naast zo'n het maatschappelijk leven, behoeft „hei- onpersoonlijk, fantasieloos hok is er een pers op de weg". Er zullen altijd misda- 3.) De adelborsten van de Engelse ma rine, de toekomstige officieren, hebben, zoals in alle andere vloten, een eigen dagverblijf aan boord. Dat heet bij de Engelse marine het geschutdek, hoewel er geen kanon te ontdekken is. Toch spreekt men strak en stijf over het ge schutdek, wanneer men het adelborsten- verblijf bedoelt, en dat alleen omdat enige eeuwen geleden, in de tijd van het houten zeilschip, de adelborsten werden ondergebracht nabij de kanons. Dat is een klein staaltje van de wijze, waarop de traditie in stand wordt gehouden. Dat geldt niet alleen voor de eerbewijzen aan de vlag, die evenzeer in de Nederlandse marine bestaan, dat geldt voor veel meer onderdelen van het leven ter zee. De matrozen bv. drinken nog steeds ihum zoals in de tijd van Drake of Nel son. Nog steeds wordt die rhum in een groot houten vat gemengd met water en op dat vat staat, zoals dat al sinds eeu wen de gewoonte was, de zinspreuk van de Engelse natie. In het dagverblijf van de officieren kan men een groepje officieren zien zit ten met het onvermijdelijke glas whis ky in de ene hand en met de andere hand woelend in de rode of bruine baard. Vele officieren hebben een baard en sommigen zien er uit als netjes aan geklede zeerovers. Van een bepaalde of ficier was de gelijkenis met een piraten- kapitein zo treffend, dat ik tot een ande re officier daarover sprak, niet wetend of hij zich namens de marine beledigd zou voelen ja of neen. Het effect was echter geheel onverwacht. „Zijn voorouders kunnen heel goed zeerovers zijn ge weest", zei de officier, „maar dat zal wel met de meesten van ons het geval zijn",Hij was tot op zekere hoogte trots op mijn veronderstelling, dat vele Daar komt de post met een pak voor Bim en Bam. Er zitten een paar ski's in, een paar voor Bim en een paar voor Bam. Maar wat ter wereld moeten ze doen met ski's als het hartje zo mer is en de zon hoog aan de hemel staat? Het ziet er niet naar uit dat het gauw zal gaan sneeuwen. Maar Bim en Bam willen hun ski's toch wel graag gauw gaan proberen en plotseling krijgt Bim een idee! „Weet jë wat we doen, we maken on ze rolschaatsen onder de ski's vast!" zegt hij. Een reuzen idee! Even later kun je ze zien, hoor! Ze vliegen de heuvel af met een ont zettende vaart! Ze amuse ren zich best. Ski's en wielenwat een reuze uitvinding! zee-officieren van vandaag afstammen van de piraten en strandjutters van vroeger. Ook dat is immers iets, dat tot de historie gerekend mag worden en dus is het goed. Op de campagne van de „Triumph" zijn drie houten borden geplaatst, waar op in vergulde letters is gebeiteld aan welke zeeslagen schepen van dezelfde naam hebben deelgenomen. Er blijkt al een „Triumph" te zijn geweest in de 16e eeuw. Die vocht, tegen de Hollanders. Andere „Triumphs" deden dat ook, on der andere admiraals en in andere „En gelse orlogen". Bij een gelegenheid heeft een schip met de naam „Triumph" te zamen met de Nederlanders gevochten tegen de Spaanse vloot. De laatste Tri umph" voor deze was een onderzeeboot, die gedurende drie jaren tegen de Duit se en Italiaanse scheepvaartlijnen in de Middellandse Zee streed. Zij keerde niet terug van een „speciale" opdracht en na de vereiste tijd kwam de naam „Tri umph" dus weer beschikbaar. Ditmaal voor een schip, dat vele tientallen ma len groter was dan het vorige, dat wel iswaar niet triumpheerde, maar welks naam nu toch weer over de wereldzeeën wordt gedragen. Deze jongste .Triumph' heeft al deelgenomen aan de Koreaanse oorlog en zij was in het Midden-Oosten tijdens de ernstige spannng van vorig jaar om het Suezkanaal. Deze laatste „Triumph" is dus een voortzetting van een lange geschiedenis ter zee, die vele malen parallel liep met de Nederlandse maritieme historie. Aan boord van dit schip zien nu enige paren Nederlandse ogen het bedrijf in de Engelse marine gaande. Aan de kim verschijnt nu en dan het silhouet van een Nederlands oorlogsschip, dat ook deelneemt aan de oefeningen. Wanneer de vliegtuigen of de beschermende vaartuigen rondom een onderzeeboot menen op te merken, is de kans vrij groot, dat het een Neder landse onderzeeboot zal zijn en er is al leen maar waardering onder de Engel sen voor de wijze, waarop de Neder landse onderzeebootbemanningen er in slagen de technische perfectie van hun bestrijders te slaan met goed zeeman schap. Heel anders is de toon over de Amerikaanse marine. Men heeft slechts nu en dan laatdunkende opmerkingen, en het verbaast niemand, dat het juist een Amerikaan is, die gedurende 2 da gen zoek raakt in de storm. De Ameri kaanse marine wordt beschouwd als een niewelinge. Er bestond geen Amerikaan se marine toen de eerste „Triumph" reeds slag leverde met een Hollandse vloot. Zo belangrijk is traditie en histo rie, dat men hier ongemerkt slechts waardering heeft voor het enige zeeva rende land, dat kan terugzien op een roemrijke zeegeschiedenis van vele eeu wen. De samenwerking in de practijk lijdt in genen dele onder deze houding, maar het is juist de toon, die zo'n tref fend verschil maakt. De Koninklijke Nederlandse Marine, dat is in orde, dat is zoveel als een zusje van de Engelse Marine. Maai- dan ook het enige zusje, dat waard wordt geacht die titel te dra gen. (Nadruk verboden) K. waarop wél spanning en stroom of ver mogen zijn aangegeven, waren in 5 pet. der gevallen de juiste lampjes aange bracht. In acht en dertig procent was weliswaar niet de geheel juiste, maar toch wel een aannemelijke combinatie van lampjes aangebracht. In meer dan de helft der gevallen was de zaak ech ter niet in orde, doordat men bij de keu ze der lampjes fouten had gemaakt. Fouten, die de gebruiker van de fiets, al naar gelang van de ernst van de fout, ergernis, ongemak of schade veroorzaak ten. Fouten, die hem voortdurend deden mopperen over lampjes, die te gauw doorbrandden of te weinig licht gaven, of over een te zwakke dynamo. Het tragische is, dat al die ergernis, on gemak of schade zonder extra kosten voorkomen had kunnen worden, als men slechts de juiste combinatie van voor- en achterlampjes had gekozen. Welk lampje dit moet zijn? Daarvoor kan helaas geen bepaald recept worden gegeven want dat hangt af van de ge bruikte dynamo en van de combinatie voor- en achterlicht, waar men het fiets- lampje in wil gebruiken. Alle dynamo's leveren nl. niet een even grote spanning en bovendien is een rijwieldynamo niet zo'n kolossaal ding als het electrische net voor kracht en lidht, waar men zon der bezwaar en naar willekeur grotere en kleinere lampen op kanaansluiten, als men maar op de goede spanning let. Wanneer men slecht licht heeft of wanneer een fietslampje het heeft bege ven, doet men het best naar een fietsen handelaar te gaan en hem te vragen, het juiste lampje te monteren. Hij zal, na eerst gekeken te hebben met welke dy namo de fiets is uitgerust, stellig de juiste lampjes kunnen verschaffen.. EN DE LANDBOUWTREKKER IIET WEGENVERKEERSREGLEMENT (Slot) f. Snelheid. Het is verboden met een grotere snelheid te rijden dan 16 km. per uur, indien door het motorrijtuig geen aanhangwagens worden voortbewogen, of geen andere dan die, voorzien van een bruikbare rem-inrichting, welke door de bestuurder zelf van het motorrijtuig in werking kan worden gesteld en indien alle wielen van luchtbanden zijn voor zien. In alle andere gevallen is het over schrijden van de snelheid van 6 km. per uur verboden. g. Bestuurder. Het is de eigenaar of houder verboden het voertuig te laten besturen door een persoon, die nog niet de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt. Be stuurders van landbouwmotorrij tuigen behoeven niet in het bezit te zijn van een rijbewijs. h. Het is de bestuurders van een mo torrijtuig. welke zich met geen hogere snelheid dan 16 km. per uur kan of mag voortbewegen verboden met dat rijtuig xe rijden over wegen, welke alleen voor motorrijtuigen zijn opengesteld en als dusdanig staan aangegeven. i. Remmen. Alle aangedreven wielen moeten kunnen worden afgeremd. De remvertraging moet op een droge of na genoeg droge en ongeveer horizontaal liggende weg tenminste 1 m. per sec. bedragen. Dat houdt in, dat de remweg bij een snelheid van 16 km. per uur maximaal plm. 25 m. mag zijn. j. Kenteken. Het motorrijtuig moet aan de voor- en achterzijde zijn voorzien van een duidelijk zichtbaar kenteken. Wordt de trekker gevolgd door een aanhangwagen, dan behoeft aan de ach terzijde van de trekker geen kenteken te zijn aangebracht, indien dit reeds op de aanhanger het geval is. k. Wegbcschadiging. Er mag niet met enig werktuig achter de trekker worden gereden welke beschadiging aan het wegdek kan toebrengen. Hiermede zijn de belangrijkste artike len uit de Wegenverkeerswet overgeno men en in meerdere of mindere mate po pulair weergegeven, zodat nu iedere trekkergebruiker of -bezitter enigszins op de hoogte kan zijn van de voorschrif ten waaraan men moet voldoen om met de trekker op de weg te mogen komen. H. de Haan. dan Uw spoorkaartje ge- haald bij de V. V. V. „Texel' FEUILLETON door T. LODEW1JK 48.) Frits keek naar Ada. Haar ogen gloeiden. Met beide handen voor de borst geklemd, stond ze te zingen. Een ogen blik kreeg hij medelijden. Maar dan be dacht hij, hoe ze hem eigenlijk had ge prest, haar deze partij te geven. Ze was geen kind, zij was ook geen kind in de muziekwereld. Ze had zijn carrière op geofferd voor haar eigen eerzucht en be geerte naar succes En blind voor het egoïsme dat hemzelf bewogen had, zag en veroordeelde hij in dit ogenblik scherp het hare. Moeizaam dirigeerde hij het werk naar het eind. We zullen even pauzeren dames en heren, zei hij. Meteen stonden ze om hem heen, Weener, Lannooy, Brederode, de orkest- dirigent en de concertmeester. Ada was verdwenen. Meneer Terlaer, dit gaat zo niet. Lannooy, de zachtmoedige en bescheide- ne, werd vastbesloten wanneer hij de reputatie van zijn geliefd koor in gevaar zag. Ik wil niets ten nadele van juf frouw Siccama zeggen kwam Weener er aarzelend tussen maar wanneer dit werk zó wordt uitgevoerd is het geen vlees en geen vis. En zéker geen Bach wierp de concertmeester er tussen. Frits werd aan de arm getrokken. Hij zag Brederode naast zich staan. Kom even mee, Frits, dit bespreken we onder ons. Even later zat hij in een zijkamertje met Brederode, Lannooy en de orkest- dirigent. Meneer Terlaer, zei de laatste beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. Die juffrouw Siccama is nu nog een vergissing, op de uitvoering wordt het een debacle. En dat is erger! Het spijt me vreselijk voor Ada oprecht meegevoel klonk in de stem van Lannooy maar u zult zelf toegeven, meneer Terlaer, dat het zo niet gaat. U hebt gelijk, heren zei Frits mat en geslagen volkomen gelijk. Ik heb het mis gehad. Meneer Brederode, neemt u de zaak maar weer over. Ja maar zó gaat dat niet, jonge man, zei de oude heer, wat dacht je? Jij de zaak verknoeien en mij met de brok ken laten zitten? Nee, Fntsje, nu moet je door de zure appel heen, jongen. Hoe dan? vroeg Frits wanhopig. Een andere sopraan. Wij hebben nog maar twee dagen. En we kunnen niet meer repeteren. Wij moeten redden wat er te red den valt. Het koor, jouw reputatie, alles. Meneer Brederode, hoe moet ik dit redden? Luister Frits Brederode's toon was de oude, vriendschappelijke, die Frits van vroeger kende laat mij hier voor zorgen. Bemoei je nergens mee. Het koor is best, 't orkest is best dit met een knik naar de dirigent en Weener redt het prima. Die jongen wordt een ster. Blijft de sopraan. En de dirigent zei Frits zachtjes. De dirigent is óók best zei de or kestleider heus meneer Terlaer, zie de zaak niet zwarter dan ze is.. Alleen de sopraan, daar zit 't 'm in. Maar daarvoor ben ik aansprake lijk. Het beste paard struikelt wel eens, Ik heb wel meer zangeressen gehoord waarvan ik me afvroeg hoe ter wereld ze ooit op een podium waren gekomen. Maar als meneer Brederode nu Frits, zei deze ik bezorg jou op de avond van de uitvoering een sopraan. Die dit stuk op haar duimpje kent, en die met Weener goed zal kunnen zingen. Ik zal met allebei repeteren, jij houdt je hier helemaal buiten. Frits keek verwonderd op. Ja, je hebt dit in mijn handen ge geven en dat zul je weten. Als je over drie dagen voor je koor staat, zul je wel zien waarmee ik voor de dag kom. Maar ik beloof je op m'n erewoord, dat het gaan zal. Als meneer Brederode dat belooft, durf ik het wel aan zei Lannooy. Goed, zei Frits, dat doen we dan maar. Zijn stem klonk mat. Maar dan zullen we dit juffrouw Siccama toch moeten vertellen. Wil ikbegon Brederode, maar Frits zei: Nee, ik heb de fout gemaakt, ik draag de consequenties. Toen hij de kamer uit was, keken de anderen elkaar aan. Hij durftzei Lannooy. Hij liever dan ik meende de di rigent. Brederode zei niets. Na enig zoeken vond Frits Ada in de solistenkamer. Weener stond bij haar met een rood gezicht. Ze zat op een stoel en trok nerveus een klein zakdoekje in flarden. Ada zei Frits ik heb je een heel onaangename mededeling te doen. Meneer Weener, misschien wilt u ons even alleen laten? Weener mompelde iets en ging de ka mer uit. Ada, zei Frits, het spijt me maar het gaat niet. Zo, zei Ada fel, heb je bakzeil ge haald? Ik heb alleen toegestemd in wat ik zelf ook had geconstateerd.... het gaat niet. En nu kom je me vertellen dat ik wel gaan kan? Goed, meneer Terlaer, ik ga. Pro Musica kan naar de weerlicht lo pen.... ja, en jij ook. Burgermannetje zonder ruggegraat! Tweedehands koor- directeurtje! In haar woede en te leurstelling ging ze als een viswijf te keer, daaht Frits, geschrokken van haar heftige uitbarsting. Ada, toe, wees redelijk Redelijk, redelijkwees jij dat maar, jij, gekroonde middelmatigheid. Ga maar naar je vrouw, ga maar weer terug naar je boerendorp. Ada, je bent beledigend. Goed, dat wil ik zijn. Jij hebt mij veel meer beledigd door me hier voor die hele bende in de steek te laten. Wat zullen die jaloerse tangen van het koor lachen! Haha! Ada Siccama slaat een fi guur! Maar meneer Terlaer ook, weet je, ridder van de droevige figuur. Toe, laat me alsjeblieft alleen, dk kom er wel uit, ik heb je niet nodig, jou niet en nie mand. Ze slingerde hem haar verwijten en beledigingen in het gezicht. Ada, je bent overstuur, toe ga naar huis. We praten hier nog over. Praten. Praten? Met jou? Geen woord meer! Nu praat ik met jou, weet je. Nu zeg ik je alles wat ik op m'n hart heb. Nu weet je hoe ik over je denk. En nu: scheer je weg! Ik wil je niet meer zien! Zwijgend keerde Frits zich om en sloot behoedzaam de deur. Daarbuiten stond Brederode. Neem me niet kwalijk dat ik voor luistervink gespeeld heb zei hij maar ik was bang dat je 't misschien al léén niet af zoudt kunnen. Ja, Fntsje, je krijgt je trekken thuis, jongen. Maar troost je maar, zo betaalt een mens leer geld. Kom, jongen, kop op. Trek je dit niet te zeer aan. Het is een grote winst bij een klein verlies. Ik heb zoeven het koor en orkest al laten gaan, en ze ver teld dat de sopraan vanavond niet gedis poneerd was en naar we vrezen op het concert niet zal kunnen zingen, maar dat het doorgaat en góéd! Nu, dat hebben ze toen maar geloofd. Er zat niets anders op trouwens. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1952 | | pagina 4