TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT Twijnder's Manufacturen Zonnepakje ook ideaal voor strandwandelingen Een gift uit Amerika IVOROL: tanden Wit adem Fris Detectives voor Uw gezondheid Een avontuurlijke tocht De „Hollandse" taal wordt ook gebruikt in Australië De vloot gereed tot haringvangst De malse maatjes komen! ZATERDAG 16 MEI 1953 „Mooi zijn is een plicht voor elke vrouw, arm of rijk. Het is een plicht te genover haarzelf, haar omgeving en de gemeenschap. Het is een plicht van elke dag, ja van elk ogenblik. Een vrouw moet er nooit slordig uitzien, zelfs niet wanneer ze maar eens even naar de kruidenier op hoek van de straat moet, aldus de beroemde Engelse actrice Jean Simmons, die een onzer medewerkers gaarne een interview toestond: Zij ver volgde: Schoonheid is een kwestie van zelf kennis, zelfcritiek. Kent u uzelf? Weet u wat uw kwaliteiten en uw tekortkomin gen zijn? Ontwikkel, verhoog de eerste en verbeter de tweede. Het is daarbij helemaal niet nodig fantastische bedragen uit te geven aan schoonheids-salons. Alles hangt af van een goede smaak. Wat dikwijls de ene vrouw goed staat, kan bij de andere af stotelijk zijn. Daarom, kijk goed uit alls u iets wilt nabootsen. Men vindt nooit twee precies dezelfde vrouwen. Denk ook maar niet, dat mooi worden een kwestie van één dag is. Dit vergt tijd en geduld. Men moet het leren hoe zich op te maken en kleden en dit ook blijven onderhouden. Daarbij zult u voortdu rend met hindernissen rekening dienen te houden. Zo zijn er bv. vrouwen, die zich hard nekkig vasthouden aan een bepaald soort make-up of kapsel, dat hun beslist ndet staat. Onderwerp u zelf eens aan een grondige critiek. Kunt u dat zelf niet, vraag dan het oordeel van anderen. En dan nog één zeer belangrijk punt, laat u niet misleiden door de mening dat u de man van uw leven hebt ver overd. Vandaag is hij u trouw, maar dat wil ndet zeggen, dat hij het morgen nog zal zijn. Hij heeft u om een bepaalde re den gehuwd. Uw voorkomen blijft in zijn geheugen gegrift en hij vergelijkt het met dat van andere vrouwen. Zorg dat u er altijd in zijn bijzijn verzorgd uitziet, dat hij u niet ziet in een slordige peig noir, of met krulspelden, of als hij 's avonds thuiskomt, met een verhit, onop gemaakt gezicht, omdat u het zo druk heeft gehad die dag en nog aan het ko ken bent. Blijf er altijd even verzorgd uitzien als in de tijd dat u nog niet ge trouwd was en hij u alleen maar van uw beste kant zag". En nu we toch op het terrein der vrouwen zijn, willen we ook nog een tipje oplichten van de Amerikaanse mo de 1953. Al is het dan nog geen zomer, men is in Amerika aj druk bezig met het sa menstellen van de zomercollecties. Strand-garderobe. Ook het zonnepakje is met vergeten, daar de meeste Amerikanen hun vacan- tdes doorbrengen aan zee. De Ameri kaanse vrouwen maken van hun strand- garderobe altijd ontzettend veel werk en we laten u hier dan ook een strand- japonnetje zien uit een grote collectie jurken, pakjes etc. Het wordt gedragen door de pittige en jeugdige Joan Rice en is bij uitstek geschikt voor slanke fi guurtjes. Het strapless bovenstuk is van gebloemd katoen en de rok is wijd klok kend van hetzelfde gebloemde katoen, afgewisseld met stroken wit. De jurk heeft een sluiting van achteren en een ceintuur van dezelfde stof. Joan draagt hierbij een paar wit rubberen schoentjes die ideaal zijn voor wandelen langs het strand. De heer A. van Dienst ontving uit Amerika een postwissel van 40 dollar (f 150,-), welk bedrag bestemd was voor het Rampenfonds. De som was geschon ken door mevr. Buckley en een harer kennissen Mevr. Buckley is de moeder van de officier-vlieger J. H. Buokley, due op 3 April 1945 op ons eiland omkwam. (Men zal zich herinneren, dat toen in het Hoornder-Nieuwland een Amerikaan se bommenwerper neerstortte waarbij alle inzittenden de dood vonden) Na zijn voorlopig graf op het oorlogskerkhof aan de Kogerstraat te Den Burg, vond de heer Buckley zijn laatste rustplaats op een Centraal Amerkaans Kerkhof in Frankrijk. De heer Van Dienst houdt van tijd tot tijd briefwisseling met de moeder van de gesnevelde. FEUILLETON door T. LODEWIJK 6). Ik heb liever, dat u 't zegt, waag- I de hij, dan weet ik, waar ik aan toe ben. Waarom wilt u dat weten? Wat in- I teresseer ik u? Heel veel, wilde hij zeggen. Hij had I Rudi Taal al gekend toen hij nog in I Zuidhoek woonde. Haar prachtige haar was hem het eerst opgevallen, het frisse gezicht, haar slanke, mooie gestalte. En de manier, waarop ze lachte. Een beetje jongensachtig verliefd was hij op haar geweest, maar hij had wel begrepen, dat hij als zoon van de felste concurrent, haar moeilijk kon benaderen. Zijn studie vergde veel tijd. Hij was geen jongen die achter de meisjes aanliep. En langzamerhand had hij haar vergeten. Nu hij haar had weergezien, geen aar dig meisje meer, maar een knappe jonge vrouw, met een verrassende zekerheid van optreden, kwamen de oude gevoelens plotseling en veel sterker, weer boven. Hij had haar al gezien, toen ze binnen, was gekomen. Onder het concert had hij geen oog van haar af gehad. En in de koffiekamer had hij al zijn moed bijeengeraapt en haar aangesproken, dankbaar voor het motief.... zij was I ook uit Zuidhoek. Wat hij daar niet had durven doen, kon hij 'hier in Amsterdam op vreemde grond wel wagen. Rolf Twijnders wist niet wat er alle maal in dat kleine winkeltje van Taal gestreden was. Hij had nooit gemerkt, data zijn vader het speciaal op de onder gang van de firma Taal voorzien had, geloofde dit ook niet. Daarvoor was zijn vader te zakelijk, te ruimdenkend ook. Vader, die tenslotte van,zijn lievelings- wens: zijn zoon in de zaak, was afge stapt om. hem zijn zin te geven en te la ten 9tuderen. Soms twijfelde hij, of hij wel goed had gedaan. Maar de jaren van studie waren nooit weg En nu liep hij hier naast Rudi Taal en ze was verbitterd. Ze had een wrok te gen hem, omdat hij de zoon van zijn va der was. Rolf kon zich dit bijna niet indenken. Het leek hem onjuist en zelfs oneerlijk. Maar het was met anders. Wat interesseer ik u, ja, ze moest eens weten, hoe ver hij in dat uur in de con certzaal gekomen was. Wilde, roekeloze plannen! Hij realiseerde zich, dat hij werkelijk tot over de oren verliefd op dit meisje was. Hij, een beetje terughou dend, met altijd zeker van zijn zaak, be wonderde met alleen haar uiterlijk, maar ook 'haar levenslust, haar zeker heid van optreden, .de vitaliteit, die van haar uitstraalde. Een wonder gewoon weg, dat ze nog niet verloofd was. Maar ze droeg nog geen ring, dat had hij zo in de gauwigheid al wel gezien U interesseert me, zei hij na 'n lan ge pauze omdat, .j a, wat moest hij zeggen? Ze hielp hem niet, wandelde naast hem voort, onverschillig-hard het anders zo vrolijke gezicht. Ze leek hem nu nog mooier dan anders. Karakter had ze. Bij na vorstelijk \yas ze, zoals ze daar liep Ach hij maakte een maaibewe- ging met zijn arm waarom moet ik dat allemaal zeggen. Ik was blij, dat ik u zag, vanavond. Ik vind hét prettig om naast u te lopen. Ik wilde, dat ik u va ker kon zien, dat we eens wat konden praten over. over alles. En als ik daar nu helemaal geen prijs op stel? Dat is uw goed recht. Maar waar om bent u zo. zo hard? Rudi stond Stil. Ze keek hem vlak in 't gezicht. Dat zal ik u vertellen, meneer. meneer Twijnders. Uw vader heeft de zaak, waarin mijn tante zovele jaren heeft geleefd en gewerkt, geruïneerd. Hij heeft haar de dood ingejaagd met zijn niets ontziende concurrent/ie. Dat heb ik hem in zijn gezicht gezegd. Ik wil niets met Twijnders te doen hebben, noch met de vader, noch met de zoon. Ik vind het al erg genoeg, dat ik weer aan die ver schrikkelijke periode herinnerd ben. Daarom zult u mij en plezier doen met me voortaan met rust te laten. Daar komt m'n tram. Adieu. Met vlugge passen beende ze naar de tram. Hij zag hoe de behulpzame con ducteur haar op het achterbalcon hees. Ze keek niet meer om. Hij zag haar rech te rug tussen de banken doorschuiven. Tweemaal klonk het fluitsignaal. En hij keek de wegrijdende tram na. Maar Rolf Twijnders mocht dan al wat verleden en terughoudend zijn, hij had het doorzettingsvermogen van zijn va der geerfd. Hoe moeilijk het ook was in een metropolis als Amsterdam één mens te ontdekken, Rolf slaagde er in. Hij had daarbij geluk, want hii ontmoette de ou de heer Geraerdts, die hij wel kende om dat hij tegenwoordig oök de firma Twijn ders bezocht. Die vertelde hem genoeg over Rudi Taal. En hij mocht het zijne denken over de belangstelling van de jonge Twijnders voor het nidhje van juf frouw Taal, dat liet Rolf koud. Hij had lange tijd nodig om zijn moed te verza melen, maar op een avond belde hij bij Rudi's woning aan. (Wordt vervolgd). ONGELUK BIJ RIOLEERINGS- WERKZAAMHEDEN De heer D. Bonne, Dorpsstraat, De Koog, kreeg bij rioleringswerkzaamhe den aan de Hoornderweg (tochtsloot) te Den Burg, een bak met zand op zijn voet. Een röntgenfoto wees uit, dat het getrof fen lichaamsdeel gebroken was, zodat de heer Bonne naar Den Helder moest wor den vervoerd. BOUWVERGUNNINGEN De heer S. Hemelrijk, Oudesdhild 184, verbouw voorgevel. F. L. de Grave, B157 uitbreiding bollenschuur. W. v.d. Werf, K 82, verbouw boerderij. N. M. Schoo, K 99b, verbouw voorgevel. A de Smidt, O 156, bouw landbouwihangar. O. Kuil, C 100, bouw schuurtje. P. Keijser, Wester- weg B 22, verandering schuur. H. v. d. Geest, H 20, aanbrengen raamkozijn in zijgevel. J. Vlas Czn., Oudesdhild 410, ■bouw kippenhok. B. Hoogenbosch, B 142, bouw kippenhok. S.V.C. ONTVANGT SINT BOYS Hedenavond komt de sportvereniging Sint Boys uit Sint Maarten bij SVC voor een weekend. Om plm. half 7 worden ze op De Cooksdorp verwacht. De officiële ontvangst zal plaats vinden bij de heer Nota, waar de pleegouders verzocht wor den omstreeks die tijd aanwezig te zijn voor het afhalen van hun gasten. Na de wederzijdse kennismaking is er 's avonds gelegenheid om de feestelijke opening van Hotel De Hoop mee te ma ken. De directie van dit hotel heeft hier spontaan aan meegewerkt om onze gas ten een genotvolle avond aan te bieden, hetgeen door ons bestuur ten zeerste ge waardeerd wordt. Zondag komen de verenigingen op het groene veld tegen elkaar uit. Het pro gramma bevat voet- en handbal. Om half 2 wordt begonnne met voetbal, voor zover dit bekend is op dit moment (Don derdag). Mocht in het programma ver andering komen, dan wordt dit Zaterdag bekend gemaakt bij de aankomst van on ze gasten Wij hopen, dat ieder zal mee werken om dit sportweekend tot een succes te maken. Een goed begin is 'het halve werk. Om dan goed te beginnen worden alle ingezetenen van de Noord punt verzocht, de vlaggen uit te steken. Dan krijgen we al een feestelijk aan zien en als het weer dan meewerkt, dan komt het zeker wel in orde. De spelende elftallen staan in het kastje. Op een goede morgen kunt u misschien een oproep in uw brievenbus vinden om u op een bepaalde dag voor onderzoek op het consultatieburean voor tubercu losebestrijding te melden. Daar staat u waarschijnlijk wel even paf van. U mankeert immers niets! En toch is die oproep wel degelijk voor u bestemd. Hoe komt dat? Speurwerk Tuberculose is een besmettelijke ziekte veroorzaakt door de tuberkelbacil. De eerste vraag, die de arts van een con sultatiebureau zich dan ook stelt is: waar is de patiënt besmet? En dan komt het detectivewerk op gang. In de aller eerste plaats worden de huisgenoten van de zieke opgeroepen. Om twee redenen. Eén van hen kan de besmettingsbron zijn geweest. Bovendien kan, omgekeerd, ook de patiënt zijn omgeving hebben aangestoken. Ook wanneer verder nie mand van het gezin tuberculose heeft, worden ze toch nog van tijd tot tijd op geroepen voor controle. Want in tegen stelling tot verkoudheid of griep, is tu berculose een sluipende ziekte, waarbij het lang kan duren eer er duidelijke verschijnselen zijn. En hoe eerder de behandeling begint, hoe beter en sneller veelal het resultaat ervan. Besmetting op het werk Heeft de besmetting niet thuis plaats gevonden, dan worden de mensen opge roepen, met wie de patiënt dagelijks in aanraking kwam. Dus zijn collega's op werk of kantoor. Ook in dat geval is het in het goedbegrepen eigenbelang van de opgeroepene meteen aan die oproep ge hoor te geven Want de patiënt kan ongeweten en ongewild door een der collega's besimet zijn, maar die collega's op hun beurt kunnen ook door de pati ënt weer zijn aangestoken. De consulta- tiebureaux werken dus in het belang zowel van de gezonden als van de zieken. Met andere woorden: voor uw persoon lijke gezondheid! Ook op school Op de scholen werken de schoolartsen voor de gezondheid van uw kinderen. Daarbij speuren zij o.a. ook naar besmet ting met tuberculose door middel van de tuberculineproef. De tuberculine wordt dan b.v. door een krasje in de huid ge bracht. Gebeurt er in twee of drie dagen naderhand niets, dan spreken we van een negatieve reactie. Het kind is dan niet met tuberculose besmet. Wordt de omgeving van het krasje na enkele da gen rood en gezwollen, dan is de reactie positief. Dit betekent nog lang niet al tijd, dat de onderzochte ook werkelijk ziek is. Maar het is wél een reden tot een nader onderzoek op een consultatie bureau. Voor uw gezondheid Zo werken artsen en consultatiebure- aux in het belang van het gehele Neder landse volk om de tuberculose te bestrij den. Gelukkig met heel goede resultaten. Maar zolang er nog besmettingsgevaar is in 1952 werden circa 15.000 nieuwe gevallen van tuberculose geconstateerd! is het werk nog steeds hard nodig. En dus ook: uw medewerking, als u eens zo'n oproep mocht krijgen! door Tj. Wassenaar IV De weg is hier druk van de auto's, al licht dat het vlugger gaat. Laten we nu een lift krijgen tot vlak bij Morwell. Mijn maat zat voorin, ik achter op het bakkie. Het was een lange rit, zo'n 300 km. Het landschap werd niet mooier. Geen bergen meer, kale vlakten met overal dode bomen. Ja, het werd steeds lelijker. 12 Mijl voor Morwell werden we afgezet om al heel spoedig een lift tot Morwell te krijgen. Het begon te sche meren toen we in Morwell aankwamen. Dit was een dag van 620 km. Maar Mor well stond ons niets aan. Nee, dat was ook niks. Doch we waren er moesten kij ken naar onderdak. Zouden er geen Hollanders wonen? Wij naar een taxi. Ja, die wist er wel een. Kunt u ons er brengen? vroegen we, want het was al donker geworden. Nu, hij bracht ons er door een modderweg, bar! Hij zette ons af bij een mooi huis, maar daar achter stond nog een huis en daar woonden ze, dacht hij, of in het eerste, we moesten maar vragen. Wij er heen. De eerste deur, wij luis teren (want een bel was er niet), daar hoorden we Engels Toen achter om. Daar sond nog een huisje, wij weer luis teren. Het eerste wat we hoorden was: „Verrek nu gauw!" Dat was Hollands!!! Dat kon niet missen. Onze taal zo klaar als een klontje. Nr. 262. JOPIE MAAS Maandag 18 Mei a.s. viert Jopie haar achtste verjaardag. Ze woont tegenover het beroemde fort De Schans. Op die ou de wallen kun je fijn spelen en stralks, aan de andere kant van de waddenzeediik kun je heerlijk zwemmen. Ze kan 't nog wel niet, maar is vast voornemens het komend seizoen te leren. Daarom hoopt ze op een échte zomer. Dinsdag 26 Mei a s. vaart de haring- nefcvloot uit. Dan begint de jacht op Hol landse Nieuwe Aan het vertrek der vloot gaan altijd de vermaarde Vlagge tjesdagen vooraf. Deze worden op Zater dag 23 Mei en de beide Pinksterdagen gehouden te Vlaardingen, Scheveningen en IJmuiden. Daar liggen dan de fraai geschilderde haringschepen onder een rijke vlaggen tooi te pronken. Dit jaar lijks schouwspel pleegt vele duizenden kijkers te trekken, 's Zaterdagsmiddags 23 Mei worden in genoemde plaatsen ve le feestelijkheden georganiseerd Optoch ten, het hijsen van de Bedrijfschapswim pel voor de best verzorgde haring door Drs D. J van Dijk, voorzitter-directeur van het Bedrijfschap voor VisserijDro- ducten, ditmaal op de SCH 233 enz. 's Avonds liggen de schepen onder 't licht van schijnwerpers. 's Zondags is het 'kijkdag, 's Morgens worden in de meeste kerken bidstonden gehouden voor de „grote visserij" en 's middags plegen allen naar de kant te gaan om met vele „vreemdelingen" te genieten van het schoon der vloot, die gereed tot haringvangst ligt. De haringdrijfnetvloot van Nederland bestaat uit 250 schepen. Wanneer in het hoogseizoen alle schepen met een vleet de verzamelnaam der netten ongeveer 3000 meter vissen, hangen dus per nacht plm. 750,000 meter netten in de Noordzee. Dat is (ongeveer) de afstand Amsterdam-Berlijn. Vorig jaar voerde de haringvloot 958,140 kantjes aan. Dat was 95,328 kantjes meer dan het jaar daar voor. Bovendien werden 42,831,000 kg. verse haring aan de wal gebracht. Kolossale hoeveelheden. Voor het eigen land en. voor vele inwoners van andere landen. Haring is altijd een belangrijk export artikel geweest. Vorig jaar gingen de va ten naar niet minder dan 37 landen. Om er enkele te noemen: België, Duitsland, Ver. Staten, Canada enz. Dinsdag vaart het eerste deel der vloot uit. De rest volgt een week later. Men begint met 50 netten, o.a. om de grootst mogelijke zorg aan de malse jonge ha ring te kunnen besteden. Woensdagavond gaat de vloot vissen. Dan worden de net ten uitgezet, „geschoten" zeggen de vis sers. In de nacht van Woensdag op Don derdag gaan ze halen. En dan (als er ge vangen wordt) zal een aantal snelle kie len met eigen vangst en die van koppel genoten naar het vaderland snellen. De „strijd", hoewel volkomen vreedzaam, ontbrandt dan in volle hevigheid. Wie zal de eerste Hollandse Nieuwe aanvoeren? Een Vlaardinger, een Sdhevemnger, een Katwijker of een IJmuidenaar? Wanneer alles naar wens verloopt, kan a.s. Vrijdag de eerste nieuwe aan de wal worden ge bracht. Dan zullen de vlaggen aan wa gens en winkels wapperen. Dan zijn ze er: de malse maatjes! De kennismaking was allerhartelijkst en, er werd gauw wat voor ons klaarge maakt. Onderdak konden ze ons niet geven, maar men ging met ons mee om te zoeken. Uiteindelijk belandden we bij een andere Hollandse familie. Deze wa ren in Indië geweest. We vertelden waar we uit Holland vandaan kwamen. Mijn maat kwam uit Groningen. Toen ik zei, dat ik van Texel kwam, "nou toen was 't klaar. Ze hadden ook een vacantie op Texel doorgebracht, bij Adrie Huisman, aan de Kogerweg bij het kerkhof, weet je wel! Nou, of ik die kende. Had ik nog mee ondergedoken gezeten in Leeuwar den. Echte koffie werd gezet, koek en gebak kwam op tafel en het werd laat eer we gingen slapen. 's Morgens vroeg namen we afscheid van deze hartelijke mensen die ons nog de nodige boterhammen voor onderweg mee gaven. Wij gingen weer richting Baimsdale, naar Melbourne hadden we geen zin. Dt eerste lift was 7 mijl met 'n melkboer Dit telde af van onze 199 mijl. We gingen staan bij een spoorweg overgang, waar de auto's de minste snel heid hadden. Vele gingen voorbij. Ja, in Morwell was geen werk. De Union (Bond) had daar het werk zwart ver klaard, d.w.z. er werd met gewerkt we gens een paar ontslagen. Deze heeft veel te vertellen hier en wordt door de ar beiders gehoorzaamd. Hele werken leg gen ze stop! Zo was het ook in Morwell. Dit was niks voor ons. Bij de spoorweg hebben we ook niet lang gestaan, al spoedig stopte er een truck. „Waar moeten jullie heen?" „Naar Bairnsdale! O K! stap in, hij moest er ook heen. In één ruk gingen we door. Wat een pracht kerel! We moesten de hele weg van hem roken en niette kort. Vele woorden En gels leerde hij ons onderweg door op din gen te wijzen en het dan langzaam uit te spreken. Om dezelfde tijd als daags te voren stonden we weer in Bairnsdale, waar we een politieagent aanschoten om werkmogelijkheden hier. Volgens hem moesten we naar Lakes Entrance. Nu, wij konden die kant wel eens uitgaan. Wat wisten wij van Australië, waar het nu wel of niet goed was. We gingen bui ten de slad en hebben eerst heerlijk in de vrije natuur wat gegeten, met het uit zicht op een groot mooi meer Een grote brug over een rivier en bergen met sneeuw op de top. Ja, daar waren we vandaan gekomen. Brrrr! Na het eten gingen we weer aan de weg staan, maar weer met de duim staan zwaaien. We raakten er al aan gewend. Weer nieuwe kennismaking en Engels praten, waar je zo moe van werd, goed luisteren, denken wat je moest zeggen. Hollands praten tegen elkaar ging niet. Dit zou ongepast zijn tegenover je gast heer, die gratis ruimte in z'n auto aan je afstond. Al spoedig een truck, die ons in één ruk naar Lakes Entrance bracht. Een man, die met veel zei en zijn radio kei hard aanzette Het was een lift van 45 mijl, dat was tezamen 244 mijl. Lates Entrance was meer dan wij verwachtten. Wat we zagen overtrof alles. Voor ons lag een meer, daarachter een echte duin- richel met breed strand en zee. Aan de landkant bergen met schitterende bossen. Hier zou ik wel willen wonen. Een bad plaats, mooier dan De Koog. Palmbomen langs de meerkant. Zeldzaam, zo mooi! Hier moesten we werk en huisvesting zoöken! Maar alles liep tegen. De één stuurde je naar de ander. Wel werk, maar hoe lang? We waren vreemden; ze kenden ons met. Het is voor een baas ook een gok. Als vrije jongen geeft dat niet, en kun je iels wagen, maar wij hadden een gezin! De moed zakte ons in de schoenen (voor het eerst!) Wat te doen? Op een omgevallen boom hebben we be raad gehouden. Verder hadden we niet te gaan. Ze hadden ons al verteld, daar was mets dan bos. Mijlen en mijlen ver. Wat nu? Laten we terug gaan naar 't kamp en de volgende week de andere kant op gaan. We kunnen onze kleren wat op knappen (na die vele regen). Want op Zaterdag en Zondag kun je hier toch geen werk zoeken, althans gering. Goed, we stapten op. Maar het was niet vroeg meer en het kamp lag zo'n slordige 440 mijl, plm. 620 km. ver weg. Weer stonden we aan de weg, met weemoed naar Lakes Entrance kijkend. Niet voor ons! We kregen een lift in een luxe wagentje met een bejaard vriende lijk baasje. Die naar zijn vrouw ging in het hospitaal. Het was donker, toen we voor de derde maal in Baifnsdale ston den. Hij bracht ons naar een meliksalon, waar trucks enz. stopten voor Mel bourne. Hier stonden we, uur na uur ver streek, op en neer lopende. Om plm. 11 uur werden we gefloten. Het bleek het oude baasje te zijn met neg iemand bij zich. Die had hij voor ons opgescharreld. Hii had werk voor ons. Niet veel, maar als wij bij hem die schoorsteen enz voor hem maakten, dan zou hij zien om meer werk en huisvesting in Lakes Entrance. We konden eerst naar het kamp gaan met de trein en Dinsdags terugkomen. Hij zou de reiskosen betalen en wij had den een kans. Hij was een iklein boertje. Wat een kans! Die mochten we niet la ten lopen. Ja, beloven kon hij niets, wat we begrepen, maar het was een kans. Van onze kant beloofden we dat we te rugkwamen. Ze namen afscheid van ons en wij bleven vol goede moed achter. We kochten een reepje chocolade, die hier erg lekker zijn (in grote stukken). Alles leek weer mooier en beter. Wat deerde ons wachten nu nog? (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1953 | | pagina 3