„Tante Jcinie en Ome Piet25 jaar in het
Stoombootkoffiehuis
Miltvuur
Culturele Raad zal belangrijk werk
kunnen doen
ZATERDAG 17 October a.s. zult ge
aan de haven van Oudeschild herhaalde
lijk kunnen horen: „Tante Janie, ome
Piet, nog vele jaren en. op jullie ge
zondheid, daar gaan jullie!" Wie die
tante Janie en die ome Piet zijn? Dat
kunt ge alle klanten van het Texelse
„Stoombootkoffiehuis" vragen! Zaterdag
is de familie Dekker-Vermeulen 25 jaar
in de zaak, waarvan 20 jaar in het te
genwoordige perceel, vóór 1932 troonden
zij in het oude Stoombootkoffiehuis, dat
de jongeren onder ons natuurlijk enkel
van de prentjes kennen, maar waar vele
ouderen nog steeds zulke prettige her
inneringen aan hebben. Ja, dat was toen
een heel andere tijd!
Vooral over „die goeie ouwe tijd" zal
het gesprek gaan, dunkt me, als Zater
dag de klanten met tante Janie en ome
Piet gezellig bijeen zijn. Want dat is
Hf 1- ■—Vmrf Uno 7(pi Tfv*** -«•»-
-w, "ij ~CC£Zl r
ieder geval dit: de jubilarissen zullen hun
„familie, vrienden en bekenden" gul
onthalen en bovendien is er van 2-4 een
receptie.
Wie thans de haven oprijdt ziet daar
twee prachtige café's, dominerend tus
sen de andere gebouwen. Deze koffie
huizen werden gebouwd op de nieuwe
en bredere kaden, aangelegd in het ka
der van de Zuiderzeewerken. Bezien wij
•de oude ansichtkaart met het voormali
ge Stoombootkoffiehuis-van-Dökker, dan
valt ons de toenmalige situatie duidelijk
op: de kade tussen de aanlegplaats van
de Texelse boot (je had in die dagen de
Marsdiep als kroonjuweel van TESO)
en het café was maar erg smal en het
gebeurde dan ook vaak, dat een auto,
die wat veel gang had en op niet al te
beste remmen kon bogen, de zijgevel
van het koffiehuis vervaarlijk ramde.
Onmiddellijk achter het café vond ge
de dijk, waarop een smalle weg lag.
Och, dat ging allemaal best: het vreem
delingenverkeer lag nog in de laatste lui
ers en het vervoer van landbouwproduc
ten werd voor een belangrijk deel via
de loswal te Oost verzorgd. Zeker, de
visserij van de kleine schuiten had meer
om het lijf dan nu, maar die gaven toch
niet bepaald een jachtige sfeer aan het
havenbeeld.
Toen kwam de uitvoering van het
plan tot afsluiting van de Zuiderzee en
daarmede een donkere bladzijde in het
boek van onze vissers en. de familie
Dekker: Enkele jaren nadat zij het oude
café van Hein Dogger hadden overge
nomen, kwam de jobstijding, dat zij
moesten spatten. Dat was me een slag
als nagaat, dat ze juist veel geld hadden
uitgegeven voor de restauratie van het
oude stoombootkoffiehuis. De hele Wad
denzeedijk moest worden verzwaard en
daartoe moest het koffiehuis worden ge
sloopt. De heer C. Hin, Zuidhaffel, werd
voor f 120,eigenaar van het af te
breken perceel Wat moest de fami
lie Dekker nu beginnen? was de eerste
vraag en de volgende: Wat krijgen wij
als schadeloosstelling? Wel, lezers, dat
werd een droevig iets: hun werd f 1400
als schadeloosstelling geboden. Een be
lachelijk kleine som en was het wonder,
dat dadelijk contact werd opgenomen
met de betreffende instanties? Edoch,
niets baatte. Overal kreeg Dekker nul op
het request U moet hen daarover horen
vertellen! Je hoort dan de namen van
allerlei mensen, die gepoogd hebben de
heren in Den Haag en elders ervan te
overtuigen, dat hier onrecht werd ge
daan en daarbij is ook de naam van de
voorzitter van de Texelse Middenstands
vereniging, wijlen de heer I. Vlessing.
Maar helaas werd niets bereikt.
Het had hier moeten gaan als in Har-
lingen: daar kregen ze een nieuwe zaak
voor de gesloopte terug!
„Ze hadden ons moeten inlichten, toen
wij de erfpacht lieten overschrijven,
want toen waren de plannen voor de
haven en omgeving al lang en breed bij
de betrokken instanties bekend!" aldus
de heer Dekker, die het tenslotte maar
het beste vindt om zich, na zoveel jaar,
maar niet wéér op te winden. Trouwens:
is het niet het komende feest, dat aan
leiding' werd tot het gesprek met uw
verslaggever?! Dubbel feest nu de jong
ste zoon reeds hersteld is thuis geko
men en de oudste eind October eveneens
hersteld naar Oudeschild terugkeert.
Samen hebben zij lief en leed gedeeld,
samen gewerkt om de gevolgen van de
tegenslagen te boven te komen. Hoe ze
in het stoombootkoffiehuis belandden?
Wel, tante Janie kende het springen van
de kurk al zo'n beetje: 13 jaar lang had
ze geholpen in Café Den Buig,' „bij
buurvrouw Kuiper" en toen iemand hun
het voorstel deed om Hein Dogger op te
volgen, werd dit meteen ernstig door de
jongelui overwogen. De eerste jaren had
Dekker een baan buitenshuis, maar toen
de drukte toenam, wierp hij zich als
allround kastelein op en dat is zo ge
bleven.
Vreemd, maar toen het nieuwe ge
bouw met zijn passend meubilair was
geopend, wilden de ouwe klanten er
eerst niet erg aan, ze misten de oude
sfeer, het was hun allegaar te deftig
geworden. Vreemd ook, dat je toen je
kleintje koffie bestelde op de plek, waar
vóór de Zuiderzeewerken de Waddenzee
golfde! Vreemd voor Dekker, dat hij
's nachts niet meer uit bed werd gebeld
om op zijn beurt de bemanning van de
extra boot uit Morpheus armen te ruk
ken. (In volgorde van kapitein, machi
nist en verdere leden) Er was een Teso-
man bij, die zo vast sliep, dat Dekker
genoodzaakt was om met een ladder tot
het slaapkamerraam te klimmen
Ook verzorgde hij de boeking van auto's
na de TESO-diensttijd.
e het Stoomboot-
fuiehuis betreedt,
•dt aangenaam ge-
Jen door de pret-
sfeer. „Zeg mij
de waard en de
-.ardin zijn en ik zal
zeggen hoe de
<?mming rond b'il-
rt en tapkast is!"
,?n groepje Bruinis-
r vissers, die Maan-
.igavond met zeven
•heepjes ter mossel-
^ngst in Oudeschild
aren binnengelo-
>n na 20 uur aan
;n stuk opstomen,
>rzekerden ons, dat
i beste naam voor
café is „Het
eeuwse Clubhuis",
d en knus en altijd
'•?eê. „Wij hebben hier
iiï/g nooif eén knokpartij gehad", be
toogt tante Janie. Inmiddels, zo dachten
wij, is er door deze twee mensen behoor
lijk strijd geleverd, maar het was vech
ten tegen. de bierkaai!
Nog vele jaren, mensen!
DS VAN 'T HOOFT OVERLEDEN
Ds N. J. van 't Hooft, van 1922-1944
predikant bij de N.H. Gemeente van De
Waal en De Koog is Woensdag 7 Octo
ber te Arnhem in de leeftijd van bijna
75 jaar overleden. 7 Mei 1944 nam hij,
na 40 jaar het ambt van predikant te
hebben vervuld, afscheid van zijn ge
meente op Texel in verband met zijn
emeritaat wegens het bereiken van de
65-jarige leeftijd. In dat jaar werd hij
benoemd tot hulpprediker te Asten.
HIJSKRAAN MET CAPACITEIT VAN
VIJF TON
Te Oudeschild is een hijskraan gearri
veerd voor rekening van de Coop. Aan
koopvereniging, de fa.'s Bruin, steen-
koolhandel, Bakker's graanhandel en de
fa. Joh. Bakker, scheeosbevrachter. De
ze kraan weegt al met al 2Q ton en
heeft een capaciteit van 5 ton. Hij zal op
een rails worden geplaatst en straks veel
werk verzetten, dat voorheen door de zo
langzamerhand uitgeschakelde gouden
ploeg werd verricht: het lossen van
grint, steenkool, kunstmest, suikerbieten
etc.
De heer E. Noordijk verzoekt ons de
Texelse veehouders mede te delen, dat
zich één dezer dagen een geval van
miltvuur bij een graskalf heeft voorge
daan; het dier werd 's morgens dood in
een sloot gevonden en bij nader onder
zoek kwam vast te staan, dat de doods
oorzaak miltvuur was geweest.
Deze uiterst gevaarlijke besmettelijke
ziekte (gevaarlijk zowel voor mens als
dier) heeft zich de laatste jaren op Texel
niet meer voorgedaan. Nu weer een ge
val is geconstateerd dient iedere veehou
der, die te maken krijgt met een plotse
ling gestorven dier, waarbij zich geen
bepaalde ziekteverschijnselen hebben
voorgedaan, de uiterste voorzichtigheid
te betrachten. Hij dient in zijn eigen be
lang onverwijld het Hoofd van de Vlees
keuringsdienst, Julianastraat 18, tel. 48,
(bii geen gehoor nr 82) op te bellen, op
dat eerst een onderzoek op miltvuur kan
worden ingesteld voordat het vervoer
naar de Noodslaohtplaats geschiedt.
Nooit in dergelijke gevallen de halssne
de verrichten!
IfMiltvuur kan voorkomen bij runde
ren, paarden, varkens en schapen).
Groot was de opkomst der Texelse verenigingsbesturen, die waren uitgenodigd
tot bijwoning van de installatie van onze Culturele Raad. „Ik heet u van harte
welkom op deze, naar ik hoop en naar ik wil verwachten voor Texel grote dag.
De toekomst moet leren of hier inderdaad van een grote dag gesproken mag
worden", aldus burgemeester De Koning in zijn openingswoord, waarbij hij een
bijzonder woord van welkom richtte tot de kunstschilders Ad Blok van der
Velden en Ton de Haas en de Texelse gemeenteraad. Nadat een der drie zang
verenigingen twee nummers ten gehore had gebracht, hield de burgemeester,
die tevens voorzitter van de Culturele Raad is, de volgende installatierede,
waaraan wij in ons vorig nummer reeds enkele regels hebben ontleend:
Grote veranderingen hebben zich in
de laatste halve eeuw in het maat
schappelijk leven voltrokken, niet in de
laatste plaats ook op het platteland.
Maakte men vroeger op de boerderijen
zelf boter en kaas, thans doet een goed
geoutilleerde zuivelfabriek dit, al zal
de Texelse schapenboer, zolang hij afzet
vindt voor zijn producten, wel zelf
schapenkaas blijven maken. Loondorsers
hebben het dorsen met de vlegel in on
bruik doen geraken en het beroep van
schaapherder en koewachter is practisch
uitgestorven nu prikkeldraad en schrik
draad hun taak heeft overgenomen. De
burenhulp heeft plaats gemaakt voor de
wijkzuster, om zo maar enkele voor
beelden en symptomen van de verande
ringen in de maatschappij aan te stip
pen.
De voordelen van deze veranderingen
springen dadelijk in het oog en niemand
van ons zal er aan denken deze ontwik
kelingsgang om te buigen zo dit al
mogelijk zou zijn. De structuurverande
ringen van de maatschappij zijn uitein
delijk een zegen gebleken.
Maar zien wij naast de voordelen ook
de schaduwzijden? De dorpelingen zijn
anders tegenover elkaar komen te staan
dan vroeger. Voor iets wat georgani
seerd is kan men betalen en daarmee is
de kous af. Men behoeft zich verder met
niets en niemand in te laten. Doordat
de onderlinge verhoudingen veel zake
lijker zijn geworden, worden ze ook
veel losser. De dorpeling komt meer dan
in het verleden op zich zelf te staan.
Wanneer wij de veranderingen be
schouwen en daarbij denken aan wat
verloren ging of in waarde achteruit
ging, dan valt daarbii te constateren,
dat schade werd toegebracht aan tal van
feesten en spelen ook kinderspelen;
aan vele gebruiken tal van kwade,
maar ook vele goede; aan allerlei vor
men, waarin men met elkander werkte,
woonde en zich ontspande. Wanneer
men daar tegenover stelt, wat de dorps-
bevolking zelf voor dit verlies in de
plaats stelde, dan ziet men plotseling
een leegte. Er kwamen geen nieuwe
feesten en nieuwe spelen, men amu
seert zich niet meer, maar men laat
zich amuseren; men creëert geen eigen
wooncultuur meer, maar imiteert.
Een gelijke leegte blijkt veelal ook,
indien men nagaat hoe de grotere hoe
veelheid vrije tijd wordt besteed. De
arbeidstijden werden beperkt en vacan-
tie is gemeengoed geworden. Op zichzelf
alleszins verheugende verschijnselen.
Maar wordt de aldus vrij gekomen
vrije tijd zinvol besteed? Is de beste
ding van de vrije tijd van werkelijke
waarde voor de mens? Of werkt de gro
tere hoeveelheid beschikbare vrije tijd
niet een massificatie in de hand?
Over de oorsprong, aard en omvang
van het massificatieverschijnsel zal
moeilijk overeenstemming zijn te berei
ken, maar wel zullen wij het eens zijn
met de stelling, dat de massificatie een
bedreiging vormt voor het volksleven in
al zijn geledingen, het platteland hier
van niet uitgezonderd. Het vormt een
bedreiging, die ons gehele bestaan aan
tast zonder dat wij dit direct bemerken.
Het heeft het gemunt op onze dagelijk
se levensuitingen, maar eveneens op
ons meest kostbare geestelijk bezit. Ver
vlakking, verzakelijking, ontworteling
en verharding zijn enkele van de gevol
gen. Oppervlakkigheid, banaal levensge
not, geestelijke armoede enkele van de
uitingen.
Ongemerkt ons leven uithollend gaat
de massificatie aan geen onzer voorbij.
Traditie en zede hebben in het dorp
veel van hun macht verloren. Dit is niet
alleen een gevolg van de oorlog. Het
schuilt in een veel dieper liggend pro
ces. De dorpsgemeenschap bevindt zich
op een hellend vlak. Wij moeten ons re
aliseren, dat dit samenwonen in vele
gevallen niet eens de naam van „dorps
gemeenschap" mag dragen. Een gemeen
schap toch veronderstelt een samen ver
bonden zijn óm, een samengericlit zijn
óp en een samen werken aan datgene
wat verenigt. Waar geldt dit nog?
Maar niet alleen de dorpsgemeenschap
werd aangetast, ook het gezin kreeg zijn
deel te incasseren. Oók het plattelands
gezin, waarbij ik dan echter direct wil
opmerken, dat niet alle plattelandsge
zinnen zijn aangetast evenmin als
zulks in de grote steden het geval is
maar wel, dat in vele dorpen ontbin
dingsverschijnselen in het gezinsver
band zijn waar te nemen.
Het is niet gemakkelijk om zich onbe
vooroordeeld tegenover de dorpssamen
leving te plaatsen en de diagnose te
stellen. Alleen zij, die in zichzelf de ver
vlakking voelen, die land en mensen
kent of tracht te leren kennen, zal naar
de oorzaak speuren en zoeken naar een
geneesmiddel.
Is het hiervoren geschetste beeld te
eenzijdig? Ja, zult u zeggen en wijzen
op het voortreffelijk werk van tal van
organisaties, vrouwenorganisaties als de
bond van Plattelandsvrouwen, jongeren
organisaties, werkgevers- en werkne
mersorganisaties, middenstandsvereni
gingen e.d.
Zonder ook maar op enigerlei wijze
de betekenis van het waardevolle werk
dat zij doen in twijfel te trekken, kun
nen wij opmerken, dat geen van hen de
welzijnsbevordering van de dorpssamen
leving in zijn geheel en als zodanig be
oogt. Al deze verenigingen richten zich
tot bepaalde groepen en tot bepaalde
sectoren.Opgemerkt kan worden dat zij
ook geen andere taak hebben, maar dan
rijst wel de vraag, wie dan wel over het
welzijn van de dorpsgemeenschap moet
waken.
Dit is naar mjjn mening mede een be
langrijke taak voor zover het de
Texelse gemeenschap betreft voor de
voor deze gemeente ingestelde Culturele
Raad.
De Culturele Raad voor de gemeente
Texel werd ingesteld bij raadsbesluit
van 11 Juni jl. Aanleiding tot deze in
stelling was mede het feit, dat het ge
meentebestuur de behoefte gevoelde om
bij de beschikbaarstelling van gelden
voor subsidieverlening aan verenigingen
en instellingen, die een cultureel of op
voedkundig doel nastreven, te beschik
ken over een verantwoord advies inzake
de vraag welke instellingen en vereni
gingen voor een dergelijke subsidie in
aanmerking dienen te komen.
Alhoewel één der zwaartepunten van
de Culturele Raad derhalve in het fi
nanciële vlak zal komen te liggen, zal
de taak van de Raad toch mede gelet
op het hiervoren vermelde stellig
niet beperkt worden tot het uitbrengen
van advies omtrent toe te kennen sub
sidies. Reeds de verordening, regelende
de Culturele Raad verklaart deze Raad
bevoegd aan Burgemeester en Wethou
ders ook ongevraagd alle zodanige voor
stellen en mededelingen te doen, als hij
voor het cultureel welzijn van Texel
in de meest uitgebreide zin van be
lang acht.
Cultureel welzijn in de meest uitge
breide zin: daartoe behoort het scheppen
van een gunstig klimaat voor de plaat
selijke verenigingen en instellingen, die
een cultureel of opvoedkundig doel na
streven. Daartoe behoort het behoud
van het Texelse karakter en het bewa
ren van het voor Texel van belang zijn
de volkseigene.
Daartoe behoort echter ook de manier
waarop de Texelaar zijn vrije, tijd be
steedt en zelfs behoort daartoe de wijze,
waarop wij onze woning inrichten. Deze
zorg is zoveel omvattend, dat het niet
wel doenlijk is hiervan een limitatieve
omlijning te geven. De praktijk zal het
arbeidsterrein moeten afbakenen.
De zorg voor het cultureel welzijn is
evenmin gebonden aan een bepaalde
leeftijd. Die zorg begint al bij de kleu
terscholen en houdt op bij de zorg voor
de ontspanning van de ouden van dagen.
Het grootste aanrakingsvlak zal de
Culturele Raad ongetwijfeld verkrijgen
met de verschillende plaatselijke vereni
gingen en instellingen. Als ik naga, wel
ke verenigingen Texel rijk is, dan is de
volgende onderscheiding op te stellen.
1.muziekverenigingen. Met waarde
ring maak ik hier melding van de pres
taties van hgt Koninklijk Texels Fanfa
recorps, doch ook de prestaties van de
korpsen op de buitendorpen en die van
de accordeonverenigingen mogen zeker
niet onvermeld blijven.
2. zangverenigingen. Naast de ver
schillende naar buiten optredende ver
enigingen kent Texel ook een groot aan
tal verenigingen, wier werkzaamheid
zich hoofdzakelijk beperkt tot de kerk,
waarbij de leden zijn aangesloten.
Evenals de muziekverenigingen ne
men ook de zangverenigingen in de
Texelse samenleving een belangrijke
plaats in. Ook vanavond was een aantal
zangverenigingen gaarne bereid het pro
gramma op te luisteren, waarvoor ik deze
verenigingen zeer dankbaar ben.
3. jeugd- en jongerenorganisaties. Ook
hier laat Texel wederom een grote ver
scheidenheid zien. p Met waardering
maak ik melding van de activiteiten van
de plaatselijke padvinders- en gidsenor-
gamsaties en voorts van de verschillen
de kerkelijke knapen- en meisjesvereni-
gingen. Ondanks de zeer belangrijke
prestaties van deze verenigingen blijft
een grote groeop van de jeugd ongrijp
baar. In vergelijking met andere plaat
sen in Nederland bestaat op dit gebied
op Texel zeker nog een achterstand. Met
vreugde ook constateer ik de oprichting
van enkele verenigingen toegankelijk
voor alle jongeren. Ik noem hier o.m. de
Volksdansgroep „Texel" en de jeugd
groep te Oudeschild.
4. sportverenigingen. Voetbal vormt
hier de hoofdschotel en de verschillende
verenigingen bezorgen de leden een goe
de lichamelijke ontspanning. Anderzijds
is de laatste jaren een verheugende op
leving van de handbalsDort te constate
ren. Afzonderlijk noem ik hier ook de
gymnastiekvereniging Texel, een voor
de lichamelijke opvoeding van de mens
wel zeer belangrijke vereniging. Overi
gens is de activiteit van de motorsport
vereniging, de paardensportvereniging
en de tafeltennisclub nog afzonderlijk te
vermelden.
Veel is voor sportlievend Texel reeds
bereikt, doch evenveel terreinen liggen
er nog braak. Ik denk aan de oprichting
van een volleyballclub, het ter beschik
king komen van een badmeester, zo
broodnodig voor het hier wel zeer be
langrijke zwemonderwijs, aan de inrich
ting van tennisbanen, aan de inrichting
van ijsbanen.
Het terrein van de sport is zoveel om
vattend, ook als het terrein van de sport
benerkt wordt tot het begrip sport in de
zm van lichamelijke ontspanning en
daar dus de verschillende damclubs,
bilartclubs, klaverjas- en bridgeclubs
niet bij worden inbegrepen dat de
vraag gerechtvaardigd is, in hoeverre het
niet pewenst is, dat uit de kringen van
de sportorganisaties een initiatief naar
voren, komt om tot een overkoepelend
orgaan voor de sport te komen. Reeds is
een dergelijke samenwerking aanwezig
waar het geldt de medische keuring voor
de sportbeoefening, terwijl ook bij de
jongste sportuitwisseling tussen Texel
en Wieringen een verheugende samen
werking te zien was. Doch ook hierbij
demonstreerde zich het gemis van een
alles-ovenKoepelend orgaan: werd niet
ter gelegenheid van deze SDortdag ook
een behendigheidswedstrijd voor moto
ren gehouden. Beide evenementen heb
ben elkaar onherroepelijk schade berok
kend. Na overle" in een overkoepelend
orgaan zou zulks te voorkomen geweest
zijn. Een dergelijk overkoepelend or
gaan ik zou het naar het Wieringer
voorbeeld een sportraad kunnen noemen
zou door een lid vertegenwoordigd
kunnen worden in de Texelse Culturele
Raad.
5. toneelverenigingen. Een aantal
Texelse toneelverenigingen heeft zich
een vaste plaats in de Texelse gemeen
schap veroverd, een aantal kleinere
groepen zoekt naar de juiste vorm doch
heeft niettemin een belangrijke plaats
in de dorpen. Ik stel mij voor, dat de
culturele raad ook hier een belangrijke
stimulerende taak heeft. Door bv. een
toneelwedstrijd te organiseren, hiervoor
een subsidie beschikbaar te stellen, be
oordeling door een ter zake kundige
jury te bereiken en een nabespreking
van de beoordelingsrapporten te houden,
zal het mogelijk zijn het peil van de to
neelvoorstellingen nog op te voeren.
Een andere mogelijkheid is nog gelegen
in de spreiding van toneelvoorstellingen.
Veelal worden de voorstellingen alleen
te Den Burg of in één van de buiten
dorpen gegeven. Indien een bepaalde
vereniging bereid zou zijn ook één of
meerdere uitvoeringen in andere plaat
sen te geven, dan zou zulks stellig het
bezoek stimuleren en zou zulks een sub
sidie van de Culturele Raad kunnen
rechtvaardigen.
6. ontwikkelingsverenigingen. Met gro
te waardering volg ik het streven van de
verschillende ontwikkelingsverenigin
gen. Ik noem hier in de eerste plaats,
de oudste gevestigde vereniging,
het departement van Texel, van de
Maatschannjj tot Nut van 't Algemeen.
Deze vereniging is evenwel stellig nog
geen van oude van dagen, want zij toont
met haar tijd te kunnen meegaan. De
vereniging is zeker tot het aantrekken
van zeer goede cultuurkrachten in staat.
Ook het streven van de R.K. Ontwikke
lingsclub te Den Burg en dat van de
ontwikkelmgsverenigingen in de bui
tendorpen is zeer bemoedigend. Op die
dorpen, waar dergelijke verenigingen
nog niet zijn gevestigd zijn ook hier nog
grote mogelijkheden aanwezig. Wellicht
naast mogelijkheden, ook moeilijkheden,
doch deze verenigingen zullen stellig
ook met gunstig resultaat een beroep op
de Culturele Raad moeten kunnen doen.
Apart maak ik nog melding van de
Vereniging van oud-leerlingen van de
lagere landbouwschool en van de afd.
Texel van de Vereniging van Platte
landsvrouwen. Beide verenigingen heb
ben grote betekenis voor de Texelse ge
meenschap. Hun prestaties en activitei
ten zijn veelbelovend. De vraag rijst in
hoeverre de oprichting van een vereni
ging van oud-leerlingen van de land-
bouwhuishoudschool op Texel mogelijk
heden heeft. Een dergelijke vereniging
zou mettertijd goede krachten kunnen
kweken voor de afd. Texel van de Ver
eniging van Plattelandsvrouwen.
7. Dorps- en buurthuizen. Het Militair
Tehuis, tevens dorpshuis te Den Burg
voorziet in een behoefte. De mogelijk
heden worden evenwel nog te weinig
benut. Gebrek aan leidinggevend kader
bv. voor handenarbeid fnuikt zich ook
hier. Voor vorming buiten schoolver
band liggen hier grote mogelijkheden,
evenals overigens op de overige dorp-
pen. Wellicht ligt hier mede een be
langrijke taak voor het onderwijzend
personeel. De stichting van een buurt
huis te Oost is verheugend. Juist dooi
de stichting van dorps- en buurthuizen
kan het plaatselijke verenigingsleven in
belangrijke mate gestimuleerd worden.
Oudeschild heeft zijn „Eigen Gebouw",
Den Hoorn zijn „Ons Huis", Oosterend
zijn gebouw voor Christelijke Belangen,
terwijl De Waal en De Koog belangrij
ke mogelijkheden zullen verkrijgen na
de gereedkominc van de beide openbare
scholen aldaar. Het zal mede de taak
van de Culturele Raad zijn er voor te
zorgen, dat deze gebouwen t.z.t. een
juiste bestemming zullen krijgen.
8. Overige instellingen en verenigin
gen. Als zodanig zou ik in het culturele
of opvoedkundige vlak de aandacht wil
len vestigen op de speeltuinvereniging
en op de Vereniging voor Texelse Folk
lore en Volksfeesten. De initiatieven vèn
de laatste vereniging zijn veelal zeer
origineel en waarborgen meestal een
succes. Ik herinner aan de door deze
vereniging georganiseerde handvaardig
heidstentoonstelling, een initiatief, dat
zeker periodiek herhaling behoeft om
de zelfwerkzaamheid van de bevolking
te stimuleren. Wellicht kunnen ook ten
toonstellingen op andere terreinen wor
den mogelijk gemaakt.
De jeugdherberg „Panorama" neemt
een belangrijke plaats in in het jonge-
renbezoek aan Texel. Hoewel een be
langrijke uitbreiding van het aantal
Texelse joneens en meisjes, dat jeugd
herbergen aan de overkant bezoekt, valt
te constateren, zal ook dit werk, nog
meer, dan wellicht in het verleden wel
eens is geschied, bij de Texelse jeugd
dienen te worden aanbevolen.
Texels Museum is mede dank zij de
financiële steun van de N.V. TESO en
de gemeente in staat geweest zich
snel van de slagen, toegebracht in de
oorlogsjaren te herstellen. In vele op
zichten is dit vooroorlogse peil zelfs
overtroffen. Verheugend is, dat het be
zoek aan het museum zich in een steeds
stijgende lijn blijft ontwikkelen.
De culturele raad zal zich voorts heb
ben bezig te houden met het vinden
van een passende bestemming voor het
inmiddels gerestaureerde perceel Koger-
straat 1. In de gemeenteraad is reeds de
suggestie gedaan dit perceel in te rich
ten tot oudheidskamer. Voor de verwe
zenlijking van dit project zal evenwel
nog heel wat dienen te gebeuren.
Een tweetal verenigingen werkzaam
op het gebied van het aantrekken van
cultuurmanifestaties van elders wil ik
nog afzonderlijk noemen, t.w. de VW,
die vooral in de zomermaanden ook een
belangrijke coördinerende taak heeft
en veelal in het seizoen prima gezel
schappen van de overkant of uit het
buitenland aantrekt. Wellicht zou 't be
stuur van deze vereniging ook eens kun-
Zie vervolg pagina 3