Cff'Ot'ii Ttvartsjexeh in het harL,
V ergroting haven Oudesehild
dringende eis
Het Koninklijk Texels Fanfare
gaf haar winter-uitvoering
Vuiirtorencluincomplex voert de strijd aan drie fronten strategisch staat het er dus niet best voor
WOENSDAG 19 JANUARI 1955
69e JAARGANG No.
T E X E LS E® COURANT
Uitgave N.V. v.h. Langev&Id de Rooi]
Boekhandel Drukkerij Bibliotheek
Den Burg - Texel - Postbus 11 -Tel. 11
Verschijnt Woensdags en Zaterdags.
Bank: R'damse Bank, Coöp. Boerenl.
Bank. Postgiro 652.-Abonn. pr. f 1,95 p.
kwart, -j- 20 ct. incasso. Adv. 8 c. p.mm.
Niet alleen aan de Noordzeezijde, ook
vanuit het Noordoosten wordt de vuur
toren belaagd. Donderdag drong de
zee door tot ten Z.O. van het kamphuis
„De Robbenjager". Het scheelde niet
veel of „de robbenjager" kon vanuit zijn
kamer de zee op. Postbode Troost had
maar een hele sjouw met zijn fiets door
He duinen, want de weg, waaraan eens
het Eierlandse Huis lag, was finaal van
de kaart, zoals op bovenstaande foto
blijkt: daar, waar ons gemotoriseerd
stalen ros is geparkeerd, hield de weg
Donderdag op. Het water kan hier ge
makkelijk binnenstromen, want in de
loop der jaren zijn de duinen aan Texels
Ons havenprobleem is een groot en
dringend probleem. Dat er niet veel eer
der een actie is ontketend om te komen
tot vergroting van de haven is eigenlijk
wonderlijk, omdat velen de narigheid
van een te kleine haven, van een tekort
aan kadegelegenheid, dag-aan-dag on
dervinden. Eigenlijk zijn hierbij niet al
leen de beurtschepen, de kotters, de
graan- en kunstmestschepen en de
schepen, die brandstoffen en bouwmate
rialen moeten aanvoeren bij betrokken:
een kleine haven schaadt de economi
sche zaak van heel Texel. Immers, kan
men een schip niet op tijd lossen dan
moet het uiteindelijk op Texel belande
produet duurder worden: m.a.w. dit is
een kwestie, die geheel het eiland aan
gaat. Let wel, de bewoners Van Den
Hoorn of het Horntje kunnen zich met
evenveel enthousiasme achter deze zaak
stellen als zij. die tot onze Oudeschilder
volksgemeenschap gerekend mogen wor
den, want deze aangelegenheid gaat ge-,
heel buiten het verbindingsprobleem
zelf om.
Onze beide Middenstandsverenigingen
hebben dan ook terstond de grootst mo
gelijke medewerking toegezegd, toen
van de zijde der beurtschippers, de
graan- en kunstmest-, brandstof- en
bouwmaterialenhandel en van de zijde
der kotter vissers de klacht geuit werd
-over de précaire situatie, waarin onze
haven momenteel verkeert.
De schepen moeten dikwijls vele uren
wachten eer hun kaderuimte toegewe
zen kan worden en die gedwongen lig
dagen kosten de Texelse gemeenschap
1 geld.: de bedrijfskosten vindt de bevol
king uiteraard terug in de prijzen.
Als een kottervisser, die het eerst is
binnengekomen, vroeger wil vertrekken
dan zijn collega's, kan hij zulks niet ten
uitvoer brengen, omdat hij zich de weg
naar zee versperd ziet. En welk een
moeite en zorg en tijdverlies brengt het
bunkeren van olie en ijs niet -met zich.
Een halve dag verspilt men zó. Boven
dien zullen de moeilijkheden steeds gro
ter worden, want dekottervloot breidt
zich voortdurend uit. Thans telt ze 15
vaartuigen, maar wie weet hoe gauw dit
er al weer 20 of meer zijn.
De middenstanders gevoelen zich
eveneens benadeeld door de te kleine
haven: jachten zien ze in Oudesehild
practisch niet meer, omdat er voor deze
schepen helemaal geen ruimte beschik
baar is. Neem voorts de komst van de
Zeeuwse vissers: verreweg het meren
deel kiest momenteel de haven van De
Oever op Wieringen. Verschillende
Zeeuwen denken er ernstig over om
zich ergens bij hun Waddenzeese vis
gronden te gaan vestigen. Oudesehild
ligt. zeer gunstig voor hen, maar de ha
ven biedt ook hun geen ruimte.
Argumenten op grond waarvan ver
groting van Oudeschild's haven urgent
genoemd moet worden, zijn er dus ge
noeg. Wij hopen dan ook, dat de be
trokken instanties een open oog willen
hebben voor de moeilijkheden.
De Besturen onzer Middenstandsver
enigingen hebben thans aan B en W het
verzoek gericht een en ander in confe
rentie te brengen en zij trachten zich in
de eerste plaats de medewerking van
ons gemeentebestuur te verzekeren.
„Ik kan mij niet voorstellen, dat er
ook maar één Texelaar zal zijn, die zich
togen het plan tot vergroting van de
haven van Oudesehild zal willen ver
zetten". Aldus een stem uit de Midden-
Ruwe, schrale huid
Geneest snel
standssector, „temeer omdat de vaart op
Oudesehild vooral de laatste tijd belang
rijk toeneemt in verband met de werk
zaamheden voor de ruilverkaveling, de
verbetering der dijken etc. Is het dus
geen geschikte tijd om juist nü de stoot
tot dit plan te geven, nu plannen in de
maak zijn tot verbreding van de haven
mond en is het economisch ook niet ten
volle verantwoord om juist nü deze ob
jecten in één ruk uit te voeren?!"
Ja, nü dient ook in deze de hand aan
de ploeg te worden geslagen, tot heil
van Texel.
Mosselpraalje in <le
Tweede Kamer
Diverse leden van de Tweede Kamer
hebben op 1 December jl. het woord ge
voerd naar aanleiding van de mossel
visserij en de hierméde verband hou
dende problemen.
Omdat vele lezers voor dit onderwerp
belangstelling zullen hebben, zullen wij
er enkele bijdragen aan wijden:
De heer Van der Zaal sprak als volgt:
Een passage in de Memorie van Ant
woord is gewijd aan de mosselvisserij
in de Waddenzee. De Laatste jaren wordt
hier door de Zeeuwen intens gevist. De
Waddenvissers beschouwen hen min of
meer als ongewenste indringers. De Vis
serij-inspectie houdt hiermee rekening.
De visgronden van de Waddenvissers
worden niet bestemd voor de mossel-
cultuur. Dit schijnt zeer rechtvaardig.
De vraag is echter, of de ene groep niet
bevoorrecht wordt boven de andere. Al
len vechten om hun bestaan. Naar mij
werd medegedeeld, is het terrein voor
de mosselvissers, hun getal in aanmer
king genomen, naar evenredigheid veel
kleiner dan dat van de Waddenvissers.
Ook wordt door de eerste groep, naar
men beweert, de grond veel economi
scher gebruikt dan door de tweede.
Gaarne zou ik hierover van de Minister
nadere gegevens ontvangen.
Het mosselbedrijf schijnt tegen
woordig in tegenstelling met hetgeen
vroeger wel het geval geweest is, een
lonend bedrijf te zijn. Geen wonder dus,
dat er aandrang op de Minister wordt
uitgeoefend om telkens nieuwe mossel
vissers op de Waddenzee toe te laten.
Ook de Tesselse mosselvissers vragen
hierom. Ik zou hier toch een waarschu
wend geluid willen doen horen. Ik ben
persoonlijk in de gelegenheid nauw
mede te leven met de Zeeuwse mossel
vissers. Wanneer de tijd is aangebroken
om zaad te vissen, schijnen zij wel met
electriciteit geladen. Bij het krieken van
de dag trekken zij er op uit. Hoort men
hun verhalen, dan is het, of er een strijd
gestreden wordt, soms op leven en dood,
om toch maar het nodige zaad machtig
;;e worden. Dit zou onnodig zijn, als er
een overvloed bestond.
In het najaar heeft de Visserij-inspec
tie, gelet op het feit, dat in Zeeland bij
na geen zaad te verkrijgen was, het plan
gehad om de Zeeuwen nog driemaal de
gelegenheid te geven zaad te vissen.
De eerste maal stelde de vangst al te
leur, zodat men van het plan moest af
zien. Dit behoeft nog niet onrustbarend
te zijn. Het zou het wel worden, wan
neer het op de Waddenzee zou gaan ge
lijk het op het IJsselmeer gegaan is,
waar men door te intensieve bevissing
tenslotte roofbouw pleegde. Dit zou te
meer klemmen, als de Regering zou
komen met het door de Zeeuwse vissers
gevreesde Deltaplan. De Minister dient
dus zeer ervoor te waken niet een te
groot aantal mosselvissers toe te laten
oo de Waddenzee. Indien ik dit te pes
simistisch zie, zal ik dit gaarne van de
Noordoostkust zo goed als geheel ver
dwenen. Men had dit al lang zien aan
komen, want reeds vóór de Tweede
Wereldoorlog werd daar uit Voorzorg 'n
dijk aangelegd. Ook legde men er een
stevig bolwerk aan. dat thans de eerste
klappen opvangt, d.w.z. waar de zee
meer zuidwaarts het eiland aanvalt,
want ten noorden van het reddings-
boctstation kan de zee gemakkelijk
binnendringen. Omdat aan de kustver
dediging tussen het reddingboots tation
en de vuurtoren niets wordt gedaan,
hebben velen de indruk, dat men de to
ren de hoge kosten, welke het behoud
van dit gebied zullen vergen, niet
waard acht. Inderdaad is het niet on
mogelijk, dat een deugdelijke kustver
dediging enige malen de kosten van
een nieuwe toren zal betekenen,
maar vergeet men dan niet, dat de zee
straks achter de plek waar de toren nog
staat, om gaat en op die manier polder
Eierland tracht te verschalken?
Minister vernemen.
Mijnheer de Voorzitter! De dienst van
de Inspectie der Visserij in het district
Harlingen is zeer uitgebreid. Hij omvat
zowel de Friese als de Groningse Wad
den. De Inspectie moet onderzoekingen
doen en percelen uitpalen voor paling,
garnalen, ansjovis en niet het minst ten
behoeve van de Zeeuwse mosselkwekers.
De inspectie heeft voor de werkzaam
heden van het grondonderzoek, dat
steeds door moet gaan, dringen behoefte
aan twee vaartuigen. In 1950 waren er
maar twee mosselkwekers op het Wad.
Nu schat ik, dat er honderden zijn. Het
aantal inspectie-onderzoekvaartuigen
werd echter niet uitgebreid. Er moge
spoedig een goed nieuw werkvaartuig
komen, met de nodige toerusting om te
kunnen vissen en te onderzoeken en een
kleiner vaartuig, waarvan de bioloog
steeds gebruik kan maken.
De heer Van Dis:
Mijnheer de Voorz.-ctsr! Ik ga thans
over tot een andere kwestie, nl. die van
de gevolgen van een eventuele afslui
ting der zeegaten. Uiteraard kan op
deze aangelegenheid thans nog niet
nader worden ingegaan, daar nog niet
eens definitief vaststaat, wat er ten deze
gebeuren gaat. Dat wij toch in verband
hiermede enkele opmerkingen wensen
te maken, is het feit, dat aan deze af
sluiting wel zeer ernstige consequenties
verbonden zijn met het oog op de mos
sel- en oestercultures in Zeeland. Zou
den deze cultures daardoor ten onder
gang gedoemd worden, dan zou dit voor
degenen, die daarin hun bestaan heb
ben, wel een zeer zware slag zijn. Dit
geldt wel in het bijzonder voor de
oesterkwekers, daar voor de mossel
kwekers nog een uitweg is naar de
Waddenzee, al zal ook daar een grens
aan zijn. Wij bevelen de belangen van
de oester- en mosselkwekers dan ook
ten zeerste in de aandacht van de Mi
nister aan, daar het wellicht niet uit
gesloten is, dat er een zodanige afslui
ting kan bewerkt worden, dat de oester-
en mossel cultures behouden kunnen
blijven.
De heer De Ruiter:
Over één punt van de begroting wil
ik echter gaarne spreken. Er is gespro
ken over overbrenging van de mossel
visserij uit de Zeeuwse en Zuidhollandse
stromen naar de Wadden. Ik zou het
een daad van goed beleid achten, in
dien hier de mogelijkheid geschapen
wordt voor de Zeeuwse en Zuidhol
landse mosselvissers om hun arbeid
voort te zetten. In de eerste plaats, om
dat men in het zuiden zeer veel last
heeft van de mosselparasiet, maar ook
in verband met de uitvoering van het
Deltaplan in de toekomst; deze mossel
vissers moeten dan elders hun bedrijf
kunnen voortzetten.
Als bewoner van de Waddeneilanden
gedurende enige jaren weet ik, dat er
buiten de eilanden ruimte genoeg is om
de mosselvisserij uit te oefenen zonder
hinder voor de vissers van de Wadden.
De afzet van mosselen, die 43 millioen
kg per jaar bedraagt, acht ik voor onze
nationale welvaart buitengewoon be
langrijk. Indien ten gevolge van de ver
plaatsing van deze visserij naar de Wad
den dit product parasietvrij wordt, zal
de afzet nog kunnen worden vergroot.
Geschillen tussen mosselvissers en
Waddenvissers kunnen door de inspec
tie worden beslecht. Veel moeilijkheden
zal dit niet geven, omdat er op de Wad
den ruimte genoeg is.
(Slot volgt)
IIOOG WATER
19 Jan. 3,50 en 16.40; 20 Jan. 5.00 en
17,50; 21 Jan. 6,15 en 18,50; 22 Jan. 7,20
en 19,40.
Aan het strand is het ongeveer een uur
eerder hoog water-
Ontleend aan „De getijtafels voor Ne
derland 1955" bewerkt bij de Directie
Algemene Dienst van de Rijkswater
staat.
Wij stellen U
sinds
Onder leiding van hun
actieve en bekwame di-
rigenti de heer A. J.
Vonk heeft ons Konink
lijk Texels Fanfarecorps
Vrijdagavond in „De
Oranjeboom" voor een
flink aantal muzieklief
hebbers-donateurs de
eerste van zijn twee
winteruitvoeringen ge
geven. De voorzitter, de
heer J. Schrama, ver
welkomde in het bij
zonder Burgemeester en
mevrouw De Koning,
wethouder S. de Waard
en echtgenoteen de be
sturen der zustervere
nigingen.
„Wij prijzen ons gelukkig, dat de ver
standhouding perfect is. De geest van
kameraadschap en samenwerking zal dit
jaar waarschijnlijk zijn hoogtepunt be
reiken in de gezamenlijke organisatie
van het Concours van de West-Friese
Bond van Harmonie- en Fanfarecorp
sen: het is namelijk zo goed als zeker
dat dit concours dit jaar op Texel zal
worden gehouden. Er is nl. slechts één
uitnodiging door het Bestuur ontvangen
en wel van Texel. Bovendien vieren
D.E.K., Den Hoorn en V.I.O.S., Oost, dit
jaar hun resp. 30- en 25-jarig bestaan.
1955 belooft dus voor onze muziekwereld
een bijzonder belangrijk jaar te worden.
Na deze opening was het woord aan
de muziek, d.w.z. wederom, want zij
hadden ons reeds vooraf op een pittige
mars vergast. Dat is altijd een leuk be
gin, als de fanfare weerklinkt en het
doek langzaam vaneenwijkt. Wij heb
ben ons afgevraagd hoe dikwijls het
Texels Fanfarecorps .al voor haar
donateurs is opgetreden. In September
zal het corps 64 jaar bestaan. In 1909
ging het voor het eerst op concours.
Schuchter, en nu spelen ze in de Ere-
Afdeling. Ja, er is animo voor de mu
ziek. Het aantal leden is flink, wat men
vanuit de zaal in één oogopslag kon
vaststellen en de lust tot musiceren
groot, wat blijkt uit het trouwe bezoek
der repetities.
Muziek voor jong en oud, dóór jong
en oud, want ook de heren Zijm en
Schrama zijn nog steeds vol vuur en
liefde in touw, terwijl steeds weer nieu
we adspirant-leden de gelederen komen
versterken: zagen we er Vrijdagavond
niet knapen bij, wier kuif vér beneden
het draaiboek lag?
Muziek. Het programma van Texels
Fanfare bood zoals steeds veel afwisse
ling met marsen, een wals, ouverture
etc. De tambours hadden een belangrijk
aandeel in de Mars „De Vierde Divisie",
die in een pittig tempo werd uitgevoerd.
Vervolgens Folkloristische Paraphrase
naar oude danswijzen uit Westfriesland.
Een mooie vertolking, waarbij de spe
ciale streeksfeer van dat stukje Neder
land goed werd aangevoeld.
Ook de Huzarenwals vermocht ons oor 't
zijne te geven. Na die flinke Huzaar, die
het werkelijk dééd, het nummer „Boven
de Sterren", dat van pianissimo tot
crescendo varieerde, iets wat ons niet
helemaal reëel voorkwam. De componist
houdt blijkbaar bijzonder van bijzonder
contrast. Als hij bij het pianissimo een
bepaalde sfeer wil scheppen is dat zijn
goed recht, maar hoe zulks met 'n daar
op volgend stukje stevig volume kan
samengaan is ons niet helemaal duide
lijk. Het eerste deel' werd besloten met
de zeer geslaagde mars Semper Fidelis.
Na een korte pauze opende het
corps met Roem en Eer, een prachtige
mars, die gevolgd werd door de ouver
ture Le cheval de Bronze, welk nummer
voor de heren II. Zijm en J. Schrama, die
1913 lid zijn van Texels Fanfare.
grote technische kwaliteiten vereist. Wel
onze muziekmensen hebben de daarin
opduikende klippen prachtig omzeild en
de andere moeilijkheden glansrijk over
wonnen. Zo werd dit tot een voortref
felijk uitgevoerd stuk. Het daarna ge
brachte nummer Marie Henriëtte kon
ons daarentegen minder bekoren. De
muzikale prestaties willen wij daarbij
niet becriticeren, die konden de toets
der critiek wederom ruimschoots door
staan, maar de componist kan onmoge
lijk met Henriëtte naam hebben ge
maakt. Het boeide ons nl. niet erg. Be
sloten werd met het succesnummer Co
lonel Bogey on Parade, dat na een be
trekkelijk matige start er bij iedere
maat beter en spontaner uitkwam.
Al met al dus een geslaagd concert,
dat recht heeft door de .ganse schare
van donateurs te worden beluisterd.
Na de pauze werd er traditiegetrouw
een toneelstukje opgevoerd. Het heette
„Een raar stelletje mensen" en besloeg
twee bedrijven. Hierin traden op:
Adriaan Putmans, pensionhouder, Henk
Zijm, Hendrika, zijn vrouw, Mevr. Vet
ter, Els, hun dochter, Mevr. Westdorp-
Stechwey, Kitty, hun nicht, Adrie Hal-
sema, Ed Munster, kunstschilder, Jaap
Bakker, Dokter Welling, psychiater, Jan
Kok, Kees Bax, kaasfabrikant, Oom van
Ed, Jb Schrama.
Er werd alleraardigst gespeeld en het
loon was dan ook een sterk meelevende
zaal met een daverend applaus.
De feestelijke uitvoering werd beslo
ten met een geanimeerd bal onder lei
ding van de band van Henk Craanen.
Texels Fanfare geniet ook de belang
stelling van de prille jeugd.