Texelaar op expeditie naar het
land van de middernachtzon
YMANS
'düomat
Het laatste boek ter
wereld
«aas v.\~
C. K00IJIVIAN, Den Burg, lei. 3.
Het was op 27 Juli, dat wij van onze
mijncompagnie „Prospectors Airways",
gevestigd te Toronto, het bericht ont
vingen, dat wij ons gereed moesten ma
ken voor vertrek naar de Yukon. Yukon
is de naam voor het Canadese Alaska.
De hoofdstad White Horse was het eind
punt van onze vliegtocht - de reis ging
namelijk door de lucht. Op de avond
van de 2de Augustus cirkelden we bo
ven Toronto en 's morgens om zes uur
streek ons toestel bij Edmonton neer.
(Zie de kaart, lezers!). Het tweede tra
ject was nog mooier dan het eerste: we
vlogen over de Peacerivervalley en de
beroemde Rocky Mountains. Na 4200
kilometer vliegen bevonden wij ons in
White Horse, de hoofdstad van Cana
dees Alaska. De stad telt een paar dui
zend inwoners, is dus ongeveer zo groot
als Den Burg, terwijl de gehele Yukon,
die een oppervlakte beslaat van 530.000
km2, hoogstens 10.000 inwoners telt,
dus ongeveer zoveel als op het kleine
eiland Texel!
White Horse is een plaats met grote
tegenstellingen. Hier staan nog de blok
hutten van de goudzoekers van vroeger
en ook nog een kerk van boomstammen
en daar vlak naast moderne winkels en
hotels. White Horse ligt aan de Yukon-
river en daar varen nog de oude rader
boten, maar de meeste zijn nu opgelegd.
In de zomer vaart er nog een enkele
voor toeristen en vracht, wat ze dan op
platte schuiten met zich mee voeren, die
ze niet achter maar voor zich hebben en
zo vooruit duwen, want vanwege de
grote raders, die ze van achteren heb
ben, kunnen ze ze daar niet hebben.
Op 6 Aug. vertrokken we naar een
toeristenkamp, wat ons uitgangspunt
zou zijn, 60 km van White Horse aan
de Alaska Highway, wat een pracht weg
is. 2.455 Km lang en gedurende de laat
ste oorlog aangelegd, wat een enorm
werk is geweest. Over de bergen en
door grote moerassen en meestal was
de grond hard bevroren. Zodoende von
den ze nog volkomen gaaf gebleven ma-
moeten, waar zelfs het vlees nog eet
baar van was, doordat het al die jaren
in bevroren grond had gezeten.
De volgende dag vertrokken we al
weer vroeg uit het kamp, met een
vrachtauto beladen met kampuitrusting
en voedsel, want van toen af zouden we
voor 2Vz maand op onszelf zijn aange
wezen. We volgden de „landroad" een
225 km. Ook deze weg was gedurende
de oorlog door het Amerikaanse leger
aangelegd. Hij voert naar oliebronnen
op de Poolcirkel Normen Wells. Er werd
vandaar een pijpleiding aangelegd naar
White Horse, wat alles tezamen zo'n
300 millioen dollar had gekost, en toen
dit alles klaar was, bleek dat de pijp
leiding te smal was en dat het goedko
per was om de olie per vliegtuig uit de
Ver. Staten in te voeren! Die weg is een
900 km lang, maar is nu geheel ver
waarloosd en op sommige plaatsen bijna
onbegaanbaar geworden door aardver-
Onze vroegere eilandgenoot,
de heer Theus Bakker, die sinds
zijn eerste vertrek naar Canada
al weer met vacantie op Texel
is geweest, maar tóch weer emi
greerde, daar het bollenlandje
aan de Duinweg bij de Wester-
mient hem niet meer zo erg kon
boeien, heeft een uitgebreid
relaas geschreven over een ex
peditie naar het land van de
Middernachtzon. Wij publiceren
hierbij het eerste deel van zijn
reisbeschrijving.
schuivingen en de meeste bruggen zijn
ingestort of staan op instorten, daarom
gingen we dan maar liever door de ri
viertjes. Ze zijn meestal ondiep en heb
ben een rotsbodem, daar het bergstro
men zijn.
Tegen de avond kwamen we door el
kaar gerammeld bij de Pellyriver.
Gauw kamp gemaakt en ki de slaapzak.
Het moest eerst wel even wennen om
op de grond te slapen, maar na een
uurtje ging het wel en ik heb er later
heel wat uurtjes in zoet gebracht, zo'n
slaapzak is goed voor 50-60 gr. vorst!
De volgende morgen was het prachtig
weer en hing een soort waas tussen de
bergen, wat je daar dikwijls had in de
zomer. Dat komt doordat ongeveer 10
cm onder de oppervlakte een 10 cm dik
ke laag vulkanische as ligt, afkomstig
van een vulkaan 300 km daar vandaan,
maar die nu al jaren met sneeuw en ijs
bedekt is. Veel hebben we die dag niet
gedaan, alleen de buurt wat verkend en
de tenten wat steviger vastgemaakt.
Er lag daar ook een Indiaanse neder
zetting vlakbij „Rosspost" geheten, daar
woonden een paar gezinnen, de rest was
voor de zomer te zalm vissen!
De Pellyriver is een snelstromende
rivier met vele zandbanken er in. Hij is
zo'n 200 m. breed en hier was een voet
brug over de rivier gebouwd, die aan
een paar lange kabels hing.
We zaten hier op een soort plateau, 'n
2500 voet boven zee. De bedoeling was,
dat we hier een vlot zouden maken om
een bulldozer mee te nemen de rivier af.
Er waren hier bulldozers genoeg in de
buurt, door de Amerikanen achtergela
ten bij het aanleggen van die weg, ook
lagen er overal oude vrachtauto's en 'n
wrak van een vliegtuig.
8 Aug. Vandaag begonnen met bomen
hakken voor het vlot, een oude vracht
auto werd gebruikt om ze uit het bos te
slepen naar de rivier, want sommige
waren zo'n 20 m. lang.
9 Aug. De pakpaarden komen binnen,
ze zouden per auto hier naar toe worden
gebracht, maar daar voelden deze bees
ten niet veel voor. Eén sprong er dan
ook uit, boven op de cabine en vandaar
op de motor, zakte daar door en schopte
toen nog even een vooruit in. Daarop
hebben een paar Indianen ze maar lo
pende gebracht, zo'n 250 km lopen en
toen werden ze de rivier overgezwom
men, wat him goed afging. Ze zijn klein
van stuk, hebben nogal lang haar en
leven meest van wat taai gras en boom
bladeren.
De gehele middag zitten we al te
wachten op een bootje, waar mijn
vriend Finn, een geoloog, de rivier mee
af zou komen. Hij was al voor 10 dagen
in het bos en zou met een paar Indianen
terugkomen om ons op te halen. Het
was al laat in de avond toen we het
bootje door de bocht van de rivier za
gen komen en het werd een hartelijk
weerzien, want ik had hem al in geen 6
maanden ontmoet.
Toen hij me vertelde van de toestand
daar in de bergen, begon de moed me
wel wat in de schoenen te zakken. De
Indianen hadden diezelfde middag nog
2 beren geschoten, die het kamp onvei
lig maakten. Een ervan was geschoten
door een jongen van 9 jaar, dat was een
bruine beer, zijn vader schoot even la
ter een zwarte.
10 Aug. Vandaag het vlot klaar gekre
gen. Toen de bulldozer er op stond, was
er van het vlot niets meer te zien,
maar het bleef drijven en werd door de
indianen zonder ongelukken de rivier
afgebracht. (Wordt vervolgd)
Het gebeurde een kleine twee jaar
geleden, op de top der wereld, niet zo
heel ver van de Noordpool af. Een be
kend Nederlands radio-reporter en ik
hadden, na een eindeloos lange reis
langs de Westkust van Groenland, de
allerlaatste, meest Noordelijke plaats ter
wereld bereikt, waar nog menselijk le
ven voorkwam: Thule. Thule, een ultra
kleine nederzetting van Eskimo's, wier
enige wens was, zo weinig mogelijk con
tact met de buitenwereld (dat wil zeg
gen: met de wereld der blanken) te heb
ben. Deze Eskimo's verkozen een leven
in hun Stenen Tijdperk vérre boven dat,
hetwelk samenhing met alle werkelijke
of vermeende zegeningen van de Twin
tigste Eeuw.
Op Thule deden we een paar wonder
lijke ontdekkingen, en een ervan was
het vinden van het laatste boek der
ter aarde. Ik vond het in een der ver
laten igloo's, turf-hutjes, van de stam.
Die stam was er overigens niet meer. Hij
was gevlucht toen de Amerikaanse
luchtmacht z'n beroemde „Operation
Blue Jay" inzette, die resulteerde in de
vestiging van een mammoet-vliegbasis
op de plaats van de Eskimo-nederzetting
Deze geweldige onderneming, in allure
te vergelijken met de landing in Nor-
mandië door de geallieerden in de
tweede wereldoorlog, had tot gevolg dat
de zeehonden, de walrussen, de beren,
de witte en blauwe poolvossen en de vo
gels vluchtten. Ze verkozen niet te le
ven in een wereld van lawaai, stank en
afval. Ze zochten een nóg Noordelijker
plaats op om te leven. En de Eskimo's
volgden hen, omdat ze zonder die zee
honden, walrussen enz. niet konden be
staan. Toen wij op Thule aankwamen,
vonden we daar slechts enkele achter
gebleven Eskimo's. Wat heel oude en
enkele heel jonge. Ze zouden later met
sleden gehaald worden en ook Noorde-
BIM EN BAM
Vandaag is het wasdag en
Bim en Bam hebben het vre
selijk druk. Alles moet in het
sop. Gelukkig, dat ze een
mooi grasveld hebben voor 't
bleken. Wat hebben ze het
druk en ze zijn daarom ook
maar wat blij als drie aapjes
komen vragen of zij de beer
tjes mogen helpen. „Natuur
lijk! En als jullie goed je best
doen, krijgen jullie ieder een
grote sinaasappel". De aapjes
zijn erg bijdehand en ijverig
en na een poosje liggen alle
kleren in de zon op het gras
veld. Maar als Bam met de
sinaasappels aankomt, verge
ten de aapjes helemaal dat er
nog schone kleren liggen te
drogen en ze rennen erover
heen naar Bam. Natuurlijk
hebben ze vuile voeten, zodat
Bim en Bam weer helemaal
opnieuw met de was kunnen
beginnen! En of de aapjes nu
de sinaasappels gekregen
hebben, ja, dat weten we niet.
lijker verdwijnen.
Ik bezocht die verlaten igloo's van
's werelds laatste nederzetting. Veel bij
zonders vond ik er niet in: wat skelet-
delen van robben en walvissen, kapot
huisraad (gemaakt uit diezelfde skelet-
delen), pelzen en huiden, die niet de
moeite waard geweest waren om mee
te nemen tijdens de moeizame exodus
naar de top der wereld. Maar ineens
vond ik iets, dat me meer ontroerde
dan al die andere, oude, waardeloze,
vergane dingen samen: dat boek.
Het was geen groot boek. Het bevatte
maar een pagina of zestig, zeventig. En
iedere bladzijde droeg de sporen van 'n
té veelvuldig gebruik. Er waren ge
scheurde en door vocht ingevreten pa
gina's. Het was een oud, smerig, opge
bruikt boekje, dat geen enkele waarde
meer bezat.
Ik raapte het op tussen al dat andere
afval en keek erin. Het was een in de
Groenlandse taal overgezette bloemle
zing van sprookjes van Hans Andersen.
Het bevatte de geschiedenis van de klei
ne zeemeermin en die van het lelijke
jonge eendje; die van de sneeuwkonin
gin en van de rode schoentjes; die van
de nachtegaal en de varkenshoeder.
Dat boek bezat plaatjes, de originele
plaatjes uit de een of andere Deense
editie, denk ik. Er waren echter met
dikke, onhandige houtskoolstrepen,
krassen door al die tekeningen gemaakt.
En waar wat plaats was overgebleven
op die grauwe, gele pagina's had het
Eskimokind, een jongen of een meisje,
dat is niet bekend, zélf tekeningen ge
maakt. Onbeholpen, primitief, en zonder
enig perspectief.
Dit kleine boekje vertolkte de
schoonste gedachten van Andersen. Het
is mogelijk dat hij, toen hij die verhalen
schreef, gedacht heeft: misschien zullen
later veel mensen ze lezen. Hij zal be
slist niet gedacht hebben: ook de laatste
mensen ter wereld zullen ze lezen.
Een kind had ze gelezen. Misschien
had~ een moeder ze voorgelezen, hoewel
maar weinig moeders daar lezen kun
nen. Hoe dan ook.dat kind had zich
op z'n eigen manier de verhalen ver
beeld en die verbeelding met een stuk
houtskool, of misschien een sintel, ge
stalte gegeven. Vele uren van de Pool
nacht, die maanden en maanden duurt,
waren voor dat kind gevuld geweest
met die verbeelding.
Het was op die plaats en op dat mo
ment, dat ik me dieper dan ooit tevoren
realiseerde wat soms, in bepaalde om
standigheden, een boek betekent. Dit
boekje was naar alle waarschijnlijkheid
het enige stuk speelgoed van dat kind
geweest. In de haast van de vlucht naar
het uiterste Noorden was vergeten het
mee te nemen. Treurde dat kind nu om
dat boek, met de zelf erbij getekende
plaatjes?
We zullen het nooit weten. Ik wist al
leen, die dag, dolend langs de verlaten
igloo's der Noordelijkste stam ter aarde,
dat zelfs daar, het boek vreugde, ver
troosting en geluk geschonken had. In
een harde wereld, waar iedere vorm van
vreugde, vertroosting en geluk, bij uit
stek zeldzame zaken zijn. We maakten
in die tijd dingen mee, die grootser, sen
sationeler, wonderlijker, waren dan de
vondst van dit bijna verteerde boekje.
Maar dat boekje zal ik nooit vergeten.
Anthony van Kampen
Agent voor Texel:
TEXELSE MARKT
Aangevoerd 28 Februari 1955:
2 koeien 650750; 4 graskalveren 180
225; 14 biggen 4565; 20 nuchtere kal
veren 3045.
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
2 Maart 1,20 en 13,50;; 3 Maart 2,40 en
15,15; 4 Maart 4,15 en 16,50; 5 Maart 5,55
en 18,15.
Aan het strand is het ongeveer een uur.
eerder hoog water-
BOEKEN RUILEN TE DE WAAL
Vrijdag 4 Maart a.s. is er geen gele
genheid tot boekenruilen te De Waal.
Dit gebeurt deze week op Donderdag 3
Maart, zelfde tijd.
PUBLICATIE
CULTURELE RAAD
Woensdag 2 Maart
Den Burg, Dorpshuis, 2,30 uur Bejaar
densociëteit.
Den Burg, „Texel", Lezing over de Wa
tervoorziening op Texel.
Donderdag 3 Maart
Den Burg, De Zwaan, R.K. Ontwikke
lingsclub. De heer Renout spreekt over
Spanje.
Den Burg, De Lindeboom, Ledenverga
dering Ver. „Texel" tot verwerking van
uit nood geslachte en gestorven dieren.
Zaterdag 5 Maart
Den Burg, Oranjeboom, Toneeluitvoe
ring U.D.I. met „Blijf zitten, waar je zit"
Den Burg, Eben Haëzer, 4 uur aanvang
weekend voor volwassenen o.l.v. Ds en
Mevr. Plug, verzorgd door de gezamen
lijke Ned. Herv. Gemeenten.
HOE VOND DE JEUGD HET LAATSTE
JEUGDCONCERT?
Op de Landbouwhuishoüdschool werd
naar aanleiding van het laatste jeugd-
concert een enquête gehouden. De en
quête, die van zeer eenvoudige aard was,
bevatte de volgende vragen:
1. Hoe vond je het concert?
2. Wat vond je het mooist?
3. Hoe vond je de dirigent?
4. Zou je er nog eens heengaan? Ook
als je hetzelf zou moeten betalen?
5. Is je iets bijzonders opgevallen bij
de dirigenten?
De ingekomen antwoorden zijn bij
zonder interessant. Zij zijn te aardig om
er niet een kleine greep uit te doen.
Over het algemeen viel het concert
wel in de smaak. Een enkele vermeldt
erbij: „Ik vond het niet meteen prachtig,
maar ik kon er best naar luisteren".
De kindersymphonie is zeer in de
smaak gevallen. Een enkele vond het
„Fluitconcert van Haydn" het mooist.
De dirigent wordt geprezen om zijn
begrijpelijke uitlegging. Een der leerlin
gen vindt hem „een beetje stijf". Een
ander vond hem „goed, maar niet den
derend".
De meeste leerlingen zouden er weer
heengaan, ook als zij het zelf zouden
moeten betalen. Een enkele gaat alleen
heen, als „moeder het betaalt". Een an
der vindt „die paar centen ook zo erg
niet" en een mede-leerling betaalt het
zelfs graag „van zijn 50 ct in de week".
De solisten hebben wel de aandacht
gehad van de leerlingen. „De pianist zat
bij het spelen zo ver van de piano af!"
„De fluitist ging in het stuk van Haydn
met de tonen van de muziek op en neer".
Ook het vlugge snel van de pianist trok
de aandacht.
Ook zij, die er niet heengingen, wer
den in de enquête betrokken. Enkele
verklaren er geen interesse voor te heb
ben. Andere gingen er niet heen, omdat
de vorige drie middagen tegen vielen.
Anderen verklaren weer er niet heen te
mogen van hun vader en moeder. „Die
vonden de huishoudschool toch al duur
genoeg. Ik vond het wel jammer". Enke
len zeggen „niet van die muziek te hou
den, maar het toch in de toekomst wel
eens een keertje te willen proberen".
Tenslotte is er nog een, die op de vra
gen antwoordt: „Hoe ik het concert vond
kan ik niet zeggen, want ik lag ziek in
mijn bed. Ik had er graag heen gegaan
en .had me ook opgegeven en zodoende
ben ik dus f 0,35 voor niks kwijt. (Wat
een afperserij
Een dergelijke enquête zou ongetwij
feld ook voor de andere scholen nuttig
kunnen zijn.
(Publicatie Culturele Raad)
FEUILLETON:
De zoon
Door
Tom Lodewijk
van de
Burgemeester
15. Hij werd warm bij de gedachte dat
ze hem zou zien stuntelen, dat die hel
dere ogen misprijzend of medelijdend
naar hem zouden kijken.
Koster stond op. Ik heb boven nog een
prospectus liggen en de cursus die ik
zelf gevolgd heb. Die is nu al wat ver
ouderd, natuurlijk, maar dan weet je
zo'n beetje waar het om gaat. Ik weet
zeker dat de baas het ook zal waarderen
als je er wat bijleert. Je moet zien dat
je boven andere jongens uitkomt, zoals
die lange sladood, die ik liever vandaag
dan morgen zie vertrekken, en die rooie
vrind van 'em. Die zie je iedere avond
op de Hogedijk met een sigaret, fluiten
naar grieten of ze zitten in de bios. Jij
komt wel verder, Rob. Wie weet, mis
schien kun je later als vertegenwoordi
ger de weg op, dan is het goed als je
alles van de wagen af weet. Wacht, ik
haal de rommel even. Meteen was hij
opgestaan. Moeder Koster was in de
keuken aan 't koffie filtreren. Opeens
was hij met het meisje alleen.
De studie ligt jou zeker niet zo bar,
hè? vroeg ze rondweg. Hij voelde met
ergernis dat hij kleurde.
Geneer je niet, zei ze glimlachend,
niet iedereen heeft een studiekop. Als je
een paar goeie handen aan je lichaam
hebt en je gebruikt je gezond verstand,
kun je het een eind brengen. Dat zie je
aan m'n vader. Die is als loopjongen be
gonnen.
Rob voelde opeens de overweldigende
begeerte eens tegen iemand te kunnen
zeggen hoe het precies zat. Eens vrijuit
te praten. Iemand te hebben tegenover
wie hij niet behoefde te zwijgen, schuile
vinkje te spelen. Maar hij bleef zwijgen.
Je moet het doen, zei ze toen be
slist. Probeer het Rob. Je voelt je veel
zekerder.en toen bloosde zij.
Rob maakte een nerveus gebaar. Hoe
had dit meisje z'n onzekerheid gemerkt?
En zo rustig-weg geconstateerd? En op
een manier die hem niet vernederde?
Ik ga het ook proberen, antwoord
de hij opeens, maar ik ben helemaal
geen genieRie
Móet dat dan? vroeg ze en toen
kwam Koster weer binnenstommelen,
beladen met schrifturen.
Het was al half elf toen Rob weer
door de stille straten liep. Zijn hoofd
gonsde.
Die cursus, dat was in orde. Koster
had hem een en ander laten zien. Het
leek hem niet zo vreselijk moeilijk. Er
waren lastige berekeningen bij, maar
Koster zei, dat je daar doorheen moest
kijken, en als je snapte waar het om
ging, dan deden die cijfers er niet toe.
Hij hoefde ook niet beslist dat diploma
te halen, al zou het wel mooi zijn. Mee
pikken wat je kon, de rest laten schie
ten, misschien leerde je dat later van
zelf. Koster zou het prosDectus en een
proefles voor hem aanvragen. Volgende
week zou hij terugkomen en dan zouden
ze samen eens kijken.
Volgende week.dan zou hij. ja,
zou het meisje, zou Rie er ook weer zijn?
Rog liep langzamer, diep in nadenken
verzonken. Voor hem doemde een ander
beeld op: diepblauwe ogen in een mat
bleek gezicht, ravenzwart haar, een
slank, aristocratisch figuurtje, een mond
die zo mysterieus glimlachen kon. Isa-
beau! In gedachten zag hij haar weer
zweven met de jonge adelborst over het
gladde parket. Hij hoorde haar stem,
haar lage, melodieuse stem. Hij zag haar
in haar elegante avondjurk, in de patri
cische omgeving van het burgemeesters
huis.
En daartegenover zette hij nu, critisch
en nuchter, dit andere meisje. In de ka
mer met het pluche tafelkleed, de koffie
op het lichtje, de familiefoto's op de
schoorsteen. Met de eenvoudige, eerlijke
werkman, die haar vader was, de blo
zende, wat dorpse moeder, de nauwe
gang met de kapstok, de pendule met
coupes. En danRie. Zo heel gewoon.
Zo weinig romantiek, zo weinig elégan-
ce. En tochwas ze niet 'n goed type?
Waren haar eenvoudige kleren niet goed
smaakvol en keurig? Was het geen rus
tig genoegen geweest, haar te zien zit
ten, wat onverschillig maar toch niet
lomp, met het licht van de lamp op het
strakke blonde haar, de vrijmoedige
ogen boven de rechte neus en die vast
besloten mond, die toch zo innemend
glimlachen kon?
Nog verder gingen zijn gedachten
en toen duwde hij nijdig zijn handen in
zijn zakken. Hij zat tussen de wal en het
schip. Wat moest dat worden in de toe
komst?
Maar toen het hoofd het kussen raak
te, sliep hij binnen twee minuten als een
roos.
HOOFDSTUK VI.
Ontmoeting.
Rob liep de Wagenstraat uit en de
Lange Zij op, de winkelstraat van Lier
hoven, de „stijfselbaan" zoals de ouderen
de brede straat noemden die vroeger
een gracht was geweest, waarlangs nu
vele winkels en filiaalbedrijven zorgden
voor een feestelijke verlichting, en waar
twee bioscopen felle rode en groene ne-
onschitteringen zonden door het gebla
derte van de statige bomen, die nog niet
alle hadden moeten wijken voor het
drukke verkeer, Hij had een auto moe
ten wegbrengen naar een cliënt, een ad
vocaat op de Groenmarkt. Mevrouw
had hem twee kwartjes in de hand ge
drukt het was een zeer merkwaardige
ervaring. Zijn eerste.fooi! Een beetje
bedremmeld had hij staan kijken naar
de beide zilveren geldstukjes en pas
toen hij zag, dat mevrouw een beetje
scherp naar hem keek, besefte hij, dat
hij onbeleefd was! Ik dank U wel me
vrouw had hij gezegd en de argwaan in
haar ogen was toegenomen op zijn toon.
Hij wist niet, dat ze, in de kamer te
ruggekeerd, tegen haar man gezegd had:
Zeg Korrenga heeft toch geen
zoon?
Drie dochters, bij m'n weten, had
de advocaat geantwoord. Hoezo?
Er kwam zoëven iemand de wagen
terugbrengen en ik gaf hem een paar
kwartjesen hij stond er net naar te
kijken of hij ze nog nooit gezien had! En
de manier waarop hij bedankte! Zo cor
rect! Ik zal toch geen blunder geslagen
hebben, dacht ik, en de zoon van de
baas twee kwartjes fooi gegeven
hebben?
Hij heeft geen zoon, stelde de ad
vocaat beslist vast, maar je vergeet,,
Margot, dat beleefdheid en goede ma
nieren tegenwoordig een uitzondering
vormen
Rob moest achteraf glimlachen. Hij
leerde gestaag. Nu weer, om in een fooi
niets vernederends te vinden. Vroeger
gaf hij ze zélf. Nu wist je eens hoe dat
voelde. Het was eerder het bewijs dat
hij helemaal in dit leven was onderge
dompeld.
Zo peinzend, liep hij langzaam langs
de winkels, toen hij twee bekende ge
stalten ontdekte, een lange en een rood
harige. Zijn beide kwelgeesten van de
garage. Plots besloop hem de neiging,
een andere weg te kiezen. Zijn trots
kwam daartegen op. Hij behoefde die
kerels toch zeker niet uit de weg te
gaan?
Maar de Lange en de Rooie hadden
het te druk. Ze zagen er voor hun doen
piekfijn uit, met spuuglokken, lichte re
genjassen, lichte bruine schoenen, siga
retje in 't hoofd, hele meneren. En tus
sen hen liep een meisje. Meisjes waren
niet al te kieskeurig, vond Rob, of ze
hadden niet genoeg mensenkennis om
met één oogopslag te zien, welk ranzig
vlees ze hier in de kuip hadden.
Werdt vervolgd.