Texelaar op expeditie naar het land van de middernachtzon YMANS 'düomat Het laatste boek ter wereld «aas v.\~ C. K00IJIVIAN, Den Burg, lei. 3. Het was op 27 Juli, dat wij van onze mijncompagnie „Prospectors Airways", gevestigd te Toronto, het bericht ont vingen, dat wij ons gereed moesten ma ken voor vertrek naar de Yukon. Yukon is de naam voor het Canadese Alaska. De hoofdstad White Horse was het eind punt van onze vliegtocht - de reis ging namelijk door de lucht. Op de avond van de 2de Augustus cirkelden we bo ven Toronto en 's morgens om zes uur streek ons toestel bij Edmonton neer. (Zie de kaart, lezers!). Het tweede tra ject was nog mooier dan het eerste: we vlogen over de Peacerivervalley en de beroemde Rocky Mountains. Na 4200 kilometer vliegen bevonden wij ons in White Horse, de hoofdstad van Cana dees Alaska. De stad telt een paar dui zend inwoners, is dus ongeveer zo groot als Den Burg, terwijl de gehele Yukon, die een oppervlakte beslaat van 530.000 km2, hoogstens 10.000 inwoners telt, dus ongeveer zoveel als op het kleine eiland Texel! White Horse is een plaats met grote tegenstellingen. Hier staan nog de blok hutten van de goudzoekers van vroeger en ook nog een kerk van boomstammen en daar vlak naast moderne winkels en hotels. White Horse ligt aan de Yukon- river en daar varen nog de oude rader boten, maar de meeste zijn nu opgelegd. In de zomer vaart er nog een enkele voor toeristen en vracht, wat ze dan op platte schuiten met zich mee voeren, die ze niet achter maar voor zich hebben en zo vooruit duwen, want vanwege de grote raders, die ze van achteren heb ben, kunnen ze ze daar niet hebben. Op 6 Aug. vertrokken we naar een toeristenkamp, wat ons uitgangspunt zou zijn, 60 km van White Horse aan de Alaska Highway, wat een pracht weg is. 2.455 Km lang en gedurende de laat ste oorlog aangelegd, wat een enorm werk is geweest. Over de bergen en door grote moerassen en meestal was de grond hard bevroren. Zodoende von den ze nog volkomen gaaf gebleven ma- moeten, waar zelfs het vlees nog eet baar van was, doordat het al die jaren in bevroren grond had gezeten. De volgende dag vertrokken we al weer vroeg uit het kamp, met een vrachtauto beladen met kampuitrusting en voedsel, want van toen af zouden we voor 2Vz maand op onszelf zijn aange wezen. We volgden de „landroad" een 225 km. Ook deze weg was gedurende de oorlog door het Amerikaanse leger aangelegd. Hij voert naar oliebronnen op de Poolcirkel Normen Wells. Er werd vandaar een pijpleiding aangelegd naar White Horse, wat alles tezamen zo'n 300 millioen dollar had gekost, en toen dit alles klaar was, bleek dat de pijp leiding te smal was en dat het goedko per was om de olie per vliegtuig uit de Ver. Staten in te voeren! Die weg is een 900 km lang, maar is nu geheel ver waarloosd en op sommige plaatsen bijna onbegaanbaar geworden door aardver- Onze vroegere eilandgenoot, de heer Theus Bakker, die sinds zijn eerste vertrek naar Canada al weer met vacantie op Texel is geweest, maar tóch weer emi greerde, daar het bollenlandje aan de Duinweg bij de Wester- mient hem niet meer zo erg kon boeien, heeft een uitgebreid relaas geschreven over een ex peditie naar het land van de Middernachtzon. Wij publiceren hierbij het eerste deel van zijn reisbeschrijving. schuivingen en de meeste bruggen zijn ingestort of staan op instorten, daarom gingen we dan maar liever door de ri viertjes. Ze zijn meestal ondiep en heb ben een rotsbodem, daar het bergstro men zijn. Tegen de avond kwamen we door el kaar gerammeld bij de Pellyriver. Gauw kamp gemaakt en ki de slaapzak. Het moest eerst wel even wennen om op de grond te slapen, maar na een uurtje ging het wel en ik heb er later heel wat uurtjes in zoet gebracht, zo'n slaapzak is goed voor 50-60 gr. vorst! De volgende morgen was het prachtig weer en hing een soort waas tussen de bergen, wat je daar dikwijls had in de zomer. Dat komt doordat ongeveer 10 cm onder de oppervlakte een 10 cm dik ke laag vulkanische as ligt, afkomstig van een vulkaan 300 km daar vandaan, maar die nu al jaren met sneeuw en ijs bedekt is. Veel hebben we die dag niet gedaan, alleen de buurt wat verkend en de tenten wat steviger vastgemaakt. Er lag daar ook een Indiaanse neder zetting vlakbij „Rosspost" geheten, daar woonden een paar gezinnen, de rest was voor de zomer te zalm vissen! De Pellyriver is een snelstromende rivier met vele zandbanken er in. Hij is zo'n 200 m. breed en hier was een voet brug over de rivier gebouwd, die aan een paar lange kabels hing. We zaten hier op een soort plateau, 'n 2500 voet boven zee. De bedoeling was, dat we hier een vlot zouden maken om een bulldozer mee te nemen de rivier af. Er waren hier bulldozers genoeg in de buurt, door de Amerikanen achtergela ten bij het aanleggen van die weg, ook lagen er overal oude vrachtauto's en 'n wrak van een vliegtuig. 8 Aug. Vandaag begonnen met bomen hakken voor het vlot, een oude vracht auto werd gebruikt om ze uit het bos te slepen naar de rivier, want sommige waren zo'n 20 m. lang. 9 Aug. De pakpaarden komen binnen, ze zouden per auto hier naar toe worden gebracht, maar daar voelden deze bees ten niet veel voor. Eén sprong er dan ook uit, boven op de cabine en vandaar op de motor, zakte daar door en schopte toen nog even een vooruit in. Daarop hebben een paar Indianen ze maar lo pende gebracht, zo'n 250 km lopen en toen werden ze de rivier overgezwom men, wat him goed afging. Ze zijn klein van stuk, hebben nogal lang haar en leven meest van wat taai gras en boom bladeren. De gehele middag zitten we al te wachten op een bootje, waar mijn vriend Finn, een geoloog, de rivier mee af zou komen. Hij was al voor 10 dagen in het bos en zou met een paar Indianen terugkomen om ons op te halen. Het was al laat in de avond toen we het bootje door de bocht van de rivier za gen komen en het werd een hartelijk weerzien, want ik had hem al in geen 6 maanden ontmoet. Toen hij me vertelde van de toestand daar in de bergen, begon de moed me wel wat in de schoenen te zakken. De Indianen hadden diezelfde middag nog 2 beren geschoten, die het kamp onvei lig maakten. Een ervan was geschoten door een jongen van 9 jaar, dat was een bruine beer, zijn vader schoot even la ter een zwarte. 10 Aug. Vandaag het vlot klaar gekre gen. Toen de bulldozer er op stond, was er van het vlot niets meer te zien, maar het bleef drijven en werd door de indianen zonder ongelukken de rivier afgebracht. (Wordt vervolgd) Het gebeurde een kleine twee jaar geleden, op de top der wereld, niet zo heel ver van de Noordpool af. Een be kend Nederlands radio-reporter en ik hadden, na een eindeloos lange reis langs de Westkust van Groenland, de allerlaatste, meest Noordelijke plaats ter wereld bereikt, waar nog menselijk le ven voorkwam: Thule. Thule, een ultra kleine nederzetting van Eskimo's, wier enige wens was, zo weinig mogelijk con tact met de buitenwereld (dat wil zeg gen: met de wereld der blanken) te heb ben. Deze Eskimo's verkozen een leven in hun Stenen Tijdperk vérre boven dat, hetwelk samenhing met alle werkelijke of vermeende zegeningen van de Twin tigste Eeuw. Op Thule deden we een paar wonder lijke ontdekkingen, en een ervan was het vinden van het laatste boek der ter aarde. Ik vond het in een der ver laten igloo's, turf-hutjes, van de stam. Die stam was er overigens niet meer. Hij was gevlucht toen de Amerikaanse luchtmacht z'n beroemde „Operation Blue Jay" inzette, die resulteerde in de vestiging van een mammoet-vliegbasis op de plaats van de Eskimo-nederzetting Deze geweldige onderneming, in allure te vergelijken met de landing in Nor- mandië door de geallieerden in de tweede wereldoorlog, had tot gevolg dat de zeehonden, de walrussen, de beren, de witte en blauwe poolvossen en de vo gels vluchtten. Ze verkozen niet te le ven in een wereld van lawaai, stank en afval. Ze zochten een nóg Noordelijker plaats op om te leven. En de Eskimo's volgden hen, omdat ze zonder die zee honden, walrussen enz. niet konden be staan. Toen wij op Thule aankwamen, vonden we daar slechts enkele achter gebleven Eskimo's. Wat heel oude en enkele heel jonge. Ze zouden later met sleden gehaald worden en ook Noorde- BIM EN BAM Vandaag is het wasdag en Bim en Bam hebben het vre selijk druk. Alles moet in het sop. Gelukkig, dat ze een mooi grasveld hebben voor 't bleken. Wat hebben ze het druk en ze zijn daarom ook maar wat blij als drie aapjes komen vragen of zij de beer tjes mogen helpen. „Natuur lijk! En als jullie goed je best doen, krijgen jullie ieder een grote sinaasappel". De aapjes zijn erg bijdehand en ijverig en na een poosje liggen alle kleren in de zon op het gras veld. Maar als Bam met de sinaasappels aankomt, verge ten de aapjes helemaal dat er nog schone kleren liggen te drogen en ze rennen erover heen naar Bam. Natuurlijk hebben ze vuile voeten, zodat Bim en Bam weer helemaal opnieuw met de was kunnen beginnen! En of de aapjes nu de sinaasappels gekregen hebben, ja, dat weten we niet. lijker verdwijnen. Ik bezocht die verlaten igloo's van 's werelds laatste nederzetting. Veel bij zonders vond ik er niet in: wat skelet- delen van robben en walvissen, kapot huisraad (gemaakt uit diezelfde skelet- delen), pelzen en huiden, die niet de moeite waard geweest waren om mee te nemen tijdens de moeizame exodus naar de top der wereld. Maar ineens vond ik iets, dat me meer ontroerde dan al die andere, oude, waardeloze, vergane dingen samen: dat boek. Het was geen groot boek. Het bevatte maar een pagina of zestig, zeventig. En iedere bladzijde droeg de sporen van 'n té veelvuldig gebruik. Er waren ge scheurde en door vocht ingevreten pa gina's. Het was een oud, smerig, opge bruikt boekje, dat geen enkele waarde meer bezat. Ik raapte het op tussen al dat andere afval en keek erin. Het was een in de Groenlandse taal overgezette bloemle zing van sprookjes van Hans Andersen. Het bevatte de geschiedenis van de klei ne zeemeermin en die van het lelijke jonge eendje; die van de sneeuwkonin gin en van de rode schoentjes; die van de nachtegaal en de varkenshoeder. Dat boek bezat plaatjes, de originele plaatjes uit de een of andere Deense editie, denk ik. Er waren echter met dikke, onhandige houtskoolstrepen, krassen door al die tekeningen gemaakt. En waar wat plaats was overgebleven op die grauwe, gele pagina's had het Eskimokind, een jongen of een meisje, dat is niet bekend, zélf tekeningen ge maakt. Onbeholpen, primitief, en zonder enig perspectief. Dit kleine boekje vertolkte de schoonste gedachten van Andersen. Het is mogelijk dat hij, toen hij die verhalen schreef, gedacht heeft: misschien zullen later veel mensen ze lezen. Hij zal be slist niet gedacht hebben: ook de laatste mensen ter wereld zullen ze lezen. Een kind had ze gelezen. Misschien had~ een moeder ze voorgelezen, hoewel maar weinig moeders daar lezen kun nen. Hoe dan ook.dat kind had zich op z'n eigen manier de verhalen ver beeld en die verbeelding met een stuk houtskool, of misschien een sintel, ge stalte gegeven. Vele uren van de Pool nacht, die maanden en maanden duurt, waren voor dat kind gevuld geweest met die verbeelding. Het was op die plaats en op dat mo ment, dat ik me dieper dan ooit tevoren realiseerde wat soms, in bepaalde om standigheden, een boek betekent. Dit boekje was naar alle waarschijnlijkheid het enige stuk speelgoed van dat kind geweest. In de haast van de vlucht naar het uiterste Noorden was vergeten het mee te nemen. Treurde dat kind nu om dat boek, met de zelf erbij getekende plaatjes? We zullen het nooit weten. Ik wist al leen, die dag, dolend langs de verlaten igloo's der Noordelijkste stam ter aarde, dat zelfs daar, het boek vreugde, ver troosting en geluk geschonken had. In een harde wereld, waar iedere vorm van vreugde, vertroosting en geluk, bij uit stek zeldzame zaken zijn. We maakten in die tijd dingen mee, die grootser, sen sationeler, wonderlijker, waren dan de vondst van dit bijna verteerde boekje. Maar dat boekje zal ik nooit vergeten. Anthony van Kampen Agent voor Texel: TEXELSE MARKT Aangevoerd 28 Februari 1955: 2 koeien 650750; 4 graskalveren 180 225; 14 biggen 4565; 20 nuchtere kal veren 3045. HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 2 Maart 1,20 en 13,50;; 3 Maart 2,40 en 15,15; 4 Maart 4,15 en 16,50; 5 Maart 5,55 en 18,15. Aan het strand is het ongeveer een uur. eerder hoog water- BOEKEN RUILEN TE DE WAAL Vrijdag 4 Maart a.s. is er geen gele genheid tot boekenruilen te De Waal. Dit gebeurt deze week op Donderdag 3 Maart, zelfde tijd. PUBLICATIE CULTURELE RAAD Woensdag 2 Maart Den Burg, Dorpshuis, 2,30 uur Bejaar densociëteit. Den Burg, „Texel", Lezing over de Wa tervoorziening op Texel. Donderdag 3 Maart Den Burg, De Zwaan, R.K. Ontwikke lingsclub. De heer Renout spreekt over Spanje. Den Burg, De Lindeboom, Ledenverga dering Ver. „Texel" tot verwerking van uit nood geslachte en gestorven dieren. Zaterdag 5 Maart Den Burg, Oranjeboom, Toneeluitvoe ring U.D.I. met „Blijf zitten, waar je zit" Den Burg, Eben Haëzer, 4 uur aanvang weekend voor volwassenen o.l.v. Ds en Mevr. Plug, verzorgd door de gezamen lijke Ned. Herv. Gemeenten. HOE VOND DE JEUGD HET LAATSTE JEUGDCONCERT? Op de Landbouwhuishoüdschool werd naar aanleiding van het laatste jeugd- concert een enquête gehouden. De en quête, die van zeer eenvoudige aard was, bevatte de volgende vragen: 1. Hoe vond je het concert? 2. Wat vond je het mooist? 3. Hoe vond je de dirigent? 4. Zou je er nog eens heengaan? Ook als je hetzelf zou moeten betalen? 5. Is je iets bijzonders opgevallen bij de dirigenten? De ingekomen antwoorden zijn bij zonder interessant. Zij zijn te aardig om er niet een kleine greep uit te doen. Over het algemeen viel het concert wel in de smaak. Een enkele vermeldt erbij: „Ik vond het niet meteen prachtig, maar ik kon er best naar luisteren". De kindersymphonie is zeer in de smaak gevallen. Een enkele vond het „Fluitconcert van Haydn" het mooist. De dirigent wordt geprezen om zijn begrijpelijke uitlegging. Een der leerlin gen vindt hem „een beetje stijf". Een ander vond hem „goed, maar niet den derend". De meeste leerlingen zouden er weer heengaan, ook als zij het zelf zouden moeten betalen. Een enkele gaat alleen heen, als „moeder het betaalt". Een an der vindt „die paar centen ook zo erg niet" en een mede-leerling betaalt het zelfs graag „van zijn 50 ct in de week". De solisten hebben wel de aandacht gehad van de leerlingen. „De pianist zat bij het spelen zo ver van de piano af!" „De fluitist ging in het stuk van Haydn met de tonen van de muziek op en neer". Ook het vlugge snel van de pianist trok de aandacht. Ook zij, die er niet heengingen, wer den in de enquête betrokken. Enkele verklaren er geen interesse voor te heb ben. Andere gingen er niet heen, omdat de vorige drie middagen tegen vielen. Anderen verklaren weer er niet heen te mogen van hun vader en moeder. „Die vonden de huishoudschool toch al duur genoeg. Ik vond het wel jammer". Enke len zeggen „niet van die muziek te hou den, maar het toch in de toekomst wel eens een keertje te willen proberen". Tenslotte is er nog een, die op de vra gen antwoordt: „Hoe ik het concert vond kan ik niet zeggen, want ik lag ziek in mijn bed. Ik had er graag heen gegaan en .had me ook opgegeven en zodoende ben ik dus f 0,35 voor niks kwijt. (Wat een afperserij Een dergelijke enquête zou ongetwij feld ook voor de andere scholen nuttig kunnen zijn. (Publicatie Culturele Raad) FEUILLETON: De zoon Door Tom Lodewijk van de Burgemeester 15. Hij werd warm bij de gedachte dat ze hem zou zien stuntelen, dat die hel dere ogen misprijzend of medelijdend naar hem zouden kijken. Koster stond op. Ik heb boven nog een prospectus liggen en de cursus die ik zelf gevolgd heb. Die is nu al wat ver ouderd, natuurlijk, maar dan weet je zo'n beetje waar het om gaat. Ik weet zeker dat de baas het ook zal waarderen als je er wat bijleert. Je moet zien dat je boven andere jongens uitkomt, zoals die lange sladood, die ik liever vandaag dan morgen zie vertrekken, en die rooie vrind van 'em. Die zie je iedere avond op de Hogedijk met een sigaret, fluiten naar grieten of ze zitten in de bios. Jij komt wel verder, Rob. Wie weet, mis schien kun je later als vertegenwoordi ger de weg op, dan is het goed als je alles van de wagen af weet. Wacht, ik haal de rommel even. Meteen was hij opgestaan. Moeder Koster was in de keuken aan 't koffie filtreren. Opeens was hij met het meisje alleen. De studie ligt jou zeker niet zo bar, hè? vroeg ze rondweg. Hij voelde met ergernis dat hij kleurde. Geneer je niet, zei ze glimlachend, niet iedereen heeft een studiekop. Als je een paar goeie handen aan je lichaam hebt en je gebruikt je gezond verstand, kun je het een eind brengen. Dat zie je aan m'n vader. Die is als loopjongen be gonnen. Rob voelde opeens de overweldigende begeerte eens tegen iemand te kunnen zeggen hoe het precies zat. Eens vrijuit te praten. Iemand te hebben tegenover wie hij niet behoefde te zwijgen, schuile vinkje te spelen. Maar hij bleef zwijgen. Je moet het doen, zei ze toen be slist. Probeer het Rob. Je voelt je veel zekerder.en toen bloosde zij. Rob maakte een nerveus gebaar. Hoe had dit meisje z'n onzekerheid gemerkt? En zo rustig-weg geconstateerd? En op een manier die hem niet vernederde? Ik ga het ook proberen, antwoord de hij opeens, maar ik ben helemaal geen genieRie Móet dat dan? vroeg ze en toen kwam Koster weer binnenstommelen, beladen met schrifturen. Het was al half elf toen Rob weer door de stille straten liep. Zijn hoofd gonsde. Die cursus, dat was in orde. Koster had hem een en ander laten zien. Het leek hem niet zo vreselijk moeilijk. Er waren lastige berekeningen bij, maar Koster zei, dat je daar doorheen moest kijken, en als je snapte waar het om ging, dan deden die cijfers er niet toe. Hij hoefde ook niet beslist dat diploma te halen, al zou het wel mooi zijn. Mee pikken wat je kon, de rest laten schie ten, misschien leerde je dat later van zelf. Koster zou het prosDectus en een proefles voor hem aanvragen. Volgende week zou hij terugkomen en dan zouden ze samen eens kijken. Volgende week.dan zou hij. ja, zou het meisje, zou Rie er ook weer zijn? Rog liep langzamer, diep in nadenken verzonken. Voor hem doemde een ander beeld op: diepblauwe ogen in een mat bleek gezicht, ravenzwart haar, een slank, aristocratisch figuurtje, een mond die zo mysterieus glimlachen kon. Isa- beau! In gedachten zag hij haar weer zweven met de jonge adelborst over het gladde parket. Hij hoorde haar stem, haar lage, melodieuse stem. Hij zag haar in haar elegante avondjurk, in de patri cische omgeving van het burgemeesters huis. En daartegenover zette hij nu, critisch en nuchter, dit andere meisje. In de ka mer met het pluche tafelkleed, de koffie op het lichtje, de familiefoto's op de schoorsteen. Met de eenvoudige, eerlijke werkman, die haar vader was, de blo zende, wat dorpse moeder, de nauwe gang met de kapstok, de pendule met coupes. En danRie. Zo heel gewoon. Zo weinig romantiek, zo weinig elégan- ce. En tochwas ze niet 'n goed type? Waren haar eenvoudige kleren niet goed smaakvol en keurig? Was het geen rus tig genoegen geweest, haar te zien zit ten, wat onverschillig maar toch niet lomp, met het licht van de lamp op het strakke blonde haar, de vrijmoedige ogen boven de rechte neus en die vast besloten mond, die toch zo innemend glimlachen kon? Nog verder gingen zijn gedachten en toen duwde hij nijdig zijn handen in zijn zakken. Hij zat tussen de wal en het schip. Wat moest dat worden in de toe komst? Maar toen het hoofd het kussen raak te, sliep hij binnen twee minuten als een roos. HOOFDSTUK VI. Ontmoeting. Rob liep de Wagenstraat uit en de Lange Zij op, de winkelstraat van Lier hoven, de „stijfselbaan" zoals de ouderen de brede straat noemden die vroeger een gracht was geweest, waarlangs nu vele winkels en filiaalbedrijven zorgden voor een feestelijke verlichting, en waar twee bioscopen felle rode en groene ne- onschitteringen zonden door het gebla derte van de statige bomen, die nog niet alle hadden moeten wijken voor het drukke verkeer, Hij had een auto moe ten wegbrengen naar een cliënt, een ad vocaat op de Groenmarkt. Mevrouw had hem twee kwartjes in de hand ge drukt het was een zeer merkwaardige ervaring. Zijn eerste.fooi! Een beetje bedremmeld had hij staan kijken naar de beide zilveren geldstukjes en pas toen hij zag, dat mevrouw een beetje scherp naar hem keek, besefte hij, dat hij onbeleefd was! Ik dank U wel me vrouw had hij gezegd en de argwaan in haar ogen was toegenomen op zijn toon. Hij wist niet, dat ze, in de kamer te ruggekeerd, tegen haar man gezegd had: Zeg Korrenga heeft toch geen zoon? Drie dochters, bij m'n weten, had de advocaat geantwoord. Hoezo? Er kwam zoëven iemand de wagen terugbrengen en ik gaf hem een paar kwartjesen hij stond er net naar te kijken of hij ze nog nooit gezien had! En de manier waarop hij bedankte! Zo cor rect! Ik zal toch geen blunder geslagen hebben, dacht ik, en de zoon van de baas twee kwartjes fooi gegeven hebben? Hij heeft geen zoon, stelde de ad vocaat beslist vast, maar je vergeet,, Margot, dat beleefdheid en goede ma nieren tegenwoordig een uitzondering vormen Rob moest achteraf glimlachen. Hij leerde gestaag. Nu weer, om in een fooi niets vernederends te vinden. Vroeger gaf hij ze zélf. Nu wist je eens hoe dat voelde. Het was eerder het bewijs dat hij helemaal in dit leven was onderge dompeld. Zo peinzend, liep hij langzaam langs de winkels, toen hij twee bekende ge stalten ontdekte, een lange en een rood harige. Zijn beide kwelgeesten van de garage. Plots besloop hem de neiging, een andere weg te kiezen. Zijn trots kwam daartegen op. Hij behoefde die kerels toch zeker niet uit de weg te gaan? Maar de Lange en de Rooie hadden het te druk. Ze zagen er voor hun doen piekfijn uit, met spuuglokken, lichte re genjassen, lichte bruine schoenen, siga retje in 't hoofd, hele meneren. En tus sen hen liep een meisje. Meisjes waren niet al te kieskeurig, vond Rob, of ze hadden niet genoeg mensenkennis om met één oogopslag te zien, welk ranzig vlees ze hier in de kuip hadden. Werdt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1955 | | pagina 4