Groen Ztva
in het hart.,
Tweede Kamer nam o.a. Luchtvaart
terrein Texel onder de loupe
Texel's moderne riolering groeit gestaag
Op reis -
WOENSDAG 7 DECEMBER 1955
70e JAARGANG No.
TEXELSE» COURANT
Uitgave N.V. v.h. Langeveld de Rooij
Boekhandel Drukkerij Bibliotheek
Den Burg - Texel - Postbus 11 - Tel- 11
Verschijnt Woensdags en Zaterdags.
Bank: R'damse Bank, Coöp. Boerenl-
Bank- Postgiro 652- - Abonn. pr. f 1,95 p
kwart. 20 ct incasso. Adv- 8 ct p- mm.
Hier volgen nog enige bijzonderheden
uit de Memorie van Antwoord door de
Ministers van Verkeer Waterstaat en
Financiën op het voorlopig verslag van
de Tweede Kamer inzake het wetsont
werp oprichting van N.V.'s voor het
luchtvaartterrein Eelde, Zuid-Limburg
en Texel.
Vóór 1940 was het Rijk financiëel niet
betrokken bij de aanleg, inrichting of
exploitatie van luchtvaartterreinen voor
het burgerluchtverkeer. Een streek, wel
ke het van belang achtte in het luchtver
keer te kunnen worden opgenomen,
droeg zelf de financiële consequenties
van een dergelijk streven.
Toen na de oorlog bleek, dat de lucht
vaart zodanige eisen stelde aan de
luchtvaartterreinen, dat zulks de finan
ciële draagkracht van de streek, waarin
het luchtvaartterrien was gelegen, te bo
ven ging, rees de vraag, of het Rijk on
der bepaalde voorwaarden financieel
zou deelnemen bij de wederopbouw, in
richting en exploitatie van een beperkt
aantal burgerluchtvaartterreinen. Deze
vraag werd na ingewonnen advies van
de Rijkscommissie Luchtvaartterreinen
bevestigend beantwoord, omdat deze ter
reinen naast de gewestelijke belangen
toch óók een algemeen belang dienden.
Thans echter wordt in het Voorlopig
Verslag in tegenstelling met de hierbo
ven vermelde vraag: „Zijn er bij de ge
westelijke burgerluchtvaartterreinen vol
doende algemene belangen betrokken,
om financiële deelname van het Rijk
verantwoord te achten" de vraag gesteld,
of de gewestelijke belangen wel zo groot
zijn, dat deelneming door provincies,
gemeenten en Kamers van Koophandel
met een niet onaanzienlijk bedrag gewet
tigd is. De ondergetekenden menen deze
vraag bevestigend te moeten beantwoor
den.
Wil een gewest de mogelijkheid ope
nen ingeschakeld te worden in het lucht
verkeer, dan is de aanwezigheid van een
luchtvaartterrein daarvoor een eerste
vereiste.
Aangezien zulk een terrein eisen stelt
aan de omgeving, zodat bij het vaststel
len van gemeentelijke uitbreidingsplan
nen en streekplannen daarmede reke
ning moet worden gehouden, dient uiter
aard een besluit tot aanleg van een ge
westelijk luchtvaartterrein te worden ge
zien als een planning op lange termijn.
Delen van het land, welke uit econo
misch oogpunt in verband met hun lig-
ling, verhoogde industrialisatie of
vreemdelingenverkeer in de toekomst
verbindingen door de lucht noodzakelijk
achtten, vonden daarin aanleiding de
aanleg, c.q. wederopbouw van een lucht
vaartterrein te bevorderen. Het besluit
tot aanleg van de onderhavige lucht
vaartterreinen werd niet uitsluitend ge
baseerd op het bestaan van binnenlands
luchtverkeer. De mogelijkheid, dat re
gelmatige verbindingen met het buiten
land zouden ontstaan, werd en wordt
nog steeds geenszins denkbeeldig geacht,
terwijl onregelmatig luchtverkeer
vooral voor wat betreft het vervoer van
goederen - op de onderhavige terreinen
de handel en industrie dier streken ten
goede kan komen.
De omstandigheid, dat de gewestelijke
openbare lichamen met overgrote meer
derheid bereid waren in het kapitaal
deel te nemen, toont aan, dat de gewes
telijke deelnemers zelf het van belang
achtten met een luchtvaartterrein de
streek open te leggen voor de luchtvaart.
De aanwezigheid van een luchtvaart
terrein brengt een zekere bedrijvigheid
mede, verschaft werk, trekt bezoekers
aan en vormt aldus een sociaal en econo
misch belang, dat in de eerste plaats het
gewest ten goede komt.
Naar aanleiding van de vraag of niet
ten gevolge van de ontwikkeling, welke
de burgerluchtvaart in de laatste jaren
heeft doorgemaakt, het gewestelijk be
lang bij deze vliegvelden in sterke mate
is verminderd, waarbij wordt gewezen
op het stopzetten van het binnenlands
luchtverkeer en de ontwikkeling van de
helicopter, moge in de eerste plaats wor
den gewezen op het feit, dat - zoals reeds
hierboven werd uiteengezet - de onder
havige luchtvaartterreinen met een ver-
TOEZICHT OP DANCINGS
De Burgemeester der gemeente Texel
wijst er betrokkenen op, dat personen
beneden de achttien jaar - ingevolge het
bepaalde in artikel 1, sub A 10, van het
Koninklijk Besluit van 27 April 1933, St.
235 - niet aanwezig mogen zijn in een
dancing, gedurende de tijd, dat daarin
gedanst wordt of gelegenheid tot dansen
wordt gegeven. Evenmin mogen zij in 'n
aanhorigheid van een dancing gedurende
deze tijd aanwezig zijn.
Op de naleving van deze bepaling zal
worden toegezien.
De Burgemeester van Texel,
C. DE KONING
der strekkend doel dan uitsluitend in
schakeling in een binnenlands luchtnet
werden aangelegd. De stopzetting van de
binnenlandse luchtlijnen heeft ongetwij
feld teleurstelling gewekt, maar de basis
van de planning dezer luchthavens niet
weggenomen. Dat het binnenlandse
luchtverkeer met het vaste vleugelvlieg
tuig echter nooit zal terugkomen, zou
de eerste ondergetekende, hoewel een
daarvoor economisch exploiteerbaar
vliegtuigtype nog niet is ontwikkeld, niet
durven onderschrijven.
De vraag of de helicopter de onderha
vige terreinen overbodig zou kunnen ma
ken, meent de eerste ondergetekende
ontkennend te moeten beantwoorden.
Hoewel het rapport van de commissie
van onderzoek inzake de toepassing van
het hefschroefvliegtuig in de burger
luchtvaart nog niet is verschenen en hoe
wel de helicopter zich nog in een ont
wikkelingsstadium bevindt, meent hij
toch reeds te mogen stellen, dat de on
derhavige luchtvaartterreinen de hun
toegedachte taak zullen blijven vervul
len. Het projecteren van helihavens in
het centrum der steden lijkt aantrekke
lijk, maar de grootte dier terreinen zal
uit hoofde van te stellen veiligheidseisen
toch zodanig worden, dat deze in verre
weg de meeste gevallen niet in het cen
trum, maar aan de rand der steden zul
len dienen te worden geprojecteerd.
Voorts mag niet worden vergeten, dat
het niet mogelijk zal zijn reparatie en
onderhoud van helicopters op deze klei
ne terreinen te bewerkstelligen, terwijl
- afgezien van de voorshans nog zeer on
economische exploitatie van hefschroef-
vliegtuigen - het vaste vleugelvliegtuig
nooit geheel door de helicopter zal kun
nen worden vervangen.
De vraag van een der leden of de on
derhavige luchtvaartterreinen niet in de
eerste plaats een militair belang dienen
en de exploitatie als burgerluchthaven
als camouflage zou moeten worden aan
gemerkt, moet ontkennend worden be
antwoord. De ondergetekenden stemmen
gaarne in met de mening, van andere
zijde geopperd, waarbij wordt gewezen
op één van de functies dezer terreinen:
het zijn van uitwijkhaven binnen onze
grenzen.
Indien op operationele gronden uit
wijken naar een buitenlandse luchthaven
niet noodzakelijk is, zal aan uitwijken
naar een binnenlandse luchthaven de
voorkeur worden gegeven. Omgekeerd
kunnen de onderhavige terreinen ook
dienst doen als uitwijkhavens, indien
buitenlandse luchthavens ten gevolge
van weersomstandigheden niet kunnen
worden gebruikt.
De luchtvaartterreinen zijn voorts van
belang voor de burgerluchtvaart in ver
band met de vestiging van de voortge
zette opleiding van vliegtuigbestuurders
op Eelde, maar eveneens in verband met
het maken van z.g. overlandvluchten
door leerlingvliegers.
Naar aanleiding van de opmerking van
sommige leden over het verschil in de
grootte van deelneming door het Rijk
in het kapitaal der verschillende voor
gestelde naamloze vennootschappen en
de daaruit getrokken conclusie omtrent
een verschil in waardering van het ge
westelijk belang, merken de ondergete
kenden op, dat dit belang bij deze lucht
vaartterreinen gelijkelijk is gewaardeerd.
De kosten van aanleg en inrichting van
de terreinen verschillen uiteraard. Zo
waren b.v. op het terrein op Texel geen
verharde startbanen van node en dit
heeft tot gevolg, dat de verhouding van
deelneming in het kapitaal tussen Rijk
en gewest een andere is dan bij de ter
reinen, waar deze banen wel nodig wa
ren.
De opmerking in de Memorie van Toe
lichting, dat de onderhavige luchtvaart
terreinen in de eerste plaats als gewes
telijke belangen beschouwd moeten wor
den, is dan ook niet gebaseerd op de al
of niet grotere deelneming van het Rijk
in het kapitaal, maar op het reeds hier
boven vermelde argument, dat het ge-
west de mogelijkheid wilde scheppen in
het luchtverkeer te worden opgenomen.
Bij de opzet dezer vennootschappen is
uitgegaan van de gedachte, dat bij het
beleid het accent zoveel mogelijk op het
^ewest diende te vallen. Op bepaalde
punten meende men echter het beleid
van Rijkswege in de hand te moeten
kunnen houden, met name wanneer, in
geval van bijzondere omstandigheden of
anderszins, het prevalerende algemeen
belang dit zou vorderen.
Met betrekking tot de exploitatieuit
komsten kunnen de ondergetekenden als
prognose geven, dat bij matige aantallen
vliegtuigbewegingen op de onderhavige
luchtvaartterreinen kan worden ver
wacht, dat geen of althans geringe ex
ploitatieverliezen zullen optreden. Een
regeling omtrent eventuele exploitatie
verliezen kan niet in de statuten worden
opgenomen, aangezien zulks indruist te
gen het wezen der naamloze vennoot
schap, dat het risico van een aandeel
houder beperkt tot zijn deelname in het
kapitaal. Zouden tegen de verwachting
in grote verliezen ontstaan, dan zullen
aandeelhouders nader dienen te overleg
gen, hoe deze moeten worden gedekt.
Tot heden heeft de exploitatie der onder
havige terreinen geen belangrijk verlies
opgeleverd.
Wat betreft de andere Waddeneilan
den, mogen de ondergetekenden medede
len, dat het voorshands niet in de be
doeling ligt Rijksgelden te besteden voor
aanleg aldaar van burger luchtvaartter
reinen. Ter nadere inlichting moge wor
den medegedeeld, dat op Ameland op
initiatief van de gemeente een landings
terrein in aanleg is - en gedeeltelijk
reeds gereed - ter grootte van 500 x 1000
m. Op Terschelling en Schiermonnikoog
kan in noodgevallen gebruik worden ge
maakt van een daarvoor geschikt deel
van het strand, terwijl op Vlieland een
door militaire- luchtvaartuigen in gebruik
zijnde landingsstrook aanwezig is.
Bij de behandeling van het wetsont
werp in de Tweede Kamer, op 29 No
vember jl., werd gezegd door:
De heer Visch:
In de Memorie van Antwoord is een
statistisch overzicht gegeven van de
vliegtuigbewegingen op de luchtvaart
terreinen Beek, Eelde en Texel. Gaarne
zal ik van de Minister een nadere spe
cificering van deze aantallen vernemen,
bij voorbeeld over 1954 en het eerste
halfjaar van 1955. Welk deel komt voor
rekening van de verkeersmaatschappijen,
welk deel voor de sportvliegerij en welk
deel voor de militaire vliegtuigen? Wij
krijgen dan een betere indruk welke ge
westelijke belangen hiermede gemoeid
zijn.
De heer De Ruiter:
De Regering acht het algemeen belang
van deze luchtvaartterreinen groter dan
het streekbelang. Ik ben die mening ook
toegedaan. Toch is er streekbelang dat
groter zal zijn naar gelang de bevolkings
dichtheid, de handel en industrie en
eventueel het vreemdelingenverkeer
groter zijn.
Vooral wat het laatste betreft, is er
vroeger al eens vraag geweest naar
moeilijk te bereiken plaatsen. Het vlieg
veld te Haamstede dankt daaraan zijn
ontstaan. Dit zou ook voor Texel gelden,
ware het niet, dat dit eiland betrekkelijk
gemakkelijk is te bereiken na een korte
bootreis. In tijden van ijsgang zoekt men
geen recreatie op Texel, ofschoon daar
een vliegveld ook diensten kan bewijzen
voor ziekenvervoer en aanvoer van le
vensmiddelen en post. Indien opgemerkt
wordt, dat op de andere eilanden des
noods van het strand gebruik kan wor
den gemaakt om te landen, zou ik willen
zeggen, dat dit ook voor Texel kan gel
den. Nu kan men niet steeds landen op
het strand en het brengt risico's mee
daarom gun ik Texel het luchtvaartter
rein boven de andere Waddeneilanden.
De Minister geeft in de Memorie van
Antwoord een staatje van het luchtvaart-
verkeer op genoemde luchtvaartterrei
nen, om daarmede het bestaansrecht
daarvan te illustreren. Hierbij wordt ge
sproken van vliegtuigbewegingen. Ik zou
in dit verband de vraag willen stellen,
of hieronder ook valt het regelmatig op
stijgen en dalen van de lesvliegtuigen.
Indien dit het geval is, komt men ge
makkelijk tot hoge cijfers.
Waarom Texel een vliegterrein moet
hebben en de andere Waddeneilanden
niet, is mij nog niet duidelijk. Ook Ter
schelling, Vlieland en Schiermonnikoog
hebben 's zomers veel zomergasten en
daar gelden ijsgang en storm 's winters
in dezelfde of sterkere mate als voor
Texel. Zit het verschil misschien hierin,
dat men op Texel het initiatief heeft ge-
„Ja, ze hebben met de riolering van
de Burgwal in 1901 uitstekend werk ge
leverd: die functionneert nog altijd voor
de volle honderd procent", aldus de heer
J. Veldstra, adjunct-directeur van Ge
meentewerken, wie wij enige bijzonder
heden vroegen inzake de huidige stand
van zaken met betrekking tot de riole
ring op ons eiland.
In 1901 is dat feitelijk met de gelijk
tijdige demping van de Burgwal begon
nen. Dat was een gracht, die eens rond
de kern van Texels hoofddorp - een
burcht? - gelegen heeft.
Maar op een goeie dag hebben ze in de
Raad gezegd: „Dempen, want is het niet
gek om een burgwal te hebben als je
geen burcht bezit?" Ook in die dagen
wisten ze de koe vakkundig bij de hoorns
te nemen en het karwei werd vlot uit
gevoerd. En hoe: „Tot nu toe hebben wij
met de riolering van de Burgwal nooit
moeilijkheden ondervonden, verstoppin-
DAMCLUB OOSTEKEND
Uitslag wedstrijd van Oosterend a te
gen Den Burg c, gespeeld op 29 Novem
ber voor de Eilandcompetitie:
J. Trap Wzn-A. Vinke 11
A. Bakker-C. Medendorp 11
S. Trap-D. v.d. Werf 2—0
Jb Breman-J. A. van Enst 20
J. Vlaming-A. de Vries 20
P. S. Kuyper-J. Hillen 11
K. Burger-P. Bakker 20
Jn Blom-J. Koorn 02
D. Trap-R. Zijm 02
L. de Vries-P. Keijser Dzn. 20
13—7
VAKDIPLOMA
Den Hoorn. De heer J. Boon Klzn.
nam met goed gevolg deel aan de cur
sus voor het leggen en plakken van lino-
lieum, colorite- en colovinyltegels uit
gaande van de Linoleumfabrieken te
Krommenie.
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
7 Dec. 1,20 en 14,30; 8 Dec. 2,30 en 15,35;
9 Dec. 3,45 en 16,40; 10 Dec. 4,50 en 17,45.
Aan het strand ongeveer een uur eer
der hoog water.
dan Uw spoorkaartje ge-
haaldbijdeV.V.V.,,Texel" 4+
nomen?
Wat de vertegenwoordiging in de Raad
van Bestuur betreft, wil ik een enkele
opmerking maken. Het verheugt mij, dat
het Rijk zoveel plaatsen inruimt aan de
bestuurders van -provincies, gemeenten.
Ik kom tot deze opmerking, omdat de
Kamers van Koophandel in Eelde één lid
in het Bestuur krijgen, terwijl zij zes
aandelen nemen, terwijl wat Texel be
treft de Kamer van Koophandel in Hol
lands Noorderkwartier voor een zetel
niet aan bod komt. Wat is hiervan de
reden geweest?
De heer Algera, Minister van Verkeer
en Waterstaat, antwoordde:
De geachte afgevaardigde, de heer De
Ruiter heeft gevraagd, waarom aan de
Kamer van Koophandel, die zich bevindt
op het terrein, dat wordt bestreken door
het vliegveld Texel, geen zetel is toege
kend. Ik meen reeds in de Memorie van
Antwoord te hebben geantwoord, dat dit
in overleg met het gewest is gebeurd. In
het algemeen streven wij ernaar, in de
Raad van Bestuur een niet te groot aan
tal zetels te hebben, zodat deze een li
chaam wordt, dat niet te moeilijk te
hanteren is. De Kamer van Koophandel
heeft hierin, naar ik meen, slechts voor
een zeer gering deel (slechts twee aan
delen deelgenomen, zodat ook uit dien
hoofde deze Kamer van Koophandel
daarin geen zetel zou behoeven te heb
ben.
De geachte afgevaardigde, de heer
Visch, vraagt hoe groot de exploitatie
verliezen zijn. In de jaren 1945 t.m. 1954
zijn de exploitatieverliezen geweest: voor
Eelde f 12.600,voor Zuid-Limburg
f 18.900,en voor Texel f 10.700,
Wat betreft het vliegveld Zuid-Lim
burg kan ik mededelen, dat het aantal
vliegtuigbewegingen, die gebracht kun
nen worden onder het begrip commer
cieel verkeer, dus de luchtvaartmaat
schappijen, in 1954 22 heeft bedragen,
overig verkeer in totaal 30490, waarvan:
particuliere vluchten 3345, les- en oefen-
vluchten 24705, overige vluchten 2440.
In het eerste half jaar van 1955 bedroe
gen deze getallen resp. 2, 3922, 2314.
1538, 70.
Voor wat vliegveld Eelde betreft, be
dragen de getallen voor 1954, commer
cieel verkeer 28, particuliere vluchten
332, les- en oefenvluchten 22365, overige
vluchten 182, terwijl de cijfers voor het
eerste halfjaar 1955 zijn: 16, 188, 27406
en 207.
Voor Texel lag het in 1954 aldus: geen
commercieel verkeer, 1064 particuliere
vluchten, 372 les- en oefenvluchten en
250 overige vluchten. Over het eerste
halfjaar 1955 waren de cijfers voor het
niet-commerciële verkeer hier respec
tievelijk 1244, 146 en 40.
gen of iets dergelijks komen daar niet
voor. Er liggen buizen van 30-50 cm. In
die dagen was dat wellicht een flink
formaat, maar nu werken ze - de N.V.
Grontmij. - met wel zwaarder kaliber:
U heeft ze maandenlang - tot ergernis
van de omwoners - langs de Beatrixlaan
zien liggen. Een klein kind kon er recht
op in staan. Die buizen zult U niet in het
hart van het dorp vinden, maar daar,
waar kleinere kanalen hun inhoud lozen.
De bedoeling van zo'n riolering kent
U: het afvoeren van het huisvuil en het
regenwater. Aangezien Texel, ook wat
dit betreft, nog een grote achterstand
heeft, zal het U niet verwonderen, dat
dit object een der kostbaarste van deze
tijd is. Men rekent erop, dat er een 10-
15 jaar nodig is om het uit te voeren.
De kosten zijn op 1 tot 1,5 millioen
gulden begroot. Zonde van het geld?
Nee, het is een dringende noodzake
lijkheid, dat de dorpen van een goed
functionerende riolering worden voor
zien. Wat b.v. De Koog aangaat: de rio
lering aldaar is gereed en hoeveel narig
heid en moeilijkheden men daardoor
meteen opgelost heeft, valt niet te be
schrijven. Het werd daar de laatste ja
ren hét vraagstuk, want men zat om zo te
zeggen „vol". Daarom ook heeft de ge
meente er goed aan gedaan om De Koog
als het urgentste geval te beschouwen.
Maar intussen zit Den Burg ook om
een modern afvoersysteem te springen.
Wij denken bij ijs en schaatssport nog
altijd terug aan het anstige ogenblik,
waarop twee knapen in de „Verver-
sloot" achter de Warmoesstraat doken:
od de smurrie van die sloot had Koning
Winter vergeefs getracht een hechte
brug te bouwen en de overmoedige kna
pen waren daar het haasje of dichter nog
bij het beeld: de neger van geworden.
In 1953 is voor Den Burg het eerste
gedeelte van de nieuwe riolering gelegd,
van de Warmoesstraat naar Plan-Zuid.
En zo de Hoornderweg op, waar de Drie-
huizertocht er goed voor was (en nog
steeds is). Dat betrof intussen geen
hoofdriolering, maar een afvoer vanaf de
Burgwal.
Momenteel is men hier aan Den Burg
bezig met de aanleg van een zogenaamde
ringleiding rond het dorp: Wilhelmina-
laan, Wittekruisweg, Secretaris Jonker
straat, Beatrixlaan i(de voormalige Sui-
kerweg dus). Daarop wordt de „binnen-
riolering" aangesloten met uitzondering
echter van die welke in de voormalige
Burgwal haar ongeziene functie uitoe
fent. In de Driehuizertocht komt ook
(nog) de ringleiding uit.
In 1955 is aangelegd het gedeelte van
de ringleiding vanaf het Rusthuis tot aan
de Hoornderweg, in 1955-1956 is men
bezig met de aanleg van de riolering van
de Wilhelminalaan af tot aan het Rust
huis. Als dat werk er op zit, zal de ring
grotendeels gesloten zijn, waardoor men
de Jan Ayesloot met rust kan laten.
In 1954-1955 begon men buizen naar
Oudeschild te transporteren. Ook daar
was dit werk zeer urgent. Wij hebben
destijds in een artikel over de woning
toestand aldaar een „luikje" openge
daan: in een der woningen troffen wij
'n complete vijver aan, water, dat voor
namelijk uit de dijk was gevlucht en
geen uitweg kon vinden. In genoemd
tijdvak werden de buizen gelegd vanaf
't voormalige postkantoor via de Dorps
straat tot aan het Buurtje, terwijl even
wijdig daaraan een tak over de Achter
weg werd gelegd. De riolering langs de
Dorpsstraat zelf heeft voornamelijk ten
doel het vocht uit de dijk en het regen
water af te voeren. Thans is daar in
uitvoering de riolering vanaf de Wijde
Steeg naar het Postkantoor, zowel langs
de Dorpsstraat als langs de Achterweg.
En zo zullen alle dorpen van ons
eiland binnen afzienbare tijd ook him
rioleringsprobleem tot geschiedenis kun
nen beschouwen.
Intussen blijft, zoals U al heeft be
merkt, de vraag, waar ze het laten. Wel,
De Koog p&L u*-t z.g. bevloeiingssysteem
toe, maar Dt Viiiurg zal een andere op
lossing moete:. -rinden. Of de plaatsing
van een zuiveringsinstallatie óf afvoer
via een persleiding naar de Waddenzee.
TEXELS OUDSTE MAN
Zondag hoopt de heer Cornelisse,
Waalderstraat, Den Burg, zijn 92ste ver
jaardag te vieren. De heer Cornelisse„die
nog steeds en goede gezondheid geniet,
is Texels oudste man.
De oudste ingezetene van Texel is
mevr. Weverink-Beumkes, Huize „Irene"
die in Februari 96 jaar wordt.
„DE GELAARSDE KAT"
Het ligt in het voornemen om de
schooljeugd van heel Texel - de eerste
vijf klassen - evenals vorig jaar weer te
onthalen op een kindertoneelstukje.
Ditmaal zal voor het voetlicht worden
gebracht het sprookje „De Gelaarsde
Kat". Het zal worden opgevoerd door de
leerlingen van de Kweekschool te Den
Helder. De eerste opvoering vindt plaats
Vrijdagmiddag 16 December, de tweede
Zaterdagochtend 17 December en de
derde Zaterdagmiddag 17 December.
De jeugd van de buitendorpen zal per
bus naar Den Burg worden vervoerd.
Dat is gratis. De entreeprijs zal gering
zijn.