Een Texelaar in Amerika Pepito's eerste grote avontuur Vervuld verlangen meer dan een millioen gulden aan bollen van Texel geëxporteerd wordt naar alle delen van de wereld, voornamelijk naar Engeland, de Ver. Staten en Duitsland, dan begrijpt men, dat dit een factor van betekenis is in Texels economie. Er zijn verschillende full-time bedrijven, velen ook kweken bollen als nevenverdienste. De duingronden zijn het meest geschikt voor narcissen en crocussen. De laatste jaren kweekt men ook in Frankrijk ge rooide wilde sneeuwklokjes. Vissers Daarnaast, zo vervolgt de schrijver, moet zeker ook de visserij worden ge noemd. Het dorp Oosterend drijft gro tendeels hierop. Daar wonen nl. de kot- tervissers, die alleen het weekend thuis zijn en vissen op de Noordzee, tot zelfs onder de Deense kust. De vis gaat naar de afslag te IJmuiden. In de visserij wordt buitengewoon goed verdiend en het is niet overdreven te zeggen, dat, in de Texelse verhoudingen, deze Ooster- ender kottervissers rijk zijn. Zij hebben echter ook andere tijden gekend. De te genwoordige welvaart weerspiegelt zich gelukkig ook in de kerkcollecten. Oos terend brengt grote sommen bijeen, voor al voor de zending. Neringdoenden vindt men in alle ze ven dorpen, maar hoofdzakelijk te Den Burg. In dit opzicht is Texel self-suppor ting. 22 Pet werkt in handel en verkeer. Velen vinden ook emplooi bij „de Staat", zoals Staatsbosbeheer wordt aan geduid. Het werk van dit lichaam neemt steeds in betekenis toe. Van nature is er geen naaldhout op het eiland, maar Texel zou Texel niet meer zijn zonder het prachtige werk van Staatsbosbe heer, dat sinds het einde der 19e eeuw uitgestrekte duingebieden herschiep in prachtig dennenbos. Een van de voornaamste bestaansbron- nen is in de laatste decennia het vreem delingenverkeer. In het hoogseizoen kan het gebeuren, dat in en direct bij De Koog op elke inwoner 10 vreemdelingen zijn (8.000 op 800). Geen industrie Texel kent geen industrie. Men vindt wel een zuivelfabriek, een ijsfabriek en een eigen electriciteitsmaatschappij, maar procentueel spelen deze geen rol. De excentrische ligging van het eiland en daarmee de lange en dure aan- en af- voerwegen verklaren voldoende de af wezigheid van industrie van enige be tekenis. De omgang tussen de verschillende be volkingsgroepen is zeker niet slecht. Men is van oudsher op een eiland op elkaar aangewezen geweest. Wanneer wij b.v. denken aan de verhouding boeren-boe- renarbeiders, dan moet onmiddellijk ge zegd worden, dat hier van enig klasse- bewustzijn geen sprake is. Het is nor maal, dat de arbeiders hun broodheren tutoyeren l(met „je" aanspreken); hoog stens, en niet eens altijd, legt een even tueel. leeftijdsverschil hier een rem op. In de kerk is het al niet anders; van eni ge discriminatie ten opzichte van de ar beiders, b.v. in de samenstelling van een kerkeraad, merkt men niets. Dit, is ove rigens niet zozeer een bijbels-gefundeer de vanzelfsprekendheid, als wel eenvou dig een gevolg van het gevoel voor so ciale gelijkheid en van de vrijheidsdrift der eilanders. T.a.v. de politieke verhoudingen merkt de schrijver o.a. op: „Het ware onjuist te zeggen, dat de verschillende politieke kampen fel-polemisch tegenover elkaar staan. De Texelaar maakt zich niet zo erg druk, ook niet op dit gebied. De vraag of een bepaalde straatlantaarn al of niet geplaatst moet worden, is on eindig belangrijker dan welk nationaal of internationaal probleem ook. Van Elders 27 Pet. van de bevolking is van elders afkomstig. Dit heeft natuurlijk ook zijn consequenties met betrekking tot het kerkelijk leven. Er is sprake van tweeër lei invloed: die van de import op de oorspronkelijke Texelaars en omgekeerd. Het staat als een paal boven water, dat kerkelijk - godsdienstig althans - de in vloed van Texel op de import verreweg ■het grootst is. Men kan dit dagelijks constateren. Zo wonen er b.v. om één categorie te nemen, veel Zeeuwen (boe ren) op het eiland, die dus stammen uit oen zeer godsdienstige streek en dit laat ste waarlijk niet alleen in de ziekelijk- mystieke zin des woords. Deze mensen blijken na korte tijd volledig geassimi leerd te zijn, hoe trouw zij eertijds ook ter kerke gingen. Voorbeelden liggen, voor wie Texel's kerkelijke kaart kent, voor het grijpen. Men ziét hen eenvoudig niet meer; ze werden de Texelaars een Texelaar. Zij bleken dus geen zoutend zout of een licht op de kandelaar en gingen, eenmaal buiten de vertrouwde kring, menselijk gesproken voor de kerk verloren. Het zijn werkelijk de en kelingen, die trouw bleven en van bete kenis werden in him nieuwe omgeving. En wat geldt voor de Zeeuwen, geldt voor de hier gevestigde Friezen en ande ren even zeer. Omgekeerd doet zich wel het ver schijnsel voor, dat diégenen onder de import, die bewust meeleven, al spoedig in de kerkelijke functies gekozen wor den. Men ziet: de Texelaar denkt niet exclusief! Zeer vele kerkeraadsleden zijn niet-Texelaars en ze hebben het vertrou wen van de gemeente. Maar zij zitten op dié plaatsen, waarvoor de eilander niet warm te krijgen is! Op deze wijze oefe nen de allochthonen {mensen van elders) dus toch een zekere invloed uit en men aanvaardt dit. (Wordt vervolgd) NIEUWE TELEFOON-AANSLUITINGEN Den Burg: Nr. 369, J. Kuip, Fa. A. Bakker, S 19a, Oudeschild; Nr. 352 A. Zielman, De Laagte S 30a. De Koog: Nr. 325, Gebr. Hopman, vee houders, K 4; Nr. 234, Herv. Pastorie, Ds A. W. F. Waardenburg Jr., Houtvester Boodtlaan 96; Nr. 232, F. Witte, veehou der, Burger-Nieuwland B 178. Oosterend: Nr. 329, P. Brans, vee houder Oost 116; Nr. 328, C. de Kort, Bosweg 3. PUBLICATIE VAN DE CULTURELE RAAD Woensdag 14 December Den Burg, Oranjeboom, Cabaret O. S. en O. Donderdag 15 December Den Burg, De Zwaan, R.K. Ontwikke lingsclub, Onderlinge avond. De Koog, Het Wite Huis, Ledenvergade ring V.V.V., aanvang 8.00 uur. Vrijdag 16 December Den Burg, Hotel Texel, Propaganda ver gadering N.C.L.B., 8 uur. CONTROLE BEVOLKINGSREGISTER Tot op heden zijn nog niet alle formu lieren voor de controle van het bevol kingsregister aan ons teruggezonden. Ter vermijding van onnodige corres pondentie roepen wij Uw medewerking in om het door U ontvangen formulier alsnog spoedig terug te zenden. Ter secretarie zijn eventueel nog nieu we formulieren verkrijgbaar. Texel, 10 December 1955. Burgemeester en Wethouders van Texel De Burgemeester, C. de Koning De Secretaris, P. Beemsterboer VOORKOM DE RAMPEN, ZORG VOOR UW LAMPEN! Beide koplichten van een auto moeten voor het tegemoet komend verkeer dui delijk zichtbaar blijvend helder wit of helder geel licht uitstralen. Koplichten, die bv. door een los contact telkens aan- en uitgaan, zijn dus niet toegestaan. Er dient voor gezorgd te worden, dat ze goed gesteld zijn, dus niet b.v. zo, dat de stralenbundels ongelijk gericht zijn. Het doel van de verlichting is niet al leen Uw weg te beschijnen, maar ook om voor de tegenligger Uw positie te be palen. Dit is ook de bestemming van de stadslampen, die evenals de koplan taarns op gelijke hoogte moeten zijn aan gebracht en zich op geen grotere afstand binnenwaarts mogen bevinden dan 40 cm. Zodoende kan de tegenligger zich oriënteren op de breedte van Uw auto. Aparte stadslichten zijn niet vereist, als ze in de koplampen zijn aangebracht, mits deze niet meer dan 40 cm. binnen waarts zijn geplaatst. De maximumhoogte voor de koplam pen, gerekend van de grond, is 1,25 me ter, minimum 40 cm. Voordat een andere instantie er zich mede bemoeien zou: heeft U wel eens nagegaan, of de lantaarns en de gloei lampjes, zoals het officieel gezegd wordt, „voorzien zijn van het door de Minister vastgestelde merk?" En dan tenslotte: „Wilt U voor Uw te genliggers tijdig dimmen?" Met „tijdig" bedoelen we van het ogenblik af, dat de tegenligger in Uw stralenbundel komt tot het moment, dat hij gepasseerd is. VERBOND VOOR VEILIG VERKEER (Heeft U zich al opgegeven als lid van van de afdeling Texel van het Verbond voor Veilig Verkeer?) De heer Th. Reuvers vervolgt: Men hoort daar boven het stadsru moer, zoals men op Texel de zee hoort grommen. Rondom deze hoge toren is 'n brede trans, waar men zeker met ruim een paar honderd man kan staan en lo pen en rondom is een stevige stenen borstwering met daarop een staaldraden hekwerk, zodat men er niet af kan springen, wat vroeger nog al eens voor kwam door mensen, welke op een goed kope manier van deze wereld af wilden zijn. Maar de mensen op straat begon dat te vervelen en er mochten geen be zoekers meer op dit hoogste gebouw ter wereld, wanneer er niet voor werd ge zorgd, dat men beneden niet de kans liep zo'n springmaniak op z'n pet te krij gen. Uitgekeken kwamen we toch niet, want telkens zagen we weer wat anders, daarom zijn we dus maar weer naar de begane grond gegaan met de snellift. Dat afdalen voelt men meer als het stijgen. Men begint onwillekeurig te slikken en ik heb verschillenden horen zeggen: Ge lukkig dat we er zijn. Beneden in de grote hal zat mijn nicht te lezen in haar dagblad van ongeveer 40 pagina's. Alle mensen, wat een dikke kranten drukken ze daar en nog wel. een morgen- en een avondblad. Ze zijn ge woonweg niet te doorworstelen, maar toch zie je duizenden mensen met zo'n gevaarte onder hun arm lopen. De prijs is maar 5 cent; hoe bestaat het en dan krijgt men er Zondags nog een heel dik zondagsblad bij met allerlei gekleurde platen en verhalen en een kindercourant vol met leuke mopjes en bijpassende plaatjes en dat allemaal voor die vijf centen. Wij zijn toen eerst maar eens gaan eten en daarna de stad eens ingewan deld, waar we enkele van die enorme grote winkels of warenhuizen bezichtigd hebben. Het overweldigt je in het begin, want als men het niet zelf heeft gezien, kan men zich onmogelijk een voorstel ling maken van zulke zaken. In Neder land ken ik alle grote gebouwen, in de grote steden, maar heus de Bijenkorf in Rotterdam, Den Haag of Amsterdam is er maar een klein winkeltje bij vergele ken en wat er niet allemaal te koop is in zulke zaken, je staat perplex. De straten rijden maar geregeld vol met auto's in allerlei kleuren. Een voor jaarsgezicht met al die groene, gele, ro de en blauwe wagens. Het lijken alle maal wel nieuwe. Maar zelden zie je er een oude tussen in. Die zie je alleen aan de buitenkant van de stad en ook in Hoboken bij de boot. Daar zag ik zelfs nog een oude Ford A, welke huppelend aankwam en met zijn staart kwispelde. In de tunnel, welke 5 km onder de Hudson doorloopt, worden oude rammel kasten van auto's niet toegelaten. Toen we waren moegelopen, zijn we naar een museum gegaan. Ook al weer fantastisch groot en monumentaal afge werkt; grote marmeren trappen voor het gebouw en van binnen ook alles afge werkt met allerlei marmersoorten in vele kleuren. Nu, daar is wat te zien; zo mal kan men het zich niet voorstellen, maar in al de museums van New York, welke ik heb bezocht, is alles onderge bracht wat maar op de wereld aanwezig 28. Bloobeest had met een keel vol brok ken naar de wanhopige kapitein geluis terd. Ze lieten hem alleen met zijn tra nen en leunden mismoedig wat over de railing. Doch opeens stapte Bloobeest met een lachje op zijn bolle toet weg en daalde af in het achteronder. Pepito vol wantrouwen achterlatend. Even later kondigde een hevig gebonk en gestom mel de komst van Bloobeest weer aan, die te voorschijn kwam met een complete roeiboot op zijn nek! „Gossie, hoe kom je daar aan Bloobeest?" riep Pepito op gewonden. „O", antwoordde Bloobeest FEUILLETON door W. ROELANT 10. Ze was meestal opgewekt, ging Sabina voort. Soms had ze buien, waarin ze erg verdrietig was. Dat begre pen we wel eens niet. Leo, je vader be doel ik, praatte dan veel met haar. Maar er was nooit iets concreets, waar ze over tobde. Later werden die buien erger. Soms liep ze midden in de nacht van huis weg en dwaalde uren over de hei. Ze wilde dan niet vertellen waar ze ge weest was.Och jongen, wat zal ik over die tijd vertellen. Je herinnert je zelf nog wel dingen. Maarten knikte. Hij wist nog, hoe langzamerhand de sfeer in huis ai som berder geworden was. Hij zag zijn moe der voor zich; zoals ze heen en weer liep en aldoor huilde, uren lang. En hij dacht aan dat ogenblik, waarop ze weggegaan was van huis, weggebracht door de dok ter en een verpleegster, om nooit weer naar huis terug te keren. Hij was rade loos geweest. Kort daarna was hij ziek geworden. En het was tante Sabina ge weest, die naast hem had gezeten, toen hij vlak langs de dood heen was gegaan. En later.... De vele lange weken en maanden doorHier, in deze kamer lag hij in bed, verlamd, machteloos. En Sabina zat naast hem en las hem voor en troostte hem. Naar haar had hij altijd uitgekeken. Naar haar en Herman, de twee, die hem nooit alleen hadden ge laten. Zijn vaderAan hem had hij wei- is. Alle soorten gereedschappen, kleding, boeken, machines, dieren, planten, dia mant, steenkolen, houtsoorten, grond soorten, vissen enz. enz. Men mocht er wel weken voor nemen wanneer men dat allemaal wilde bekijken. Toch speet het mij wel eens als we weer verder moes ten, want er waren heel wat afdelingen, waar ik graag nog een paar uur was blijven kijken. Vooral in de afdeling In dianen met hun jachtbenodigdheden was het zo interessant. Maar er kwamen nog meer dagen en we moesten toch alle be zienswaardigheden van New York bekij ken. Om te beginnen zouden we dus ook alvast maar eens zo'n grote bioscoop be zoeken en meteen wat zitten uitrusten van al het gewandel door straten en mu seums. Een pracht zaal zo'n cinema, wat een ruimte en wat een pracht films, wel ke werden onderbroken doordat plotse ling het licht weer aanging en we een heel orkest naar boven zagen komen er gens voor het toneel en op het toneel 36 danseressen in allerlei kleuren costuums. Deze danseressen verdwenen, na ver schillende dansen te hebben gedemon streerd, plotseling in de lucht, alsof ze konden vliegen en men hoorde hun ge zang wegsterven in de verte, terwijl een groot Hammondorgel begeleidde met zachte ox-gelmuziek wat steeds luider werd. We zagen in blauwachtig licht in een klein glazen hokje, de organist naast het toneel zitten spelen. Er kwamen tus sen de coulissen van verschillende kan ten kleine meisjes in fantastisch mooie jurkjes het toneel op dansen en zij vormden daar verschillende figuren. Het was allemaal veel te mooi om het te kunnen navertellen en er was dan ook geen plaats onbezet in dit revue-gebouw Als we 's avonds in ons hotel kwamen en we hadd gegeten, zat er niet veel fut meer in, want wanneer men zo'n hele dag overal naar toe sjouwt en zoveel in drukken moet verwerken, dan is er toch een grens aan het uithoudingsvermogen. We bleven dus meestal maar rustig wat zitten lezen in de grote hal van het hotel of wandelden nog even de Broadway op, want dat bleef toch altijd een geweldige indruk op ons maken: een grote brede straat, waarvan men in beide richtingen geen eind kan zien en badend in de overvloedige verlichtingen van de recla mes tot hoog in de wolken. Eerst over weldigt het je en wriemelt het voor je ogen, maar dat went gauw en je hebt er geen erg meer in, dan ziet men meer bijzonderheden, b.v. een groot hoofd, welke een groet O uit blaast van de si garet welke hij rookt van een bepaald merk. Verderop ziet men het nieuws, weerbericht, temperatuur enz. enz., bo ven langs een gebouw in grote lichtlet ters langs de gevel lopen, de z.g. door lopende courant. In de verte ziet men langs een gevel een raket omhoog schie ten lange vuurstrepen achterlatend 'en boven in de lucht explodeert dit appa raat met een helle lichtflits en leest men weer reclame. De hele millioenen- stad is vol met lichtreclame. Bioscopen en hotels, ook allemaal overvloedig ver licht met allerlei gekleurde lampen. De vliegtuigen, welke 's avonds en 's nachts over zo'n grote stad vliegen, kunnen zich oriënteren op verschillende draaiende en stilstaande lichten, gemon teerd op de hoogste gebouwen, zoals de Empire State Building, The Chrysler onverschillig, ,,'t is eigenlijk de uienkist. We binden het bootje achter het schip en dan ga ik roeien!" Je bedoelt zeker vóór het schip", merkte Pepito pienter op. „O, dat hoeft niet", zei Bloo weifelend, „als we het schip omdraaien gaan we tóch vooruit!" „We zullen het bootje tóch maar vóór het schip binden!" besliste Pepito. Na veel geharrewar lag de sloep in het water en stond Bloobeest klaar om er in te springen, ,,'t Is wel hoog," zei hij, angstig naar beneden blikkend, waar het bootje uitnodigend lag te dob beren. „Schiet toch op!", drong Pepito nig herinneringen uit die tijd. Het leed om zijn vrouw, die hij geestelijk niet meer bereiken kon, had van de vrolijke, knappe Leo van Laar een stugge, geslo ten man gemaakt, afgetrokken en tot in de kern van zijn bestaan bezeerd. Hij had zijn geestelijk evenwicht gevonden in een hard en verbeten werken, dagen en ook vele nachten door. Maar voor zijn zoon had hij weinig kunnen zijn. En het was Sabina weer geweest, die Maarten hielp, toen hij moest proberen opnieuw te leren lopen. Spontaan stak Maarten zijn hand naar haar uit. Als U er niet geweest was zei hij. Ze begreep zijn gedacifitengang en hield zijn hand in de hare. Hij was, door de jaren heen, toch ook een beetje haar kind geworden. Zo ble ven ze een ogenblikje zitten en zo vond Suzan hen, toen ze thuis kwam. Ze trok een stoel bij en ging zitten. Als ik de idylle niet verstoor, zei ze spottend. Sabina keek haar aan, verwonderd. Waarom deed Suzan de laatste tijd zo opgeschroefd? In Maarten was iets open gebroken door dit gesprek. Een zacht heid en toegankelijkheid was in hem ge komen, waar hij Suzan in wilde laten delen. We spraken over moeder zei hij kalm en beheerst. Over moeder, antwoordde Suzan. Haar stem werd scherp van bedwongen drift. Waarom zaten dië twee hier samen en spraken over moeder? Waarom kreeg Sabina ie dereen in haar macht, zelfs die gesloten Maarten? En waarom scheen ook hier weer een verbond te bestaan, waar zij Building, Riverside Church enz. enz. Wanneer we 's nachts op onze kamer waren in Dixie hotel, hoorde men steeds geraas, alsof men de branding van de zee hoort. De volgende dagen bezochten we het Rockefeller Center. Dat is een fantas tisch geheel. Wat men daar allemaal ziet is niet zo maar eventjes te vertellen, het beslaat een reuze oppervlakte van de 51e straat tot de 48e straat; samen 15 ge bouwen 850 feet hoog, hele winkelstra ten in het gebouw, op het binnenplein is een groot sportveld met fonteinen. In de herfst en winter is dit een kunstijsbaan. Dagen zou men hier kunnen blijven om alles goed te zien. De George Washington-brug is ook 'n pracht stuk werk. Men bouwde deze in 41/2 jaar en deze kostte maar 60 millioen dollar. De grootste schepen varen er onder door. Ook zijn we even zo'n grote kerk bin nengegaan. Daar kunnen duizenden men sen in. Men hoorde daarbinnen niets van het stadsgeweld; een oase van stilte in een millioenenstad. (Wordt vervolgd) PASTORALE SOCIOLOGIE In deel II van het Handboek der Pas torale Sociologie onder redactie van prof. mr. dr. W. Banning, gewijd aan Noordholland benoorden het Y, de Wad deneilanden en Friesland {zonder de bouwhoek) heeft de voormalige Texelse predikant Ds C. J. J. Janse het hoofd stuk over Texel verzorgef. Hieraan ont lenen wij: „Al zijn er soms grote onderlinge ver schillen, toch vormen de dorpen van Texel een zekere mate van eenheid met Den Burg als centrum. Iedereen heeft vrijwel overal in de andere dorpen fami lie wonen. Maar het eigene, typisch- Texelse, verdwijnt hoe langer hoe meer. Voor het tellen van de vrouwen, die de Texelse kap dragen, heeft men aan één hand al te veel vingers en weldra zal men de kap alleen nog in een museum kunnen zien. Evenals de andere Waddeneilanden is Texel van origine beslist Fries, maar de ze sporen zijn nagenoeg verdwenen. Noordholland is Texels achterland. Het ligt in de rede, dat het eiland daardoor op deze provincie is georiënteerd en niet (zoals het geval is met Vlieland en Ter schelling) op Friesland. Het Texels dia lect is zeer na verwant aan het Noord hollandse, Westfriese. De cijfers hebben uitgewezen, dat van de niet op Texel ge boren huidige eilandbewoners de mees ten uit Noordholland komen. Weliswaar is er een tamelijk grote groep Friezen op het eiland (die ook een „krite" hebben), maar dit is een gevolg van min of meer toevallige factoren. Iets minder dan de helft der-bevolking (nl. ruim 45 pet.) vindt haar emplooi in de landbouw, visserij en de jacht. De jacht is van een te verwaarlozen beteke nis. Hoofdzakelijk gaat het bij deze 45 pet dus over boeren en vissers. De boe ren maken verreweg de belangrijkste groep uit. De vele kleine bedrijven {15- 25 ha) en de enkele grote (tot 80 ha) ma ken de landbouw en veeteelt tot de slag ader van het Texelse leven. Agrariërs zijn ook de bollenkwekers. Wanneer men weet, dat jaarlijks voor aan. „je bent toch niet bang voor je eigen ideetje?" „Nee.... eh.... ja.... hoepla dan!" en suisde manmoedig naar beneden. Maar o wee, 't bootje had beter uienkist kunnen blijven! Met een zware plof kwam Bloobeest op de bodem te recht, die krakend in splinters brak en de vreemde indringer halverwege door liet! „Help ohh boehh brrr, help!" gilde Bloobeest hevig geschrokken, „wat een vervelend ideetje!" en vastgeklemd in de wrakstukken spartelde hij wanhopig rond. buiten stond? Waarom praat U over moeder viel zij rechtstreeks tegen Sabina uit. We willen daar niet over praten. Dat weet U toch. En hartstochtelijker ging ze door: We willen het niet. Maarten niet en ik nietEn als U Maarten aan het praten hebt gekregen, is dat tegen zijn wil. Waarom houdt U Uw mond niet over moederHet is alles al rot genoeg. Ze sprong op en liep de ka mer uit, de trap op naar boven. Daar viel de deur met een slag in het slot. Roerloos bleef Sabina naast de haard zitten. Dit was de tweede maal in enkele dagen dat Suzan zo tegen haar uitviel. Ze keek naar Maarten. Hij staarde op zijn handen. Lange, smalle handen, wei nig gespierd door gebrek aan sport en handenarbeid. Had ik er niet met je over moeten praten, Maarten? vroeg Sabina zacht. Zij twijfelde er ineens aan, of zij wel goed gedaan had. Hij keek op. Ja, het was wél goed, antwoordde hij. Het verstoppertje spelen, dat Suzan en ik doen, is veel erger. Dat vreet je op van binnen. Ik ben blij, dat ik er eens over heb kunnen praten. Wat heeft Suzan tegen mij? vroeg Sabina nu opeens op de man af. Maarten aarzelde. Hij vermoedde wel de oorzaak van Suzan's houding, maar hij wilde het niet zeggen. Ze is wat nerveus de laatste tijd, zei hij ontwij kend. Ze begreep hem. Het was ook be ter wanneer ze het van Suzan zelf te weten kwam. Wanneer ze merkte dat er achter haar rug over haar gesproken werd, zou het alles alleen nog maar moeilijker maken. Zij, Sabina, moest zelf met het kind praten. Maar wanneer en hoe? Vroeger was het altijd goed gegaan tussen hen, had Sabina ook over haar kunnen moederen. Maar de laatste tijd onttrok het meisje zich helemaal aan elk vertrouwelijk gesprek. Het kwam elke keer tot grotere of kleinere botsingen. Soms zelfs onder de les in de klas. Ik zal maar naar huis gaan, zei Sabina. Het kwam er troosteloos uit. Ze voelde zich hier, na Suzan's uitval over bodig. Dat moet U niet doen, zei Maarten beslist. Blijft U nu eten. Su zan vindt het straks zelf vervelend, dat ze zo gedaan heeft. Als U gewoon blijft eten, doen we net of er niets gebeurd is en dan komt ze er het gauwste overheen. Sabina glimlachte even om zijn optimis me. Net doen of er niets gebeurd was, zou nóch voor haar, nóch voor Suzan 'n gemakkelijke opgave zijn. Toch viel dat mee. Toen Suzan een half uur later be neden kwam, deed ze haar best om heel gewoon te zijn. Sabina was er dankbaar voor. De maaltijd verliep zonder inci denten. Sabina deed al haar best om vrolijk en opgewekt te zijn, ondanks de zorg, die er in haar hoofd om Josje woelde. Hier kon zij die niet tonen. Ze wilde de drukkende sfeer, die eigenlijk altijd in dit huis hing, overwinnen. De kinde ren mochten zo niet opgroeien. Zij zou hen helpen, zoveel in haar macht was. Om henzelf - maar ook om Marianne, die het niet meer doen kon. En om Leo Hij had haar zo vaak gevraagd zorg voor zijn kinderen te willen hebben. Zelf was hij veel weg. Vooral sinds hij twee jaar geleden professor was geworden in de naburige stad. Sabina keek de grote, statige kamer eens door. Een breed, ou derwets dressoir met gesneden houtwerk stond tegen de lange muur. Daartegen over, tegen de andere blinde muur, was een donkere eikenhouten kast geplaatst. De bijna zwarte lambrizering reikte tot halverwege de zoldering. Midden in de kamer stond de tafel, waaraan zij zaten te eten. Zes zware stoelen, met rechte leuningen, stonden om deze tafel heen. De lamp, met de vijf lange armen, waarop de electrische peertjes waren aangebracht, straalde een onbarmhartig wit licht uit. Sabina zou graag iets aan deze kamer willen veranderen. De zwar te meubelen en de donkere muren maak ten een somber geheel. Ze wist, dat voor al Maarten vaak leed onder deze omge ving. Hij verlangde naar vrolijke kleu ren en lichtere meubels. Maar Suzan, verzette zich altijd fel, wanneer zij eens een toespeling maakte om de kamer iets anders in te richten. Marianne had deze meubels gekozen, het zware, donkere kleed op de vloer en de donker-bruine overgordijnen. Zij was het, die de stem ming van deze kamer bepaald had - een stemming, die merkwaardig juist haar eigen donkere geest weerspiegelde. En nu, nu zij al jaren weg was uit dit huis en er naar menselijke berekening nooit meer in weer zou keren, stond alles nog; precies zo, als toen zij het verliet. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1955 | | pagina 4