Groen '^warL-Jéxel s in het harL, til m Onze vissers slaan hun slag in vreemde wateren De Koog maakte kennis met zijn gemengde zangvereniging Texels dialect in het Kanaal OENSDAG 1 FEBRUARI 1956 70e JAARGANG No. 7014 COURANT - tg ave N.V. v.h. Langeveld de Rooij Yfekhandel Drukkerij Bibliotheek j ;n Burg - Texel - Postbus 11 - Tel- 11 Verschijnt woensdags en zaterdags. Bank: R'damse Bank, Coöp. Boerenl- Bank Postgiro 652- - Ahonn. pr. f 1,95 p kwart. 20 ct incasso. Adv 8 ct p- mm. fi In de nacht van maan dag op dinsdag liepen de kotters in een zware sneeuwstorm de haven van Colais binnenViei Texelaars meerden at naast een grote broer, een logger uit Katwijk, die het ook verstandi ger had gevonden beter weer af te wachten in de veilige beschutting van de Franse haven. ^Npjjfn bleek winterzonnetje probeerde •rgeefs de nevels, die over het grauwe iter van de Westerschelde lagen, te ►orbreken. Een voor één verlieten de iringkotters de haven van Breskens >or de lange reis naar de visgronden >or de Franse kust. Een nieuwe week van hard werken en einig slapen was begonnen. Iln de stuurhut van de „Anthonie", de K 37. staat schipper Piet van der Vis lf aan het roer, terwijl zijn zoons aan de het tuig aan een nauwkeurige in- ectie onderwerpen. De twee oudsten, iton en Jaap, laten de twee lieren oefdraaien en wikkelen de stalen tros- n, die straks het zware net moeten ;kken, zorgvuldig op. De kleinste kink n, ernstige gevolgen hebben voor net schip en er mag daarom niets aan het eval worden overgelaten. Piet sleept ?t zware kettingen over het ijzeren dek legt de gewichten klaar, die de kuil ar de gewenste diepte moeten trekken. )UGlangzaam glijdt de Belgische kust tebd»nj. Het machtige silhouet van de van «r te Zeebrugge doemt donker in de wïst op en een Urker kotter, die vlak b' ti:tigs het gevaarte koerst, lijkt een nie- 'oor fjnsect. onhj J' ^De werkzaamheden aan dek worden jëindigd en de een na de ander ver- janJHren mannen *n he* verblijf om jjg een paar uurtjes te slapen. Als er vist wordt is er geen tijd meer om on- stoord een uiltje te knappen, er wordt niJjJBiacht en dag achtereen gezwoegd en Ét er voldoende haring in het ruim aan- ';zig is om de thuisreis te rechtvaardi- n. verblijf van de TX 37 is klein De [NG llonlamp verspreidt een gelig schijnsel een kleine keukenkachel straalt een de, warme gloed uit. Als konijnen in IN :n hol duiken de mannen in de kleine tkjes, die toegang geven tot ruime, K nkere kooien. Binnen enkele minuten 'ïngs^ twi hebben het monotone gedreun van de motor en de langzaam wiegende deining alle leven aan boord verstard. In de stuurhut zingt Anton, die de wacht van zijn vader heeft overgenomen, zacht een zeemansliedje en houdt de kotter op koers westzuidwest Urenlang vaart de kotter „Anthonie", J in het zog gevolgd djoi zijn partner „De Hoop", de TX 36, voort. Langzaam valt de duisternis in en de andere schepen verdwijnen de een na de ander in de donkere nevel uit het gezicht. Plotseling wordt de vredige stilte aan boord ruw verstoord door een luide kreet uit de stuurhut: „Wij gaan der aéén". De lange uithaal gaat verloren ir het geluid van snelle kousevoeten op de krakende trap en binnen enkele se conden klossen drie paar klompen op 't dek. Na een moment van ontzetting haasten wij ons in paniekstemming ach ter de vissers aan naar boven, ieder mo ment verwachtend de luide bons van 'n aanvarig of het binnenstromende water te horen. Maar de kotter stond niet op het punt om naar de zeebodem te verhuizen. De schipper had met die ijselijke roep al leen zijn zoons maar willen wekken, want de atoomkuil moet overboord Op de dekken van de kotters, die el kaar tot op enkele meters zijn genaderd, ontwikkelt zich een chaotische bedrij- j vigheid. Talloze lampen en schijnwer pers worden ontstoken en de schepen veranderen daardoor in drijvende oasen van licht in de inktzwarte duisternis, die hen aan alle kanten omringt. Op het water werpen zij een grote lichtcirkel, waarin de schaduwen van de mannen aan'dek groteske bewegingen maken. Luide uitroepen en aanwijzingen vliegen over en weer: „Niet te vlug vieren Toon. Sneller dat koptouw Jaap". Hoewel de schipper over een stevig stemgeluid be schikt, kan hij zich maar tenauwernood mdbil Als de haring dood gaat wordt zij zwaar als lood en zinkt onmiddellijk. Kracht en behendigheid, en goed zee manschap, kunnen de vangst, mits deze niet te groot is, meestal nog redden, maar ook kan het gebeuren, dat de vissers er niet in slagen ook maar een enkele haring aan boord te krijgen- verstaanbaar maken boven het lawaai. Stalen trossen schuren over de ver schansing en komen met een ruk stijf te staan, haastige voetstappen klossen over de ijzeren dekplaten en zware kettingen verdwijnen rammelend in de diepte. Aan boord van „De Hoop", de TX 36, werpen mannen in glimmende oliejassen het enorme net overboord, anderen gooien „keesjes" i(lijnen) over en beves tigen stalen draden aan de hoeken van de vierkante kuil. Vlot werken de man nen van de twee schepen samen, in een razend tempo, want tijd is geld. Zij le veren een schitterend staaltje van zee manschap, want al die tijd dansen de kotters gevaarlijk dicht bij elkaar op de hoge golven, zonder ook maar een keer te botsen. Binnen enkele minuten is het karwei achter de rug en scheren de schepen uit elkaar De kettingen en lij nen spannen zich voortdurend om de bolders en op een afstand van ongeveer estig meter blijven ue kotters gebroe derlijk naast elkaar het zware net trek ken tot het tijd wordt om te halen. Als ie haring maar in de donkere diepte in Je fuik wil zwemmen. „Ga maar weer te bed, jongens" spoort de schipper zijn zoons aan. Achter el kaar verdwijnen ze op kousevoeten in het trapgat. In de stuurhut blijft een hoop oliegoed en een verzameling klom pen achter De kortegolfzend- en ontvanginstalla- tie stort een mengeling van onverstaan bare mannenstemmen in de donkere stuurhut uit In een hoek tikt het flauw verlichte echolood nijdig zijn rondjes. „Het wachten is nu op de schrijverij", merkt de schipper op. Als hij ons niet- begrijpend gezicht ziet, lacht hij even. Zijn uitleg van het moderne instrument, dat dit seizoen voor het eerst op de kot ters wordt gebruikt, is kort en eenvou dig. Het apparaat zendt geluidsgolven uit naar de zeebodem en vangt de terug gekaatste echo op. Op beide momenten van zenden en van ontvangen zet een razend snel ronddraaiende wijzer 'n streep op een rol papier. De afstand tussen de beide strepen is afhankelijk van het tijdsverloop tussen zenden en ontvangen en dus ook van de diepte die op een schaalverdeling kan worden afgelezen. Het instrument regis treert echter ook scholen haring. Tussen de twee strepen verschijnt dan een derde lijn, die al naar gelang van de dichtheid van de school duidelijk zichtbaar of zeer vaag is. Het eerste geval noemen de vis sers „schrijverij". Als er slechts een paar puntjes op het papier verschijnen zeggen zij: „het lood stoffert" „Vroeger hadden wij niet zo'n mooi instrument. Toen keken wij naar de Jan van Genten en naar de robben". „En 's nachts?" „Nachts vertrouwden wij op goed ge luk, maar dat wilde ook wel, want de haring laat zich dan veel gemakkelijker vangen dan overdag". „Toch zal er toen wel minder gevan gen zijn dan tegenwoordig". „Helemaal niet. In de jaren '47 en '48 zat er veel meer haring en wij vingen ze toen nog vlak bij huis even buiten de Westerschelde". Langzaam verstrijkt de tijd, terwijl de kotters tegen de toenemende wind op- stomen. De schepen liggen als jonge paarden aan hun stalen lijnen te rukken en aan het koptouw, dat de kotters aan de boeg verbindt. Het koptouw moet verhinderen, dat zij te ver uit elkaar ra ken, waardoor het net zou scheuren. Dat touw striemt witte strepen in het zee water. Plotseling laat de schipper het roer los en grijpt de telefoonhoorn van de zen- (Zie vervolg 4de pagina). Bij de entree van hotel „De Toe komst", waar de Koger Zangvereniging o.l.v. de heer J. Visser vrijdagavond haar eerste uitvoering heeft gegeven, werden de bezoekers reeds in de sfeer der Muze gebracht door het bekende strijkje van de heer B. Beumkes. Allengs vulde zich de zaal met zanglustigen en publiek, dat grote belangstelling voor dit eerste op treden aan de dag legde. Toen de voorzitster, mevr. T. Zwan- Plessius, de avond opende zagen wij het (gemengd) koor voor het eerst met het publiek geconfronteerd en allen kregen toen reeds een goede indruk van het ge heel: het was een goede gedachte ge weest de dames in witte blouses te laten aantreden. Dit min of meer uniformach tige leverde een rustig effect op. De voorzitster meende te moeten toelichten, dat het begrijpelijk is, van een eerste opvoering niet al te hoge verwachtingen te koesteren, maar al spoedig ervoeren wij, dat dit verzoek om clementie een te grote bescheidenheid was geweest, want déze avond voldeed ruimschoots. Na de diverse beleefdheidsfases werd overgegaan tot het programma. De eer ste twee nummers: „Wilt heden nu tre den" en „Gelukkig is het land", werden kloek en zuiver gezongen. Hierna het Intermezzo van Fr. Kreiszler door mevr. J. Beumkes-Breen, viool en de heer J Visser, piano, die dit lieten volgen door een menuet van Beethoven, dat wel bij zonder gewaardeerd werd. Het was ech ter jammer, dat voor dit programma onderdeel van het décor niet wat meer no'itie was genomen. Mevr. Zwan declameerde vervolgens ,.Je kunt niet winkelen met een man", wat haar heel goed afging, later op de avond bracht ze „De straaljager", het welk een diepe inhoud had en ook prachtig voorgedragen werd. Een tweestemming dameskoor zong vervolgens vlot en vrolijk „Sterren" en „De wondere zanger". Eén der hoogtepunten van deze avond was wel het optreden van de 19-jarige Koos van Splunter, die destijds door de heer J. Visser tijdens een parkuitvoering ontdekt werd. Hij zong „In diesen heili gen Halle" van W. A. Mozart. De zaal was een en al aandacht en bewondering voor deze mooie stem. Wij hopen hem nog heel vaak weer te horen. Hierna zong hel gemengd koor „Non nenkoor". Het geheel gaf iets onwerke- Mantje haar solopartij zong, met warme, Een paar maal in de week varen rijk met haring beladen kotters uit Texel, Urk en Den Helder de haven van Breskens binnen. Lossers klauteren dan over de dekken om de vis uit de ruimen te halen, grote vracht auto's rijden at en aan naar de weegbrug en in de mijn verdrin gen de kopers elkaar. Dit is het voor iedereen zichtbare gedeel te van de visserij- Om het gedeelte, dat zich op zee afspeelt te leren kennen is een verslaggever van de Pro vinciale Zeeuwse Courant mee- aevaren met het span TX 37 en TX 38, toebehorende aan de ge broeders Van der Vis uit Ooster end. Hij is een week lang weg gebleven en deed enkele, niet- alledaagse ervaringen op. Tweemaal moesten de schepen, wegens storm binnenlopen in Franse havens, waar de schip pers nooit eerder waren ge weest- Voorts v/as hij getuige van 'n „wonderlijke visvangst", die echter minder gelukkig af liep, en van een hachelijk inci dent, toen een van de jonge vissers in het donker overboord sloeg. Ondanks het slechte weer slaagde hij erin enkele foto's te maken. FILMAVOND TE DE KOOG De reeds eerder aangekondigde film avond te De Koog, verzorgd door de afd. Den Burg van de Partij van de Arbeid zal thans plaats vinden op zaterdag 4 februari a.s., n.m. 8 uur in de zaal „De Toekomst". Het programma, dat gedraaid zal wor den bestaat uit films van de Amerikaanse voorlichtingsdienst. Onder enig voorbe houd kan over het programma het na volgende medegedeeld worden. Na een kort journaal volgt een film over de Nationale parken en reservaten als recreatie-oord voor de Amerikaanse vakantiegangers (o.m. Yellowstonepark). Vervolgens een film over het na-oorlog- se herstel in Nederland en een filmpje, dat laat zien, hoe men diverse problemen in een kleine dorpsgemeenschap kan oplossen. Voor de komische noot zorgt zeker een tekenfilmpje over de Europese samen werking, terwijl naar wij hopen als waardig sluitstuk een film over het ont staan van planten en dieren in de na tuur en over het evenwicht in de natuur gedraaid zal kunnen worden. Al bij al een filmprogramma van ruim 2 uur. De toegang is gfratis en voor iedereen. rustige stem - en dat alles op een toneel zonder entourage, zonder floodlight bij zeer slechte acoustiek. Na het nummer „De Meiklokjes lui den" werden wij nogmaals vergast op 'n solo van mevr. J. Mantje, die het publiek „Dunkelrote Rosen" schonk. Fors en zelfbewust kwam vervolgens „Kind van Holland" ten gehore. Mej Mia Beerling en de heer J. Visser speelden quatre mains „Petersburger Schlittenfahrt" en onder de huidige weersomstandigheden was het niet moei lijk de sleden te horen rinkelen. Besloten werd met „Rozen uit het Zui den". Het was zeer plezierig te luisteren naar het invallen van de bas- en de te norpartijen. Ook de dames zongen bui tengewoon enthousiast. Mevr. Luberti was tijdens de pauze de centrale figuur: zij had er rekening mee gehouden, dat de zangers en zangeressen van agitatie wel niets gegeten zouden hebben, waarom zij hun een éénpersoons cake aanbood. Na de pauze zagen we een klucht, ge titeld „Henkie". Hierin speelden mee Koos van Splunter, Henk Veldman, mevr. N. Visser-Dros, mevr. N. Bakker- I Vermeulen, mej. Rix Luttes en de heer M. Boogaard, onder regie van de heer M. Mantje. Twee studenten, H. Veldman en K. van Splunter, moeten, na een wilde nacht, door hun bediende, M. Boogaard, gewekt worden. „Henkie" is nog in een soort carnavalscostuum, dat een wonderbaby moet voorstellen. Al gekheid makende worden ze akelig verrast door een tele gram, waarin de komst van tante ge meld wordt (mevr. Visser-Dros). Tenslot te stemt Henk toe „Henkie" te willen spelen om zijn studentenvriend een ple zier te doen en een wonderbaby te wil len zijn. Als tante dan komt - zij be kostigt de studies van de student Guus en is tevens diens suikertante - met haar dienstbode Mina (mevr. Bakker-Ver- meulen) krijgt ze de wonderbaby te zien en ze gaat snel de stad in om een be hoorlijk pak te kopen om Guus en Hen kie mee te nemen naar haar landgoed in Velp. Nu zijn de moeilijkheden en de narigheden voor Henkie niet van de lucht, want gestoken in een schattig ma trozenpakje moet hij spelen met beertjes en zich pap enz. laten voeren en omhel zen door Mina. Evenwel, deze medaille heeft ook weer zijn keerzijde, want bij tante is een lief vriendinnetje (mevr. B. Bruin-Kiewiet) en een nichtje (Trix), waar de studenten al vlug hun hart aan verliezen, iets wat voor Guus een uit komst is, aangezien tante hem een ulti matum om te trouwen van een half jaar had gesteld, maar voor Henkie is dit hoogst pijnlijk. Guus verklaart al ras zijn liefde aan het vriendinnetje, maar Henkie is nog niet zo ver. Als evenwel blijkt, dat het nichtje Trudie allang deze samenzwering door heeft, knielt hij ook voor zijn geliefde. Op dit moment onge veer komt natuurlijk tante binnen. Maar het is onnodig voor de jongelui om te schrikken, want achteraf blijkt, dat deze ante deze hele scène expres aangewak kerd heeft. Te oordelen naar het gelach en applaus van het publiek, kan op zijn minst gezegd worden, dat deze amateurs stuk voor stuk erg leuk, kluchtig spel geleverd hebben. Tenslotte bedankte de voorzitster de heer J. Visser en mej. Mia Beerling voor naar verschillende begeleidingen, de heren C. Drevel en C. Groenhof voor hun .eaccepteerde gastrollen en hierna volg den nog de diverse cadeaus en nieuwe donateurs. Besloten werd met een zeer geani meerd bal. iijks, iets sprookjesachtigs toen mevr. J. BRIDGEN A.: 1. mevr. Kooyman-Wessels 61.90 °/o 3) 1 Echtpaar Jouwersma 58.33% 1) 3. Mantje-Veenema 56.55 2) 4. Echtpaar Beemsterboer 50.60 7) 3. mej. van Heerwaarden-van Lenten 50.— 4) v. Dam-Raven 45.83 6) 7 v Heerwaarden-de Vries 44.05 5) B.: 1. Backer-Broekman 32.74 8) 1 Gebr. van Sambeek 61.11 i( 5) 2. Echtpaar v.d. Heerik 59.72 1) 3. Echtpaar Boersma 58,33 2) 1. Bruin-Boeder 56.35 3) 5. Echtpaar Bakker 51.39 4) 6. Bos-Gieze 43.75 8) Roeper-v.d. Werf 42.36% 7) 3. Dames de Graaf-Hattuma 39.58 6) 9. mevr. Keijser-Kok 37.50 9) De volgende competitiedrive wordt 8 februari gehouden. SVC-nieuws Programma a.s. zondag. Bij goede weersomstandigheden is er weer een volledig programma. Het eerste gaat bij BKC 3 op bezoek, het tweede speelt thuis tegen WGW 5 en de adsp. spelen thuis tegen Texel b. Wegens ziekte van de voorzitter zijn we genoodzaakt de jaarvergadering een week uit te stellen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1956 | | pagina 1