SWUNG!
Mees Toxopeus sprak voor „Het Nut"
U9
Welke rassen zullen we
dit jaar kiezen
Dubbele bruiloftoe
te Den Hoorn
Handen en Lipia'
r u w
Pepito's
eerste
grote
avontuur
Op reis
Vervuld verlangen
„Je denkt niet om jezelf, maar aan de
mensen, die in de masten of op de
schoorsteen van het gestrande schip zit
ten". Aldus Mees Toxopeus, de thans
bijna 70-jarige oud-schipper van de
motorreddingboot „Insulinde", die don
derdagavond in „De Lindeboom-Texel"
een causerie hield voor de afdeling Texel
van het Departement tot Nut van het
Algemeen.
Ondanks de gladde wegen waren vele
leden aanwezig. Dit moet het bestuur
wel een bijzondere voldoening zijn ge
weest, want de heer Toxopeus had er
een lange reis voor over gehad.
Het was geen wonder, dat diverse bij
eenkomsten wegens de felle koude moes
ten worden uitgesteld, maar 't zou wel
licht een even groot wonder zijn geweest
als de heer Mees Toxopeus, wegens het
barre winterweer verstek had laten
gaan. Hij moest donderdagavond om
acht uur in „De Lindeboom-Texel" pre
sent zijn en i(natuurlijk) was hij present.
Wij mogen rustig aannemen, dat deze
zeeridder nog nooit voor het weer ge
capituleerd heeft en zulks óók tijdens
zijn pensioengerechtigde leeftijd niet
wenst te doen.
Voor een zeer groot aantal leden van
Het Nut heeft hij „een kleinigheid" ver
teld van hetgeen hij gedurende zijn 34-
jarige loopbaan in dienst van de
K.N.Z.H.R.M, heeft beleefd. En dat was
lang geen kleinigheid!
Deze avond werd o.a. bijgewoond door
de bemanning van de Cocksdorper red
dingboot, die door „Het Nut" was uitge
nodigd.
Na opening door de voorzitter, de heer
Wieringa, was het woord aan de heer
Toxopeus, die van zijn 32ste tot zijn
66ste levensjaar paraat is geweest om uit
te varen naar in nood verkerende sche
pen.
In die tijd heeft hij het commando ge
voerd op drie schepen, de C. A de Tex,
die 11,75 meter lang, 3 meter breed en
uitgerust was met een 24 pk motor.
Daarna kwam de Hilda 50 pk, 14 meter
lang en 4 meter breed en vervolgens de
Insulinde.
Mensen redden, maar hoevele redders
zijn zelf niet door de zee meegesleurd?
Nee, de reddingboten zelf waren veelal
niet zeewaardig genoeg, vele ongelukken
gebeurden doordat de reddingboten om
sloegen. „Maar als je wilt gaan redden
moet je een boot hebben, waar je veilig
mee naar buiten trekt". De heer Toxo
peus heeft veel gepiekerd over een mo
del, dat niét of minder gemakkelijk zou
omslaan. Hij wist, dat je voor een red
dingboot een smalle boot moest hebben,
want daar heeft de zee minder vat op
In 1927 construeerden ze een model,
dat na omgeslagen te zijn in korte tijd
weer haar oorsDronkelijke stand had
aangenomen. Er werden uitgebreide
proeven genomen en het succes was i
groot. Neem nu de Prins Hendrik: na 24 1
seconden staat deze reddingboot na om- 1
geslagen te zijn weer recht en men kan
gewoon verder varen. Dit is trouwens 'n
bijzonder mooi schip met een lichtmeta
len opbouw, die maar 1800 kg weegt,
van koper vervaardigd, zou deze zeker
acht ton zwaar zijn. De modellen werden
steeds beter en zij kunnen thans 120
graden overhellen zonder om te slaan.
In 1917 werd Mees Toxopeus op Rot-
tumeroog gestationeerd. Als U de kaart
kent, weet U hoeveel zandbanken en
schijneilandjes daar liggen. Nu eens zijn
ze verdwenen, dan weer duiken ze op.
Een verraderlijk gebied, waar dan ook
talloze schepen ten onder gingen. Woelig
water reeds als het mooi weer is, een
hel als het er werkelijk spookt en stro
men uit uiteenlopende richtingen op el
kaar inhakken. In zulk water, in zulk 'n
kokende zee, met het temperament van
onze Razende Bol, moet een klein red
dingbootje zijn weg en schipbreukelin
gen zoeken. Vele zeelieden heeft Mees
Toxopeus mogen redden, maar ook
maakte hij wel eens een vergeefse reis,
als de zee zich te vroeg boven de schip
breukelingen had gesloten.
Hij vertelde ons van verschillende
zware tochten. Die naar drie, door de
Duitsers in de Eerste Wereldoorlog buit
gemaakte en tot voorpostschepen omge
bouwde IJslandse trawlers was een van
zijn moeilijkste reddingen. Dat er van
de 59 opvarenden slechts één behouden
aan land kon worden gebracht, was ech
ter met de schuld van Toxopeus en zijn
mannen. De schepen waren in Duitse
wateren gestrand en de reddingboot van
de XNZHRM kreeg eerst geen toestem
ming om uit te varen. De Duitsers zou
den de mensen wel met eigen middelen
redden. Het was slecht weer en ze slaag
den er niet in. Nadat een kostbaar et
maal en dus een zee van tijd voorbij ge
gaan was, mocht Toxopeus het proberen.
Hij bereikte de schepen wel, maar er
viel weinig meer te doen. Hij verhaalde
ons van zijn manhaf te pogingen tot red
ding van een nog in leven zijnde Duitser,
die driemaal afdreef en tenslotte in de
golven verdween.
Hij heeft ons verteld van voor hon
derd pet. geslaagde reddingen, van lief
en leed.
Wij werden geconfronteerd met een
op en top zeeman, die de zee, zijn vriend
en vijand tegelijk, door en door kent;
wie het moeilijk moet zijn geweest dit
prachtige werk aan een jongere uit han
den te geven.
Wij zagen de reddingboot door de
branding boren, de in nood verkerende
tegemoet en koesterden diep respect
voor hen, die hun leven in de waag
schaal durven stellen om de medemens
van een wisse dood te redden.
Voor dit werk moet men in de wieg
gelegd zijn. Om het werk van de Kon.
Noord- en Zuidhollandse Reddingmij. te
steunen behoeft men echter niét in de
wieg gelegd te zijn: deze maatschappij
zoekt nog steeds redders aan de wal,
mensen, die bereid zijn als contribuant
drie gulden per jaar af te dragen voor
het reddingswerk.
De heer Toxopeus hoopte, dat velen,
die dit werk nog niet steunen, zich mede
door zijn causerie geroepen zouden ge
voelen daadwerkelijk hulp te gaan ver
lenen.... a raison van f3,per jaar.
Maar, u moogt ook méér afdragen.
Eén van de telkens terugkerende pro
blemen voor onze bouwlandboeren is de
keuze van het ras van de verschillende
gewassen, die hij op zijn bedrijf denkt te
verbouwen. Evenals vorig jaar willen wij
ook nu proberen daarbij enkele aanwij
zingen te geven. Het lijkt ons echter
goed er op te wijzen, dat wij hierbij spe
ciaal gedacht hebben aan de landbouw
kundige eisen. Factoren als de mogelijk
heid van een goede afzet voor zaaizaad
hebben wij hier niet bij betrokken.
Zomertarwe
Dit gewas, dat tot voor enkele jaren
alleen verbouwd werd als de omstandig
heden voor uitzaai van wintertarwe
minder gunstig waren geweest, of de
uitgezaaide wintertarwe door bevriezing
verloren was gegaan, begint op verschil
lende bedrijven een meer normale plaats
in het bouwplan op te nemen. De rassen-
keuze bij dit gewas is ook dit jaar nog
zeer eenvoudig. Het ras Peko, dat het de
laatste jaren heel goed deed kan ook nu
nog onvoorwaardelijk worden aanbevo
len. Dit ras is productief en geschikt
voor vrijwel alle grondsoorten met uit
zondering van droogtegevoelige zand
gronden.
Zomergerst
De laatste jaren nam zowel landelijk
als ook op Texel het ras Agio een grote
plaats in. De opbrengst van dit ras viel
echter ook in 1955 weer tegen en wij
menen dat de tijd gekomen is om zich
af te vragen of het niet beter is een an
der ras te kiezen. Eén van de rassen, die
de laatste jaren sterk naar voren is ge
komen is Herta en ook de ervaringen op
Texel zijn zodanig, dat wij van mening
zijn dat dit ras de aandacht verdient. De
opbrengst van Herta is op zavel- en klei
grond en ook op de goede zandgronden
zeer goed. Het stro is wat kort, maar de
stevigheid en de vrij vroege rijping ma
ken dit ras zeer geschikt als dekvrucht
voor gras en klaver.
Op de minder goede zandgronden
komt de opbrengst van het ras Piroline
wel eens boven die van Herta uit. Een
bezwaar is echter dat dit ras in de eerste
ontwikkeling traag en fijn is, wat op
onkruidrijk land een bezwaar kan zijn.
Voor de betere gronden heeft Piroline
het bezwaar van een minder goede ste
vigheid.
in streken, waar men prijs stelt op
verbouw van voor brouwgerst geschikte
rassen neemt Balder nog een zeer grote
plaats in. Op ons eiland heeft de brouw-
gerstteelt echter weinig betekenis en o.i.
liggen de eisen, die het ras Balder aan
de grond stelt in het algemeen te hoog
voor onze Texelse gronden.
Een nieuw brouwgerstras in Carls-
berg. Carlsberg stelt veel minder eisen
aan de grond dan Balder, maar een be
zwaar is de geringe stevigheid van het
stro.
Haver
Het ras Marne, dat de laatste jaren al
veel op ons eiland wordt verbouwd zal
ook in 1956 de grootste plaats wel blijven
innemen. Met uitzondering van de on
vruchtbare, droogtegevoelige zandgron-
Sfi-ïfcst ttikgunüt 6/e/ui
fen f/.'pt; ruirj ciqct'wlic-i
e N.V
-7"
den is dit ras voor alle grondsoorten ge
schikt. Dit ras heeft verschillende goede
eigenschappen als een vrij goede stevig
heid, een gelijkmatige afrijping van kor
rel en stro en een vrij goede korrelkwa
liteit.
Civena. Dit is een nieuw ras, dat goede
beloften inhoudt. Evenals Marne is ook
dit ras voor vrijwel alle grondsoorten
geschikt. Het stro is wat steviger dan
van het ras Marne, de grondbedekking
is wat minder goed. Wij menen in Cive
na een ras te hebben, dat zeker voor be
proeving in aanmerking komt.
Abed Minor. Wij hebben hier een ras,
dat wel zeer speciaal in aanmerking
komt voor de meer vruchtbare gronden.
Op dit soort gronden overtreft Abed
Minor het ras Marne in opbrengst. Bo
vendien is het stro steviger en de kwa
liteit van de korrel zeer goed. De stik
stofbemesting moet zwaarder zijn dan bij
het ras Marne.
Gouden Regen II. Wij zijn van mening
dat verbouw van dit ras uitsluitend
plaats moet vinden op de droge, schrale
gronden. Op alle andere grondsoorten
verdienen de voorgaande rassen de voor
keur.
Groene erwten
De laatste jaren was de oppervlakte
groene erwten op ons eiland wel van
enige betekenis. De verbouwde rassen
waren Rondo, Servo en Unica. Landelijk
neemt het ras Rondo verreweg de groot
ste plaats in, nl. 71 °/o van de totale op
pervlakte erwten. Wij zijn van oordeel
dat Rondo ook voor de betere gronden
op Texel het meest gewenste ras is Op
zandgrond geeft het ras Servo meerma
len een betere opbrengst dan Rondo en
wij menen dan ook dat onze Texelse
landbouwers in verschillende gevallen
dit ras met voordeel kunnen telen.
Voor streken, waar de zgn. Ameri
kaanse vaatziekte begint op te treden
komt slechts één ras in aanmerking, nl.
Vares. Dit is nl. het enige ras, dat on
vatbaar is voor deze ziekte. Tot nu toe
werd op Texel slechts één geval van
deze ziekte waargenomen en daar Vares J
in verschillende opzichten bij Rondo en
Servo achterblijft menen wij dat er nog
geen reden is om vrij algemeen op Vares
over te schakelen. C. v. Gr.
Twee bruigoms en twee bruiden!'
Ik hoor de klokken luiden.
Ik hoor de iepen ruisen.
En ver de golven bruisen,
Ik hoor de meeuwen krijsen,
En hoog de vlaggen hijsen!
Twee bruigoms en twee bruiden, L\
Nog hoor ik klokken luiden,
Nu staan ze in het bedehuis,
En zeggen ja op Jezus' Kruis:
Ge zu/f uw woord niet breken, 8
Maar hulp aan Jezus smeken,
En veilig ligt uw verder lot.
Verankerd in het Hart van God.
D. de Vries-KikL
3 februari 1956.
Wassenaar,
~vr. de
i ji-
^vr. de
korte
36. De kapitein zat nog even gezellig
met Pepito te praten. „Kom Pepito",
stelde hij, vrolijk gestemd, voor, „we
zullen eens een frisse neus halen!" Hij
klopte welgedaan op zijn rondgegeten
buik, nam nog een flinke sok uit z'n
glas en stond op. „Vis moet zwemmen",
zei hij monter, „maar zwemmen met een
volle maag is verkeerd, héél verkeerd!"
Zo sprekende kwamen ze aan dek, waar
Bloobeest nog steeds de mogelijkheden
overdacht van balspelletjes met de kapi
tein en Pepito. Toen hij ze zag naderen,
riep hij al van verre: „Kapitein, kapitein,
zie eens was ik uit het water heb opge
vist! Een bal, een mooie bal! Nu kunnen
we fijn met elkaar ballen". En kapitein
Druppel, die niet zulke beste ogen meer
had, kwam belangstellend naderbij.
Maar o wee, wat schrok die goeie ouwe
kapitein Druppel. Bij de aanblik van de
bal. die Bloobeest triomfantelijk onder
zijn neus hield, begon hij te trillen op
zijn benen, slaakte toen opeens een door
dringende kreet en rende vliegensvlug
weg, gevolgd door Pepito, die van de
hele schreeuwpartij niets begreep „Een
mijn, een mijn!", bracht kapitein Drup
pel er met door angst verstikte stem uit
en verborg zich achter een mast. „Gooi
dat nare ding in zee!" „Wat!", riep
Bloobeest verontwaardigd, „hij is niet
van U, hij is van mij!" en drukte de bal
vast tegen zich aan. „De kapitein zegt,
dat het een mijn is!" riep Pepito, die
boven in de mast zat. „Niet waar!",
schreeuwde Bloobeest nu boos, „van jou
is ie ook niet, hij is van mij!" en drukte
de bal nóg vaster tegen zich aan. Met
afgrijzen zag kapitein Druppel hoe Bloo
beest de gevaarlijke mijn behandelde en
sprong ten einde raad in zee.
„Bah", mopperde Bloobeest, „wat een
drukte om een doodgewone gummibal!"
dan Uw spoorkaartje ge- fjj
haald bij de V.V.V. „Texel" <1
„DE DOCHTERS VAN DE BAAS"
Wij herinneren U nog even aan de
toneelavond t.b.v. „De Instuif" te Den
Burg. Vrijdagavond wordt in gebouw
Eben Haëzer, Julianastraat, het blijspel
opgevoerd „De dochters van de baas"
Toegangsbewijzen a f 0,75 ook aan de
zaal verkrijgbaar.
IN HET TEKEN VAN HET PLUIMVEE
De 15de februari zal in het teken van
het pluimvee staan, want in samenwer
king met de Rijksvoorlichtingsdienst
voor de Pluimveeteelt en de Pluimvee
vereniging zal die dag een Pluimveedag
worden georganiseerd. Men verwacht
niet alleen de heren, maar ook de dames, i
leden en niet-leden, ieder is welkom.
Het programma begint om 1 uur,
waarna de heer ir. D. C. Heyboer zal
spreken over „Rassen en kruisingen",
vervolgens een nieuwe kleurenfilm over
de pluimveevoeding, een causerie van ir.
B. H. van der Zanden over de grote hok-
kenbouw en de kuikenopfok, een cause
rie van dr. H. H. Scholten over de
Pseudo-vogelpest en coccidiosis bij
pluimvee en haar bestrijding en enige
belangrijke mededelingen door ir. L. R.
Dijkema. Om half zes wordt deze mid
dag besloten. (Adv. volgt).
waar
ag haa
TEXELSE MARKT wij ee:
Aangevoerd 6 februari 1956® voor
3 koeien 700850; 11 nuchtere k?n: kom
4055. :nk, da
kan. c
DIENSTPLICHT fd". Al
Uitspraken inzake vrij stel lii?eer £oe
De Burgemeester van Texel ïuwens,
'er algemene kennis, dat de Minijf^de ve
Oorlog omtrent vrijstelling van wee ei*
als gewoon dienstplichtige de vcmevr-
uitspraken heeft gedaan: 5 febru
Arie Koopman, lichting 1955. 'ec^ H.
Met ingang van 15 maart 1956iail_w0£
goed vrijstelling van dienst als fm tl
dienstplichtige wegens persoonlijs^* yel
misbaarheid, bij beschikking van?r?P 1
nuari 1956, no. 669802, 3 Ko1™
Jan van der Vis, lichting 1955. fr^y.
Met ingang van 15 februari 19|e?®f
een jaar vrijstelling van dienst
woon dienstplichtige wegens p: F1
lijke onmisbaarheid, bij beschikk^?
25 januari 1956, no. 668045; De,*?eri
Pieter Anthonie van der Vis, lich: Polcie^
Aanvraag om vrijstelling van levi
als gewoon dienstplichtige wegehfej?,s zc
soonlijke onmisbaarheid afgewezeru£
beschikking van 27 januari 195a Soecl c
670744. m zoc
Tegen elke omtrent vrijf11*»', a<
gedane uitspraak kan iedere 6
hebbende uiterlijk de tiende dT lg 'r
de dag waarop de nitspr a ak
algemene kennis is gebracht, :l.
roep komen. Indien de ingeschi de g
wie de uitspraak geldt, buiten
land verblijft, kan, voor zover hffilfherb
deze in te stellen beroep betrefiBB
overschrijding van de termijn va;t' echtj-
dagen genoegen worden gen0I™gschild
lang omtrent zodanige oversdO geh
geen beslissing is genomen, wor^ van
uitspraak na het verloop van de S Haar
van tien dagen als onherroepeJi/^nanufa
schouwd. bleef
Het tot Hare Majesteit de Kondweer
'icht.en beroepschrift moet met rjaroucj
omkleed zijn en worden ingelev^vr De
afH militaire zaken van de secretapZI1( dj,
ipr eemeente r. brood
Texel, 2 februari 1956. ijzer. H
De Burgemeester voorinsvaalse
C. DE KONI*eg tc
Helder
I van hi
HOOG WATER inderd
Hoog water ter rede van Oude*
8 febr. 5,50 en 18,20; 9 febr. 7'"
19,15; 10 febr. 7,50 en 19,50; 11
en 20,25.
Aan het strand ongeveer een in*
der hoog water. st,.rk
~Z~T. BI gaan
Sabina naar het station. Up>
Weet je, zei ze, terwijl zegg ;a> 2
neergelaten portierraampje stondffil g'er]
Sabina zich uitboog: Ik zal a 11akruis",
om George meer te helpen. Wel leven
moeten bezuinigen. En dat wil ür geloof
want hij heeft zoveel door moelieijjk ni
ken. Als hij een betere vrouw a: eigenlij
had gehad, wat het niet nodig £re stran
Sabina was blij, dat zij niets qi
had hierover. Het was goed, dat vertelt i
zelf opmerkte jr ze ge
Je bent lief, antwoordde lakkei ijl
leen en gaf haar een kus. Toen rben eer
trein weg. Lang nog bleef ze >--kante i
raampje geleund staan. Ze zag I*ein, wa
kleiner worden. Op het laatst wasjjjaczor
een klein stipje. Ze sloot het raa£ieuwbo
ging zitten. Dromerig keek ze na»en voo
ten. Ze was moe. Het bezoek haQO
meer aangepakt, dan ze gemerW zo be
Ze zag het landschap voorbij ■kerini
Eindeloze weilanden onder een Tzij gen
hemel. Een klein huisje stond ko®ullen
in elkaar gedoken. Er speelde eefc verha
voor, met een rood truitje aan. E ;ens ove
vrolijke kleur in al deze grijsheid leefti
eigen moeilijkheden waren door y -was c
zoek op de achtergrond geraakt, jaardag
ze bij Else was, had alles haar .Bwerd
lijk geleken. Had ze niet in een] ten hv
spannen bui alles veel erger geziy Wij zi
het wel was? Was er eigenlijk vr&er de
veranderd7 De onrust beving haarl tot ee
De hele scène van de vorige avo?.
ze weer in gedachten na. Elk wotf
Suzan gesproken had, wist ze n^QFH
cies. Het was geen angstige dro#»
weest, maar afschuwelijke weriwWp-B*..
FEUILLETON
door W. ROELANT
22. Ja, en Marijke moest meteen naar
bed en pappa was erg boos, vulde
Marijke aan.
Sabina lachte maar eens. Hoe kon
George de kinderen behoorlijk opvoe
den, wanneer Else hun fouten met veel
plezier zat te vertellen, waar ze bij wa
ren.
O, daar is pappa, juichte Marij
ke. Ze holde naar de gang om George te
begroeten. Samen met zijn dochter
kwam hij binnen. Hij was blij, dat het
kind bij hem was, want hij was verlegen
met zijn houding tegenover Sabina. Hij
had er tegenop gezien, haar te ontmoe
ten.
Prettig je weer eens te zien, George
zei ze kalm. Dat is alweer zo'n tijd
geleden.
Hij was op z'n gemak gesteld en ging
bij haar zitten. Hij was een rustige,
blonde man. Hij liep wat gebogen en
zijn ogen stonden moe. Zijn mond was
gevoelig maar slap. Alles aan hem druk
te een grote vriendelijkheid uit, maar
weinig wilskracht.
Daar doe je goed aan, dat je gé-
komen bent, zei hij. Els rekende zo
vast op je.... Hij zweeg, want hier
had hij al het pijnlijke punt aangeroerd.
Natuurlijk zei Sabina kalm.
Ik wil jullie altijd graag helpen als ik
kan. We zullen hier wel een oplossing
vinden.
Hij keek haar aan. Sabina vroeg
hij onrustig, ga even mee naar mijn
kamer. Ik wil graag een ogenblik met
je praten.
Ze liep met hem mee naar zijn eigen
vertrek.
Ga zitten, zei hij. Zelf bleef hij
heen en weer lopen. Je zegt, dat je
ons helpen wilt, zei hij moeilijk.
Je weet niet hoeveel het mij kost, hulp
aan te nemen. Maar dat is nog niet het
ergste.Wat ik gedaan heb.
Hij zweeg. Sabina wachtte rustig. En
uit zichzelf ging hij weer voort:
Met Else kan ik er niet over pra
ten. Zij is alleen maar angstig, dat het
uit zal komen. Je weet niet wat het voor
me is, dat ik hiertoe gekomen ben. Ik
begrijp het nietSoms denk ik er
over, om het zelf bij de politie aan te
geven.... Ik héb gestolen, er is geen
ander woord voor
George, zei Sabina zacht, ik be
grijp, dat je dit zegt en ik ben er blij
om. Maar wanneer je naar de politie
gaat, zullen ook je vrouw en kinderen
de gevolgen dragen Wees er blij om, dat
de directeur je niet aangegeven heeft.
Nu kun je hen sparen.En verder: er
if Eén, Die vergeeft.
Ik weet het, zei hij moeilijk.
Maar makkelijker is het om te stelen,
dan om in de vergeving te geloven en
deze te aanvaarden.
Sabina knikte. Ja, zei ze zacht.
Daar kan ik je niets meer over zeg
gen. Dat is een zaak tussen jou en God.
Hoe kon ik er toe komen? vroeg
hij weer. En jij, jij moet me toch zien
als een dief.
Ik ben geen rechter, zei Sabina,
terwijl ze hem aankeek. En mij komt
het oordeel zeker niet toe. Och George,
we stelen allemaal.... de een zo en de
ander zo. Deze laatste woorden ont
vielen haar. Hij keek verwonderd, maar
hij vroeg niet verder
Ik zal je helpen om het weer in
orde te krijgen, ging zij haastig ver
der. Zelf heb ik het niet, maar ik
hoop het je met een paar dagen te stu
ren. Is dat vroeg genoeg?
Ik heb tot maandag de tijd, ant
woordde hij.
Mooi, zei Sabina, terwijl ze op
stond. Ik geloof wel, dat ik ervoor
zorgen kan, dat je maandag het geld in
je bezit hebt. Zullen we nu weer naar
binnen gaan? Else zal niet weten, waar
we zolang blijven
Hij greep haar bij de schouder. Sa
bina, zei hij schor, als ik je ooit
ergens mee helpen kan.
Ze glimlachte en hij zag, hoe droef
geestig die glimlach was. Het ontroerde
hem. Had zij het zo moeilijk? Hij wilde
niets vragen. Sabina was te gesloten om
ooit over haar eigen moeilijkheden te
praten.
De maaltijd verliep opgewekt. Else
was uitgelaten vrolijk, zó, dat het Geor
ge hinderde. Maar zij merkte het niet.
Nu Sabina beloofd had, te zorgen, dat
alles weer in orde kwam, was de last
van haar afgenomen. Hóe Sabina het
doen zou, vroeg zij zich niet af. Het was
genoeg voor haar, dat een ander de last
van haar overgenomen had. Alle som
bere gedachten van de laatste dagen
waren op de vlucht gejaagd en ze dolde
als een kind met de kinderen, die hoe
langer hoe drukker en rumoeriger wer
den. Sabina was blij, toen het tijd voor
de school werd en hei tweetal vertrok.
George bleef nog even bij haar zitten,
terwijl Else de tafel opruimde.
Ik zal natuurlijk zo vlug mogelijk
terug betalen, zei hij. Maar een
borgstelling heb ik niet.
Dat begrijp ik wel zei ze. Ik
zal mijn broer vragen je te helpen. Hij
kent jullie en we weten, dat jullie eer
lijk zijn
Bij die woorden kleurde hij. Geloof
je? vroeg hij onzeker
Vast zei Sabina. Wie eenmaal
gevallen is, weet beter waar de kuilen
liggen.
Tenzij hij een beroepsstruikelaar
is, ging George op haar vergelijking
door.
Ze schudde haar hoofd. Je weet
zelf, dat je dat niet bent, antwoordde
ze.
Dank je, zei hij ernstig. Nu
moet ik weg. Zie ik je nog, als ik thuis
kom?
Nee, dat zal niet het geval zijn Ik
wilde de middagtrein nemen. Dan kan
ik vanavond nog een paar dingen in or
de maken.
Langer dan nodig was, schudde hij
haar de hand. Hij kon niets zeggen,
maar ze begreep hem wel. De middag
met Else ging rustig voorbij. Ze was
weer in evenwicht gekomen. Het al te
uitbundige had plaats gemaakt voor een
kalme blijdschap. Om vier uur bracht ze