SWUNG! Mees Toxopeus sprak voor „Het Nut" U9 Welke rassen zullen we dit jaar kiezen Dubbele bruiloftoe te Den Hoorn Handen en Lipia' r u w Pepito's eerste grote avontuur Op reis Vervuld verlangen „Je denkt niet om jezelf, maar aan de mensen, die in de masten of op de schoorsteen van het gestrande schip zit ten". Aldus Mees Toxopeus, de thans bijna 70-jarige oud-schipper van de motorreddingboot „Insulinde", die don derdagavond in „De Lindeboom-Texel" een causerie hield voor de afdeling Texel van het Departement tot Nut van het Algemeen. Ondanks de gladde wegen waren vele leden aanwezig. Dit moet het bestuur wel een bijzondere voldoening zijn ge weest, want de heer Toxopeus had er een lange reis voor over gehad. Het was geen wonder, dat diverse bij eenkomsten wegens de felle koude moes ten worden uitgesteld, maar 't zou wel licht een even groot wonder zijn geweest als de heer Mees Toxopeus, wegens het barre winterweer verstek had laten gaan. Hij moest donderdagavond om acht uur in „De Lindeboom-Texel" pre sent zijn en i(natuurlijk) was hij present. Wij mogen rustig aannemen, dat deze zeeridder nog nooit voor het weer ge capituleerd heeft en zulks óók tijdens zijn pensioengerechtigde leeftijd niet wenst te doen. Voor een zeer groot aantal leden van Het Nut heeft hij „een kleinigheid" ver teld van hetgeen hij gedurende zijn 34- jarige loopbaan in dienst van de K.N.Z.H.R.M, heeft beleefd. En dat was lang geen kleinigheid! Deze avond werd o.a. bijgewoond door de bemanning van de Cocksdorper red dingboot, die door „Het Nut" was uitge nodigd. Na opening door de voorzitter, de heer Wieringa, was het woord aan de heer Toxopeus, die van zijn 32ste tot zijn 66ste levensjaar paraat is geweest om uit te varen naar in nood verkerende sche pen. In die tijd heeft hij het commando ge voerd op drie schepen, de C. A de Tex, die 11,75 meter lang, 3 meter breed en uitgerust was met een 24 pk motor. Daarna kwam de Hilda 50 pk, 14 meter lang en 4 meter breed en vervolgens de Insulinde. Mensen redden, maar hoevele redders zijn zelf niet door de zee meegesleurd? Nee, de reddingboten zelf waren veelal niet zeewaardig genoeg, vele ongelukken gebeurden doordat de reddingboten om sloegen. „Maar als je wilt gaan redden moet je een boot hebben, waar je veilig mee naar buiten trekt". De heer Toxo peus heeft veel gepiekerd over een mo del, dat niét of minder gemakkelijk zou omslaan. Hij wist, dat je voor een red dingboot een smalle boot moest hebben, want daar heeft de zee minder vat op In 1927 construeerden ze een model, dat na omgeslagen te zijn in korte tijd weer haar oorsDronkelijke stand had aangenomen. Er werden uitgebreide proeven genomen en het succes was i groot. Neem nu de Prins Hendrik: na 24 1 seconden staat deze reddingboot na om- 1 geslagen te zijn weer recht en men kan gewoon verder varen. Dit is trouwens 'n bijzonder mooi schip met een lichtmeta len opbouw, die maar 1800 kg weegt, van koper vervaardigd, zou deze zeker acht ton zwaar zijn. De modellen werden steeds beter en zij kunnen thans 120 graden overhellen zonder om te slaan. In 1917 werd Mees Toxopeus op Rot- tumeroog gestationeerd. Als U de kaart kent, weet U hoeveel zandbanken en schijneilandjes daar liggen. Nu eens zijn ze verdwenen, dan weer duiken ze op. Een verraderlijk gebied, waar dan ook talloze schepen ten onder gingen. Woelig water reeds als het mooi weer is, een hel als het er werkelijk spookt en stro men uit uiteenlopende richtingen op el kaar inhakken. In zulk water, in zulk 'n kokende zee, met het temperament van onze Razende Bol, moet een klein red dingbootje zijn weg en schipbreukelin gen zoeken. Vele zeelieden heeft Mees Toxopeus mogen redden, maar ook maakte hij wel eens een vergeefse reis, als de zee zich te vroeg boven de schip breukelingen had gesloten. Hij vertelde ons van verschillende zware tochten. Die naar drie, door de Duitsers in de Eerste Wereldoorlog buit gemaakte en tot voorpostschepen omge bouwde IJslandse trawlers was een van zijn moeilijkste reddingen. Dat er van de 59 opvarenden slechts één behouden aan land kon worden gebracht, was ech ter met de schuld van Toxopeus en zijn mannen. De schepen waren in Duitse wateren gestrand en de reddingboot van de XNZHRM kreeg eerst geen toestem ming om uit te varen. De Duitsers zou den de mensen wel met eigen middelen redden. Het was slecht weer en ze slaag den er niet in. Nadat een kostbaar et maal en dus een zee van tijd voorbij ge gaan was, mocht Toxopeus het proberen. Hij bereikte de schepen wel, maar er viel weinig meer te doen. Hij verhaalde ons van zijn manhaf te pogingen tot red ding van een nog in leven zijnde Duitser, die driemaal afdreef en tenslotte in de golven verdween. Hij heeft ons verteld van voor hon derd pet. geslaagde reddingen, van lief en leed. Wij werden geconfronteerd met een op en top zeeman, die de zee, zijn vriend en vijand tegelijk, door en door kent; wie het moeilijk moet zijn geweest dit prachtige werk aan een jongere uit han den te geven. Wij zagen de reddingboot door de branding boren, de in nood verkerende tegemoet en koesterden diep respect voor hen, die hun leven in de waag schaal durven stellen om de medemens van een wisse dood te redden. Voor dit werk moet men in de wieg gelegd zijn. Om het werk van de Kon. Noord- en Zuidhollandse Reddingmij. te steunen behoeft men echter niét in de wieg gelegd te zijn: deze maatschappij zoekt nog steeds redders aan de wal, mensen, die bereid zijn als contribuant drie gulden per jaar af te dragen voor het reddingswerk. De heer Toxopeus hoopte, dat velen, die dit werk nog niet steunen, zich mede door zijn causerie geroepen zouden ge voelen daadwerkelijk hulp te gaan ver lenen.... a raison van f3,per jaar. Maar, u moogt ook méér afdragen. Eén van de telkens terugkerende pro blemen voor onze bouwlandboeren is de keuze van het ras van de verschillende gewassen, die hij op zijn bedrijf denkt te verbouwen. Evenals vorig jaar willen wij ook nu proberen daarbij enkele aanwij zingen te geven. Het lijkt ons echter goed er op te wijzen, dat wij hierbij spe ciaal gedacht hebben aan de landbouw kundige eisen. Factoren als de mogelijk heid van een goede afzet voor zaaizaad hebben wij hier niet bij betrokken. Zomertarwe Dit gewas, dat tot voor enkele jaren alleen verbouwd werd als de omstandig heden voor uitzaai van wintertarwe minder gunstig waren geweest, of de uitgezaaide wintertarwe door bevriezing verloren was gegaan, begint op verschil lende bedrijven een meer normale plaats in het bouwplan op te nemen. De rassen- keuze bij dit gewas is ook dit jaar nog zeer eenvoudig. Het ras Peko, dat het de laatste jaren heel goed deed kan ook nu nog onvoorwaardelijk worden aanbevo len. Dit ras is productief en geschikt voor vrijwel alle grondsoorten met uit zondering van droogtegevoelige zand gronden. Zomergerst De laatste jaren nam zowel landelijk als ook op Texel het ras Agio een grote plaats in. De opbrengst van dit ras viel echter ook in 1955 weer tegen en wij menen dat de tijd gekomen is om zich af te vragen of het niet beter is een an der ras te kiezen. Eén van de rassen, die de laatste jaren sterk naar voren is ge komen is Herta en ook de ervaringen op Texel zijn zodanig, dat wij van mening zijn dat dit ras de aandacht verdient. De opbrengst van Herta is op zavel- en klei grond en ook op de goede zandgronden zeer goed. Het stro is wat kort, maar de stevigheid en de vrij vroege rijping ma ken dit ras zeer geschikt als dekvrucht voor gras en klaver. Op de minder goede zandgronden komt de opbrengst van het ras Piroline wel eens boven die van Herta uit. Een bezwaar is echter dat dit ras in de eerste ontwikkeling traag en fijn is, wat op onkruidrijk land een bezwaar kan zijn. Voor de betere gronden heeft Piroline het bezwaar van een minder goede ste vigheid. in streken, waar men prijs stelt op verbouw van voor brouwgerst geschikte rassen neemt Balder nog een zeer grote plaats in. Op ons eiland heeft de brouw- gerstteelt echter weinig betekenis en o.i. liggen de eisen, die het ras Balder aan de grond stelt in het algemeen te hoog voor onze Texelse gronden. Een nieuw brouwgerstras in Carls- berg. Carlsberg stelt veel minder eisen aan de grond dan Balder, maar een be zwaar is de geringe stevigheid van het stro. Haver Het ras Marne, dat de laatste jaren al veel op ons eiland wordt verbouwd zal ook in 1956 de grootste plaats wel blijven innemen. Met uitzondering van de on vruchtbare, droogtegevoelige zandgron- Sfi-ïfcst ttikgunüt 6/e/ui fen f/.'pt; ruirj ciqct'wlic-i e N.V -7" den is dit ras voor alle grondsoorten ge schikt. Dit ras heeft verschillende goede eigenschappen als een vrij goede stevig heid, een gelijkmatige afrijping van kor rel en stro en een vrij goede korrelkwa liteit. Civena. Dit is een nieuw ras, dat goede beloften inhoudt. Evenals Marne is ook dit ras voor vrijwel alle grondsoorten geschikt. Het stro is wat steviger dan van het ras Marne, de grondbedekking is wat minder goed. Wij menen in Cive na een ras te hebben, dat zeker voor be proeving in aanmerking komt. Abed Minor. Wij hebben hier een ras, dat wel zeer speciaal in aanmerking komt voor de meer vruchtbare gronden. Op dit soort gronden overtreft Abed Minor het ras Marne in opbrengst. Bo vendien is het stro steviger en de kwa liteit van de korrel zeer goed. De stik stofbemesting moet zwaarder zijn dan bij het ras Marne. Gouden Regen II. Wij zijn van mening dat verbouw van dit ras uitsluitend plaats moet vinden op de droge, schrale gronden. Op alle andere grondsoorten verdienen de voorgaande rassen de voor keur. Groene erwten De laatste jaren was de oppervlakte groene erwten op ons eiland wel van enige betekenis. De verbouwde rassen waren Rondo, Servo en Unica. Landelijk neemt het ras Rondo verreweg de groot ste plaats in, nl. 71 °/o van de totale op pervlakte erwten. Wij zijn van oordeel dat Rondo ook voor de betere gronden op Texel het meest gewenste ras is Op zandgrond geeft het ras Servo meerma len een betere opbrengst dan Rondo en wij menen dan ook dat onze Texelse landbouwers in verschillende gevallen dit ras met voordeel kunnen telen. Voor streken, waar de zgn. Ameri kaanse vaatziekte begint op te treden komt slechts één ras in aanmerking, nl. Vares. Dit is nl. het enige ras, dat on vatbaar is voor deze ziekte. Tot nu toe werd op Texel slechts één geval van deze ziekte waargenomen en daar Vares J in verschillende opzichten bij Rondo en Servo achterblijft menen wij dat er nog geen reden is om vrij algemeen op Vares over te schakelen. C. v. Gr. Twee bruigoms en twee bruiden!' Ik hoor de klokken luiden. Ik hoor de iepen ruisen. En ver de golven bruisen, Ik hoor de meeuwen krijsen, En hoog de vlaggen hijsen! Twee bruigoms en twee bruiden, L\ Nog hoor ik klokken luiden, Nu staan ze in het bedehuis, En zeggen ja op Jezus' Kruis: Ge zu/f uw woord niet breken, 8 Maar hulp aan Jezus smeken, En veilig ligt uw verder lot. Verankerd in het Hart van God. D. de Vries-KikL 3 februari 1956. Wassenaar, ~vr. de i ji- ^vr. de korte 36. De kapitein zat nog even gezellig met Pepito te praten. „Kom Pepito", stelde hij, vrolijk gestemd, voor, „we zullen eens een frisse neus halen!" Hij klopte welgedaan op zijn rondgegeten buik, nam nog een flinke sok uit z'n glas en stond op. „Vis moet zwemmen", zei hij monter, „maar zwemmen met een volle maag is verkeerd, héél verkeerd!" Zo sprekende kwamen ze aan dek, waar Bloobeest nog steeds de mogelijkheden overdacht van balspelletjes met de kapi tein en Pepito. Toen hij ze zag naderen, riep hij al van verre: „Kapitein, kapitein, zie eens was ik uit het water heb opge vist! Een bal, een mooie bal! Nu kunnen we fijn met elkaar ballen". En kapitein Druppel, die niet zulke beste ogen meer had, kwam belangstellend naderbij. Maar o wee, wat schrok die goeie ouwe kapitein Druppel. Bij de aanblik van de bal. die Bloobeest triomfantelijk onder zijn neus hield, begon hij te trillen op zijn benen, slaakte toen opeens een door dringende kreet en rende vliegensvlug weg, gevolgd door Pepito, die van de hele schreeuwpartij niets begreep „Een mijn, een mijn!", bracht kapitein Drup pel er met door angst verstikte stem uit en verborg zich achter een mast. „Gooi dat nare ding in zee!" „Wat!", riep Bloobeest verontwaardigd, „hij is niet van U, hij is van mij!" en drukte de bal vast tegen zich aan. „De kapitein zegt, dat het een mijn is!" riep Pepito, die boven in de mast zat. „Niet waar!", schreeuwde Bloobeest nu boos, „van jou is ie ook niet, hij is van mij!" en drukte de bal nóg vaster tegen zich aan. Met afgrijzen zag kapitein Druppel hoe Bloo beest de gevaarlijke mijn behandelde en sprong ten einde raad in zee. „Bah", mopperde Bloobeest, „wat een drukte om een doodgewone gummibal!" dan Uw spoorkaartje ge- fjj haald bij de V.V.V. „Texel" <1 „DE DOCHTERS VAN DE BAAS" Wij herinneren U nog even aan de toneelavond t.b.v. „De Instuif" te Den Burg. Vrijdagavond wordt in gebouw Eben Haëzer, Julianastraat, het blijspel opgevoerd „De dochters van de baas" Toegangsbewijzen a f 0,75 ook aan de zaal verkrijgbaar. IN HET TEKEN VAN HET PLUIMVEE De 15de februari zal in het teken van het pluimvee staan, want in samenwer king met de Rijksvoorlichtingsdienst voor de Pluimveeteelt en de Pluimvee vereniging zal die dag een Pluimveedag worden georganiseerd. Men verwacht niet alleen de heren, maar ook de dames, i leden en niet-leden, ieder is welkom. Het programma begint om 1 uur, waarna de heer ir. D. C. Heyboer zal spreken over „Rassen en kruisingen", vervolgens een nieuwe kleurenfilm over de pluimveevoeding, een causerie van ir. B. H. van der Zanden over de grote hok- kenbouw en de kuikenopfok, een cause rie van dr. H. H. Scholten over de Pseudo-vogelpest en coccidiosis bij pluimvee en haar bestrijding en enige belangrijke mededelingen door ir. L. R. Dijkema. Om half zes wordt deze mid dag besloten. (Adv. volgt). waar ag haa TEXELSE MARKT wij ee: Aangevoerd 6 februari 1956® voor 3 koeien 700850; 11 nuchtere k?n: kom 4055. :nk, da kan. c DIENSTPLICHT fd". Al Uitspraken inzake vrij stel lii?eer £oe De Burgemeester van Texel ïuwens, 'er algemene kennis, dat de Minijf^de ve Oorlog omtrent vrijstelling van wee ei* als gewoon dienstplichtige de vcmevr- uitspraken heeft gedaan: 5 febru Arie Koopman, lichting 1955. 'ec^ H. Met ingang van 15 maart 1956iail_w0£ goed vrijstelling van dienst als fm tl dienstplichtige wegens persoonlijs^* yel misbaarheid, bij beschikking van?r?P 1 nuari 1956, no. 669802, 3 Ko1™ Jan van der Vis, lichting 1955. fr^y. Met ingang van 15 februari 19|e?®f een jaar vrijstelling van dienst woon dienstplichtige wegens p: F1 lijke onmisbaarheid, bij beschikk^? 25 januari 1956, no. 668045; De,*?eri Pieter Anthonie van der Vis, lich: Polcie^ Aanvraag om vrijstelling van levi als gewoon dienstplichtige wegehfej?,s zc soonlijke onmisbaarheid afgewezeru£ beschikking van 27 januari 195a Soecl c 670744. m zoc Tegen elke omtrent vrijf11*»', a< gedane uitspraak kan iedere 6 hebbende uiterlijk de tiende dT lg 'r de dag waarop de nitspr a ak algemene kennis is gebracht, :l. roep komen. Indien de ingeschi de g wie de uitspraak geldt, buiten land verblijft, kan, voor zover hffilfherb deze in te stellen beroep betrefiBB overschrijding van de termijn va;t' echtj- dagen genoegen worden gen0I™gschild lang omtrent zodanige oversdO geh geen beslissing is genomen, wor^ van uitspraak na het verloop van de S Haar van tien dagen als onherroepeJi/^nanufa schouwd. bleef Het tot Hare Majesteit de Kondweer 'icht.en beroepschrift moet met rjaroucj omkleed zijn en worden ingelev^vr De afH militaire zaken van de secretapZI1( dj, ipr eemeente r. brood Texel, 2 februari 1956. ijzer. H De Burgemeester voorinsvaalse C. DE KONI*eg tc Helder I van hi HOOG WATER inderd Hoog water ter rede van Oude* 8 febr. 5,50 en 18,20; 9 febr. 7'" 19,15; 10 febr. 7,50 en 19,50; 11 en 20,25. Aan het strand ongeveer een in* der hoog water. st,.rk ~Z~T. BI gaan Sabina naar het station. Up> Weet je, zei ze, terwijl zegg ;a> 2 neergelaten portierraampje stondffil g'er] Sabina zich uitboog: Ik zal a 11akruis", om George meer te helpen. Wel leven moeten bezuinigen. En dat wil ür geloof want hij heeft zoveel door moelieijjk ni ken. Als hij een betere vrouw a: eigenlij had gehad, wat het niet nodig £re stran Sabina was blij, dat zij niets qi had hierover. Het was goed, dat vertelt i zelf opmerkte jr ze ge Je bent lief, antwoordde lakkei ijl leen en gaf haar een kus. Toen rben eer trein weg. Lang nog bleef ze >--kante i raampje geleund staan. Ze zag I*ein, wa kleiner worden. Op het laatst wasjjjaczor een klein stipje. Ze sloot het raa£ieuwbo ging zitten. Dromerig keek ze na»en voo ten. Ze was moe. Het bezoek haQO meer aangepakt, dan ze gemerW zo be Ze zag het landschap voorbij ■kerini Eindeloze weilanden onder een Tzij gen hemel. Een klein huisje stond ko®ullen in elkaar gedoken. Er speelde eefc verha voor, met een rood truitje aan. E ;ens ove vrolijke kleur in al deze grijsheid leefti eigen moeilijkheden waren door y -was c zoek op de achtergrond geraakt, jaardag ze bij Else was, had alles haar .Bwerd lijk geleken. Had ze niet in een] ten hv spannen bui alles veel erger geziy Wij zi het wel was? Was er eigenlijk vr&er de veranderd7 De onrust beving haarl tot ee De hele scène van de vorige avo?. ze weer in gedachten na. Elk wotf Suzan gesproken had, wist ze n^QFH cies. Het was geen angstige dro#» weest, maar afschuwelijke weriwWp-B*.. FEUILLETON door W. ROELANT 22. Ja, en Marijke moest meteen naar bed en pappa was erg boos, vulde Marijke aan. Sabina lachte maar eens. Hoe kon George de kinderen behoorlijk opvoe den, wanneer Else hun fouten met veel plezier zat te vertellen, waar ze bij wa ren. O, daar is pappa, juichte Marij ke. Ze holde naar de gang om George te begroeten. Samen met zijn dochter kwam hij binnen. Hij was blij, dat het kind bij hem was, want hij was verlegen met zijn houding tegenover Sabina. Hij had er tegenop gezien, haar te ontmoe ten. Prettig je weer eens te zien, George zei ze kalm. Dat is alweer zo'n tijd geleden. Hij was op z'n gemak gesteld en ging bij haar zitten. Hij was een rustige, blonde man. Hij liep wat gebogen en zijn ogen stonden moe. Zijn mond was gevoelig maar slap. Alles aan hem druk te een grote vriendelijkheid uit, maar weinig wilskracht. Daar doe je goed aan, dat je gé- komen bent, zei hij. Els rekende zo vast op je.... Hij zweeg, want hier had hij al het pijnlijke punt aangeroerd. Natuurlijk zei Sabina kalm. Ik wil jullie altijd graag helpen als ik kan. We zullen hier wel een oplossing vinden. Hij keek haar aan. Sabina vroeg hij onrustig, ga even mee naar mijn kamer. Ik wil graag een ogenblik met je praten. Ze liep met hem mee naar zijn eigen vertrek. Ga zitten, zei hij. Zelf bleef hij heen en weer lopen. Je zegt, dat je ons helpen wilt, zei hij moeilijk. Je weet niet hoeveel het mij kost, hulp aan te nemen. Maar dat is nog niet het ergste.Wat ik gedaan heb. Hij zweeg. Sabina wachtte rustig. En uit zichzelf ging hij weer voort: Met Else kan ik er niet over pra ten. Zij is alleen maar angstig, dat het uit zal komen. Je weet niet wat het voor me is, dat ik hiertoe gekomen ben. Ik begrijp het nietSoms denk ik er over, om het zelf bij de politie aan te geven.... Ik héb gestolen, er is geen ander woord voor George, zei Sabina zacht, ik be grijp, dat je dit zegt en ik ben er blij om. Maar wanneer je naar de politie gaat, zullen ook je vrouw en kinderen de gevolgen dragen Wees er blij om, dat de directeur je niet aangegeven heeft. Nu kun je hen sparen.En verder: er if Eén, Die vergeeft. Ik weet het, zei hij moeilijk. Maar makkelijker is het om te stelen, dan om in de vergeving te geloven en deze te aanvaarden. Sabina knikte. Ja, zei ze zacht. Daar kan ik je niets meer over zeg gen. Dat is een zaak tussen jou en God. Hoe kon ik er toe komen? vroeg hij weer. En jij, jij moet me toch zien als een dief. Ik ben geen rechter, zei Sabina, terwijl ze hem aankeek. En mij komt het oordeel zeker niet toe. Och George, we stelen allemaal.... de een zo en de ander zo. Deze laatste woorden ont vielen haar. Hij keek verwonderd, maar hij vroeg niet verder Ik zal je helpen om het weer in orde te krijgen, ging zij haastig ver der. Zelf heb ik het niet, maar ik hoop het je met een paar dagen te stu ren. Is dat vroeg genoeg? Ik heb tot maandag de tijd, ant woordde hij. Mooi, zei Sabina, terwijl ze op stond. Ik geloof wel, dat ik ervoor zorgen kan, dat je maandag het geld in je bezit hebt. Zullen we nu weer naar binnen gaan? Else zal niet weten, waar we zolang blijven Hij greep haar bij de schouder. Sa bina, zei hij schor, als ik je ooit ergens mee helpen kan. Ze glimlachte en hij zag, hoe droef geestig die glimlach was. Het ontroerde hem. Had zij het zo moeilijk? Hij wilde niets vragen. Sabina was te gesloten om ooit over haar eigen moeilijkheden te praten. De maaltijd verliep opgewekt. Else was uitgelaten vrolijk, zó, dat het Geor ge hinderde. Maar zij merkte het niet. Nu Sabina beloofd had, te zorgen, dat alles weer in orde kwam, was de last van haar afgenomen. Hóe Sabina het doen zou, vroeg zij zich niet af. Het was genoeg voor haar, dat een ander de last van haar overgenomen had. Alle som bere gedachten van de laatste dagen waren op de vlucht gejaagd en ze dolde als een kind met de kinderen, die hoe langer hoe drukker en rumoeriger wer den. Sabina was blij, toen het tijd voor de school werd en hei tweetal vertrok. George bleef nog even bij haar zitten, terwijl Else de tafel opruimde. Ik zal natuurlijk zo vlug mogelijk terug betalen, zei hij. Maar een borgstelling heb ik niet. Dat begrijp ik wel zei ze. Ik zal mijn broer vragen je te helpen. Hij kent jullie en we weten, dat jullie eer lijk zijn Bij die woorden kleurde hij. Geloof je? vroeg hij onzeker Vast zei Sabina. Wie eenmaal gevallen is, weet beter waar de kuilen liggen. Tenzij hij een beroepsstruikelaar is, ging George op haar vergelijking door. Ze schudde haar hoofd. Je weet zelf, dat je dat niet bent, antwoordde ze. Dank je, zei hij ernstig. Nu moet ik weg. Zie ik je nog, als ik thuis kom? Nee, dat zal niet het geval zijn Ik wilde de middagtrein nemen. Dan kan ik vanavond nog een paar dingen in or de maken. Langer dan nodig was, schudde hij haar de hand. Hij kon niets zeggen, maar ze begreep hem wel. De middag met Else ging rustig voorbij. Ze was weer in evenwicht gekomen. Het al te uitbundige had plaats gemaakt voor een kalme blijdschap. Om vier uur bracht ze

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1956 | | pagina 4