Meer bergeenden op ons eiland dan ooit Grote activiteit in onze vogelwereld Pepito's eerste grote avontuur Op reis Een vrouw met twee linkerhanden IJS Op ons eiland heerst thans ontegen zeggelijk de grootste activiteit in de vo gelwereld. Wandelend, fietsend of scoo terend over Texel zien wij overal de ge vederde vrienden bedrijvig heen en weer vleugelen. De spreeuwen stappen door 't gras op zoek naar vette hapjes voor hun kroost, dat onder het pannendak ligt te luieren, de lepelaars zien wij overal in slootjes en langs wielen stappen en dezer dagen zag een familie te Eierland zich zomaar een kanjer van een paling toe geworpen door een blauwe reiger, die, in conflict met een paar kieviten, zijn prooi liet glippen. Zo komen op dit vogeleiland de vette palingen zomaar in Uw tuintje omlaag en voor een gebraden duif be hoeft zo'n paling, mits goed bereid niet onder te doen. Texel is dan ook vooral in dit jaargetijde inderdaad een sprookje. Geen wonder dus, dat zovelen reeds nu op ons eiland vertoeven. De beste manier om Texel te verkennen is nog steeds het rijwiel, want zitten wij op de motor of in de auto, dan ontgaat je het vogel geluid en dan mist een mens toch maar veel. U moet vooral ook een bezoek brengen aan die kleine loofhoutbosjes, waar het wemelt van de zangers, zangers, die van de vroege morgen met de zon boven de dijk bij Oosterend tot aan de late avond met een in het goud wegzak kende zon aan de andere kant van de Noordzee, hun levensblijheid uitjubelen. En daarnaast gaan wij natuurlijk ook een kijkje nemen in de vogelreservaten, waar eveneens met volle teugen te ge nieten valt. Zoals bekend zijn er op het eiland verscheidene broedplaatsen, maar ook daarbuiten komen vele vogeltjes ter we reld en wel meer dan men soms veron derstelt. De officiële broedterreinen zijn Waalenburg, Dijkmanshuizen, Drijver's Vogelweid De Bol en De Schorren, welke terreinen eigendom zijn van de Neder landse Vereniging tot Behoud van Na tuurmonumenten, voorts De Muy, De Geul, de Westerduinen en De Krim, wel ke zijn toevertrouwd aan de goede zor gen van het Staatsbosbeheer. Het broedterrein in Waalenburg is in- terressanter dan ooit, hetgeen in de eer ste plaats te danken is aan de verbete ring der kaden, zodat het water, dat door miniatuur molentjes op het terrein ge pompt wordt, de grond nu permanent in drassige toestand houdt, van welke situ atie allerlei soorten vogels dankbaar pro fiteren. Allereerst denken wij aan de kemphaantjes, die dit voorjaar in bijzon der groot aantal present zijn. Voorts vinden wij er de grutto's in hun element, die mooie, fors gebouwde vogels, de ra- zend-vlugge tureluurs, die zo gaarne op een damhek staan te dromen op hun roodgelakte spillebeentjes, zomertalingen en wintertalingen stappen er bedrijvig rond tussen de rietkragen, de kieviten waken er zorgvol over hun jongen; dan treffen wij er meerkoeten, waterhoentjes, daar zullen wij niet stoeien rietgorzen, karakieten enz. enz. Allen voelen zich daar best thuis. In het voor jaar is ook Waalenburg op zijn mooist v/ant juist dan wordt Uw oog sterk ge boeid door de kleurschakeringen van licht- naar donkergroen, het met kun stenaarshand geweven tapijt van deze wondermooie polder. In Dijkmanshuizen vindt U behalve de vogels van Waalenburg de bruine kie kendieven, die gaarne in een met oud riet gestoffeerde omgeving vertoeven. Hier liggen o.a Thijsse's ,Fienweid en Burdet's Hop. Ook Drijver's Vogelweid De Bol, in de schaduw van de molen van polder Het Noorden, is een bezoek meer dan waard. Daar hebben weer verscheidene kluten hun nesten gebouwd en eind april wer den zowel hier als in Dijkmanshuizen de eerste jonge kieviten waargenomen. Vo rige maand troffen wij er ook honderden rotganzen aan. Een groot deel van het jaar plegen deze vogels, die in Scandina vië broeden, op Texel door te brengen. Op 8 mei j.l. heeft De Bol de naam „Drijver's Vogelweid De Bol" gekregen. Zoals bekend heeft de heer J. Drijver veertig jaar lang de belangen van de vogels op uitstekende wijze behartigd in zijn kwaliteit van secretaris, later als hoofddirecteur van de Ned. Ver. tot Behoud van Natuurmonumenten. De Schorren, gelegen ten Zuid-Oosten van De Cocksdorp, vormen een niet min der belangrijke vogelbroedplaats. Hier zijn het de grote sterns, die er bij duizen den hun nesten bouwen en jongen ver zorgen. Ook komen er ieder jaar weer talrijke strandpleviers, bontbekpleviers, visdiefjes, Noorse sterns, kapmeeuwen, eenden en kluten tot broeden. Omstreeks half juni kunt U daar steeds jonge eider- eenden ontmoeten, die in de duinen van De Krim uit de eierschaal braken en een hartig hapje gaan zoeken aan Texels Waddenkust. Indrukwekkend is ook steeds de rijke flora: het lamsoor, de zeeaster en het spartina-gras zijn er de dominerende planten. 49. Bloobeest wierp nog een laatste min achtende blik in de richting van Jef Aluin, klopte de sneeuw van zijn romp en schreed schouderophalend in de rich ting van de „Brul". „Kom, Pepito", zei hij, „we zullen ons holderdebolder- avontuurtje gauw aan de kapitein ver tellen. In scheuren en kleuren!", voegde hij er weifelend aan toe. „In geuren en kleuren! bedoel je," verbeterde Pepi to, die bibberend achter zijn bolle vriend aanhobbelde. Toen ze aan boord van de „Brul" klau terden, werden ze al opgewacht door ka pitein Druppel, trappelend van ongeduld en met koude voeten. „Ha", riep hij opgelucht, „daar zijn ze eindelijk. Ik dacht, dat jullie tijdens het zonnebaden in slaap waren gevallen!" Pepito vertelde de nieuwe belevenis sen, terwijl de kapitein met open mond van verbazing toeluisterde. „Dus geen zee, geen water, geen vochtigheid te be kennen", mompelde hij diep teleurge steld," en die akelige Jef Aluin zal de race dus tóch winnen?" Maar juist toen een dikke traan uit zijn oog opwelde, greep Pepito hem bij zijn goudgeringde mouw en riep: „Kijk eens, kapitein, daar gaat Jef Aluin met zijn tanden-en-ogen- „Natuurmonumenten" bezit op Texel in totaal wel 275 ha. vogelrijk terrein. Ten noorden van De Koog vinden wij twee prachtige duinmeertjes, de Muyen. De binnenmuy werd wereldberoemd doordat daar sinds jaar en dag honderd of meer paren lepelaars plegen te broe den. Begin maart keren deze vogels, die de wintermaanden aan de oever van de Nijl doorbrengen, naar het vogeleiland terug. De Muy is echter niet alleen door lepelaars uitverkoren: het aantal vogel soorten mag daar op zeker.... vijftig worden geschat: weidevogels, zangvogels, de grauwe en de bruine kiekendief enz.; onlangs heeft men er zelfs de blauwe kiekendief zien zweven. Groot aantal bergeenden Het aantal bergeenden is opvallend groot. Deze fraai getekende, fors ge bouwde vogel broedt ook in groten getale in de vrije duinen. De zeer grote toe name van het aantal bergeenden wordt toegeschreven aan het feit, dat bij Hel goland twee jaar geleden bombardemen ten zijn uitgevoerd. De bergeenden zochten daarop rustiger oorden. Ook deze vogels, gevlucht van Oost naar West, kunnen iedere dag constateren, dat Texel óók wat de rust aangaat een dorado genoemd mag worden. De Krim, het duinterrein ten Zuiden van de vuurtoren, wordt ieder seizoen belangrijker als broedplaats. Het aantal eidereenden is dit jaar geweldig toege nomen. Op het strand ter plaatse kan men voortdurend vele woerden waarne men. Wij vertelden reeds, dat de jonge eidereendjes naar het voedselrijke wad plegen te trekken. De ouders escorteren de stoe't, maar als er mensen naderen gaan zij op de wieken. Daardoor verke ren toeristen vaak in de veronderstelling, dat de jonge vogeltjes door de ouders zijn verlaten. Zij werpen zich dan als ware vogelvrienden op en plegen de eidereendjes naar de vogelwachter te brengen. Dit is echter een groot misver stand, want men kan het grut rustig aan zijn lot overlaten. De Krim is voorts wel het rijkste kievitengebied van heel Ne derland. Ook de kluut bouwt er in groten getale zijn nest. Aan de Zuidkant van het eiland vinden wij het duinmeer De Geul, dat ook vele vogelsoorten herbergt. De laatste jaren komen daar ook enige paren lepelaars tot broeden. De blauwe reigers hebben er overigens het hoogste woord. Verder treft men er allerlei eendensoorten aan, weidevogels, de bruine en de grauwe kiekendief e.a. Tenslotte vermelden wij nog de broed plaats van de zilvermeeuwen in de Westerduinen. U zult hier verder ver steld staan van het grote aantal storm- meeuwen. De (verlaten) konijnenholen zijn door bergeenden, holenduiven en kauwtjes tot woning verkozen. In de aangrenzende bossen voelen de fazanten, patrijzen, houtsnippen en hout en tortelduiven zich uitstekend thuis. Alvorens wij besluiten, nog deze tip: maakt U ook eens een tocht van Oude- schild naar Nieuweschild langs de kron kelende Waddenzeedijk. Langs deze dijk strekt zich landinwaarts nl. een onge rept stuk natuur uit, waar U allerlei vo gels kunt waarnemen, zo dichtbij, dat Uw kijker overbodig is. schip!" En warempel, de boot van Jef baande zich met behulp van een sterke ijsbreker een weg naar de open zee.. „Ha, ha, ha," grinnikte Jef Aluin vol leedvermaak, „wat zal die stumperige kapitein Druppel lelijk op zijn bevroren neus kijken! Het is een blij gezicht om je concurrenten machteloos achter te laten!" Het tanden-en-ogenschip verbrokkelde het dikke ijs als koek en verdween kra kend in de richting van het einddoel; droevig nagestaard door de drie vrien den. DE ABORTUS- EN DE LEVERBOT- BESTRIJDING Het t.b.c.-plan is volvoerd, een prach tig en verrassend resultaat van goede samenwerking. Maar laten wij er in Noord- en Zuid-Holland lering uit trek ken. Met de t.b.c. zijn we klaar, maar abortus-Bang staat voor de deur, een gevaarlijker en veel besmettelijker ziek te, een ziekte, die een groot nadeel zal blijken te zijn voor onze export. Aldus de heer Joh. de Veer van het Produkt- schap voor Vee en Vlees op de 175ste algemene vergadering van de Holl. Mij. van Landbouw. Spreker vervolgde: Denemarken is behalve vrij van t.b.c. ook vrij van abortus en tracht de bui tenlandse markt op ons te veroveren. Nu kan men wel zeggen: „Ja, maar men heeft liever zwart-bont vee, liever Ne derlands vee", maar met dat praatje kunnen wij geen koeien verkopen. Wij moeten alles in het werk stellen om zo snel mogelijk een abortusvrije veestapel te krijgen. Wat gebeurt er nu? Vrijwel in geheel Nederland vindt thans elke drie maan den op elk bedrijf een onderzoek op abortus van de melk plaats. Het percen tage bedrijven, waarvan de melk de laatste drie keer vrij was van abortus, varieert per provincie van 65 tot 92. Nu zou men, gezien deze cijfers, mogen ver wachten, dat 65-70% van het vee, dat op de markt wordt aangevoerd, voorzien zou kunnen zijn van een stempel op de t.b.c.-verklaring, dat het betreffende dier abortus-vrij is. Maar hoe is de wer kelijkheid? Minder dan 10%, op sommi ge markten zelfs minder dan 3% van de koeien is voorzien van een abortus-vrij stempel, omdat men de dieren zonder abortus-stempel nog wel kwijt kan raken en de boer, die een koe verkoopt, geen moeite behoeft te doen en geen extra kosten behoeft te maken om dat stempel op de verklaring te krijgen. Dit biedt 'n buitengewoon groot gevaar voor het westen van het land. Er is in Friesland, Drente, Overijssel en Gelderland een provinciaal plan om de abortus-Bang te bestrijden. De geschiedenis herhaalt zich. Het oosten van het land gaat provinciaal de ziekte bestrijden en men stoot de besmette dieren uit via de markt naar de kopende provincies. In Overijssel wordt een uitstootpremie gegeven van 50,voor een koe, die men wegens de abortus-besmetting niet langer in de provincie wil houden. Het betreft hier dus dieren, waarbij abortus-bacteriën in de melk zijn aangetoond, of met een zo danige bloedtiter, dat deze dieren een ernstig gevaar voor verspreiding van de ziekte betekenen. Waarheen gaan deze koeien? Naar Noord-Holland, Zuid-Hol land, Utrecht en Zeeland. En wat is daaraan te doen? Alleen kopen met gel dige verklaringen, zodat men niet opge knapt wordt met de vuiligheid van an dere provincies. Maar eigenlijk schreeuwt dit om een nationaal plan. Nederland heeft thans 't tbc-plan beëin digd en men kan trots en dankbaar zijn voor het behaalde resultaat. Maar het werk is daarmede niet af. Willen wij onze export van fokvee bewaren, dan zullen er snel maatregelen moeten wor den genomen. Leverbot-bestrijding Een zeer kostbare, maar minder be smettelijke ziekte is de leverbot. Het is langzamerhand zo in Nederland, dat van de runderlevers 1/3 wordt goedgekeurd, 1/3 wordt afgekeurd en 1/3 moet worden opgeknapt. Voor de afgekeurde levers is in 1955 3.123.768,uitbetaald. Dat is ongeveer f6,per slachtkoe, alleen voor de lever. Hoe minder goede levers, hoe duurder de afgekeurde worden. De scha de zal dus oplopen. Prof. Beijers heeft berekend, dat de bijkomende schade jaar lijks ongeveer 20 miljoen is. Ik weet niet hoe hij het berekend heeft, maar mijn rekening zou zijn: laten wij aanne men dat een koe met een slechte lever een halve liter melk per dag minder geeft, dan betekenen 300 melkdagen een schade van 150 liter a 20 cent is 30, per koe, bij welke berekening ik ge makshalve nu maar - wij stellen de melkprijs toch niet vast - van een prijs van 20 cent ben uitgegaan. Wij hebben 1,5 miljoen melkkoeien en laten we aan nemen dat de helft daarvan een slechte lever heeft. Dan is de schade in totaal 750.000 x 30,22,5 miljoen. Er is veel meer besmetting met leverbot dan wij allen vermoeden. Daarom vind ik de redenering niet zo gek. Veel gekker is, dat wij het bestrijdingsmiddel hebben en het praktisch niet toepassen. Daarom ben ik blij met de vraag van de afd^^ Zaanlandse Gemeenten inzake de be ding van leverbotziekte e.d. Het duktschap heeft nu in samenw< met de gezondheidsdiensten drie pro lopen in Noord-Holland, Zuid-Hollau Friesland. Het heeft een bedrag x 10.000,ter beschikking gesteld de gezondheidsdiensten in overleg de landbouwvoorlichting in besmetU bieden in staat te stellen deze gebi in totaal te saneren. Deze gelden k uit de schapenpot; bij het slachten schapen wordt voor dat fonds een beitje per schaap geïncasseerd. Ik dit een prachtig voorbeeld van fcjoek vorming. In de stukken heeft men kunnec zen, dat wij op 1 januari 1956 23.000,in de kas van dat fonds den. Aan de drie gezondheidsdienst) nu 3 x 10.000,uitgekeerd, hoeweltem bedrag aan ontvangsten van 20.öi pas in de herfst van 1956 zal wordet incasseerd, als de dubbeltjes komen de dan geslachte schapen. Eind 1956 len wij in het fonds 13.000, hebben. Maar de proeven moeten bljrav doorgaan en er zullen zich hiervoor itoc De ;nd, he ïsw< ïbbe getwijfeld ook nog andere provii hip; aanmelden. Wij kunnen dan weer eml voorschieten, maar einde 1957 zal de ezii dan toch leeg zijn. Dus ook hier snel en doeltreffend worden ingegi cm de boerenstand te bevrijden van steeds terugkerende schade. SVC-nieuw Het afgelopen weekend is er door niet gevoetbald, wel namen enk deel aan de sportuitwisseling met merend. A.s. zondag gaan de adsp. naar adspirantendag in Alkmaar. Jullie gen nader bericht. Vrijdagavond trainen. S.V. Tei In verband met de interland-voe wedstrijd Nederland-Saarland, training (voetbal) verschoven naar derdagavond. Adspiranten, aan kwart voor zeven, senioren aanvang uur. De welpentraining blijft geh haafd op woensdagmiddag, aanvang uur. Handbal. De promotiewedstrijd UD (kam] afdeling Utrecht)-Tavenu (kampioen deling Alkmaar) is door Tavenu 42 gewonnen. Door deze uitsla Tavenu naar het district tweede klas het Nederlands Handbalverbond moveerd. Van de uitslag van de strijd Texel-Tavenu, die a.s. wordt gespeeld zal het afhangen of (Haarlem) of Texel promoveert. Trainen. Woensdagavond aanvang acht, bij goed weer op het terrein, in de zaal. S.V.O.-nieuw Zo speelden wij onze laatste comp. strijd tegen ZAP 2. De scheidsrechte.' verstek gaan, maar Arie verving he dria goede wijze. Als we aftrappen zijt ?r e met tien man. Direct is Z. in de aa maar wij slaan terug. De Z.-back mi enth Kees loopt goed door en wij hebben nen de vijf minuten de leiding. Z hierna een spelletje voetbal zien wij bijna niet aan te pas komen heel gauw zijn de rollen omgekeen 'ake amt ezei hei gen urg, hei Oi Te> en I fori sti In am. e C ler artij Ei E eilo en den Z e W uzie UR( Gel icob ome in I ,rme jhar risn erm leien staan wij achter. Toch weet Wim gelijk te maken. Als even later Bos grijpt hij zich met beide handen aa bal vast en nog wel in het strafst gebied. De strafschop wordt oVerge ten, maar toch weet Z. nog 32 te ken. Na de rust valt Z. weer fel aai stand wordt zelfs 42, maar de O. terhoede komt er steeds beter in en de aanvallen beter af te breken voorhoede meer werk te geven, schiet uit een voorzet ineens hard maar de paal keert dit mooie schoi terugspringende bal wordt door Dir het net gejaagd. Dan is het Wim die de hele achterhoede heen breekt staan weer gelijk. Er wordt nu hari een doelpunt gevochten en het is die zijn derde en voor ons het doelpunt maakt. Zo wonnen wij laatste wedstrijd, hoewel Z. veel speelde. Het wa9 soms een lust om dit spel te kijken. Denkt het bestuur enz. er om: derdag bij Burger, 8 uur? dan Uw spoorkaartje ge haald bij de V.V.V. „Texel" FEUILLETON door TOM LODEWIJK 15. „Even bekijken", stemde Carel toe, te vreden. 't Zou best gaan, dacht hij. „Hier heb je mijn kaartje met m'n telefoon nummer. Als je nou.... 's kijken.... maandagavond hier opbelt, dan weet ik hoe of wat, en dan spreken we wel af hoe laat ik je kom halen. Goed?" „Afgesproken". Annelies stond op. Carel zag goedkeurend naar haar. Nee. Maarnveld had haar niet tot een pro vinciaalse moeke gemaakt. Sjonge.... daar kon je eer mee inleggen! Hij zou die verwende troep van de radio, al die humbug-sterren die zich verbeeldden dat de wereld aan haar voeten lag, die zei den: „Kan uit Maarnveld iets goeds ko men?" eens laten zien, welk een juweel tje hij uit die landelijke dreven had op gepikt. Hij grinnikte al bij 't vooruitzicht. „Als je zo lacht, heb je een onbetrouw baar gezicht", schertste Annelies, „ik weet eigenlijk niet, of ik me wel aan je durf toevertrouwen". „O nee", zei hij vlot, „moet je ook nooit doen, lieve kind. Je nooit aan me toevertrouwen. Je kunt net zo goed een muis aan de poes toevertrouwen. Maar je hebt altijd verdraaid goed op jezelf kunnen passen, Lizekind!" „Kan ik nóg", glimlachte Annelies. Ook hij stond op, zijn lange gestalte vreemd in de knusse huiskamer. „Ik gooi je d'r even uit", zei ze. Géén Grietje meer aan de deur! „Dus je belt op?" zei Carel nog in de gang. „In ieder geval", antwoordde Annelies stellig. „Nou, dan tot ziens. Blij dat ik je her ontdekt heb. Doe de groeten aan je man, hij zal zich me niet meer herinneren. En vraag of je een paar dagen de wei in moogt". ,,'k Zal 't vragen", beloofde Annelies effen, maar haar ogen lachten. „Nou, Carlos de Mosa, verdwaal niet in de nacht van Barcelona. Dag hoor!" „Dag lieverd!" lachte Carel en sprong de wagen in, die even later zwaar ron kend de straat uitreed. Diep in gedach ten keerde Annelies naar de huiskamer terug „Zo'n gekke vent", vertrouwde Grietje Wansink die avond haar spraakzame Mama toe „en hij keek zo eng. Zo schone Lora, zei-die tegen me. En hij zoende mevrouw". „Zozo", zei moeder Wansink op on verschillige toon, maar ze spitste haar oren. Hier was nieuws voor de krans! „En ze zaten wijn te drinken". „Zo vroeg al op de morgen?" „Ja, en schik dat ze hadden. En toen ie wegging zei-die lieverd tegen me vrouw". ,,'t Was misschien familie", veronder stelde moeder Wansink, hopend dat het niet zo zou zijn. HOOFDSTUK IX „Er wordt over je vrouw gepraat" Annelies had niet verwacht, dat Jan zo vlot ja zou zeggen op haar aarzelend naar voren gebracht plannetje: Met Ca rel meerijden naar Amsterdam. Ze leg de grote nadruk op het bezoek aan Ma Verheyen, maar dat was niet nodig. Jan zag daar wel doorheen. „Natuurlijk kind", zei hij, „moet je dóen! Wij redden ons wel, Grietje blijft wel een paar uurtjes langer om de kin deren naar bed te brengen, ik moet zelf woensdagavond weg, maar dan past Lies van hiernaast wel op. Eten doen we gemakkelijk. Nee, ga jij maar eens uit, hoor!" Jans geweten sprak een beetje. Hij werkte hard, om te zorgen dat het Anne lies aan niets ontbrak, maar hij merkte wel, dat het haar juist daardoor ont brak aan gezelligheid. Hij was vaak weg. Ze zat hele avonden alleen. Veel „An- klang" scheen ze niet te vinden in Maarnveld. Dat was te begrijpen, dacht Jan. Annelies met haar artistieke be langstelling en bevliegingen, op en top kind-van-de-stad, vond niet zoveel con versatie. En van nature was ze niet toe schietelijk. Hij wist dat Annelies in Maarnveld de naam had „verbeelding" te hebben.... natuurlijk juist bij de dames, die daaraan zelf niet te kort kwa men. Hij moest een beetje beter op Anne lies letten. Maar hij had er de tijd niet voor. En daarenbovenhij trok niet zo vaak naar huis als in 't begin, toen hij ieder voorwendsel benutte om even bij Annelies te zijn. De kinderen.... ja. Maar verder: Annelies klaagde veel, niet altijd ten onrechte. Het was dikwijls rommelig, wanneer ze te lusteloos was om op te ruimen, om iets te doen. Dan bleef hij wel eens langer zitten dan no dig was, met de klanten, met de vrien den, op kantoor.... En nu was daar Carel Maes gekomen, en die nam opeens voor een paar dagen de taak van hem over! Carel Maes.... ja, hij herinnerde zich hem nog wel. Niet zo'n vervelende vrijer als die andere zo genaamde artisten. Scherpe kerel en broodnuchter. Nu Carlos de Mosa die had zijn weg gevonden. Nou ja, lóét Annelies er eens even uitbreken. Mis schien knapte ze er van op. Nee, wat hém betreft, kon ze gaan. Gerust hoor! En zo stapte Annelies, na Grietje vol gepropt te hebben met instructies, na een hartelijk afscheid van de spruiten, de vuurrode wagen van Carel in, onder 't glimlachend toezien van Jan, die jovi aal Carel de hand had geschud en hem had opgedragen, goed op Annelies te passen, ,,'k Kan wel op mezélf passen!" had Annelies gelachen. Ziezo, dacht Jan, die was er een paar dagen tussenuit. Nou ja, ze had 't nodig ook. Alle dagen Maarnveld, zong hij on deugend, da's óók zo lekker niet.... De rode Jaguar van Carel sneed door het stralende landschap. Het was een prachtige lentedag en Annelies' donkere ogen straalden. Over het windscherm suisde de wind en deed de doek fladde ren die ze zich om de blauwglanzende haren gebonden had. Achterin de baga geruimte zat haar koffertje.het kof fertje met de mooie avondjurk, die ze in Maarnveld maar éénmaal had kunnen dragen, maar waarmee ze in Amsterdam best voor de dag durfde komen. Ze hoor de het zingen van de banden op het gladde asfalt. Naast haar zat Carel ogen verborgen achter een indruki kende zonnebril, zijn handen in de kensleren handschoenen vast om stuur. Ze hoorde hem vergenoegd fli 946 Ze keek opzij en lachte naar hem 947 fluitje brak af. „Gaat 't goed?" vroei 948 „O, 't gaat énig", zei Annelies uit grond van haar hart. Sjonge, dachi rel, als ze zó keek.dan kon hij Jan Belders haést gaan benijden, hij had haar toch maar méé. Ze zo|953 bést plezier hebben samen! Toen de wagen, door Carel bel zaam gestuurd, over de Berlagj ging, vergastten zich de ogen van lies aan al het bekende. De Amstel Willebrordkerk, de huizen, de wie Met een zwaai stuurde Carel de wagen langs het Leidse bosje het seplein op, manoeuvreerde handig vóór Americain. De mensen die op het terras rekten de halzen naar de combinatie pracht van een slee, een sportieve, man, een héél knappe jonge vrouw nelies zag het en glimlachte voor ronc ien r heen. Hier was ze niet dat malle vijrege tje van die Belders, met haar ideeën"hier nam men haar wat ze wérkelijk was. Maarnveld W lerzc iet erie. iedr zo ver.zo ver. Het bezoek aan Monica Verhey# niet erg geanimeerd. (Wordt vervolg" 0n< eest Iber eide Get Sn Eer Mc. De oopt erja: og e ziel e ju 954 955 956 R1 Ho< e rii nkel eer ng i njfs fasoi avel icht. jew; aitze De h uur

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1956 | | pagina 4