Meer bergeenden op ons eiland
dan ooit
Grote activiteit in onze vogelwereld
Pepito's
eerste
grote
avontuur
Op reis
Een vrouw met twee
linkerhanden
IJS
Op ons eiland heerst thans ontegen
zeggelijk de grootste activiteit in de vo
gelwereld. Wandelend, fietsend of scoo
terend over Texel zien wij overal de ge
vederde vrienden bedrijvig heen en weer
vleugelen. De spreeuwen stappen door 't
gras op zoek naar vette hapjes voor hun
kroost, dat onder het pannendak ligt te
luieren, de lepelaars zien wij overal in
slootjes en langs wielen stappen en dezer
dagen zag een familie te Eierland zich
zomaar een kanjer van een paling toe
geworpen door een blauwe reiger, die, in
conflict met een paar kieviten, zijn prooi
liet glippen. Zo komen op dit vogeleiland
de vette palingen zomaar in Uw tuintje
omlaag en voor een gebraden duif be
hoeft zo'n paling, mits goed bereid niet
onder te doen. Texel is dan ook vooral
in dit jaargetijde inderdaad een sprookje.
Geen wonder dus, dat zovelen reeds nu
op ons eiland vertoeven. De beste manier
om Texel te verkennen is nog steeds het
rijwiel, want zitten wij op de motor of
in de auto, dan ontgaat je het vogel
geluid en dan mist een mens toch maar
veel. U moet vooral ook een bezoek
brengen aan die kleine loofhoutbosjes,
waar het wemelt van de zangers, zangers,
die van de vroege morgen met de zon
boven de dijk bij Oosterend tot aan de
late avond met een in het goud wegzak
kende zon aan de andere kant van de
Noordzee, hun levensblijheid uitjubelen.
En daarnaast gaan wij natuurlijk ook
een kijkje nemen in de vogelreservaten,
waar eveneens met volle teugen te ge
nieten valt.
Zoals bekend zijn er op het eiland
verscheidene broedplaatsen, maar ook
daarbuiten komen vele vogeltjes ter we
reld en wel meer dan men soms veron
derstelt. De officiële broedterreinen zijn
Waalenburg, Dijkmanshuizen, Drijver's
Vogelweid De Bol en De Schorren, welke
terreinen eigendom zijn van de Neder
landse Vereniging tot Behoud van Na
tuurmonumenten, voorts De Muy, De
Geul, de Westerduinen en De Krim, wel
ke zijn toevertrouwd aan de goede zor
gen van het Staatsbosbeheer.
Het broedterrein in Waalenburg is in-
terressanter dan ooit, hetgeen in de eer
ste plaats te danken is aan de verbete
ring der kaden, zodat het water, dat door
miniatuur molentjes op het terrein ge
pompt wordt, de grond nu permanent in
drassige toestand houdt, van welke situ
atie allerlei soorten vogels dankbaar pro
fiteren. Allereerst denken wij aan de
kemphaantjes, die dit voorjaar in bijzon
der groot aantal present zijn. Voorts
vinden wij er de grutto's in hun element,
die mooie, fors gebouwde vogels, de ra-
zend-vlugge tureluurs, die zo gaarne op
een damhek staan te dromen op hun
roodgelakte spillebeentjes, zomertalingen
en wintertalingen stappen er bedrijvig
rond tussen de rietkragen, de kieviten
waken er zorgvol over hun jongen; dan
treffen wij er meerkoeten, waterhoentjes,
daar zullen wij niet stoeien
rietgorzen, karakieten enz. enz. Allen
voelen zich daar best thuis. In het voor
jaar is ook Waalenburg op zijn mooist
v/ant juist dan wordt Uw oog sterk ge
boeid door de kleurschakeringen van
licht- naar donkergroen, het met kun
stenaarshand geweven tapijt van deze
wondermooie polder.
In Dijkmanshuizen vindt U behalve de
vogels van Waalenburg de bruine kie
kendieven, die gaarne in een met oud riet
gestoffeerde omgeving vertoeven. Hier
liggen o.a Thijsse's ,Fienweid en Burdet's
Hop.
Ook Drijver's Vogelweid De Bol, in de
schaduw van de molen van polder Het
Noorden, is een bezoek meer dan waard.
Daar hebben weer verscheidene kluten
hun nesten gebouwd en eind april wer
den zowel hier als in Dijkmanshuizen de
eerste jonge kieviten waargenomen. Vo
rige maand troffen wij er ook honderden
rotganzen aan. Een groot deel van het
jaar plegen deze vogels, die in Scandina
vië broeden, op Texel door te brengen.
Op 8 mei j.l. heeft De Bol de naam
„Drijver's Vogelweid De Bol" gekregen.
Zoals bekend heeft de heer J. Drijver
veertig jaar lang de belangen van de
vogels op uitstekende wijze behartigd in
zijn kwaliteit van secretaris, later als
hoofddirecteur van de Ned. Ver. tot
Behoud van Natuurmonumenten.
De Schorren, gelegen ten Zuid-Oosten
van De Cocksdorp, vormen een niet min
der belangrijke vogelbroedplaats. Hier
zijn het de grote sterns, die er bij duizen
den hun nesten bouwen en jongen ver
zorgen. Ook komen er ieder jaar weer
talrijke strandpleviers, bontbekpleviers,
visdiefjes, Noorse sterns, kapmeeuwen,
eenden en kluten tot broeden. Omstreeks
half juni kunt U daar steeds jonge eider-
eenden ontmoeten, die in de duinen van
De Krim uit de eierschaal braken en een
hartig hapje gaan zoeken aan Texels
Waddenkust.
Indrukwekkend is ook steeds de rijke
flora: het lamsoor, de zeeaster en het
spartina-gras zijn er de dominerende
planten.
49. Bloobeest wierp nog een laatste min
achtende blik in de richting van Jef
Aluin, klopte de sneeuw van zijn romp
en schreed schouderophalend in de rich
ting van de „Brul". „Kom, Pepito", zei
hij, „we zullen ons holderdebolder-
avontuurtje gauw aan de kapitein ver
tellen. In scheuren en kleuren!", voegde
hij er weifelend aan toe. „In geuren
en kleuren! bedoel je," verbeterde Pepi
to, die bibberend achter zijn bolle vriend
aanhobbelde.
Toen ze aan boord van de „Brul" klau
terden, werden ze al opgewacht door ka
pitein Druppel, trappelend van ongeduld
en met koude voeten. „Ha", riep hij
opgelucht, „daar zijn ze eindelijk. Ik
dacht, dat jullie tijdens het zonnebaden
in slaap waren gevallen!"
Pepito vertelde de nieuwe belevenis
sen, terwijl de kapitein met open mond
van verbazing toeluisterde. „Dus geen
zee, geen water, geen vochtigheid te be
kennen", mompelde hij diep teleurge
steld," en die akelige Jef Aluin zal de
race dus tóch winnen?" Maar juist toen
een dikke traan uit zijn oog opwelde,
greep Pepito hem bij zijn goudgeringde
mouw en riep: „Kijk eens, kapitein, daar
gaat Jef Aluin met zijn tanden-en-ogen-
„Natuurmonumenten" bezit op Texel
in totaal wel 275 ha. vogelrijk terrein.
Ten noorden van De Koog vinden wij
twee prachtige duinmeertjes, de Muyen.
De binnenmuy werd wereldberoemd
doordat daar sinds jaar en dag honderd
of meer paren lepelaars plegen te broe
den. Begin maart keren deze vogels, die
de wintermaanden aan de oever van de
Nijl doorbrengen, naar het vogeleiland
terug. De Muy is echter niet alleen door
lepelaars uitverkoren: het aantal vogel
soorten mag daar op zeker.... vijftig
worden geschat: weidevogels, zangvogels,
de grauwe en de bruine kiekendief enz.;
onlangs heeft men er zelfs de blauwe
kiekendief zien zweven.
Groot aantal bergeenden
Het aantal bergeenden is opvallend
groot. Deze fraai getekende, fors ge
bouwde vogel broedt ook in groten getale
in de vrije duinen. De zeer grote toe
name van het aantal bergeenden wordt
toegeschreven aan het feit, dat bij Hel
goland twee jaar geleden bombardemen
ten zijn uitgevoerd. De bergeenden
zochten daarop rustiger oorden. Ook
deze vogels, gevlucht van Oost naar
West, kunnen iedere dag constateren,
dat Texel óók wat de rust aangaat een
dorado genoemd mag worden.
De Krim, het duinterrein ten Zuiden
van de vuurtoren, wordt ieder seizoen
belangrijker als broedplaats. Het aantal
eidereenden is dit jaar geweldig toege
nomen. Op het strand ter plaatse kan
men voortdurend vele woerden waarne
men. Wij vertelden reeds, dat de jonge
eidereendjes naar het voedselrijke wad
plegen te trekken. De ouders escorteren
de stoe't, maar als er mensen naderen
gaan zij op de wieken. Daardoor verke
ren toeristen vaak in de veronderstelling,
dat de jonge vogeltjes door de ouders
zijn verlaten. Zij werpen zich dan als
ware vogelvrienden op en plegen de
eidereendjes naar de vogelwachter te
brengen. Dit is echter een groot misver
stand, want men kan het grut rustig aan
zijn lot overlaten. De Krim is voorts wel
het rijkste kievitengebied van heel Ne
derland. Ook de kluut bouwt er in groten
getale zijn nest.
Aan de Zuidkant van het eiland vinden
wij het duinmeer De Geul, dat ook vele
vogelsoorten herbergt. De laatste jaren
komen daar ook enige paren lepelaars
tot broeden. De blauwe reigers hebben
er overigens het hoogste woord. Verder
treft men er allerlei eendensoorten aan,
weidevogels, de bruine en de grauwe
kiekendief e.a.
Tenslotte vermelden wij nog de broed
plaats van de zilvermeeuwen in de
Westerduinen. U zult hier verder ver
steld staan van het grote aantal storm-
meeuwen. De (verlaten) konijnenholen
zijn door bergeenden, holenduiven en
kauwtjes tot woning verkozen.
In de aangrenzende bossen voelen de
fazanten, patrijzen, houtsnippen en hout
en tortelduiven zich uitstekend thuis.
Alvorens wij besluiten, nog deze tip:
maakt U ook eens een tocht van Oude-
schild naar Nieuweschild langs de kron
kelende Waddenzeedijk. Langs deze dijk
strekt zich landinwaarts nl. een onge
rept stuk natuur uit, waar U allerlei vo
gels kunt waarnemen, zo dichtbij, dat
Uw kijker overbodig is.
schip!" En warempel, de boot van Jef
baande zich met behulp van een sterke
ijsbreker een weg naar de open zee..
„Ha, ha, ha," grinnikte Jef Aluin vol
leedvermaak, „wat zal die stumperige
kapitein Druppel lelijk op zijn bevroren
neus kijken! Het is een blij gezicht om je
concurrenten machteloos achter te laten!"
Het tanden-en-ogenschip verbrokkelde
het dikke ijs als koek en verdween kra
kend in de richting van het einddoel;
droevig nagestaard door de drie vrien
den.
DE ABORTUS- EN DE LEVERBOT-
BESTRIJDING
Het t.b.c.-plan is volvoerd, een prach
tig en verrassend resultaat van goede
samenwerking. Maar laten wij er in
Noord- en Zuid-Holland lering uit trek
ken. Met de t.b.c. zijn we klaar, maar
abortus-Bang staat voor de deur, een
gevaarlijker en veel besmettelijker ziek
te, een ziekte, die een groot nadeel zal
blijken te zijn voor onze export. Aldus
de heer Joh. de Veer van het Produkt-
schap voor Vee en Vlees op de 175ste
algemene vergadering van de Holl. Mij.
van Landbouw. Spreker vervolgde:
Denemarken is behalve vrij van t.b.c.
ook vrij van abortus en tracht de bui
tenlandse markt op ons te veroveren. Nu
kan men wel zeggen: „Ja, maar men
heeft liever zwart-bont vee, liever Ne
derlands vee", maar met dat praatje
kunnen wij geen koeien verkopen. Wij
moeten alles in het werk stellen om zo
snel mogelijk een abortusvrije veestapel
te krijgen.
Wat gebeurt er nu? Vrijwel in geheel
Nederland vindt thans elke drie maan
den op elk bedrijf een onderzoek op
abortus van de melk plaats. Het percen
tage bedrijven, waarvan de melk de
laatste drie keer vrij was van abortus,
varieert per provincie van 65 tot 92. Nu
zou men, gezien deze cijfers, mogen ver
wachten, dat 65-70% van het vee, dat
op de markt wordt aangevoerd, voorzien
zou kunnen zijn van een stempel op de
t.b.c.-verklaring, dat het betreffende
dier abortus-vrij is. Maar hoe is de wer
kelijkheid? Minder dan 10%, op sommi
ge markten zelfs minder dan 3% van de
koeien is voorzien van een abortus-vrij
stempel, omdat men de dieren zonder
abortus-stempel nog wel kwijt kan raken
en de boer, die een koe verkoopt, geen
moeite behoeft te doen en geen extra
kosten behoeft te maken om dat stempel
op de verklaring te krijgen. Dit biedt 'n
buitengewoon groot gevaar voor het
westen van het land. Er is in Friesland,
Drente, Overijssel en Gelderland een
provinciaal plan om de abortus-Bang te
bestrijden. De geschiedenis herhaalt zich.
Het oosten van het land gaat provinciaal
de ziekte bestrijden en men stoot de
besmette dieren uit via de markt naar
de kopende provincies. In Overijssel
wordt een uitstootpremie gegeven van
50,voor een koe, die men wegens de
abortus-besmetting niet langer in de
provincie wil houden. Het betreft hier
dus dieren, waarbij abortus-bacteriën in
de melk zijn aangetoond, of met een zo
danige bloedtiter, dat deze dieren een
ernstig gevaar voor verspreiding van
de ziekte betekenen. Waarheen gaan deze
koeien? Naar Noord-Holland, Zuid-Hol
land, Utrecht en Zeeland. En wat is
daaraan te doen? Alleen kopen met gel
dige verklaringen, zodat men niet opge
knapt wordt met de vuiligheid van an
dere provincies. Maar eigenlijk
schreeuwt dit om een nationaal plan.
Nederland heeft thans 't tbc-plan beëin
digd en men kan trots en dankbaar zijn
voor het behaalde resultaat. Maar het
werk is daarmede niet af. Willen wij
onze export van fokvee bewaren, dan
zullen er snel maatregelen moeten wor
den genomen.
Leverbot-bestrijding
Een zeer kostbare, maar minder be
smettelijke ziekte is de leverbot. Het is
langzamerhand zo in Nederland, dat van
de runderlevers 1/3 wordt goedgekeurd,
1/3 wordt afgekeurd en 1/3 moet worden
opgeknapt. Voor de afgekeurde levers is
in 1955 3.123.768,uitbetaald. Dat is
ongeveer f6,per slachtkoe, alleen voor
de lever. Hoe minder goede levers, hoe
duurder de afgekeurde worden. De scha
de zal dus oplopen. Prof. Beijers heeft
berekend, dat de bijkomende schade jaar
lijks ongeveer 20 miljoen is. Ik weet
niet hoe hij het berekend heeft, maar
mijn rekening zou zijn: laten wij aanne
men dat een koe met een slechte lever
een halve liter melk per dag minder
geeft, dan betekenen 300 melkdagen een
schade van 150 liter a 20 cent is 30,
per koe, bij welke berekening ik ge
makshalve nu maar - wij stellen de
melkprijs toch niet vast - van een prijs
van 20 cent ben uitgegaan. Wij hebben
1,5 miljoen melkkoeien en laten we aan
nemen dat de helft daarvan een slechte
lever heeft. Dan is de schade in totaal
750.000 x 30,22,5 miljoen. Er is
veel meer besmetting met leverbot dan
wij allen vermoeden. Daarom vind ik de
redenering niet zo gek. Veel gekker is,
dat wij het bestrijdingsmiddel hebben en
het praktisch niet toepassen. Daarom ben
ik blij met de vraag van de afd^^
Zaanlandse Gemeenten inzake de be
ding van leverbotziekte e.d. Het
duktschap heeft nu in samenw<
met de gezondheidsdiensten drie pro
lopen in Noord-Holland, Zuid-Hollau
Friesland. Het heeft een bedrag
x 10.000,ter beschikking gesteld
de gezondheidsdiensten in overleg
de landbouwvoorlichting in besmetU
bieden in staat te stellen deze gebi
in totaal te saneren. Deze gelden k
uit de schapenpot; bij het slachten
schapen wordt voor dat fonds een
beitje per schaap geïncasseerd. Ik
dit een prachtig voorbeeld van fcjoek
vorming.
In de stukken heeft men kunnec
zen, dat wij op 1 januari 1956
23.000,in de kas van dat fonds
den. Aan de drie gezondheidsdienst)
nu 3 x 10.000,uitgekeerd, hoeweltem
bedrag aan ontvangsten van 20.öi
pas in de herfst van 1956 zal wordet
incasseerd, als de dubbeltjes komen
de dan geslachte schapen. Eind 1956
len wij in het fonds 13.000,
hebben. Maar de proeven moeten bljrav
doorgaan en er zullen zich hiervoor
itoc
De
;nd,
he
ïsw<
ïbbe
getwijfeld ook nog andere provii hip;
aanmelden. Wij kunnen dan weer eml
voorschieten, maar einde 1957 zal de ezii
dan toch leeg zijn. Dus ook hier
snel en doeltreffend worden ingegi
cm de boerenstand te bevrijden van
steeds terugkerende schade.
SVC-nieuw
Het afgelopen weekend is er door
niet gevoetbald, wel namen enk
deel aan de sportuitwisseling met
merend.
A.s. zondag gaan de adsp. naar
adspirantendag in Alkmaar. Jullie
gen nader bericht.
Vrijdagavond trainen.
S.V. Tei
In verband met de interland-voe
wedstrijd Nederland-Saarland,
training (voetbal) verschoven naar
derdagavond. Adspiranten, aan
kwart voor zeven, senioren aanvang
uur. De welpentraining blijft geh
haafd op woensdagmiddag, aanvang
uur.
Handbal.
De promotiewedstrijd UD (kam]
afdeling Utrecht)-Tavenu (kampioen
deling Alkmaar) is door Tavenu
42 gewonnen. Door deze uitsla
Tavenu naar het district tweede klas
het Nederlands Handbalverbond
moveerd. Van de uitslag van de
strijd Texel-Tavenu, die a.s.
wordt gespeeld zal het afhangen of
(Haarlem) of Texel promoveert.
Trainen. Woensdagavond aanvang
acht, bij goed weer op het terrein,
in de zaal.
S.V.O.-nieuw
Zo speelden wij onze laatste comp.
strijd tegen ZAP 2. De scheidsrechte.'
verstek gaan, maar Arie verving he dria
goede wijze. Als we aftrappen zijt ?r e
met tien man. Direct is Z. in de aa
maar wij slaan terug. De Z.-back mi enth
Kees loopt goed door en wij hebben
nen de vijf minuten de leiding. Z
hierna een spelletje voetbal zien
wij bijna niet aan te pas komen
heel gauw zijn de rollen omgekeen 'ake
amt
ezei
hei
gen
urg,
hei
Oi
Te>
en I
fori
sti
In
am.
e C
ler
artij
Ei
E
eilo
en
den
Z
e W
uzie
UR(
Gel
icob
ome
in I
,rme
jhar
risn
erm
leien
staan wij achter. Toch weet Wim
gelijk te maken. Als even later Bos
grijpt hij zich met beide handen aa
bal vast en nog wel in het strafst
gebied. De strafschop wordt oVerge
ten, maar toch weet Z. nog 32 te
ken. Na de rust valt Z. weer fel aai
stand wordt zelfs 42, maar de O.
terhoede komt er steeds beter in en
de aanvallen beter af te breken
voorhoede meer werk te geven,
schiet uit een voorzet ineens hard
maar de paal keert dit mooie schoi
terugspringende bal wordt door Dir
het net gejaagd. Dan is het Wim die
de hele achterhoede heen breekt
staan weer gelijk. Er wordt nu hari
een doelpunt gevochten en het is
die zijn derde en voor ons het
doelpunt maakt. Zo wonnen wij
laatste wedstrijd, hoewel Z. veel
speelde. Het wa9 soms een lust om
dit spel te kijken.
Denkt het bestuur enz. er om:
derdag bij Burger, 8 uur?
dan Uw spoorkaartje ge
haald bij de V.V.V. „Texel"
FEUILLETON
door TOM LODEWIJK
15. „Even bekijken", stemde Carel toe, te
vreden. 't Zou best gaan, dacht hij. „Hier
heb je mijn kaartje met m'n telefoon
nummer. Als je nou.... 's kijken....
maandagavond hier opbelt, dan weet ik
hoe of wat, en dan spreken we wel af
hoe laat ik je kom halen. Goed?"
„Afgesproken". Annelies stond op.
Carel zag goedkeurend naar haar. Nee.
Maarnveld had haar niet tot een pro
vinciaalse moeke gemaakt. Sjonge....
daar kon je eer mee inleggen! Hij zou die
verwende troep van de radio, al die
humbug-sterren die zich verbeeldden dat
de wereld aan haar voeten lag, die zei
den: „Kan uit Maarnveld iets goeds ko
men?" eens laten zien, welk een juweel
tje hij uit die landelijke dreven had op
gepikt. Hij grinnikte al bij 't vooruitzicht.
„Als je zo lacht, heb je een onbetrouw
baar gezicht", schertste Annelies, „ik
weet eigenlijk niet, of ik me wel aan je
durf toevertrouwen".
„O nee", zei hij vlot, „moet je ook
nooit doen, lieve kind. Je nooit aan me
toevertrouwen. Je kunt net zo goed een
muis aan de poes toevertrouwen. Maar
je hebt altijd verdraaid goed op jezelf
kunnen passen, Lizekind!"
„Kan ik nóg", glimlachte Annelies.
Ook hij stond op, zijn lange gestalte
vreemd in de knusse huiskamer.
„Ik gooi je d'r even uit", zei ze. Géén
Grietje meer aan de deur!
„Dus je belt op?" zei Carel nog in de
gang.
„In ieder geval", antwoordde Annelies
stellig.
„Nou, dan tot ziens. Blij dat ik je her
ontdekt heb. Doe de groeten aan je man,
hij zal zich me niet meer herinneren. En
vraag of je een paar dagen de wei in
moogt".
,,'k Zal 't vragen", beloofde Annelies
effen, maar haar ogen lachten. „Nou,
Carlos de Mosa, verdwaal niet in de
nacht van Barcelona. Dag hoor!"
„Dag lieverd!" lachte Carel en sprong
de wagen in, die even later zwaar ron
kend de straat uitreed. Diep in gedach
ten keerde Annelies naar de huiskamer
terug
„Zo'n gekke vent", vertrouwde Grietje
Wansink die avond haar spraakzame
Mama toe „en hij keek zo eng. Zo
schone Lora, zei-die tegen me. En hij
zoende mevrouw".
„Zozo", zei moeder Wansink op on
verschillige toon, maar ze spitste haar
oren. Hier was nieuws voor de krans!
„En ze zaten wijn te drinken".
„Zo vroeg al op de morgen?"
„Ja, en schik dat ze hadden. En toen
ie wegging zei-die lieverd tegen me
vrouw".
,,'t Was misschien familie", veronder
stelde moeder Wansink, hopend dat het
niet zo zou zijn.
HOOFDSTUK IX
„Er wordt over je vrouw gepraat"
Annelies had niet verwacht, dat Jan
zo vlot ja zou zeggen op haar aarzelend
naar voren gebracht plannetje: Met Ca
rel meerijden naar Amsterdam. Ze leg
de grote nadruk op het bezoek aan Ma
Verheyen, maar dat was niet nodig. Jan
zag daar wel doorheen.
„Natuurlijk kind", zei hij, „moet je
dóen! Wij redden ons wel, Grietje blijft
wel een paar uurtjes langer om de kin
deren naar bed te brengen, ik moet zelf
woensdagavond weg, maar dan past
Lies van hiernaast wel op. Eten doen we
gemakkelijk. Nee, ga jij maar eens uit,
hoor!"
Jans geweten sprak een beetje. Hij
werkte hard, om te zorgen dat het Anne
lies aan niets ontbrak, maar hij merkte
wel, dat het haar juist daardoor ont
brak aan gezelligheid. Hij was vaak weg.
Ze zat hele avonden alleen. Veel „An-
klang" scheen ze niet te vinden in
Maarnveld. Dat was te begrijpen, dacht
Jan. Annelies met haar artistieke be
langstelling en bevliegingen, op en top
kind-van-de-stad, vond niet zoveel con
versatie. En van nature was ze niet toe
schietelijk. Hij wist dat Annelies in
Maarnveld de naam had „verbeelding"
te hebben.... natuurlijk juist bij de
dames, die daaraan zelf niet te kort kwa
men.
Hij moest een beetje beter op Anne
lies letten. Maar hij had er de tijd niet
voor. En daarenbovenhij trok niet
zo vaak naar huis als in 't begin, toen hij
ieder voorwendsel benutte om even bij
Annelies te zijn. De kinderen.... ja.
Maar verder: Annelies klaagde veel, niet
altijd ten onrechte. Het was dikwijls
rommelig, wanneer ze te lusteloos was
om op te ruimen, om iets te doen. Dan
bleef hij wel eens langer zitten dan no
dig was, met de klanten, met de vrien
den, op kantoor....
En nu was daar Carel Maes gekomen,
en die nam opeens voor een paar dagen
de taak van hem over! Carel Maes....
ja, hij herinnerde zich hem nog wel. Niet
zo'n vervelende vrijer als die andere zo
genaamde artisten. Scherpe kerel en
broodnuchter. Nu Carlos de Mosa
die had zijn weg gevonden. Nou ja, lóét
Annelies er eens even uitbreken. Mis
schien knapte ze er van op. Nee, wat
hém betreft, kon ze gaan. Gerust hoor!
En zo stapte Annelies, na Grietje vol
gepropt te hebben met instructies, na
een hartelijk afscheid van de spruiten,
de vuurrode wagen van Carel in, onder
't glimlachend toezien van Jan, die jovi
aal Carel de hand had geschud en hem
had opgedragen, goed op Annelies te
passen, ,,'k Kan wel op mezélf passen!"
had Annelies gelachen.
Ziezo, dacht Jan, die was er een paar
dagen tussenuit. Nou ja, ze had 't nodig
ook. Alle dagen Maarnveld, zong hij on
deugend, da's óók zo lekker niet....
De rode Jaguar van Carel sneed door
het stralende landschap. Het was een
prachtige lentedag en Annelies' donkere
ogen straalden. Over het windscherm
suisde de wind en deed de doek fladde
ren die ze zich om de blauwglanzende
haren gebonden had. Achterin de baga
geruimte zat haar koffertje.het kof
fertje met de mooie avondjurk, die ze
in Maarnveld maar éénmaal had kunnen
dragen, maar waarmee ze in Amsterdam
best voor de dag durfde komen. Ze hoor
de het zingen van de banden op het
gladde asfalt. Naast haar zat Carel
ogen verborgen achter een indruki
kende zonnebril, zijn handen in de
kensleren handschoenen vast om
stuur. Ze hoorde hem vergenoegd fli 946
Ze keek opzij en lachte naar hem 947
fluitje brak af. „Gaat 't goed?" vroei 948
„O, 't gaat énig", zei Annelies uit
grond van haar hart. Sjonge, dachi
rel, als ze zó keek.dan kon hij
Jan Belders haést gaan benijden,
hij had haar toch maar méé. Ze zo|953
bést plezier hebben samen!
Toen de wagen, door Carel bel
zaam gestuurd, over de Berlagj
ging, vergastten zich de ogen van
lies aan al het bekende. De Amstel
Willebrordkerk, de huizen, de wie
Met een zwaai stuurde Carel de
wagen langs het Leidse bosje het
seplein op, manoeuvreerde handig
vóór Americain.
De mensen die op het terras
rekten de halzen naar de combinatie
pracht van een slee, een sportieve,
man, een héél knappe jonge vrouw
nelies zag het en glimlachte voor
ronc
ien r
heen. Hier was ze niet dat malle vijrege
tje van die Belders, met haar
ideeën"hier nam men haar
wat ze wérkelijk was. Maarnveld W lerzc
iet
erie.
iedr
zo ver.zo ver.
Het bezoek aan Monica Verhey#
niet erg geanimeerd.
(Wordt vervolg"
0n<
eest
Iber
eide
Get
Sn
Eer
Mc.
De
oopt
erja:
og e
ziel
e ju
954
955
956
R1
Ho<
e rii
nkel
eer
ng i
njfs
fasoi
avel
icht.
jew;
aitze
De
h
uur