'vi^ssest aartsoep
68 ct
1 VI
Sakker s Ijzerhandel
MET VLEES ER IN
ï*r
1
MAGGI
Verhuur van
rijwielen en
solexen
JUNKERS
"fa Maggi's OSSESTAARTSOEP m
lkentdektg§)k gebrek
,v" 7:, W
1*
fietsen
Heren en dameshorloges
Fa GEBR. MANTJE
Drukkerij
Texelse Courant
<CFi\7
Pepito's
eerste
grote
avontuur
Een vrouw met twee
linkerhanden
FA. ZEGEL ZN.
Parkstraat, Tel. 150
Zondags GESLOTEN van
11,30-5,30
heet water
binnen
20 seconden
dank xij
de unieke
HSIkitk-r]
drie traps-
lamellen
van het
heetwalerapparaal
voor stadsgas, ■iii'i'i| l»
mijngas, aardgas,
flossengas
voordeliger, want bettri
verkrijgbaar bij:
met de bekende service
Ja... U leest het goed... Maggi's nieuwe OSSESTAARTSOEP
bevat stukjes heerlijk vlees. Mals rundvlees,
dat extra smaak en kracht geeft aan de verrukkelijke,
goudbruine soep. Reeds tijdens het koken geurt ze
U tegemoet en proeven is genietenja, genieten
Zilvtrzakjcs met stukjet heerlijk rundvlees
een nieuwe Maggi-vinding) is een complete
soep, waaraan U niets meer hoeft toe te
voegen. Inderdaad... een échte Maggi-soep t
Wij repareren Uw RADIO
VAKKUNDIG
MARTEEN BAKKER
Spreekt met de radio
monteur en het komt in
■::;v
f
,N ZILVERZAKJE
111111
VOOR VIER
diEPE borden
ere
rve
hani
Burc
lil'
t w l
sentr
l-De
Al
cwes
,V. 1
ng,
ons
ien i
t zo
nctii
zou
t is
bt
com<
alj
tie 1
nemr
aten
iter
ken
Hij'
de
uder
iden
n in
Fa.J.H. Staman
Zonen
Rijwielhandel
Oudeschiid 80
fantastische fietsen
EEN SCHITTERENDE COLLECTIE
kwaliteits-uurwerken
Zenith, Olma, Pontiac
waterdicht, schokvrij, automatische
opwinding, onbreekbare veer
Horloges waar U jaren en jaren lang
plezier van heelt.
Hogerstraat 8, Den Burg
Voor
Familie-Drukwerk
slechts één adres
52. Met stijf dichtgeknepen ogen stonden
kapitein Druppel en Pepito de naderende
verplettering af te wachen, doch er ge
beurde niets, helemaal niets! „Pepito!"
beval de kapitein, „kijk tussen je oog
haren door of we al te pletter zijn ge
lopen!" Pepito voldeed huiverend aan
het bevel en zag, dat de „Brul" blijkbaar
geen zin had om gekke dingen te doen
en met onverminderde snelheid tegen de
berg opschaatste! „Het is geen ijsmuur,
maar een ijsberg, kapitein," deelde Pe
pito opgelucht mede. „We gaan om
hoog! „Wat....!!" gilde kapitein ka
pitein Druppel met nog steeds toegekne
pen ogen, „omhoog.
Bloobeest hield zich ondertussen bezig
met het toebereiden van een koninklijke
maaltüd en ontdektee plotseling, dat de
vloer al heel erg begon te hellen. Zelfs
zó erg, dat hij op de wand moest gaan
lopen! „Maar dat is de kans van mijn
leven!" dacht hij. „Bukken is iets vrese
lijks, maar nu kan ik zonder bukken de
vloer schrobben!" Hij maakte vlug een
emmertje sop klaar en begon ijverig te
schrobben. „Vloer schrobben zonder
bukken....!", zuchtte hij gelukkig.
De „Brul" had zijn hoogste stand be
reikt en bleef wankelend steken, tot gro-
te ontsteltenis van kapitein Druppel. Hij
krabbelde overeind en wierp een blik
over de railing, doch de ontzettende
hoogte deed hem beven over al zijn le
den. Onze arme kapitein, die boordevol
met allerlei soorten schrik zat, bedacht
plotseling met een nieuwe schrik, dat
Bloobeest, zonder het te weten, hun lot
in handen had!! Liep Bloobeest naar het
voorschip, dan zou de „Brul" naar voren
duikelen en met vernieuwde energie de
tocht voortzetten. Maar hij werd draaie
rig bij de gedachte, dat Bloobeest naar
het achterschip zou lopen.
DE ULO-ATHLETIEKDAG
Bijna tweehonderd leerlingen van de
u.l.o. hebben deelgenomen aan de jaar
lijkse ulo-athletiekdag, nu op het gloed
nieuwe gemeentelijke sportterrein ge
houden. De animo voor dit festijn, dat
een groot deel van de met vrij gunstig
weer gezegende dag in beslag nam, was
dus groot en verscheidene leerlingen
kwamen op drie, vier nummers uit. Ook
over de gemaakte tijden, afstanden en
wat dies meer zij bleek men zeer tevre
den te zijn. De jongens en meisjes waren
in vier groepen verdeeld en wel voor
degenen, die vóór 1 januari 1942 geboren
zijn en voor de jongere groepen, gemaks
halve resp. groepen A en groepen B ge
noemd. Hieronder laten wij de volledige
uitslagen volgen:
Hoogspringen:
Meisjes A: 1. Gerda Grisnigt 1,30 m;
2. Tini Raven 1,25 m; 3. Anneke Bakker
1,20 m; 4. Ria de Lugt 1,20 m.
Meisjes B: 1. Irene Hogewoning 1,30 m;
2 Willy Boon 1,30 m; 3. Riet Lap 1,25 m.
Jongens A: 1. Ide Moerbeek 1,45 m;
2. Leo Boekei 1,40 m; 3. Heino Bulthuis
1,35 m.
Jongens B. 1. Bert Doornbos 1,42 m; 2.
Biem Lap 1,42 m; 3. Jan Keijser 1,40 m;
4. Hans Kuip 1,40 m.
De hoogtematen zijn van het midden
van de lat tot de grond precies.
Verspringen:
Meisjes A: 1. Gerda Grisnigt 4,49 m;
2. Tini Raven 4,24 m; 3. Ieke Bergstra
4;22 m.
Meisjes B: 1. Marijke Beumkes 4,63 m;
2. Riet Lap 4,59 m; 3. Willy Boom 4,48 m.
Jongens A: 1. Ide Moerbeek 5.m;
2. Heino Bulthuis 4,49 m; 3. Axel Lap
4,42 m.
Jongens B: 1. Bert Doornbos 5,20 m; 2.
Martien de Wolf 5,11 m; 3. Piet Zoetelief
4,95 m.
Sprint 60 meter:
Meisjes A: 1. Willy Roeper 8,5
Tineke Toolens 8,6 sec.; 3. Tini
8,7 sec.
80 meter:
Meisjes B: 1. Irene Hogewoning
sec.; 2. Marijke Beumkes 11,3
Willy Boon 11,4 sec.
80 meter:
Jongens A: 1. Ide Moerbeek 10
2. Maarten Boon 11,3. Axel Lap
100 meter:
Jongens B: 1. Martien de Wolf
Bert Doornbos 12,3 (in serie gelope
Dick Dros 12,7.
Veldloop (afstand 2100 meter):
Jongens A: 1. Piet Roeper 7.25.
ruime voorsprong op nummer 2; 2.
Bulthuis 7.57,3. Kees Graaf 8.5
deelnemers).
Veldloop (2200 meter ruim):
Jongens B. 1. Biem Lap 7.54.9;
Smit 8.5.7; 3. Piet Zoetelief 8.19.
Eddy Moojen 8.47.9 (15 deelnemers
NIEUWE HOOFD O.L. SCHOO
DE COCKSDORP
Eergisteren ontvingen wij een aa
ling van de gisteren gehouden
agenda. Deze aanvulling was:
In verband met ingekomen bezi
(zie schrijven van de heer Ir. P. K
werd punt 29 („Aanvulling van he
breidingsplan in onderdelen voo
Koog") van de agenda afgevoerd.
32. Benoeming van een hoofd
openbare lagere school te De Cock
Voorgedragen wordt de heer G.
onderwijzer aan de openbare scho
Den Hoorn, onder gelijktijdige ver
van eervol ontslag uit laatstgeni
functie.
33 Ruiling van grond te Den Bur
de heer Jac. Geus, aldaar.
34. Onderhandse aanbesteding
uitbreiding van de gemeentelijke
werkingsinrichting.
mig
si ikke
I ischi
lijkh
sten-1
e op
iirec
van
van
n be
it ve
vraa
P. i
ikke
Hele
de 1
mag
en. I
schu
m ai
ovei
int,
zij
ot".
irger
er
reec
erd.
st w
eer
lere
oofi
!wat<
een
er e(
het
de is
raarc
die
ivr.
ar w
ige
de j
>orzi!
FEUILLETON
door TOM LODEWIJK
18. „Praat er eerst eens over met jezelf",
adviseerde de oude heer „en bedenk: de
diagnose stellen is één, de kwaal genezen
is waar het op aankomt. Nou, dat is dat.
Als we nou de verfspuiterij eens lieten
waar die was, en we zetten hier de ga
rage, dan komt er ruimte vrij
Jan luisterde, maar zijn gedachten wa
ren bij Annelies, en bij de man, die haar
béter vermaakte dan hij zélf.
HOOFDSTUK X.
„Ruth is niet thuisgekomen"
Toen Annelies uit de rode wagen van
Carel stapte, kwam Grietje Wansink
haar bij de deur tegemoet. En meteen
wist ze, dat haar voorgevoel juist was
geweest.
Heel de middag was er een donkere
plek geweest tussen al dat licht en dat
plezier. Meermalen had Carel haar er op
betrapt, dat ze afgetrokken was geweest.
Haar gedachten cirkelden om de kinde
ren, die liet ze nu op deze woensdagmid
dag maar weer aan hun lot over. Grietje
wat was Griet zélf nog, anders dan
een kind? Het was nu acht uur, 't begon
al te schemeren.
Ze nam haastig afscheid van Carel,
van wie haar gedachten reeds ver weg
waren. Hij startte met een verongelijkt
gezicht de wagen.... een beetje harte
lijker kon ook. Annelies moest nu niet
denken, dat hij om hóór verlegen zat
Maar Annelies dacht niet aan Carel.
„Ruth is er niet" zei Grietje benepen.
„Ruth?" schoot haar stem uit. „Wat
zeg je.Ruth er niet? Hoe kan dat?"
Ze dreef het meisje naar binnen, ze zag
hoe iemand in de straat bleef staan en
naar hen keek.
„Nou, zeg óp" vroeg ze bijna dreigend
„wat is dat, Ruth is er niet?"
Grietje begon te snikken.
„Jank niet" zei ze ruw „zeg op, wat is
er met Ruth?" Haar hart klopte in de
keel. Ruthje, de kleine blonde met de
lachende blauwe ogen, de spring-in 't
veld.
Met horten en stoten kwam het ver
haal er uit.
Ze waren naar het Mastbos gegaan.
de kinderen en de kinderen van Verhaar
en nog een paar, een heel stel. En toen
ze weer naar huis gingen, was Ruthje er
niet. Ze hadden overal geroepen en
overal gezocht en op 't laatst waren ze
maar naar huis gegaan.
Annelies snelde naar boven. Jan en
Els zaten rechtop in bed en antwoordden,
verschrikt omdat moeders gezicht zo
raar was. Nee, ze hadden een tijd niet
op Ruth gelet, en toen wilden ze naar
huis en ze was er niet. Ze hadden ge
roepen en gezocht en Rietje Verhaar was
óók bijna verdwaald.
Het Mastbos, bedacht Annelies. Een
oud, dicht bos, waar je makkelijk uren
in dwalen en ook verdwalen kon. Er lie
pen slechts enkele paden doorheen, je
moest er de weg weten. Géén wegwijzers.
Géén huizen. En in dat grote donkere
bos haar kleine lieveling, Ruth
Ze snelde weer naar beneden, waar
Grietje met een vreemd beplekt gezicht
angstig in de keuken zat, ineengedoken
op haar stoel. „Is meneer.vroeg ze.
„Meneer is nog niet thuis" antwoordde
het meisje hulpeloos.
Annelies vloog naar de telefoon. De
fabriek!
„Ach meneer Beeremans, weet u waar
Jan is?.... naar Arnhem? Kunt U hem
daar bereiken Ruthje is weg. ja, onze
kleine Ruthverdwaald in het
Mastbos" ze hoorde de verschrikte uit
roep aan de andere kant „wat zegt U?
ja misschien, dat kan natuurlijk,
maar ik ben dodelijk ongerust. Wilt U 't
proberen? Alstublieft.wat zegt U, de
politie? Ja, dat zal ik maar doen".
Ze zakte ineen in haar stoel, sloeg de
handen voor de ogen. Jan zat in Arn
hem. En ergens in dat Mastbos dwaalde
haar kleine lieveling, haar Ruth. Ze
veerde op. Het was geen tijd voor zeu
ren. Ze moest dóen.
„Grietje" zei ze „ga jij maar gauw
naar je moeder. Huil maar niet" zei ze
opeens vertederd. Wat had ze Grietje te
verwijten, had zij niet haar eigen kinde
ren in de steek gelaten om.„Stil
maar, meid jij kunt er óók niets aan
doen. Ga nu maar gauw, Ruthje komt
wel terecht" maar haar stem miste alle
zekerheid. Toen greep ze de hoorn van
de haak. Belde de politie. Ze hoorde de
stem van de wachtmeester, bedenkelijk,
toen ze het Mastbos noemde. Ja, de
wachtmeester wist er alles van, had er
meer dan eens achter smokkelaars heen
gezeten. Wist ze welke kleren het meisje
droeg? Ze kon Grietje nog net bij de
deur tegenhouden. Blauw jurkje, wit
schortje met kant, witte strik in het
haarja, vijf jaar, blond, blauwe
ogen, de wachtmeester zou het signale
ment meteen laten circuleren, doorgeven
naar de andere gemeenten in de buurt.
Hij kwam nog wel even aan.
Annelies dwong zichzelf tot rustige be
zinning. Zélf naar het Mastbos gaan?
Dat had niet de minste zin. Ze zou er
zélf verdwalen. Als de kinderen van
Verhaar.... Er werd gebeld. Mevrouw
Verhaar stond voor de deur. Annelies
liet haar zwijgend binnen.
„Mevrouw Belders" zei de ander „Lk
hoor nu pas van de kinderen dat ze de
kleine Ruth niet mee terug hebben geno
men. Ik^eb ze gevraagd waar ze ge
speeld hebben. Ze zeggen: bij de Drie
sprong".
Annelies antwoordde niet. Wat moest
ze zeggen?
„Hebt u de politie al opgebeld?" vroeg
mevrouw Verhaar.
„Ja" zei Annelies toonloos.
Het schuchtere mevrouwtje Verhaar
legde aarzelend een hand op de schou
der van de plots vermoeide, gebogen ge
stalte. „O" zei ze „ik begrijp het zo
goedze is net zo oud als onze Tineke
ik zou me geen raad weten. Wat
kunnen we nog meer doen.dan de
politie? Is uw man al op de hoogte?"
„Ze zullen hem bellen, hij zit in Arn
hem" antwoordde Annelies. Er werd aan
de achterdeur geklopt. Even later hoorde
ze gestommel in de keuken. Het was
vrouw Wansink.
korm
de. I
der
de
ellen
elijkl
elegc
•erok
evr.
auti
ar o]
„O mevrouw" zei ze en haar
hand gezioht was nu één en al onti
ring „wat moet dat nou met Ruthje
arme schaap kan toch niet.
naar Annelies, zag het grauwe, ell(
gezicht. „Arme stakker" opeens
haar moederhart boven „maak je
met zo ongerust, mevrouw, ze loop
in zeven sloten tegelijk.
Annelies zag haar stom aan. Ze
geen antwoord. De vierkante g«
van vrouw Wansink stond midden
kamer.
„Wacht" zei ze opeens „al dat
helpt niet. Ik zal m'n man waarsch
Misschien weet die er wat op
al weg.
„Dat is een bazige tante" zei me!
Verhaar met een zwakke glimlacl (naen
zal ik maar v/eer gaan? Of
was bang zich op te dringen.
„Nee" zei Annelies fel „o, blijf
blieft. Laat me niet alléén".
„Goed" was het antwoord, en
vrouw Verhaar leefde op. „Luiste
ze ,,'t is misschien heel nuchter, ro jte
zet koffie. Daar knap je van op-
muizenissen redden we niets'
„Goed" zei Annelies dof. Ze hooi
ander scharrelen in de keuken, d
van 't gas. O nee, niet alléén. Alsj<
niet alléén.
En toen overviel haar een hevil ,j(
langen naar Jan. Al die vreemde
meenden het allemaal goed. Maar
Jan moest ze hier hebben. Met jJ
men moest ze hier doorheen.
(Wordt verv<
n is'
>orzil
van
irote
aange
dat
rbor|
nder
ied
Bf za
rdag
weth
hee
jxam
r de
tactii