V
WACHTEN
Nederlanders werken in Zuid-Afrika
Pepito's
eerste
grote
avontuur
duurt altijd lang
m
Een vrouw met twee
linkerhanden
Ir. Bout, Directeur van een ma
chinefabriek in Kaapstad, is een
week of drie in Nederland ge
weest en heeft hier voor zijn
fabriek 24 vaklieden aangesteld,
die nu naar Zuid-Afrika zullen
emigreren. Met deze mensen er
bij en met de aanvullende hulp-
arbeidskrachten zoals naturel
len en kleurlingen, wordt de to
tale personeelssterkte zijner
fabriek dan ongeveer 250.
Ir. Bout vertelt in nevenstaand
artikel iets over zijn ervaringen
met Nederlanders in Zuid-Afrika
Nederlanders, die naar Zuid-Afrika
emigreren, moeten eerste klas vaklieden
zijn, omdat Zuid-Afrika alleen maar eer
ste klas vakmensen vraagt. Hulpkrach
ten - kleurlingen en naturellen - zijn
daar voldoende aanwezig. Deze mensen
zijn uitstekend voor hun werk en passen
ook goed in het bedrijf; niet alleen in
mijn bedrijf daar, maar in het algemeen
in de machinebouw.
Hu kan men het zo stellen dat een
Nederlander, die in Nederland voor vak
bekwaam geldt, dat ook in Zuid-Afrika
is. Maar dan moet hij ook werkelijk een
eerste klas vakman zijn en al in Neder
land het hoogste loon verdienen.
Iemand, die in Nederland nog een dub
beltje onder het hoogste loon staat, eigen
lijk dus maar een halve kracht is, geldt
in Afrika beslist voor minder dan een
halve kracht. De eisen, die daar aan onze
produkten worden gesteld zijn net zo
hoog als de eisen die in Nederland, in
het algemeen in West-Europa gelden en
de halve krachten betrekken wij dan ook
uit de kleurlingengroep en de naturel-
lengroep.
Arbeidstempo
Over het arbeidstempo wil ik alleen
citeren wat een van onze werknemers,
die in februari, ik meen met de „Groote
Beer" naar Zuid-Afrika is gekomen
heeft gezegd. Toen ik hem vroeg hoe het
hem ging en hoe het hem beviel zei deze
man (een koperslager-pijpfitter): „Nou
het bevalt me best, maar het tempo is in
deze fabriek bijzonder hoog en ik zou zo
zeggen bijna hoger dan in Nederland".
Dat klonk erg vriendelijk. Ik neem aan
dat ons tempo gemiddeld ongeveer gelijk
is aan dat in Nederland, voor de ene wat
hoger en voor de andere wat lager.
Lonen.
De lonen, die wij betalen, bestaan uit
verschillende componenten: het basis-
loon, waarbij de duurtetoeslag komt, die
door de Regering is vastgesteld. Voorts
hebben wij sinds een jaar in onze fabriek
een gematigd tariefstelsel, waardoor het
totaalinkomen van een werknemer in de
fabriek tussen de 16.-.- en de 18.-.-
komt te liggen. Meestal bedraagt het zo
17.-.-, 17.5.- of 17.10.-.
Besteding van het loon
Wat deze mensen met deze 17.-.- per
week kunnen doen hangt hoofdzakelijk
van de vrouw af. In elk emigrantengezin
is de vrouw een zeer belangrijk lid Als
de vrouw zuinig is, kan van het loon
zeker 2.-.- of 2.10.- per week worden
gespaard. Verder zal het wel net gaan
als in Nederland: zo de vrouw niet zui
nig is, dan is er altijd geld te kort. (Wie
zegt daar „Zie je nou wel!" - red.). In het
algemeen moeten de huren voor de flats
per maand worden betaald. Deze flats
zijn sinds twee jaar ruimschoots beschik
baar en vragen een klein weekloon. Dus
om een maand huur te betalen moet de
man een kleine week werken. De huur
bedraagt dus ongeveer 20 tot 25 °/o van
het loon en het overblijvende gedeelte is
ruim voldoende om zich te kleden, te
voeden en de nodige ontspanning te heb
ben. Daarbij kan dan per week nog
1.-.-, 1.10.- of 2.-.- gespaard worden.
Belastingen.
De belastingen zijn er bijzonder laag.
Een gezin met twee kinderen, waarvan
de man ongeveer een f8.000,êi f9.000,
per jaar verdient - en dat zijn de lonen
die ik noemde - betaalt geen of heel wei
nig belasting. De huishuren zijn dus
eigenlijk de grote posten, de uitgaven
voor voedingsmiddelen en kleding zijn
ongeveer gelijk aan die in Nederland;
het levensmiddelenpakket is op verschil
lende punten wat duurder, op andere
wat goedkoper. Vlees en boter zijn zelfs
belangrijk goedkoper dan in Nederland,
groenten en aardappelen zijn wat duur
der, brood is ook wat duurder, fruit is
daarentegen weer veel goedkoper. Kaap
stad ligt in een typisch fruitland, waar
de prachtigste vruchten groeien, die men
zich maar kan bedenken: perziken, prui
men, sinaasappelen, mandarijnen, bana
nen en vooral druiven die men daar in
de maanden januari, februari en maart
in overvloed kan genieten.
Over het algemeen kan men zeggen,
dat men van het verdiende loon zeer be
hoorlijk kan leven en er zelfs van kan
sparen.
Sociale voorzieningen
De sociale voorzieningen in Zuid-
Afrika hebben nog niet de hoogte van
overeenkomstige, voorzieningen, die in
Nederland bestaan, maar mensen die al
enige jaren bij ons werken en die na
tuurlijk nog regelmatig bericht krijgen
van hun vrienden en familie uit Holland,
vinden toch dat zij het in Zuid-Afrika
cp het ogenblik zéér goed hebben. Indien
iemand - om een voorbeeld te noemen -
ziek wordt of binnen of buiten het be
drijf een ongeval krijgt, dan ontvangt hij
26 weken lang 70 °/o van zijn totaal
weekinkomen uitgekeerd. Daar betaalt 't
bedrijf een gedeelte aan mee en met de
hoge inkomens en de bestaande spaar
mogelijkheid vormt dat naar mijn gevoel
een zeer redelijke dekking bij ziekte en
ongeval. Ons eigen bedrijf heeft daaren
boven bij een particuliere maatschappij
nog een verzekering afgesloten voor
vergoeding van dokterskosten in geval
van ziekte, zowel van de werknemer als
van een van de gezinsleden: man, vrouw
of kinderen. Daar betalen de werkne
mers 2 shilling per week voor (dat is on
geveer f 1,en het bedrijf doet daar 2
shilling bij. Dan is de hele familie voor
dokterskosten gedekt. Wij hebben in te
genstelling tot de meeste bedrijven, ook
voor het gehele blanke personeel een
pensioenregeling. Daar kan elke arbeider
na twee jaar onafgebroken dienst lid van
worden. De pensioen-gerechtigde leeftijd
is bij ons net als in Nederland 65 jaar, de
uitkering is natuurlijk naar rato van het
aantal dienstjaren.
Arbeidssfeer.
Hoe is de sfeer over het algemeen in
de Zuidafrikaanse bedrijven? Ook ons
bedrijf is wat huidskleur en aard van
personeel betreft gemengd van karakter
en de Nederlanders passen zich daar bij
zonder gauw bij aan. Al na een of twee
maanden springen onze Nederlandse
werknemers met die „boys", zoals wij
die naturellen noemen, om of zij er jaren
mee hebben samengewerkt. Het is altijd
zo in het leven, dat men zelf behandeld
wordt zoals men de mensen behandelt.
Wie dus met zo'n „boy" op een pret
tige manier omspringt, kan er op reke
nen, dat zo'n „boy" op het laatst voor je
door het vuur gaat en alles zal doen, ook
met de nodige snelheid wat er van hem
wordt gevraagd.
De vrije tijd
Het klimaat in Zuid-Afrika is van dien
aard dat er tijdens weekenden - dus de
zaterdag en zondag, waarop niet wordt
gewerkt - voor ieder voldoende gelegen
heid bestaat om zich uit te leven, op
welk gebied ook. Er zijn prachtige bos
sen, bergen, mooie stranden, schitterende
openbare tuinen, grote sportvelden voor
alle sport. Tijdens de weekenden doen
wij daarom niets voor het personeel,
maar wel hebben wij ongeveer 4 maal
per jaar de z.g. contact-avonden om de
personeelsleden de gelegenheid te geven
elkaar wat nader te leren kennen.
Speciaal voor de vrouwen is dat be
langrijk. Zoals ik al zei, is de vrouw een
belangrijk lid in het emigrantengezin en
het is dikwijls zo, ook in Nederland, dat
de vrouw niet weet waar de man 's
morgens naar toe gaat. Ze kent dan al
leen de naam van de zaak waar hij
werkt, maar wat haar man doet, dat
weet ze eigenlijk niet eens. Daarom zijn
wij op het idee van de zg. contactavon
den gekomen, waar ik dan een praatje
houd over geboekte orders en afgelever
de werken, mededeling doe van tevre-
aenheidsbetuigingen van klanten, en zo
in het algemeen de mensen een indruk
geef van hetgeen er in de fabriek in het
algemeen omgaat. Er worden dan verder
wat films vertoond uit Nederland, uit
Zuid-Afrika, films over Krugers Wild-
tuin en bovendien hebben wij sinds een
jaar een zg Kerstfeestfonds. De gelden
voor de Kerstfeesten, worden op die con-
lactavonden bijeengebracht. De dames
worden verzocht gratis koekjes, cakes
en taarten te bakken, die dan op die
avond bij de thee worden verkocht of op
Amerikaanse manier worden verloot.
De baten hiervan vloeien in de kas voor
het „Christmasfund", zoals wij dat noe
men en daar worden dan elk jaar voor
de kinderen van blanken en gekleurden
cadeautjes van gekocht voor het Kerst
feest. Dat hebben we vorig jaar voor het
eerst gedaan en het is een alleraardigst
succes geworden.
Mijn eigen ervaring.
Ik zelf ben begin 1950 met mijn gezin
geemigreerd. Uitgegaan als technisch di
recteur ben ik twee jaar geleden tot al-
55. Je f Aluin had met behulp van de
ijsbreker de open zee weten te bereiken
en stond aan dek zich te verkneukelen
van plezier. Opeens werd zijn oor ge
troffen door een hevig gedruis. „Hm,"
mompelde hij in zichzelf, „zeker gapende
ijsberen!" en hij wendde zich om, ten
einde het toneel in ogenschouw te ne
men. Doch wie zou zijn woede kunnen
beschrijven, toen hij inplaats van gapen
de ijsberen de „Brul" zag, die zich met
reuze-vaart een weg baande over de dik
besneeuwde ijsvlakte?! Hij slaakte een
serie rauwe kreten en zonk toen uitgeput
van kwaadheid op het dek neer. „Ug, ug,
ug" gorgelde hij, „was ik maar een nette
kok geworden zoals mijn vader altijd
wilde
Bloobeest dacht er echter anders over;
want toen hij na lang nadenken tot de
conclusie kwam, dat hij verkeerd stond,
gehoorzaamde de zwaartekracht hem
weer en plofte hij met een zware dreun
op de vloer van de kombuis. De borstel
brak gelukkig zijn val, terwijl 't emmer
tje met vet sopwater over zijn bolle
hoofd kieperde. „Ik had dus tóch gelijk!"
prevelde hij bellenblazend. „Ik stond
verkeerd! Dat is me nog nooit gebeurd!
Altijd wist ik mijn juiste plaats op de
wereld!"
Boven zijn natte hoofd, op het dek,
krabbelden de kapitein en Pepito moei
zaam overeind en strompelden duizelig
naar de railing. Maar tot hun stomme
verbazing zagen ze niets anders dan een
snel voorbijschietende sneeuwmuur! Ik
heb een bril nodig!" zei kapitein Drup
pel, terwijl hij naarstig in zijn ogen
wreef. „Ik zie alles spierwit!" „Nee,
nee kapitein!" haastte Pepito zich de
kapitein gerust te stellen. „De Brul"
boort zich door de snee...." Maar ver
der kwam hij niet! Met een sierlijke
duik, dook de „Brul" naar beneden en
kwam met een grote plons in zee terecht.
gemeen directeur benoemd. Ik ben Delfts
ingenieur, maar Zuid-Afrika heeft voor
ingenieurs zijn eigen opleiding aan ver
schillende universiteiten zoals Kaapstad
en Johannesburg en Witwatersrand. Deze
universiteiten erkennen onze Europese
titels niet, alleen de ingenieurs uit Enge
land worden erkend. Zuid-Afrika is ech
ter nogal Amerikaans georiënteerd en bij
een sollicitatie hoeft men nooit zijn di
ploma's en cijferlijsten over te leggen.
Men praat een beetje en dan wordt er
gezegd: „Nou begin nou maar, dan zien
we wel wat je waard bent". Dat heeft
misschien enig nadeel voor mensen, die
erg op diploma's en cijferlijsten staan,
maar voor mensen, die van aanpakken
weten en die een koel hoofd hebben weer
belangrijke voordelen. Daardoor is het
mogelijk dat ook iemand met een belang
rijk lagere ontwikkeling dan ingenieur,
het technisch in Zuid-Afrika zeer ver
kan brengen.
Delftse Ingenieur
Hoewel de Delftse ingenieursgraad dus
niet wordt erkend, ziin de mogelijkheden
om door te stoten op de maatschappelijke
ladder talrijk. Sinds kort is er in Zuid-
Afrika een vereniging van Delftse inge
nieurs opgericht met ongeveer 200 leden.
Hieruit blijkt, dat reeds een behoorlijk
aantal Delftse ingenieurs in Zuid-Afrika
werkt. Ik heb verschillende vergaderin
gen van die vereniging bijgewoond en
daardoor weer vele oud-collega's kunnen
ontmoeten, die met veel plezier in Zuid-
Afrika werken zonder zich op hun inge
nieurstitel te laten voorstaan. Allen heb
ben zij zeer behoorlijke posities veroverd.
BRtNGtN WIJ Dt
KJieUUSTÊ D€SSINS
LUNTER, Warmoesstraat 12, Den Bit
(in een rij voor het loket)
Haalt daarom uw plaatsbewijzen
voor boot en trein in voorverkoop
bij de V.V.V.
NEDERLANDSE
OLYMPIADE-ZEGELS 1956
Ter gelegenheid van de 16e Olympi
sch Spelen zal de Nederlandse Postad
ministratie in het tijdvak van 27 augus
tus t.m. 6 oktober 1956 een serie van 5
bijzondere postzegels met toeslag uitge
ven. Vier van de zegels zijn aan een af
zonderlijke tak van sport gewijd, terwijl
de vijfde de antieke Olympische spelen
in herinnering brengt.
De opbrengst van de toeslag komt ten
goede aan het Nederlands Olympische
Comité en zal worden aangewend tot be
strijding van de kosten verbonden aan
de uitzending van een Nederlandse af
vaardiging naar Melbourne.
Dat twee der zegels aan watersporten
gewijd zijn, behoeft in een waterrijk land
als Nederland geen verwondering te
wekken.
borden de Nederlandse zeilers wel
licht niet zo gevreesd als de legendari
sche ...Flying Dutchman", die met zijn
spookschip de golven van de wereld
zeeën kliefde, ze mogen er zijn en men
mag erop rekenen, dat ze straks in
Australië zullen proberen hun tegen
standers de loef af te steken.
Hetzelfde - zij het in mindere mate -
geldt voor het Nederlandse waterpolo-
team, dat gedurende korte tijd aan de
Europese top stond, hoewel het in Hel
sinki niet in staat bleek, het Olympische
goud te veroveren. De daarop volgende
verjonging stelde de trainer voor vele
problemen, maar zoals de zaken er nu
voorstaan is het nieuwe zevental zeker
niet kansloos in de strijd tegen de over
het algemeen harder spelende ploegen
van andere landen.
Uiteraard mocht een zegel gewijd aan
de hockeysport in deze serie niet ont
breken. Al gedurende vele jaren heeft
het Nederlandse hockey zich op een bij
zonder hoge post gehandhaafd. Slechts
de grootmeesters uit India, konden
steeds bewijzen sterker dan de Neder
landers te zijn. De resultaten in het af
gelopen winterseizoen hebben aange
toond, dat het Nederlandse nationale
team, ondanks de verjonging die het
heeft ondergaan, niet aan kracht heeft
ingeboet.
Wat de athletiek betreft zal Melbour
ne waarschijnlijk geen of slechts een zeer
kleine Nederlandse representatie te zien
geven. Dat deze tak van sport toch in de
serie is vertegenwoordigd, kan gezien
worden als de herinnering aan een nabij
verleden. Het is immers in dit verband
niet mogelijk zonder meer voorbij
gaan aan de triomfen, die athletisch
derland boekte in 1948, in het LondeJ
Wembley-stadion, toen het natuurtaUj
Fanny Blankers-Koen, „the flying houa
wife", drie olympische titels behaaldel
op de 100 en 200 meter hardlopen enf
meter horden - en een beslissend as|
deel had in de vierde Nederlandse zei
die op de 4 x 100 meter estafette.
Technische gegevens:
De zegels zijn uitgevoerd in t-
kleuren offset. De ontwerpen voor
waarden 2 -f 3 en 25 -f 8 ct., zijn
vaardigd door de heer Jan van Heel
's-Gravenhage, die voor de 5 3 en
5 cent door de heer Harry Disberg
's-Gravenhage en dat voor de 7 5
door de heer P. Wetselaar te Haarlei
Tekst en waarde-aanduidingen van
2 3, 5 3, 10 5 en 25 8
verzorgd door de heer Disberg; die
de 7 5 cent zijn van de hand van
heer Wetselaar.
De druk is van Joh. Enschedé en
nen, Grafische Inrichting N.V. te Hai
lem.
De voorstellingen en kleuren zijn:
2 -f 3 ct: zeilscheepje; blauw fond waa
in het scheepje in wit is uitgespaard.
5 3 ct: hardloopster; hardloopster
een effen geel fond.
7 5 ct: amphora, waarop afgebet -n(
hardlopende athleten; de vaas en de, e 611
rand vormende, tekst in rood-bruin en f9
athleten en de waarde-aanduiding
zwart.
10 5 ct: hockey-speler; hockey-spe
zwart op een effen grijs fond.
25 8 ct: waterpolo-speler; waterpöfv
speler zwart op een effen groen fond.
De tekst en waarde-aanduidingen v
de 2, 5, 10 en 25 ct. zegels zijn of
drukt in zwart of wit uitgespaard in sen
effen fond. De zegelgrootte is 24.25
31,55 mm. De beeldrechthoek meet: 21
bij 28,55 mm. Kamstanding: 12^ 12
De zegels zullen tot en met 31 decei ter
ber 1957 ook in het verkeer met h s
buitenland voor de frankering gele tor
blijven.
IJC
Eerste-dag-omslagen
Ter gelegenheid van de uitgifte van
Olympiade-zegels 1956 zal de postzeg tb
handel zoals bij alle bijzondere uitgift
z.g. eerste-dag-omslagen uitgeven.
De op 27 augustus a.s. aan een lok
van een postinrichting afgegeven eerst n
dag-omslagen, waarop uitsluitend één
meer Olympiadezegels 1956 mogen z
geplakt, worden voorzien van een afdr 1
van een bijzonder stempel.
BOERDERIJBRANDEN IN MEI
In de maand mei 1956 zijn 28 boerd
rijbranden voorgekomen, waarbij
boerderij totaal werd vernield of zws
beschadigd werd Drie van deze brand
kwamen voor in Groningen, één
Friesland, vier in Drenthe, drie in Ov<
ijssel, zes in Gelderland, één in Utree!
één in Zuid-Holland, één in Zeeland
acht in Noord-Brabant.
De directe schade door deze brand
aangericht wordt geraamd op 900.901
Zeven van deze branden werden veroo
zaakt door het spelen met vuur; tv?
door gordijnen in aanraking gekom
met brandend gastoestel: drie door sli
ting in elektrische installatie (vermoed
lijk); twee door blikseminslag; één do
defect petroleumtoestel; één door vonk
uit schoorsteen van stookhok; één di
vonken van elektrische motor; één do
controleren van aansluiting van v<
nieuwde fles met butaangas met bra
dende lucifer; één door onachtzaamhi
met vuur, erwijl in negen gevallen
oorzaak onbekend bleef.
Bij deze branden zijn 16 varkens,
stier, één veulen en 406 kippen om|
komen.
ilc
api
H
DIS
de
FEUILLETON
door TOM LODEWIJK
23. Nu was er een schuwe glimlach
op zijn gezicht, nu hij zich voorzichtig
neerzette naast haar bed.
Hoe gaat 't zo, meisje?
Best, zei ze en haar stem was innig
tevreden.
Alles? vroeg hij.
Alles, antwoordde ze, ik heb de tijd
gehad, Jan, om es na te denken. Ik ga 't
voortaan anders doen.
Nee, weersprak hij, niet jij, maar ik.
Wij samen, zei ze zacht.
Wij samen, herhaalde hij, juist.
ja, dat is het, Annelies.
We moeten het samen gaan doen. We
hebben te veel langs mekaar heenge-
leefd. Ik mopperde op jou, jij mopperde
op mij, we hadden allebei gelijk en al
lebei ongelijk. En dit moest gebeuren..
Ruthje, glimlachte ze, onze lieve
kleine schat. Die bracht ons weer tot el
kaar en ze heeft mij ook tottot
andere mensen gebracht. Ik heb het wel
mooi versierd, Jan, zei ze met een ver
drietige glimlach, wat ben ik toch een..
Stil, zijn hand wees bevelend terug,
geen zelfbeschuldigingen. Ik heb je maar
laten tobben. En Annelies, ik moet het
je zeggen, die avond had ik al lang thuis
kunnen zijn, maar ik ben blijven biljar
ten, omdat ik geen zin had.
Hier in de bende te komen, glim
lachte ze. Troost je maar Jan, d'r
was hier geen bende, want ik was lekker
met Carel Maes op stap, de hele middag.
En de kinderen waren toch uit, naar het
MastbosZe sloeg haar ogen neer,
haar handen krampten zich ineen.
Aha, zei Jan, dus daar lig je nog
over te tobben! Nou meisje, troost je
maar. Je had gelijk dat je er uittrok,
want ik trok er ook tussen uit. Maar al
lebei waren we goed mis, weet je. Ik
keek naar jou en jij keek naar mij, en
we waren vastbesloten te zorgen dat we
ieder aan onze trek zouden komen. Maar
dat we samen alléén maar hadden te kij
ken naar onze kinderen, naar ons gezin,
dat kwam niet bij ons op. Nee, Annelies,
als er fouten gemaakt zijn, ben ik mins
tens zo schuldig als jij. Maar ik wil daar
niet over praten. Ik ben veel te blij.
Blij? vroeg ze.
Ja, blij. Ruthje hebben we weer te
rug, en die lieve schat is weer zo fris
als een hoentje. En we hebben Jan en
Els. En ik heb.... jou. Eerlijk gezegd,
geloof ik dat ik nog nooit zo van je ge
houden heb als op dit ogenblik.
Dan was ik je tóch voor, zei Anne
lies en haar ogen begonnen te stralen.
Hoezo?
Ik wist het al eerder.toen ik je
stem hoorde door de telefoon. En nu,
Jan Belders, al die mooie praatjes en die
liefdesverklaringen, het zet allemaal
geen zoden aan de dijk. Als je werkelijk
nog een beetje van me houdt, en als je
werkelijk wat voor we wilt doen, zorg
dan dat ik nóg zo'n kop koffie krijg.
Zoals uwe Excellentie beveelt.
Jan grinnikte en liep fluitend naar de
keuken.
En een paar dagen later zaten Jan en
wachtmeester Verkaik samen in het bu
reau, gebogen over een stuk papier met
cijfers.
Kijk es meneer, zei Verkaik, dat
terrein, dat krijgen we van de gemeente
in huur voor een krats. Maar die wippen
en schommels en zo'n klimgeschiedenis,
en dan de draaimolen natuurlijk, dat
kost heel wat.
Hoeveel is er nou opgehaald? vroeg
Jan.
Hier hebt u de lijst, antwoordde
Verkaik, en Jan keek naar de lijst van
de Speeltuinvereniging „Kindervreugde"
en zag zijn eigen tientje staan.
Zo, zei hij en hoeveel kom jullie te
kort?
Nog vijfhonderd gulden, antwoordde
Verkaik.
Als je nou vóór die tien van mij 'n
vijf zet, suggereerde Jan en zijn ogen
lachten, ben je d'r dan uit»?
Tja, zuchtte Verkaik ongelovig, dan
kunnen we meteen beginnen en dan van
het voorjaar de boel kant en klaar ope
nen.
Nou, zei Jan, dat moesten we dan
maar doen. Ten eerste vind ik, dat ik
jullie wel wat verschuldigd ben, jullie in
Maarnveld, voor.toen.
Da's onzin, wees Verkaik af, dat
was toch gewóón? Zoiets doe je voor me
kaar.
Jliist daarom. En daarbij moeten
de kinderen een speelgelegenheid heb
ben, zodat ze minder kans lopen in het
Mastbos te verdwalen, vind je niet?
Tja, grinnikte Verkaik, dat is nou
zoals ze zeggen: als de ene hand de an
dere wast, worden ze beide schoon.
Mooi, Jan stond tevreden op. Ik zal 'n
cheque sturen, want ik heb die vijfhon
derd piek niet in m'n zak.
Het was voorjaar. Vlaggen wapperden
op het terrein bij de Bosweg, waar met
grote letters „Kindervreugde" stond bo
ven de ingang van de nieuwe speeltuin.
Zilverblinkend stonden daar de werktui
gen, schoon geel zand in de zandbak. Op
de tegels stond de kinderschaar van
Maarnveld, allemaal met een ballon in
de hand. Jan zocht naar zijn spruiten.
Daar stond jonge Jan, een beetje met z'n
houding verlegen, want eigenlijk vond
hij zich al te groot voor dit grut. Elsje
stak uitdagend haar tong naar hem uit,
blijk van liefde wist hij grinnekend. En
heel aandachtig omhoogkijkend naar d'r
ballonnetje, de ogen groot en de zon op
haar haren, stond daar Ruthje, trots op
haar prachtige witte strik. Hij stootte
Annelies aan. Ze ziet ons niet eens,
zei hij. Naast hem glimlachte mevrouw
Verhaar. Ze is helemaal wég, fluis
terde ze.
De burgemeester hield een speech, en
dankte de goede gevers die dit hadden
mogelijk gemaakt. Wachtmeester Ver
kaik knipoogde naar Jan. En toen gingen
de ballonnen de lucht in. De kinderen
juichten en joelden, stormden toen af
op de grote houten tafels, waar limonade
en vulkoeken wachtten.
Nou mevrouw, zei de vrouw van de
melkboer tot Annelies, als u
schenkt, dan zal ik ronddelen.
Vooruit dan maar, antwoordde A gr
ïielies en goot in de grote karaf het w
ter in de glazen met siroop.
Jan stond naast Henk Beeremans,
directeur.
Moet je onze vrouwen zien, zei Be
remans, Bets kan het haast niet de ba !er
met die vulkoeken, zie je dat? En Ann
lies is in drukke conferentie met vroi
Maartense en Verkaik. zeker ge
limonade genoeg voor die hele troep.
Dan doen ze er maar water bij,
Jan, de kraan is geduldig. Van water gKJJ
sproken, ze hebben het nou toch dr
genoeg. Zouden wij niet even in Het V
pen
Goed idee, vond Henk, moeten
de vrouwen
Wel nee, lachte Jan, die hebben
veel te druk. Moet je Annelies in ac
zien. Ze regeert die hele troep, sart
met vrouw Maarense, zie je dat?
Nou, zei Henk bewonderend en
kroop een plotselinge hartelijkheid in i
stem. Want hij wist er alles van en
had zijn zorgen gehad om Jan en
Annelies. Kerel je mag praten wat
wilt, maar je hebt een vrouw met ttf
rechterhanden!
EINDE