V
Pater Witte staat voor
Onze „Waddenruiters gaven
succesvolle demonstraties
nieuwe oogst
WACHTEN
Storm op til Dan neemt de mens zijn
maatregelen, maar de vogels buiten de
dijk broedend, ontbreekt de mogelijkheid
tot evacuatie
Met de kolonies van „De Schorren" liep het
ditmaal gelukkig best af
7^
Pepito's
eerste
grote
avontuur
her:
duurt altijd lang!
„DRIE VROUWEN"
Storm, regen, hoogtij water. Abnor
male verschijnselen als het volgens de
kalender hartje zomer is.
Storm op til. Dan zijn de strandexploi-
tanten Daalder en Maas gewaarschuwde
mannen: tijdig trachten zij hun attribu
ten, strandstoelen, loopplanken, wind
schermen en wat dies meer zij, in veilig-
aantal op De Schorren het levenslicht
zagen. Hij schatte het aantal paren, dat
daar nu gebroed heeft op 10 - 12.000,
wat misschien wel een record is, de heer
Boot wist er in elk geval niet van, dat er
zóveel nesten werden gebouwd.
„In hoofdzaak is dit resultaat toe te
heid te brengen. Storm op til, dan zeg- schrijven aan^de rust, welke de vogels
gen de toeristenvaarders Boom en Hen- j aar ®01ïieJenj" n comP^iment derhal-
kes „Nee, mensen, vandóag bluve we I Ye aan het fdret /an o?ze Pkchtsge-
maar liever binne, nee, niét vanwege de I Dijker en Moe
skuut, dié het gien lóst, maar we benne I Bovendlen. werden er dit jaar geen
bang, dót er na de tocht allienig maar meeuweneieren geraapt toen de grote
- - - - i sterns het terrein kwamen
dóódzieke mense an wal stappe (of drége
moete worre)".
Hun pleziervaartuigjes blijven dan in
de veilige haven.
Storm op til. Dan drukken de kapi
teins List, Vlas, Krijnen, Schagen en Dog
ger, de pet even dieper op de schedel en
wellicht leggen ze uit voorzorg ook nog
het stormriempje rond de brede kin,
maar de TESO-boot moet varen, al was
het alleen maar uit prestige, want al zou
Texel een dagje zonder verbinding we
zen, och boter en zout, ranja en bad
pakken heeft dit secure eiland steeds in
voorraad (evenals groente, die wij zeer
spaarzamelijk tot ons plegen te nemen).
Wij, eilandbewoners, weten de storm
van repliek te dienen.
Anders lagen de kaarten helaas voor
de kampeerders, die veelal volkomen
verrast werden - wij hebben er uitvoe
rig over geschreven; anders was het
voor de landbouwgewassen, die een
willige prooi werden en waarover U el
ders in dit blad van de hand van de heer
C. van Groningen een stormschaderap
port aantrof.
En terwijl de storm voortraasde heb
ben wij ook aan onze buiten-de-dijk
broedende vogels gedacht. Wij herinne
ren ons immers nog de rampen, die b.v.
De Schorren troffen door een onver
wacht hoogtij water. Wel, opzichter Boot
kon ons de verheugende mededeling
doen, dat het ontaarde weer ditmaal
weinig kwaad op De Schorren heeft
aangericht. „De broedtijd is voorbij.
Slechts enkele nesten van de kleine
sterns (visdiefjes) zijn verloren gegaan.
Dit waren vogels, die opmerkelijk laat
op de eieren zaten. Zeer vermoedelijk
waren hun nesten al eerder verstoord
geworden en wel op lager gelegen ter
reinen, zodat zij elders opnieuw hun ge
luk gingen beproeven.
31 Juli stond het gehele gebied,
dat 1167 ha groot is, door het hoge wa
ter finaal blank. De excursies moesten
daardoor worden afgelast.
De heer Boot vertelde ons, dat de jon
ge sterns dit jaar in een bijzonder groot
verkennen.
De kapmeeuweieren werden pas geraapt
toen de grote sterns reeds broedden en
zich toen niet meer van de kook lieten
brengen. De heer Boot sprak terecht van
een prachtig succes. Hij deelde ons mee,
dat het aantal kapmeeuwen achteruit
loopt: in 1948 werden nog 47.000 eieren
geraapt, nu „slechts" 10.000.
De visdiefjes, die rankgebouwde vleu
geldragers, waren er ook weer rijk ver
tegenwoordigd. Hun aantal is moeilijk
te schatten, doordat zij in tegenstelling
tot hun grotere vrienden niet in kolo
nies broeden, maar over het gehele ter
rein hun nesten bouwen.
Tenslotte vernamen wij nog, dat ook
de klutenstand op De Schorren weer
noemenswaard is, evenals die der strand-
pleviertjes.
Geachte heer Redacteur,
Het is een mooie, frisse morgen nog
net in juli. Na een licht ontbijt van kaas
en bananen (een goede combinatie, met
wat sausies erna) brengt me een brief
van Texel op het idee een paar regels te
schrijven voor ons Texelaartje, al is het
nog ver van Nieuwjaar.
Toen ik vanmorgen mijn wekkertje
hoorde ratelen, voelde ik me echt fijn.
Nog helemaal in één stuk, dacht ik zo.
j Zonder opplakken, zonder oplappen van
ribben of schenen, zoals nu al voor de
20.000-en-zoveelste-keer, rekende ik uit,
terwijl ik dacht aan de kans die me ont-
i glipt was. Usa-Tanganyika ligt nu een
maal te ver af van Timor-Indonesia!
Gelukkig eigenlijk maar, want er is geen
overvloed van nieuwe glazen om gebro
ken ruiten te vervangen. En Usa lijkt me
een knus plaatsje, meer geschikt voor 'n
kalme „belijders"-dood dan een storm
achtige ,,martelaars"-entree in de Gou
den Poort! Die kans is er natuurlijk,
maar me dunkt heel klein momenteel.
Hoe reilen en zeilen we dan onder
tussen nog op de zee des levens? Helaas
heb ik mijn plannen voor de Masais
voorlopig moeten opgeven. Mijn school
plannen strookten niet met een 5 jaren
plan van de Regering, waarin alle ge
oorloofde uitbreiding der negers-educa
tie precies beschreven is. Ik blijf hopen
op een betere toekomst - ben nog geen
80 op stuk van zaken, en behoef er nog
niet op pantoffels heen te gaan als er
straks een nieuw 5-jaren-plan wordt ge
maakt en de weg open komt.
Na enige tijd bij Arusha te hebben ge
werkt, dat tussen de ruime Masai-vlakte
en de hoge Meru-berg ligt, werd me 20
km verder een vier hectaren lapje grond
aangewezen in het land der 30.000-of-
meer Meru's (bijgenaamd „de koeien-
Dinsdagavond weerklonk hoefgetrap
pel door de smalle straten van Texels
hoofddorp. Wij liepen naar het raam, zo
als men veertig jaar geleden naar het
raam liep vanwege motorgeronk: als
„Ome Bram", Thijs Reuvers of een an
dere „door de razende wereld" gegrepen
eilandgenoot met een, in ónze ogen thans
voorwereldlijk vehikel, dat men auto
mobiel noemde, een plezierritje door de
zoele zomeravond maakte. „Ja, ja" zei
den onze ouders of grootouders dan. Zij
hebben toen- uiteraard niet geloofd, dat
de techniek zulk een grote sprong zou
gaan maken, dat het paard op het twee
de plan zou raken. Maar dit tweede plan
geldt dan alleen voor het aantal: het
paard als zodanig is nog steeds een fi
guur, die ons hart weet te stelen en ons
weet te boeien als man en paard, ver
enigd tot één ijzeren wil, hun kunnen
tonen.
Heel lang geleden werd op Texel door
overkantse ruiters een demonstratie ge
geven. Het succes {en de belangstelling
van de zijde van het publiek) waren
enorm. De gevolgen bleven niet uit: een
aantal Texelse jonge boeren stak de kop
pen bij elkaar en besloot tot de oprich
ting van een paardensportvereniging, 'n
ruiterclub. Deze club bestaat nog steeds.
Dit is verheugend, vooral in een tijd,
waarin de boeren in hun eigen auto's
naar de markt rijden; vooral in een tijd,
waarin de grond geploegd, het graan
wordt gezaaid en de oogst wordt bin
nengehaald zonder dat er veelal ook
maar één paardenvoet aan te pas komt.
Nee, jammergenoeg is het paard zijn
betekenis aan het verliezen. Dit neemt
echter niet weg, dat het paard, ook op
ons eiland, nog vele vrienden heeft en
dat er altijd nog een behoorlijk aantal
paarden worden gehouden, al zijn het
uiteraard niet allemaal paarden, die op
perwachtmeester Gulmans hart in vuur
58. Zoals we gelezen hebben, gedroeg
Bloobeest zich niet erg dapper! Maar
iemand die altijd reuze-moedig is, mag
wel eens een keertje verstek laten gaan.
We zullen eens gaan zien hoe de kapi
tein en Pepito het maken. Om eerlijk te
zijn: niet al te best! Pepito werd door 'n
boosdoener hard aan zijn oren getrokken
en kapitein Druppel brulde van veront
waardiging over het schandelijke gedrag
van Jef en zijn mannen. Maar brullen
helpt weinig als je alleen je tenen nog
kan bewegen en de enige die zou kunnen
helpen, rustig in een ton van een gebra
den eend zat te smikkelen!
„Nu verlies ik de wedstrijd", steunde
kapitein Druppel, met door touwen be
klemde borst. „Jullie wéten, dat ik niet
tegen mijn verlies kan!" „Eigen
schuld, ouwe druppelkapitein!" lachte
Jef schamper, „een Druppel moet zich
niet verbeelden het van een Aluin te
kunnen winnen. Zie maar eens hoe keu
rig mijn mannen de vernietigingsplan
nen ten uitvoer brengen. Hoe ze met
vlijmscherpe grasscharen en kersvers
geslepen messen je zeiltextiel tot inkt
lappen verwerken! Wees overigens dank
baar goede vriend! Het zou voor de
machtige Jef Aluin een klein kunstje
zijn om een klein gaatje in de „Brul"-
bodem te laten boren! Maar boeven zijn
soms ook sportief. Soms! heer Druppel!
Ajuu!" Hatelijk lachend beende hij weg,
de kapitein wanhopig achterlatend.
De tuigage werd duchtig onder handen
genomen. Onder luid geschreeuw en ge
lach knipten en sneden de boeven lustig
in de mooie zeilen, die weldra als lorren
van de ra's naar beneden hingen.
dieven". Nog gister hoorde ik van 40
koeien 's nachts weggenomen van een
buurman en fluks de bergen ingedreven).
Op dit keurig gelegen stukje land aan
de hoofdweg van Moshi naar Arusha,
was jaren her een school-kapel gebouwd,
die nooit in gebruik was geweest en zelfs
niet afgewerkt, door totaal gemis aan
belangstelling. Van zulke nieuwtjes als
gestolen dingen teruggeven, moesten ze
blijkbaar niets hebben.
Een klein riviertje loopt er langs met
enorme bomen ernaast, die ik natuurlijk
laat staan. Verder is het land overgroeid
met duizenden grote en kleine doren
bomen, die er alle uit moeten om voor
wat beters plaats te maken. In deze
vruchtbare en bewaterde grond, 4000
voet boven de zee, kan van alles groeien.
Mijn eerste werk was deuren inzetten.
Tegelijk vroegen en kregen een lekkend
dak, kapotte muren en een geruïneerde
vloer mijn attentie. Mijn 8 jongens, uit
Kenya gekomen om me te helpen, bouw
den nog een keukentje tegen de zijmuur
en een ander noodzakelijk bij-bouwseltje
wat verder Africa in, en ik was voor
lopig geïnstalleerd, in een klaslokaal met
zelfs ramen in plaats van luiken. Met 3
maanden hard werken hebben de jon
gens er bijna alle dorens uitgekregen en
tussen de bedrijven nog een werkplaats
gebouwd. Nu laat ik het land liggen tot
de November-regen en kan me meer
gaan concentreren op de edele handwer
ken.
Er zijn in een straal van 30 km. nogal
enkele koffie- en sisal-plantages en
daarvan komen zondags een paar hon
derd werklui (allemaal van andere
volksstammen) in Usa ter kerke. Daarbij
voegen zich ook enkele Europeanen:
Engelsen, Duitsers, Polen en zelfs een
of andere Hollander.
Van de lokale „koeien-dieven" heb ik
er nog maar weinig onder mijn invloed,
maar dat zal wel komen. Ik zit hier op
stuk van zaken nog maar drie maanden.
Deze regels zijn dan ook maar bedoeld
als een soort interim-rapportje uitge
lokt door de vriendelijke vraag of ik nog
leefde.
Met Nieuwjaar hoop ik nog in leven
te wezen, als 't God belieft, en dan over
wat meer vorderingen te kunnen schrij
ven, als het de Redactie behaagt!
Voorlopig allemaal gegroet.
Pater M. J. Witte
en vlam zouden kunnen zetten!
Hoeveel paarden Texel telt kunnen wij
U niet precies vertellen, maar wel weten
wij, dat het aantal leden van „de Wad-
denruiters" veel en veel groter zou kun
nen zijn. Dinsdagavond telden wij acht
actieve ruiters. Zij hebben o.l.v. de heer
Gulmans mooi werk verricht.
Wij zagen dressuur proeven, die een
toegewijde studie moeten hebben ver
eist, wij zagen (hoge) sprongen maken
over allerlei soorten hindernissen. Het
was weer een mooie avond, een propa-
ganda-avond ook voor de edele paarden
sport. Jammer, dat het weer zeer te
wensen overliet, maar dé liefhebbers
hebben zich door de winterse tempera
tuur niet laten afschrikken
Vrijdagavond j.l. hebben deze ruiters
te Oosterend een zeer geslaagde demon
stratie mogen geven. Er was flinke be
langstelling van de zijde der Oosteren-
óers, Oosters en toeristen. Het program
ma vermeldde o.a. duo-springen door
twee halfbloed Arabieren, met in het
zadel Trudie Kikkert en Nel Agter. Met
een fantastische vaart werden de diverse
hindernissen genomen. „Oosterend" heeft
dit optreden van „De Waddenruiters"
zeer gewaardeerd en hoopt dan ook, dat
de ruiters daar t.z.t. nogmaals een de
monstratie willen geven.
VIS DAN MEE
Zondagmiddag werd door een t*
tal hengelaars deelgenomen aan (fc
de VW „Texel" georganiseerde v
strijd aan de dijk tussen Oosteret
Oudeschild. Een 12-tal hengelaar
proefde zijn geluk aan de z.g. IJsi
de overigen gooiden hun lijntjes
gemaal van Dijkmanshuizen in i
lige Waddenzee. Met veel animo is
van 2,30 tot 4 uur officiéél gevis
vangsten waren echter niet groot,
insider niet zal verbazen, want h
zoen is voor deze sport reeds vei
derd. De eerste prijs was voor eei
van de familie Koegelberg en dJekha:
1
n Bu:
(in een rij voor het loket)
Haalt daarom uw plaatsbewijzen
voor boot en trein in voorverkoop
bij de V.V.V.
Jn. Brouwer van Oosterend, die
negen visjes hadden verschalkt. He
rendeel der deelnemers bestond
gasten. Er waren ook heel wat k.
KNVB-JEUGDSPORTKAMP Z!
Voor de zesde keer nam een groe
onze adspiranten aan een jeugt
kamp van de KNVB deel. Na Nu:
Arnhem, Doetinchem en Heelsuu
ditmaal Zeist aan de beurt. Het w
jammer dat er dit keer slechts 1
gens van de partij waren. Kort vo
vertrek kregen we nog een drietal
richten.
Ondanks het missen van de aans
in Den Helder, verliep de heenrei
vlot, en arriveerde het gezelschaj
half twee in het kamp waar mei
aan de opening beginnen zou. Het
i gedeelte van de reis, de wandelir
j het station Driebergen-Zeist naa
kamp was nog het moeilijkste, ei
uur sjouwen met zware bagage, \s|f!
de twee fietsen trouwens uitstt
diensten bewezen. Bovendien w;
kamp, in de bossen op het terrei]
de stichting Woudschoten schittere
legen, zeer moeilijk te vinden, daai
tisch niemand iets van het bestaa
het kamp af wist
De maandag werd verder doorgel
met het in orde brengen van de
en het verkennen van de omg
's Avonds trad het jeugdcabaret v
vereniging Hercules op, maar een
rend succes was dit nu bepaald
Voor het voetbaltoernooi werden
één groep ingedeeld met Waterj
meer C 2, Zwaluwen C 2 en ED(
Dit bleken nu bepaald geen sterk
genstanders te zijn en er werd d;
resp. gewonnen met 40, 60 en
De wedstrijden werden gespeeld op
dag, woensdag en donderdag. Vrijt
finale, een halve competitie met
C 1 en Oudewater C 1. Dit bleken
paald geen zachte eitjes te zijn ei
ontbreken van de elfde man wen
dan ook noodlottig, 's Morgens wei
20 van Oudewater verloren en
dags na zeer spannende strijd,
door alle jongens met volle ovt
gespeeld werd met 44 tegen EDO
gespeeld. EDO zweefde voortdure
de rand van de nederlaag en kon
door een geheide buitenspelgoal
maken. Doordat de wedstrijd EDO-
water in een gelijkspel (22) geë j"
was, werd Oudewater dus kampic
Natuurlijk werd er niet alleen g
bald. Zeist werd verschillende ken
zocht en woensdagmiddag een pra
wandeling naar de pyramide van
terlitz gemaakt, waarbij de speeltui
auto-baan zeer in de smaak viel.
Iedere avond werd er voor de
ontspanning gezorgd, waarbij de fi!
nog het beste deed. Ook de afsc
avond met een vlotte band en
zeer jeugdige artisten, een kunst!
een imitator en een conferencier
en 12 jaar, verliep vlot. Frans Pi
vertegenwoordigde Texel en speel
de accordeon van een van de lede
de band
Ondanks het zeer ongunstige
was de stemming prima en de
hebben dan ook een gemakkelijke
gehad, wat de vorige keren niet
gezegd kon worden. Dit blijkt oo ^er
uit de „eervolle vermelding" wa Bi
we het diploma van het bestuur v "0e
KNVB krijgen toegezonden. n>
uw v
het
Mom
richt
n- g
wfdw
X) zi
eidei
<j is
n de n
rven'
>eval
,Het
andg
me
Oud
lopei
em b
DIENSTREGELING T.E.S.O.
Geldig tot 20 augustus 1956
Werkdagen:
Van Texel: 5.20; 7.40; 9.10; 10.25;
13.00; 15.30; 16.25; 18.05,
Van Den Helder: 6.30; 9.20; 10.30;.
13.20; 14.20; 16.45; 18.25; II pek
Op zon- en alg. erk. chr. feestda
Van Texel: 7.40; 10.25; 14.00;
18.25; 20.30.
Van Den Helder: 9.20; 11.30; 15.00;
19.30; 21.30.
FEUILLETON
door W. KERREMANS
De aandacht van Marien was getrok
ken. Dat was zijn plan: leren en niet in
't vak van zijn vader. Wat zouden zijn
ouders daarover zeggen?
„Zo'n snotaap", ging de vader brom
mend voort, „waarom kan die niet in 't
vak van Jan Sluiters kommen? Een
goeie timmerman het toch zeker altijd
z'n brood hier".
De moeder leunde met de elleboog op
tafel en hield in de uitgespreide vingers
een koffiekom van onder vast, waarin ze
langzaam blies.
„Een goeie schoolmeester ook", zei ze
een beetje weifelend.
„Een goeie timmerman is beter as een
kale schoolmeester".
„As ik 't maar niet hoef te doen",
wierp Geert er tussen, „ik geen leren,
dank ie wel, ie hele leven met je srotter
in de boeke".
„Een schoolmeester heb goed z'n
brood", opperde de moeder, „en as die
jongen daar nou z'n sjeniegheid in heb,
dan moet ie dat doen. Mot ie nou naar
de stad?"
„Nee, hij gaat ielijke dag met de fiets
naar 't school waar ze voor meester le
ren. Ik vind dat ie afwijkt van de plaats
waarop de Heere 'm heb gesteld".
„Da kan je nie zeggen vader", verde
digde de moeder weer, „de Heere kan
met 't voorhebben dat ie meester mot
worre en geen timmerman. As 't die
jongen z'n roeping is dan moe ie er ge
hoor aan geven".
Aan moeder zou hij steun hebben, be
greep Marien, maar vader zou hij niet
gemakkelijk aan zijn kant krijgen.
„Heb Jan Sluiters aan dommenie 't
gevraagd?", informeerde moeder.
„Dat heb ie", lichtte vader in.
„En wat zeet ie?"
Marien keek zijn vader gespannen aan.
„Die zeit dat de Geest blaast waar
heen hij wil".
„Asjeblieft" hernam moeder triomfe
rend, ,,'t is de jongen z'n roeping en de
Geest heb geblazen".
„Leen is Jan z'n enige zoon", ver
weerde vader nog zwakjes, „en hij had
'm graag in z'n zaak gehad".
„Leen Sluiters wordt een meneer met
boord en een wandelstok", lachte Geert.
„Laat mijn maar boer blijven, weet je".
Het maal was geëindigd en de man
nen gingen naar buiten, roken en rusten
op de bank voor het huis.
„Ik ga nog effe op 't dorp aan, moe
der", zei Marien.
„Naar 't dorp?" vroeg de moeder ver
baasd, „nou op 'n doordeweekse dag?
Wat mot je daar?"
Marien aarzelde, zocht een uitvlucht.
„Ik mot wat gaan halen.... tabak en
zo. Ik ben zo terug".
Hij ging naar de zolder om een buis
aan te doen, niet z'n zondagse, zoals hij
graag gewild had, om bij de meester op
bezoek te gaan, maar dat zou te veel
de aandacht trekken en vragen doen
stellen.
Hij kon niet anders dan buiten langs
de bank gaan, waar vader en Geert al
zwijgend neerzaten.
„Waar gaan jij heen?" vroeg de vader
toen hij voorbijkwam.
„Nog effe op 't dorp aan".
„Wat mot je daar?"
„Tabak halen en zo. Ik ben zo terug".
Vader maakte zich geen zorg. Marien
was geen loper achter de meiden en op
een doordeweekse dag zou hij niet met
de jongens blijven rondhangen.
Blij dat er geen verdere vragen ge
steld werden liep Marien vlug de weg
naar 't dorp op en repeteerde nog eens de
dingen, die hij tot de meester zou zeg
gen. De afstand van Mariens woning tot
het dorp was niet groot en na 20 minu
ten lopen stond hij voor het huis waar
meester Schippers zijn intrek had. Hij
liep het huisje om naar de achterzijde,
waar hij wilde vragen of de meester
thuis was, maar toen hij de hoek om
sloeg zag hij hem achterover in een zeil
doeken stoel liggen lezen, met een klein
tafeltje naast zich, waarop een lege kop
en een doos met tabak.
Schippers hoorde iemand naderen en
keek over zijn boek heen.
„Nee maar, Marien", riep hij vrolijk,
„wat een verrassing jou hier te zien. Dat
is wat bijzonders!"
„Dag meester", antwoordde Marien
wat stug.
„Ik denk zo, dat je me wat te vertel
len hebt".
„Ja net zo meester, dat heb ik".
„Prachtig, daar houd ik van. Pak
daar" - en hij wees naar de kamer, die
op de tuin uitkwam - „een stoel, kies 'n
goeie uit en kom dan hier bij me zitten".
Marien nam de eerste stoel die hij zag
en droeg die naar de plaats waar de on
derwijzer zat. Hij ging zitten, zette zijn
pet af en draaide die rond in zijn han
den.
„Nou Marien, leg je pet daar maar op
't gras en steek van wal. Waarmee kan
ik je helpen?"
„Meester", zei Marien kleintjes, „ik
wil gaan leren".
Schippers keek naar de rookwolk, die
hij had uitgeblazen en toen Marien
zweeg zei hij:
„Zo, zo Marien, dat is een groot bè-
sluit. En voor wat wil je leren? Ook
voor onderwijzer, zoals Leen Sluiters?"
„Neen meester, niet voor meester".
„Voor wat dan wel?"
„Ja, weet je.... dat weet ik nie zo
persies".
„Dat is een lastige situatie, een lastige
toestand, als je wilt gaan leren en je
weet niet voor wat".
„Ik had gedocht, dat uwes me wel zou
kunnen helpen", vervolgde Marien wat
teleurgesteld.
„Neen Marien, zo knap ben ik niet, dat
ik jou zou kunnen zeggen wat je moet
gaan leren, als je 't zelf niet eens weet.
Zeg me er eens wat meer van. Hoe ben
je zo op het idee gekomen?"
„Ik wil geen boer meer blijven".
Aha", riep Schippers en ging rechtop
zitten. „Zit 'm de 'n keep daar. Nu komt
er licht in mijn brein, en ga ik je be
grijpen. Je hebt geen zin in het boeren
vak en nu zoek je naar een nieuwe
levensrichting en een andere werkkring".
Marien knikte en zei: „Zo is 't meester".
on
irdinj
der i
gr
k vol
„Nu kunnen we zaken doen. Ver
eerst eens, waarom ben je zo in ee
kerig geworden van 't vak, waai
bent opgegroeid, of heb je al langi
voornemen?"
Door die laatste woorden
Schippers het Marien aanmerkelü g.
makkelijker om een antwoord te t
want nu behoefde hij slechts te ant pHin(
den: „Ja meester".
„Mooi zo. Nu beginnen we er
men. Je bent dus nu pas zo ver,
iets wilt worden, maar je weet niet
„Zo is 't meester. Ik zou wel wa
ten, dat ik mirakel graag zou 1
maar dat kan nie. Nooit nie".
„Alles kan je bereiken, als
sterke wil hebt. Wat is dat dan?"
„Ik zou zo machtig graag met pi
te doen hebben en op een paard r
„Dat is inderdaad een heel
ding, wat je daar zegt, want om te
nen paardrijden moet je veel gek
ben. Toch is het niet onmogelijk,
ik weet in dat soort van dingen
weg. Je zult eerst eens wat moetei
ken wat meer direct binnen je
ligt en dat is een vraagstuk waart
je zo maar geen oplossing kan geul
begrijpt wel, dat ik niet in een5[
nieuw beroep voor je kan noemen,1
voor je kunt gaan leren. Voor onr
zer voel je dus niets?"
„Neen meester, Zoals je zegt". p
fcn i
'eg ii
•egge
'dn o<
(Wordt verrWerbe'
de
inshu
1 Wc
en, d
lig v
hoe
eraa:
igelij
Hen
rucht
g V
ideri;
ld bi
leilijl
ing I
ijgen
I»
ipell
ings'
vveg<
gem;
naa:
n vai
t am
:n.
Wij
chter
imp
in te
ojecti
bin:
:g ve
pla<
ndier
de
bn
ordt
ies 8
pens
n de
it Nc
en. E
»eren