mm
i
Pepito's
eerste
grote
avontuur
VOORLICHTING VAN „VEILIG VERKEER"
„DRIE VROUWEN
TEXEL (NOG STEEDS) VOLLEDIG
BEZET
Duizenden toeristen bezoeken het eiland,
dat eens onbekend en (dus) onbemind
was
Een paar weken geleden speurde een
Zweedse toerist heel Den Burg af in de
hoop een bed op de kop te tikken. Hij
was gewapend met een lijst van Hotels
en Pensions, maar de zon was reeds tot
de kim gedaald toen deze buitenlander
nog steeds op zoek naar logies was. Hij
was niet de enige: vele toeristen komen
op goed geluk naar ons eiland in de ver
wachting, dat er altijd nog wel een
plaatsje te vinden zal zijn. Wel, wij heb
ben nog niet gehoord, dat er toeristen
onder de blote hemel hebben moeten
bivakkeren. Dit is dan in de allereerste
plaats te danken aan de volijverige
V.V.V.-bureaus, die voortdurend „stad
en land" afzoeken naar beschikbaar lo
gies.
„O, ik wil bést op de divan!" zo ver
klaarde een dezer dagen een adspirant-
badgast, die op goed geluk het Marsdiep
was overgestoken. Intussen komt het
ook wel voor, dat badgasten, die voor 'n
bepaalde periode besproken hadden, nog
wat langer op Texel willen blijven, voor
al als de zon zijn best gaat doen. En dan
tijdens dit hoogseizoen maar weer een
speurtocht naar slaapgelegenheid be
gonnen.
Texel is dus weer bijzonder in trek.
Dit is geen wonder en vooral niet nu in
Noord-Holland nog geen gevallen van
kinderverlamming zijn voorgekomen.
Een dagblad schreef dezer dagen „Ga
niet naar Limubrg" boven een berichtje,
waarin verteld werd, dat Britse mili
taire autoriteiten hun soldaten adviseer
den hun verloftijd niet in Limburg door
te brengen met het oog op de daar voor
gekomen gevallen van genoemde ziekte.
Maar afgezien van dit op zichzelf bij
zonder ernstige feit was te verwachten
dat Texel dit jaar nog weer meer toe
risten zou mogen begroeten dan voor
heen en wel door het feit, dat de toeris-
tenstroom over het algemeen nog steeds
toeneemt en doordat wij vorig jaar zo'n
bijzonder fraaie zomer mochten beleven.
De reclame, die daar vanuit gaat is
uiteraard onvoorstelbaar groot.
De toeristen stromen naar Texel. Voor
ons ligt een Texelse Courant, die op 22
juli 1906, dus vijftig jaar geleden, van
de pers rolde. Daarin schrijft de redactie
„Er moet belangstelling worden gewekt
voor het grootste der Noordzee-eilanden.
Texel is de plaats waar een vereniging
voor vreemdelingenverkeer goede dien
sten zou bewijzen". En de redactie merkt
dan verder op doch plezierreizi-
gers, die hier een deel van hun vakantie
komen doorbrengen, die hiér genoegen
smakend, ook anderen tot een bezoek
aan het eiland zullen aansporen, het ge
tal van dezulken is niet zo bijster groot,
al wordt het er wel wat beter op. Wan
neer wij lezen, dat op andere zeeplaat
sen zoveel duizend of zoveel honderd
bezoekers zijn, dan denken wij onwille
keurig „hadden wij hier maar een deel
ervan".
Nog geen jaar later werd te De Koog
het Badhotel geopend. „Op een hoge
duin gelegen lacht dat gebouw U vrien
delijk toe, wanneer ge aan de voet der
FILMNIEU WS
„GITAREN DER LIEFDE"
De gitaren der liefde worden in deze
rolprent betokkeld door Vico Torriani
en begeleid door Mantovani met zijn
Charmaine orkest. Vico is een natuur
talent en wordt ontdekt door een schone
zangeres, die hem in haar plaats wil la
ten optreden bij Mantovani. Maar ge
makkelijk gaat dat niet. Want Vico is
zijn kameraden trouw en wil ze niet in
de steek laten. En dan is er een idylle
ontstaan tussen hem en de zangeres, een
verhouding die heel wat perikelen moet
te boven komen eer hij haar voor goed
in de armen kan sluiten na een triom
fantelijk debuut bij het beroemde orkest.
Het is een gezellige film met veel
geslaagde songs, die met de nodige vaart
wordt opgediend in een schone Italiaanse
omgeving.
„MODERN TIMES"
„Ter bevordering van het geluk van de
mensheid", is ongeveer de ironische
clause, waarmede Chaplin zijn „Modern
Times" opent en hij laat ons wel zien
hoe de gemiddelde mens zijn gevoel van
menszijn moet bewaren te midden van
de monstrueuze machinerie die te zijner
gelul; geschapen heet te zijn, maar die
hem dreigt te overheersen.
De zwerver kan er niet tegen op. Niet
tegen de prikklok, niet tegen het grote
scherm, waarop voortdurend het immen-
duinen er naar opziet en ge het plan
kier betreedt, dat ter vergemakkelijking
van de duinbeklimming er naar heen is
gelegd". De krant schreef verder: „Doch
niet het minst wensen wij de aandacht
van buiten ons eiland wonenden te ves
tigen op deze enig-mooie gelegenheid
voor rustbehoevenden en voor hen die
herstel van krachten zoeken 't Is hier
alles onvervalste, zuivere lucht, niet
verontreinigd door fabrieksrook of dam
pen, stadslucht of visgeuren. Concerten
en meer andere benauwende bijeenkom
sten, als waarmee men andere badplaat
sen opsiert, zijn hier niet aan de orde -
't is hier een leven, rustig en vrij in de
heerlijke natuur. Door velen wordt dit
reeds ingezien en logies besteld in het
nieuwe (22 logeerkamertjes bevattende)
Hotel op de duinen.
„Mogen", zo besloot de krant, „de re
sultaten voor cle bezoekers verrassend
zijn, dan zal daardoor een goede grond
zijn gelegd waardoor Texel zich naam
zal maken als een waar gezondheids
oord of wil men, als een uitverkoren
badplaats. De toekomst moge hiervoor
de meest gunstige bewijzen verstrekken"
En dat die toekomst die bewijzen
heeft kunnen leveren hebben wij U
reeds in de aanvang van dit artikeltje
verteld!
P.S. Ook ten aanzien van haar wens,
dat Texel een V.V.V. rijk zou worden
kreeg de redaktie haar zin: in 1908 werd
hier opgericht een „vereniging tot ver
fraaiing van Texel en ter bevordering
van het vreemdelingenverkeer" met
dokter Wagemaker als voorzitter, notaris
Dikkers als vice-voorzitter, A. Lange-
veld Azn. als secretaris, J. S. Dijt als
penningmeester en dokter Over als vice-
secretaris en -penningmeester.
se hoofd van de directeur verschijnt,
zelfs als hij op het toilet een sigaret
rookt; niet tegen zijn collega's die alles
veel slimmer en handiger doen; en niet
tegen het lopende bandwerk, dat hem ten
slotte zo nerveue maakt dat hij met zijn
twee sleutels de straat oprent om de neu
zen en de knopen van de voorbijgangers
te maltraiteren.
Na zijn ontslag uit het hospitaal blijft
hij niet lang op vrije voeten. Hij raapt
een rode vlag op welke van een vracht
wagen is gevallen en tracht door zwaaien
de aandacht van de chauffeur te trekken.
Zonder het te weten bevindt hij zich
echter aan het front van een troep sta
kers. De politie houdt hem voor de sta
kingsleider en de zwerver verdwijnt in
de cel. Zulks overkomt hem overigens in
dit verhaal herhaaldelijk, mede door de
goede zorg die hij uitoefent over een
weesje, een arm straatmeisje, dat zijn
weg kruist.
Met het oneindig mededogen, dat de
mens Chaplin moet bezitten, ontmoet hij
ons met zijn „underdog" die zich steeds
weer stoot aan een harde en onredelijke
wereld. Maar op hetzelfde moment laat
hij de bevrijdende lach bij de toeschou
wer opwellen door de tekening van een
situatie die even normaal als caricaturaal
is, terwijl hij daarbij steeds weer betoogt,
dat de fatsoenlijke mens het ten slotte
toch wint.
Nederlands nieuws:
O.a.: Smaldeel van de Nederlandse
Marine bezoekt Leningrad; 8 km zwem
wedstrijd in de IJssel bij Zutphen; Ne
derlandse Roeikampioenschappen op de
Amsterdamse bosbaan; Nederlandse
Tour-ploeg gehuldigd in het Olympisch
Stadion.
Wereldnieuws:
O.a.: De ondergang van de Andrea
Dorea; Nieuwe staat binnen de Poolcir
kel; Oost-Duitsers sluiten handelsaccoord
met Urugay; Amerikaanse staatshoofden
confereren in Panama; Tour de France
1956.
EEN GOEDE BEDRIJFSVOERING EIST
ONDERZOEK EN OVERLEG
Het leiden van een landbouwbedrijf is
momenteel geen gemakkelijke zaak, al
dus ir. L. G. Oldenbanning van het- Be-
drijfslaboratorium voor Grond- en Ge-
wasonderzoek te Oosterbeek in een on
langs gehouden causerie voor het radio
kwartier van het Ministerie van Land
bouw, Visserij en Voedselvoorziening. In
een tijd van stijgende lasten en veelal
dalende of gelijk blijvende produkten-
prijzen wordt het steeds moeilijker om
nog winst te behalen.
De wegen die men vroeger ging, kun
nen vaak niet meer gevolgd worden.
Vergroting van het bedrijf is veelal niet
meer mogelijk, omdat ontginning van
woeste grond vrijwel uitgesloten is en
reeds in cultuur gebrachte grond nauwe
lijks verkrijgbaar. Het aantrekken van
meer arbeidskrachten is niet alleen bijna
onmogelijk maar ook kostbaar, terwijl
het inschakelen van eigen kinderen als
werkkracht op het bedrijf met het oog
op de toekomst van deze lang niet altijd
gewenst is. Men zal dus moeten trachten
van dezelfde oppervlakte grond met ge
lijke arbeid dezelfde winst te behalen.
Hiervoor is nodig, dat men bodem, vee
59. Toen Jef Aluin en zijn mannen de
vernietiging van de zeilen hadden vol
tooid, verlieten ze haastig de „Brul" en
voeren onder luid gejoel weg. Wat een
treurige boel was het nu aan boord van
de „Brul". Onze stevig gebonden kapi
tein Druppel keek diep bedroefd naar
de resten van zijn mooie zeilen. Tranen
rolden over zijn verweerde zeemanswan
gen bij de aanblik van de trieste vodden.
En temidden van de vodden lag Pepito!
Gelukkig kwam er wat beweging in zijn
kleine figuurtje. Hij richtte zich duizelig
op, tastte naar zijn pijnlijke oren en
keek toen verwonderd om zich heen.
„Waar ben ikwat een rommel is
het hier. wat een lorreboel". Doch
zijn aandacht werd getrokken door het
hulpgeroep van de kapitein. „Maak mijn
louwen los!" gebood deze. „Maak ze los
en zoek Bloobeest op. We gaan met ver
eende krachten de zeilen herstellen".
Pepito bevrijdde hem van zijn boeien en
ging de derde man zoeken. „Bloobeest,
Bloobeest!!" riep hij uit volle borst,
maar er kwam geen antwoord. „Wel alle
zeekrakelingen!" foeterde kapitein
Druppel. „Waar zit die jongen nou toch".
„Bloobeest, Bloobeest!!", riepen ze nu
beiden in koor, maar weer bleef het stil.
„Ik zal even in het ruim kijken" besloot
Pepito en daalde vlug de donkere
scheepstrap af. Hij zocht in de kombuis,
in de kooi van Bloobeest, in alle hoeken
en gaten, doch de gezochte was en bleef
weg. Pepito ging even uitblazep van het
vermoeide zoeken, toen hij uit de rich
ting van een oude ton een duidelijk ge
smak hoorde! „Hé", verbaasde Pepito
zich, „wie eet daar zo smakelijk?" en
begaf zich naar de ton om eens pools
hoogte te nemen. Hij keek er achter,
keek er in.en toen!!.Het bleek,
dat de ton geen bodem had en onder in
het schip uitkwam! En onder in dat
schip stond een goede bekende te smul
len van 'n gebraden eendje. Daar stond
Bloobeest, temidden van grote machines!
Deze lijn geeft aan, hoe het snelverkeer
de bocht naar links moet nemen. Dit z.g.
voorsorteren bevordert een vlot verkeer
en voorkomt opstoppingen. Een achter-
opkomer moet in dit geval rechts passe
ren. Het is voor de automobilist, die hier
linksaf gaat, natuurlijk wel zaak zijn
voornemen tijdig kenbaar te maken. De
achteropkomer moet er zeker van zijn,
dat hij inderdaad aan de rechterkant
veilig kan passeren.
FRANSEN KOCHTEN WOLVEE
De heer C. Roeper, secretaris van het
Texels Schapenstamboek in Noord-Hol
land, schrijft ons:
Door de Redacteur van de Texelse
Courant werd mij de vraag gesteld iets
over de aankoop van schapen voor
Frankrijk te willen berichten.
Voor zover ons bekend, zijn er de
laatste 25 jaar regelmatig geregistreerde
Texelse schapen naar Frankrijk ver
kocht. In de vooroorlogse jaren,, was het
alleen Texel waar de aankopen verricht
zijn, de aantallen waren echter toen niet
zo groot. De laatste jaren zijn de aanko
pen ook verricht op het vaste land van
Noord-Holland en nu reeds 2 maal in
Friesland en Groningen.
De belangstelling in Frankrijk voor 't
Texelse schaap wordt steeds groter en
de aldaar wonende pioniers hebben suc
ces geboekt met hun vooruitziende blik.
De aankopen in ons land geschieden
door bemiddeling van de Ned. Wolfede
ratie en het Texels Schapenstamboek in
Noordholland. Een Franse aankoopcom
missie, aangewezen door de leden van
en arbeidskrachten zo doelmatig moge
lijk gebruikt, waartoe natuurlijk inzicht,
ervaring en kennis onontbeerlijk zijn.
In dit opzicht valt er heel wat uit ge
sprekken met andere boeren te leren,
zoals de indeling van het bedrijf, de op
eenvolging van de werkzaamheden en
de wijze waarop men de werkzaamheden
verricht. Verder moet de boer weten on
der welke omstandigheden hij werkt,
want alleen dan kan men ontdekken hoe
een groter en voordeliger opbrengst kan
worden verkregen.
Om goede gewassen te verbouwen en
een goede grasmat te verkrijgen moet de
samenstelling, de opbouw en de water
huishouding bekend zijn. Men moet we
ten welke gewassen het voordeligst ge
teeld kunnen worden en hoe bemest
moet worden. Verder welke ziekten en
gebreken grond en gewassen vertonen,
of, wat nog beter is, hoe deze te voor
komen.
Gelukkig staat de moderne boer niet
alleen voor deze taak. Tal van diensten
en instellingen staan hem met raad en
daad terzijde ei) onderzoekingsinstituten
verschaffen hem gaarne de benodigde
gegevens. Zo kan hij door grondonder
zoek de bemestingstoestand van zijn
percelen controleren en de voedingsge
breken van de planten als gevolg van
verkeerde samenstelling van de grond
voorkomen, terwijl onderzoek van voe
dergewassen, kuilvoeder en hooi hem de
voederwaarde van zijn eigen verbouwd
veevoeder leert kennen.
Niet voor niets hebben de landbouw
organisaties het initiatief genomen om
zelf een instituut te stichten waar de
grond en de eigen verbouwde voeder
middelen van de boer kunnen worden
onderzocht. Met de gegevens van dit in
stituut - het Bedrijfslaboratorium voor
Grond- en Gewasonderzoek te Ooster
beek - en van vele andere kan de boer
inzicht en kennis van zijn bedrijf ver
groten. Gegevens die de boer niet kan
missen indien hij zonder verlies wil
werken. Het spreekwoord „Bezint eer ge
begint" geldt daarom voor alle werk
zaamheden op het huidige landbouwbe
drijf.
MAANDAG NEGENTIG JAAR
De heer L. Bakker Jbzn., Kogerveld,
hoopt maandag 20 augustus a.s. zijn ne
gentigste verjaardag te vieren. Een pret
tige feestdag toegewenst!
HARLINGER VING GROTE STEUR
De „Harlingen 24" ving onder Ame
land een steur van 80 kg. De steur, (z.g.
Wolgavis), komt praktisch alleen voor in
de omgeving van de Wolga en Kaspische
Zee. De vis is aan een conservenfabriek
te Scheveningen verkocht voor J 1,60
per kg. De vis bracht dus 128,op.
FEUILLETON
n
door W. KERREMANS
7. Opgewekt liep Marien naar het win
keltje van Antje Vermeer en kocht wat
hij nodig had, 5 pennen, een penhouder
en een flesje inkt. Fluitend sloeg hij de
weg naar huis in. Hij was niet afge
schrikt door dit vervelende en saaie be-
ginwerk, integendeel, vol goede moed en
werklust. Natuurlijk moest hij zo begin
nen, schrijven was het allereerste dat
nodig was, dan kon pas met het verdere
een aanvang worden gemaakt. Hij wilde
onmiddellijk aan het werk gaan en het
dan iedere avond voortzetten.
Thuis wilde hij z'n vader en broer
voorbij gaan, maar zij zagen beiden, dat
hij een schrift en een pakje droeg.
„Wat heb je daar Marien?", vroeg zijn
vader, „Een schrift? En wat nog meer?"
„Ik wil wat gaan schrijven".
„Schrijven?", riep zijn vader in uiter
ste verbazing, „Wat zal ik nou hebben?
Wat mot jij schrijven?"
„Zo maar".
„Zomaar, zo maar, wat is dat nou?"
„Nou, ik heb onderlaatst eens een
briefkaart gezonden aan ome Teun, toen
ie jarig was en toen kon ik al gauw de
pen niet eens nie meer vasthouden, nou
en da wil ik nou niet meer, weet je. Ik
ben effe bij meester Schippers geweest
en die heb me gezegd, hoe of dat ik mot
beginnen om 't beter te leren".
Met een luide klap sloeg Geert op zijn
knie en gilde: „Ik weet 't, ik weet 't,
Marien wil ook meester worre. Dat heb
ie vanavond gehoord van Leen Sluiters
en nou is ie voort zo'n schrift gaan kope
om voor meester te lere. Om je krom
te lachen".
Marien zag het vragend gezicht van
zijn vader naar hem opgeheven en als
antwoord daarop tikte hij met zijn vin
ger tegen zijn voorhoofd en voegde er
zekerheidshalve nog bij: „Ik geen mees
ter, hoor. Nooit nie".
Daarop ginrt hij naar binnen, deed zijn
buis uit en zette zich aan de tafel. Hij
schoof een pen in de houder en probeer
de toen met zijn zakmes het kurkje uit
de inktfles te halen. Dat viel nog niet
mee en toen hij eindelijk het kurkje er
uit had, was er niet veel meer aan heel.
Nu legde hij het schrift open voor zich
neer en begon zijn nieuwe werk, zijn
nieuwe leven. Hij had bijna een blad
zijde vol met lange lijnen, toen zijn moe
der achter hem kwam staan en uitriep:
„Maar Marien, wat heb ik nou an de
hand? Ben je nou toch glad gek geworre
om dat mooie lijntjespapier zo te ver-
knoeie met niks as strepen en nog eens
strepen? Wat bezielt je nou toch jon
gen?"
Marien ging door met zijn oefening en
antwoordde; „Ik wil wat beter leren
schrijven. Ik kon onderlaatst nog geen
briefekaart aan ome Teun schrijve, toen
ie jarig was".
„Zo", zei de moeder met bijzondere
nadruk, „is 't 'm dat? Of heb is soms
andere dingen in je kop? Wou je* ook
meester gaan worre, net zoas Leen
Sluiters?"
Zij zei het niet afwerend, maar eerder
met iets van hoop in haar stem, dat hij
bevestigend zou antwoorden.
„Ik geen meester hoor", zei Marien
naar waarheid.
„Zo. Nou ik doch soms. Je kon nooit
weten niewaar?"
Marien vervolgde zijn oefening. Geert
kwam eens over zijn schouders kijken.
„Nee maar, die is goed. Nou zie ik 't
pas. Je wilt fijnschilder worre".
„Ja, maar je houdt je moei, hoor".
„Nee maar, wat is dat nou, allemaal
streepkes op dat mooie schriftpapier?"
„Zo begint een fijnschilder man. Dat
weet je nog nie. Maar as je niks nie
zegt, dan teken ik je na een paar dagen
uit".
Geert voelde wel, dat zijn broer hem
voor de gek hield en ging weg. Marien
hoorde hem door het open raam tegen
vader zeggen: „Marien zit in een schrift
alsmaar streepkes te trekken".
„Laat 'm. Kwaad zie ik er nie in", ant
woordde vader.
De belangstelling en de spot duurden
nog twee dagen, toen was de aardigheid
er af en liet men Marien ongemoeid. Hij
zat nu iedere avond te schrijven en als
moeder de tafel nodig had, zocht hij een
ander plekje. Hij lag soms geknield voor
een stoel en schreef zo zijn streepjes en
letters.
Binnen de week was het schrift vol
en ging hij er mee naar meester Schip
pers, die zijn werk blad na blad aan
dachtig bekeek:
„Er is vooruitgang, Marien. Ga zo
maar door. Ik heb hier nog een half
schrift voor je, maar als dat ook vol is,
dan zal je er zelf een moeten kopen. Ik
zal hier weer wat voorbeelden in schrij
ven. We komen nu al aan de lusletters,
die weer wat moeilijker zijn. Nu moet je
ook je pols eens wat draaien en je vin
gers".
Schippers liet hem zien, hoe hij het
polsgewricht en de vingers los moest
maken.
„Dat doe je maar zo dikwijls als je er
maar even tijd voor kunt vinden. Je
pols en je vingers zijn wat stijf gewor
den door het landwerk en die moeten
gemakkelijk te bewegen zijn".
De onderwijzer had er plezier in, de
jongen te helpen. Hij dacht niet, dat Ma
rien zou blijven volharden, dat, als de
lessen voor het boekhouden begonnen en
hij voor allerlei woorden, uitdrukkingen
en verklaringen zou komen te staan, die
hij niet verstond en niet kon begrijpen,
Marien zou terugkeren tot zijn boeren
werk, maar zo lang de jongen volhield
zou hij hem helpen en als hij doorzette
zou het hem, Schippers, plezier doen. Hij
mocht dat wel, zo'n jonge knul, die zich
afwendde van de handenarbeid zijner
vaderen, die een andere richting wilde
inslaan en die zich niet liet terug
schrikken door het kinderachtige begin.
Het tweede schrift was vol en Schip
pers was zeer tevreden. „Je gaat goed
vooruit Marien. Nog een beetje volhou
den, niet overhaasten, niet te vlug wil
len schrijven, 't Gaat al vlotter dan
toen je pas begon".
„Ja meester, ik schrijf al stukken ge
makkelijker dan vroeger".
ec!
iTE
ekh
het Texels Schapenstamboek in Fr; n E
rijk verzorgt de aankoop. De leden
dit stamboek zijn in de gelegenheid
weest een opgaaf in te dienen hoe
schapen men wenst te laten aankc
de voorlopige koopsom is dan ook v
af gestort. De verdeling van de dii
aan de gegadigden moest ditmaal
plm. 60 beperkt worden, daar er
voldoende schapen en rammen aa:
kocht zijn.
Wel heeft een koper invloed op
commissie bij de vaststelling welke
ren hij wenst, dit is dan ook de rt
dat er regelmatig 15 h 20 'gegadig
met de aankoopcommissie meereizen
commissie heeft geen Nederlands syst
bij de aankoop, doch daar staat t
over dat men goed weet welke c
gekocht moeten worden. Het door
gewenste type is in onze ogen even
te prefereren en voor een beste
heeft men een luxe prijs over, zelfj
1000,terwijl voor een ram 130
geboden is.
Uitzonderingen bevestigen de
gelukkig maar, doch wij hebben de
druk gekregen dat de Texelse fokl
weinig geïnteresseerd zijn bij verk
van schapen en lammeren voor exp
Aan Franse zijde merkte men op
het onverklaarbaar is dat grotere
penhouders soms met meer dan 2
dieren aan te bieden hebben. Event
merkte men op dat de verkopers
deze dieren die soms van heel gew
kwaliteit zijn nog een zeer luxe
koopsprijs verwachten. Toegegeven
worden dat de wijze waarop wordt
gekocht ons niet ligt, daar staat
tegenover dat de kwaliteit van de
geboden dieren maar heel gewoon
met uitzonderingen van best en sle
De medewerking van verschillende
kers valt echter te prijzen.
Op het vaste land zijn de fokkers
een aankoopprijs van gemiddeld 22
voor een l1.^-jarig schaap en 14
voor een ooilam best tevreden, doch
Texel beluisterden wij, ook van hand
zijde, dat deze prijs maar heel gewooi
Ook werd voor ooilammeren 200,-
voor oude schapen 300,neergetek
voor 1-jarige rammen en ramlamme
resp 300,- 550,en 250,—
450,per stuk.
Aangekocht zijn plm. 350 dieren >xe
op Texel 70. Van deze 70 vielen er 10
die niet aan de minimum lammeren
wolproductie voldeden.
Wij zijn echter van mening dat
aantal van 60 dieren voor Texel vee
gering is en dat de fokkers er voor
nen te zorgen dat zij in het bezit
men van nog betere kwaliteit en m<
dere dieren voor verkoop kunnen
bieden. Wanneer dit niet mogelijk is,
komt het er nog van dat de kopers T<
gaan passeren en trachten elders
transacties tot stand te brengen.
De winter heeft aan de conditie
de schapen geen goed gedaan, toch
wij van oordeel dat ook voor dit doel
•schapen met de beste conditie de hooi
prijs opgebracht hebben en de e:
verzorging best wordt beloond.
Dit slaat ook op de lammeren,
neer men best materiaal aanbiedt, rint
men een beste prijs verwachten en isf
niet erg om eens neen te verkopen.
Voor een fokker is het een blain
indien hij het ondereind van zijn sc
penstapel voor export aanbiedt. Wann
men weet dat de K.E.S. ((keuring exj jrd
schapen) de exportkeuring verricht,
wel het dier zelf als de afstamming,
kan men weten, dat zulke dieren
aangeboden mogen worden.
Tenslotte spreken wij de wens uit,
de fokkers over de gehele lijn nog
aandacht gaan besteden aan de kv
teitsverbetering en Texel als verko
centrum van het Texelse schaap
naam blijft hoog houden.
C. Roeper
„Mooi zo. Je hebt al een schrift
kocht zie ik. Geef 't me maar eens,
schrijf ik je nog wat voorbeelden ec
het volgende schrift kan je zelf al
schrijven, zonder voorbeeld. Wat zegj]e(
ze thuis?"
„Och zo. In 't begin waren ze nieut
gierig, maar nou kijken ze er al
meer naar. Ja, as d'r zo eens ierof;..
komt buurten, dan vraagt ie wel:
zit jij daar toch te schrijven, Mand
en Antje Vermeer vroeg ook al of ik
het leren was, maar ik laat ze maar
wijs as ze zijn".
„Dat is verstandig, maar je zult t
de een of andere dag met je oud
moeten praten".
„Ja ja, dat heeft nog de tijd. As ik
leren is dat de tijd pas".
„Zal ik eens met de vader praten1 ire
Marien dacht na. Wat zou de meerei
zeggen? Dat ie geen zin meer had in
boerenvak en boekhouder wou wol to
yi
Vaders zou drek zeggen, waarom of
een vreemd met zo'n boodschap bij 1 "C
most komen en of Marien zelf niet m 'P
genog was om hem dat te verteüju
Neen, dat moest zo niet.
„Zou meester daar niet een hortje
wachten?" vroeg hij. ,,'t Is maar
vaders 't vreemd zou vinden as de ro«
ter hem dat kwam zeggen".
„Best Marien, zoals je wilt. Hier
schrift en dan maar weer aan 't wed
Kc
da
Tiv
Sc
Vc
Ti
(Wordt vervolgd) M j
:ft
irc
D<
;ai
Al
lee
rot
:hc
Bo
W.