mm i Pepito's eerste grote avontuur VOORLICHTING VAN „VEILIG VERKEER" „DRIE VROUWEN TEXEL (NOG STEEDS) VOLLEDIG BEZET Duizenden toeristen bezoeken het eiland, dat eens onbekend en (dus) onbemind was Een paar weken geleden speurde een Zweedse toerist heel Den Burg af in de hoop een bed op de kop te tikken. Hij was gewapend met een lijst van Hotels en Pensions, maar de zon was reeds tot de kim gedaald toen deze buitenlander nog steeds op zoek naar logies was. Hij was niet de enige: vele toeristen komen op goed geluk naar ons eiland in de ver wachting, dat er altijd nog wel een plaatsje te vinden zal zijn. Wel, wij heb ben nog niet gehoord, dat er toeristen onder de blote hemel hebben moeten bivakkeren. Dit is dan in de allereerste plaats te danken aan de volijverige V.V.V.-bureaus, die voortdurend „stad en land" afzoeken naar beschikbaar lo gies. „O, ik wil bést op de divan!" zo ver klaarde een dezer dagen een adspirant- badgast, die op goed geluk het Marsdiep was overgestoken. Intussen komt het ook wel voor, dat badgasten, die voor 'n bepaalde periode besproken hadden, nog wat langer op Texel willen blijven, voor al als de zon zijn best gaat doen. En dan tijdens dit hoogseizoen maar weer een speurtocht naar slaapgelegenheid be gonnen. Texel is dus weer bijzonder in trek. Dit is geen wonder en vooral niet nu in Noord-Holland nog geen gevallen van kinderverlamming zijn voorgekomen. Een dagblad schreef dezer dagen „Ga niet naar Limubrg" boven een berichtje, waarin verteld werd, dat Britse mili taire autoriteiten hun soldaten adviseer den hun verloftijd niet in Limburg door te brengen met het oog op de daar voor gekomen gevallen van genoemde ziekte. Maar afgezien van dit op zichzelf bij zonder ernstige feit was te verwachten dat Texel dit jaar nog weer meer toe risten zou mogen begroeten dan voor heen en wel door het feit, dat de toeris- tenstroom over het algemeen nog steeds toeneemt en doordat wij vorig jaar zo'n bijzonder fraaie zomer mochten beleven. De reclame, die daar vanuit gaat is uiteraard onvoorstelbaar groot. De toeristen stromen naar Texel. Voor ons ligt een Texelse Courant, die op 22 juli 1906, dus vijftig jaar geleden, van de pers rolde. Daarin schrijft de redactie „Er moet belangstelling worden gewekt voor het grootste der Noordzee-eilanden. Texel is de plaats waar een vereniging voor vreemdelingenverkeer goede dien sten zou bewijzen". En de redactie merkt dan verder op doch plezierreizi- gers, die hier een deel van hun vakantie komen doorbrengen, die hiér genoegen smakend, ook anderen tot een bezoek aan het eiland zullen aansporen, het ge tal van dezulken is niet zo bijster groot, al wordt het er wel wat beter op. Wan neer wij lezen, dat op andere zeeplaat sen zoveel duizend of zoveel honderd bezoekers zijn, dan denken wij onwille keurig „hadden wij hier maar een deel ervan". Nog geen jaar later werd te De Koog het Badhotel geopend. „Op een hoge duin gelegen lacht dat gebouw U vrien delijk toe, wanneer ge aan de voet der FILMNIEU WS „GITAREN DER LIEFDE" De gitaren der liefde worden in deze rolprent betokkeld door Vico Torriani en begeleid door Mantovani met zijn Charmaine orkest. Vico is een natuur talent en wordt ontdekt door een schone zangeres, die hem in haar plaats wil la ten optreden bij Mantovani. Maar ge makkelijk gaat dat niet. Want Vico is zijn kameraden trouw en wil ze niet in de steek laten. En dan is er een idylle ontstaan tussen hem en de zangeres, een verhouding die heel wat perikelen moet te boven komen eer hij haar voor goed in de armen kan sluiten na een triom fantelijk debuut bij het beroemde orkest. Het is een gezellige film met veel geslaagde songs, die met de nodige vaart wordt opgediend in een schone Italiaanse omgeving. „MODERN TIMES" „Ter bevordering van het geluk van de mensheid", is ongeveer de ironische clause, waarmede Chaplin zijn „Modern Times" opent en hij laat ons wel zien hoe de gemiddelde mens zijn gevoel van menszijn moet bewaren te midden van de monstrueuze machinerie die te zijner gelul; geschapen heet te zijn, maar die hem dreigt te overheersen. De zwerver kan er niet tegen op. Niet tegen de prikklok, niet tegen het grote scherm, waarop voortdurend het immen- duinen er naar opziet en ge het plan kier betreedt, dat ter vergemakkelijking van de duinbeklimming er naar heen is gelegd". De krant schreef verder: „Doch niet het minst wensen wij de aandacht van buiten ons eiland wonenden te ves tigen op deze enig-mooie gelegenheid voor rustbehoevenden en voor hen die herstel van krachten zoeken 't Is hier alles onvervalste, zuivere lucht, niet verontreinigd door fabrieksrook of dam pen, stadslucht of visgeuren. Concerten en meer andere benauwende bijeenkom sten, als waarmee men andere badplaat sen opsiert, zijn hier niet aan de orde - 't is hier een leven, rustig en vrij in de heerlijke natuur. Door velen wordt dit reeds ingezien en logies besteld in het nieuwe (22 logeerkamertjes bevattende) Hotel op de duinen. „Mogen", zo besloot de krant, „de re sultaten voor cle bezoekers verrassend zijn, dan zal daardoor een goede grond zijn gelegd waardoor Texel zich naam zal maken als een waar gezondheids oord of wil men, als een uitverkoren badplaats. De toekomst moge hiervoor de meest gunstige bewijzen verstrekken" En dat die toekomst die bewijzen heeft kunnen leveren hebben wij U reeds in de aanvang van dit artikeltje verteld! P.S. Ook ten aanzien van haar wens, dat Texel een V.V.V. rijk zou worden kreeg de redaktie haar zin: in 1908 werd hier opgericht een „vereniging tot ver fraaiing van Texel en ter bevordering van het vreemdelingenverkeer" met dokter Wagemaker als voorzitter, notaris Dikkers als vice-voorzitter, A. Lange- veld Azn. als secretaris, J. S. Dijt als penningmeester en dokter Over als vice- secretaris en -penningmeester. se hoofd van de directeur verschijnt, zelfs als hij op het toilet een sigaret rookt; niet tegen zijn collega's die alles veel slimmer en handiger doen; en niet tegen het lopende bandwerk, dat hem ten slotte zo nerveue maakt dat hij met zijn twee sleutels de straat oprent om de neu zen en de knopen van de voorbijgangers te maltraiteren. Na zijn ontslag uit het hospitaal blijft hij niet lang op vrije voeten. Hij raapt een rode vlag op welke van een vracht wagen is gevallen en tracht door zwaaien de aandacht van de chauffeur te trekken. Zonder het te weten bevindt hij zich echter aan het front van een troep sta kers. De politie houdt hem voor de sta kingsleider en de zwerver verdwijnt in de cel. Zulks overkomt hem overigens in dit verhaal herhaaldelijk, mede door de goede zorg die hij uitoefent over een weesje, een arm straatmeisje, dat zijn weg kruist. Met het oneindig mededogen, dat de mens Chaplin moet bezitten, ontmoet hij ons met zijn „underdog" die zich steeds weer stoot aan een harde en onredelijke wereld. Maar op hetzelfde moment laat hij de bevrijdende lach bij de toeschou wer opwellen door de tekening van een situatie die even normaal als caricaturaal is, terwijl hij daarbij steeds weer betoogt, dat de fatsoenlijke mens het ten slotte toch wint. Nederlands nieuws: O.a.: Smaldeel van de Nederlandse Marine bezoekt Leningrad; 8 km zwem wedstrijd in de IJssel bij Zutphen; Ne derlandse Roeikampioenschappen op de Amsterdamse bosbaan; Nederlandse Tour-ploeg gehuldigd in het Olympisch Stadion. Wereldnieuws: O.a.: De ondergang van de Andrea Dorea; Nieuwe staat binnen de Poolcir kel; Oost-Duitsers sluiten handelsaccoord met Urugay; Amerikaanse staatshoofden confereren in Panama; Tour de France 1956. EEN GOEDE BEDRIJFSVOERING EIST ONDERZOEK EN OVERLEG Het leiden van een landbouwbedrijf is momenteel geen gemakkelijke zaak, al dus ir. L. G. Oldenbanning van het- Be- drijfslaboratorium voor Grond- en Ge- wasonderzoek te Oosterbeek in een on langs gehouden causerie voor het radio kwartier van het Ministerie van Land bouw, Visserij en Voedselvoorziening. In een tijd van stijgende lasten en veelal dalende of gelijk blijvende produkten- prijzen wordt het steeds moeilijker om nog winst te behalen. De wegen die men vroeger ging, kun nen vaak niet meer gevolgd worden. Vergroting van het bedrijf is veelal niet meer mogelijk, omdat ontginning van woeste grond vrijwel uitgesloten is en reeds in cultuur gebrachte grond nauwe lijks verkrijgbaar. Het aantrekken van meer arbeidskrachten is niet alleen bijna onmogelijk maar ook kostbaar, terwijl het inschakelen van eigen kinderen als werkkracht op het bedrijf met het oog op de toekomst van deze lang niet altijd gewenst is. Men zal dus moeten trachten van dezelfde oppervlakte grond met ge lijke arbeid dezelfde winst te behalen. Hiervoor is nodig, dat men bodem, vee 59. Toen Jef Aluin en zijn mannen de vernietiging van de zeilen hadden vol tooid, verlieten ze haastig de „Brul" en voeren onder luid gejoel weg. Wat een treurige boel was het nu aan boord van de „Brul". Onze stevig gebonden kapi tein Druppel keek diep bedroefd naar de resten van zijn mooie zeilen. Tranen rolden over zijn verweerde zeemanswan gen bij de aanblik van de trieste vodden. En temidden van de vodden lag Pepito! Gelukkig kwam er wat beweging in zijn kleine figuurtje. Hij richtte zich duizelig op, tastte naar zijn pijnlijke oren en keek toen verwonderd om zich heen. „Waar ben ikwat een rommel is het hier. wat een lorreboel". Doch zijn aandacht werd getrokken door het hulpgeroep van de kapitein. „Maak mijn louwen los!" gebood deze. „Maak ze los en zoek Bloobeest op. We gaan met ver eende krachten de zeilen herstellen". Pepito bevrijdde hem van zijn boeien en ging de derde man zoeken. „Bloobeest, Bloobeest!!" riep hij uit volle borst, maar er kwam geen antwoord. „Wel alle zeekrakelingen!" foeterde kapitein Druppel. „Waar zit die jongen nou toch". „Bloobeest, Bloobeest!!", riepen ze nu beiden in koor, maar weer bleef het stil. „Ik zal even in het ruim kijken" besloot Pepito en daalde vlug de donkere scheepstrap af. Hij zocht in de kombuis, in de kooi van Bloobeest, in alle hoeken en gaten, doch de gezochte was en bleef weg. Pepito ging even uitblazep van het vermoeide zoeken, toen hij uit de rich ting van een oude ton een duidelijk ge smak hoorde! „Hé", verbaasde Pepito zich, „wie eet daar zo smakelijk?" en begaf zich naar de ton om eens pools hoogte te nemen. Hij keek er achter, keek er in.en toen!!.Het bleek, dat de ton geen bodem had en onder in het schip uitkwam! En onder in dat schip stond een goede bekende te smul len van 'n gebraden eendje. Daar stond Bloobeest, temidden van grote machines! Deze lijn geeft aan, hoe het snelverkeer de bocht naar links moet nemen. Dit z.g. voorsorteren bevordert een vlot verkeer en voorkomt opstoppingen. Een achter- opkomer moet in dit geval rechts passe ren. Het is voor de automobilist, die hier linksaf gaat, natuurlijk wel zaak zijn voornemen tijdig kenbaar te maken. De achteropkomer moet er zeker van zijn, dat hij inderdaad aan de rechterkant veilig kan passeren. FRANSEN KOCHTEN WOLVEE De heer C. Roeper, secretaris van het Texels Schapenstamboek in Noord-Hol land, schrijft ons: Door de Redacteur van de Texelse Courant werd mij de vraag gesteld iets over de aankoop van schapen voor Frankrijk te willen berichten. Voor zover ons bekend, zijn er de laatste 25 jaar regelmatig geregistreerde Texelse schapen naar Frankrijk ver kocht. In de vooroorlogse jaren,, was het alleen Texel waar de aankopen verricht zijn, de aantallen waren echter toen niet zo groot. De laatste jaren zijn de aanko pen ook verricht op het vaste land van Noord-Holland en nu reeds 2 maal in Friesland en Groningen. De belangstelling in Frankrijk voor 't Texelse schaap wordt steeds groter en de aldaar wonende pioniers hebben suc ces geboekt met hun vooruitziende blik. De aankopen in ons land geschieden door bemiddeling van de Ned. Wolfede ratie en het Texels Schapenstamboek in Noordholland. Een Franse aankoopcom missie, aangewezen door de leden van en arbeidskrachten zo doelmatig moge lijk gebruikt, waartoe natuurlijk inzicht, ervaring en kennis onontbeerlijk zijn. In dit opzicht valt er heel wat uit ge sprekken met andere boeren te leren, zoals de indeling van het bedrijf, de op eenvolging van de werkzaamheden en de wijze waarop men de werkzaamheden verricht. Verder moet de boer weten on der welke omstandigheden hij werkt, want alleen dan kan men ontdekken hoe een groter en voordeliger opbrengst kan worden verkregen. Om goede gewassen te verbouwen en een goede grasmat te verkrijgen moet de samenstelling, de opbouw en de water huishouding bekend zijn. Men moet we ten welke gewassen het voordeligst ge teeld kunnen worden en hoe bemest moet worden. Verder welke ziekten en gebreken grond en gewassen vertonen, of, wat nog beter is, hoe deze te voor komen. Gelukkig staat de moderne boer niet alleen voor deze taak. Tal van diensten en instellingen staan hem met raad en daad terzijde ei) onderzoekingsinstituten verschaffen hem gaarne de benodigde gegevens. Zo kan hij door grondonder zoek de bemestingstoestand van zijn percelen controleren en de voedingsge breken van de planten als gevolg van verkeerde samenstelling van de grond voorkomen, terwijl onderzoek van voe dergewassen, kuilvoeder en hooi hem de voederwaarde van zijn eigen verbouwd veevoeder leert kennen. Niet voor niets hebben de landbouw organisaties het initiatief genomen om zelf een instituut te stichten waar de grond en de eigen verbouwde voeder middelen van de boer kunnen worden onderzocht. Met de gegevens van dit in stituut - het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek te Ooster beek - en van vele andere kan de boer inzicht en kennis van zijn bedrijf ver groten. Gegevens die de boer niet kan missen indien hij zonder verlies wil werken. Het spreekwoord „Bezint eer ge begint" geldt daarom voor alle werk zaamheden op het huidige landbouwbe drijf. MAANDAG NEGENTIG JAAR De heer L. Bakker Jbzn., Kogerveld, hoopt maandag 20 augustus a.s. zijn ne gentigste verjaardag te vieren. Een pret tige feestdag toegewenst! HARLINGER VING GROTE STEUR De „Harlingen 24" ving onder Ame land een steur van 80 kg. De steur, (z.g. Wolgavis), komt praktisch alleen voor in de omgeving van de Wolga en Kaspische Zee. De vis is aan een conservenfabriek te Scheveningen verkocht voor J 1,60 per kg. De vis bracht dus 128,op. FEUILLETON n door W. KERREMANS 7. Opgewekt liep Marien naar het win keltje van Antje Vermeer en kocht wat hij nodig had, 5 pennen, een penhouder en een flesje inkt. Fluitend sloeg hij de weg naar huis in. Hij was niet afge schrikt door dit vervelende en saaie be- ginwerk, integendeel, vol goede moed en werklust. Natuurlijk moest hij zo begin nen, schrijven was het allereerste dat nodig was, dan kon pas met het verdere een aanvang worden gemaakt. Hij wilde onmiddellijk aan het werk gaan en het dan iedere avond voortzetten. Thuis wilde hij z'n vader en broer voorbij gaan, maar zij zagen beiden, dat hij een schrift en een pakje droeg. „Wat heb je daar Marien?", vroeg zijn vader, „Een schrift? En wat nog meer?" „Ik wil wat gaan schrijven". „Schrijven?", riep zijn vader in uiter ste verbazing, „Wat zal ik nou hebben? Wat mot jij schrijven?" „Zo maar". „Zomaar, zo maar, wat is dat nou?" „Nou, ik heb onderlaatst eens een briefkaart gezonden aan ome Teun, toen ie jarig was en toen kon ik al gauw de pen niet eens nie meer vasthouden, nou en da wil ik nou niet meer, weet je. Ik ben effe bij meester Schippers geweest en die heb me gezegd, hoe of dat ik mot beginnen om 't beter te leren". Met een luide klap sloeg Geert op zijn knie en gilde: „Ik weet 't, ik weet 't, Marien wil ook meester worre. Dat heb ie vanavond gehoord van Leen Sluiters en nou is ie voort zo'n schrift gaan kope om voor meester te lere. Om je krom te lachen". Marien zag het vragend gezicht van zijn vader naar hem opgeheven en als antwoord daarop tikte hij met zijn vin ger tegen zijn voorhoofd en voegde er zekerheidshalve nog bij: „Ik geen mees ter, hoor. Nooit nie". Daarop ginrt hij naar binnen, deed zijn buis uit en zette zich aan de tafel. Hij schoof een pen in de houder en probeer de toen met zijn zakmes het kurkje uit de inktfles te halen. Dat viel nog niet mee en toen hij eindelijk het kurkje er uit had, was er niet veel meer aan heel. Nu legde hij het schrift open voor zich neer en begon zijn nieuwe werk, zijn nieuwe leven. Hij had bijna een blad zijde vol met lange lijnen, toen zijn moe der achter hem kwam staan en uitriep: „Maar Marien, wat heb ik nou an de hand? Ben je nou toch glad gek geworre om dat mooie lijntjespapier zo te ver- knoeie met niks as strepen en nog eens strepen? Wat bezielt je nou toch jon gen?" Marien ging door met zijn oefening en antwoordde; „Ik wil wat beter leren schrijven. Ik kon onderlaatst nog geen briefekaart aan ome Teun schrijve, toen ie jarig was". „Zo", zei de moeder met bijzondere nadruk, „is 't 'm dat? Of heb is soms andere dingen in je kop? Wou je* ook meester gaan worre, net zoas Leen Sluiters?" Zij zei het niet afwerend, maar eerder met iets van hoop in haar stem, dat hij bevestigend zou antwoorden. „Ik geen meester hoor", zei Marien naar waarheid. „Zo. Nou ik doch soms. Je kon nooit weten niewaar?" Marien vervolgde zijn oefening. Geert kwam eens over zijn schouders kijken. „Nee maar, die is goed. Nou zie ik 't pas. Je wilt fijnschilder worre". „Ja, maar je houdt je moei, hoor". „Nee maar, wat is dat nou, allemaal streepkes op dat mooie schriftpapier?" „Zo begint een fijnschilder man. Dat weet je nog nie. Maar as je niks nie zegt, dan teken ik je na een paar dagen uit". Geert voelde wel, dat zijn broer hem voor de gek hield en ging weg. Marien hoorde hem door het open raam tegen vader zeggen: „Marien zit in een schrift alsmaar streepkes te trekken". „Laat 'm. Kwaad zie ik er nie in", ant woordde vader. De belangstelling en de spot duurden nog twee dagen, toen was de aardigheid er af en liet men Marien ongemoeid. Hij zat nu iedere avond te schrijven en als moeder de tafel nodig had, zocht hij een ander plekje. Hij lag soms geknield voor een stoel en schreef zo zijn streepjes en letters. Binnen de week was het schrift vol en ging hij er mee naar meester Schip pers, die zijn werk blad na blad aan dachtig bekeek: „Er is vooruitgang, Marien. Ga zo maar door. Ik heb hier nog een half schrift voor je, maar als dat ook vol is, dan zal je er zelf een moeten kopen. Ik zal hier weer wat voorbeelden in schrij ven. We komen nu al aan de lusletters, die weer wat moeilijker zijn. Nu moet je ook je pols eens wat draaien en je vin gers". Schippers liet hem zien, hoe hij het polsgewricht en de vingers los moest maken. „Dat doe je maar zo dikwijls als je er maar even tijd voor kunt vinden. Je pols en je vingers zijn wat stijf gewor den door het landwerk en die moeten gemakkelijk te bewegen zijn". De onderwijzer had er plezier in, de jongen te helpen. Hij dacht niet, dat Ma rien zou blijven volharden, dat, als de lessen voor het boekhouden begonnen en hij voor allerlei woorden, uitdrukkingen en verklaringen zou komen te staan, die hij niet verstond en niet kon begrijpen, Marien zou terugkeren tot zijn boeren werk, maar zo lang de jongen volhield zou hij hem helpen en als hij doorzette zou het hem, Schippers, plezier doen. Hij mocht dat wel, zo'n jonge knul, die zich afwendde van de handenarbeid zijner vaderen, die een andere richting wilde inslaan en die zich niet liet terug schrikken door het kinderachtige begin. Het tweede schrift was vol en Schip pers was zeer tevreden. „Je gaat goed vooruit Marien. Nog een beetje volhou den, niet overhaasten, niet te vlug wil len schrijven, 't Gaat al vlotter dan toen je pas begon". „Ja meester, ik schrijf al stukken ge makkelijker dan vroeger". ec! iTE ekh het Texels Schapenstamboek in Fr; n E rijk verzorgt de aankoop. De leden dit stamboek zijn in de gelegenheid weest een opgaaf in te dienen hoe schapen men wenst te laten aankc de voorlopige koopsom is dan ook v af gestort. De verdeling van de dii aan de gegadigden moest ditmaal plm. 60 beperkt worden, daar er voldoende schapen en rammen aa: kocht zijn. Wel heeft een koper invloed op commissie bij de vaststelling welke ren hij wenst, dit is dan ook de rt dat er regelmatig 15 h 20 'gegadig met de aankoopcommissie meereizen commissie heeft geen Nederlands syst bij de aankoop, doch daar staat t over dat men goed weet welke c gekocht moeten worden. Het door gewenste type is in onze ogen even te prefereren en voor een beste heeft men een luxe prijs over, zelfj 1000,terwijl voor een ram 130 geboden is. Uitzonderingen bevestigen de gelukkig maar, doch wij hebben de druk gekregen dat de Texelse fokl weinig geïnteresseerd zijn bij verk van schapen en lammeren voor exp Aan Franse zijde merkte men op het onverklaarbaar is dat grotere penhouders soms met meer dan 2 dieren aan te bieden hebben. Event merkte men op dat de verkopers deze dieren die soms van heel gew kwaliteit zijn nog een zeer luxe koopsprijs verwachten. Toegegeven worden dat de wijze waarop wordt gekocht ons niet ligt, daar staat tegenover dat de kwaliteit van de geboden dieren maar heel gewoon met uitzonderingen van best en sle De medewerking van verschillende kers valt echter te prijzen. Op het vaste land zijn de fokkers een aankoopprijs van gemiddeld 22 voor een l1.^-jarig schaap en 14 voor een ooilam best tevreden, doch Texel beluisterden wij, ook van hand zijde, dat deze prijs maar heel gewooi Ook werd voor ooilammeren 200,- voor oude schapen 300,neergetek voor 1-jarige rammen en ramlamme resp 300,- 550,en 250,— 450,per stuk. Aangekocht zijn plm. 350 dieren >xe op Texel 70. Van deze 70 vielen er 10 die niet aan de minimum lammeren wolproductie voldeden. Wij zijn echter van mening dat aantal van 60 dieren voor Texel vee gering is en dat de fokkers er voor nen te zorgen dat zij in het bezit men van nog betere kwaliteit en m< dere dieren voor verkoop kunnen bieden. Wanneer dit niet mogelijk is, komt het er nog van dat de kopers T< gaan passeren en trachten elders transacties tot stand te brengen. De winter heeft aan de conditie de schapen geen goed gedaan, toch wij van oordeel dat ook voor dit doel •schapen met de beste conditie de hooi prijs opgebracht hebben en de e: verzorging best wordt beloond. Dit slaat ook op de lammeren, neer men best materiaal aanbiedt, rint men een beste prijs verwachten en isf niet erg om eens neen te verkopen. Voor een fokker is het een blain indien hij het ondereind van zijn sc penstapel voor export aanbiedt. Wann men weet dat de K.E.S. ((keuring exj jrd schapen) de exportkeuring verricht, wel het dier zelf als de afstamming, kan men weten, dat zulke dieren aangeboden mogen worden. Tenslotte spreken wij de wens uit, de fokkers over de gehele lijn nog aandacht gaan besteden aan de kv teitsverbetering en Texel als verko centrum van het Texelse schaap naam blijft hoog houden. C. Roeper „Mooi zo. Je hebt al een schrift kocht zie ik. Geef 't me maar eens, schrijf ik je nog wat voorbeelden ec het volgende schrift kan je zelf al schrijven, zonder voorbeeld. Wat zegj]e( ze thuis?" „Och zo. In 't begin waren ze nieut gierig, maar nou kijken ze er al meer naar. Ja, as d'r zo eens ierof;.. komt buurten, dan vraagt ie wel: zit jij daar toch te schrijven, Mand en Antje Vermeer vroeg ook al of ik het leren was, maar ik laat ze maar wijs as ze zijn". „Dat is verstandig, maar je zult t de een of andere dag met je oud moeten praten". „Ja ja, dat heeft nog de tijd. As ik leren is dat de tijd pas". „Zal ik eens met de vader praten1 ire Marien dacht na. Wat zou de meerei zeggen? Dat ie geen zin meer had in boerenvak en boekhouder wou wol to yi Vaders zou drek zeggen, waarom of een vreemd met zo'n boodschap bij 1 "C most komen en of Marien zelf niet m 'P genog was om hem dat te verteüju Neen, dat moest zo niet. „Zou meester daar niet een hortje wachten?" vroeg hij. ,,'t Is maar vaders 't vreemd zou vinden as de ro« ter hem dat kwam zeggen". „Best Marien, zoals je wilt. Hier schrift en dan maar weer aan 't wed Kc da Tiv Sc Vc Ti (Wordt vervolgd) M j :ft irc D< ;ai Al lee rot :hc Bo W.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1956 | | pagina 4