RDTERDGN
Radar te IJmuiden houdt haven van
Amsterdam open
Ook bij mist kunnen grote schepen de pieren
binnenkomen
W/w m
Pepito's
eerste
grote
avontuur
„DRIE VROUWEN"
Een dikke mist hult de pieren van
IJmuiden in een grijze sluier. Vanaf de
loodsboot is de vaste wal niet te zien.
Water en lucht gaan in elkaar over zon
der merkbaar contrast. Triest beeld van
een vochtige winterdag ojf de Noordzee.
Eentonig klinkt het naargeestige geluid
van het mistbaken op het havenhoofd:
streep.punt.streep.streep.
streep.. streep.. de roepletters Y.M.
Toch is er bedrijvigheid aan boord
van de loodsboot. Alsof het glashelder
zicht is wordt de motorsloep, bemand
met een loods, te water gelaten en in
snelle vaart gaat het op een wachtend
vrachtschip af. Handig klimt de loods
aan boord en langzaam zet de vracht
boot koers naar de havende on
zichtbare haven. Het beloodsen gaat
door..! Dank zij radar
De mist als vijand overwonnen
Mist! Hét schrikwoord van de zee
man. Liever een bulderende storm dan
de grauwe stilte van de verraderlijke
mist, waarbij de schepen gedwongen zijn
ten anker te gaan en uren lang voor de
haven moeten blijven liggen. Vooral
voor de kustvaarder-kapitein, vaak eige
naar van zijn scheepje, betekent dit
wachten een financiële strop. Vaak pro
beert hij het en luid blazend glijdt dan
de coaster langzaam tussen de nog net
zichtbare havenhoofden door; maar het
gevaar is groot en menigmaal strandde
het schip op een pier. De vissersbootjes,
ja, die varen door alsof er niets aan de
hand is; de schippers kennen de weg en
het dieplood is hun voornaamste instru
ment. Maar de grote schepen zijn zeker
gedoemd tot stilliggen, tenminste....
zo was het.Want door de uitvinding
van radar kunnen, al is het zicht nog zo
slecht, nu ook de grote schepen onver
traagd de gewenste koers vervolgen en
zonder ophouden de bestemde haven
binnenlopen. Voorbij is de tijd, dat vlak
voor de pieren van IJmuiden kostbare
tijd verloren ging met wachten op be
ter zicht, terwijl de sluizen toch zo
dichtbij waren, doch onbereikbaar ver
scholen in een grijze nevel. Want ruste
loos draait de „scanner", de radar-an
tenne, op de semafoor en in de donkere
kamer zitten geroutineerde waarnemers
voor hun moderne apparaten. Zij zien
op twee grotebeeldschermen alles na
gloeien, wat de antenne aan echo op
vangt: De havenhoofden, de strekdam
men, de vaargeulen met de boeien, de
kustlijn, de sluizen, de vissershaven en
op zee en in de vaarwaters, de
schepen, grote en kleine. Aan de grootte
der echo's kunnen de waarnemers op de
duur zelfs schatten hoe groot de tonnage
is van de schepen, die op het scherm
verschijnen. Nadert een schip de pieren,
dan wordt het eerst gevolgd op het z.g.
grote bereik, te vergelijken met een
plattegrond met schaalverdeling van on
geveer 1 5000; is het schip dichterbij
gekomen, dan wordt overgegaan op
middenbereik, een grotere plattegrond;
is het schip binnen de pieren, dan wordt
gebruikt gemaakt van het kleine bereik.
Het scherm vertoont nu alleen het ge
deelte tussen de havenhoofden en de
vaarwaters naar de sluizen. Met behulp
van twee peillijnen, één lijn vanuit het
midden der pieren en één lijn, waarbij
de kleine en de grote vuurtoren van
IJmuiden in eikaars verlengde liggen, de
z.g. lichtenlijn, worden de schepen ge
peild.
Voortreffelijk samenspel
Een stem uit de luidspreker verbreekt
de stilte van het donkere vertrek „Hallo
radar! - Hallo radar IJmuiden! Hallo
radar IJmuiden! Hier de Neptunes, hier
de Neptunes.... Kunt U mij peiling en
afstand geven?"
Het is de loods aan boord van het
vrachtschip Neptunes. Zodra hij aan
boord is gekomen, heeft hij een kleine
zend-ontvanger, een soort „Walky-tal-
ky", ingeschakeld en nu roept hij de ra
dar op. De radarman heeft de Neptunes
op het scherm reeds opgemerkt en trapt
met zijn voet op een pedaal. In het beeld
komt nu de peillijn. Met een draaibare
knop wordt deze lijn „over het schip"
gelegd en de koers wordt afgelezen.
Met een andere knop wordt daarna de
afstand gemeten.
„Hallo Neptunes! Hallo Neptunes!"
antwoordt de man achter het scherm",
hier volgt peiling en afstandnul
negendrietwee duizend
nulnegendrietwee dui
zend.
„Dat is goed begrepen.... nul, negen
drie.... twee duizend.... Ik hoor
aan stuurboord blazen...."
IJmuiden!
„Dat is een meeligger, daar hebt U
geen last vanU zit momenteel
nulnegentweevijftien
honderd.
„All right, nul negen tweevijf
tienhonderd.
Het samenspel is begonnen, Telkens,
ongeveer om de honderd meter, worden
aan de loods op de Neptunes positie en
afstand doorgegeven. Kleiner, steeds
kleiner wordt die afstand. Het schip na
dert de pieren. De waarnemer zegt door
de microfoon: „U zit nu midden tussen
de pieren, kunt U deze onderscheiden?"
De loods antwoordt:: „Ja, ik kan ze nog
net zien".
Dan gaat het van boei tot boei.
„U passeert stuurboord rood één".
„Begrepenrood éénkrijg ik
nog iets tegen?"
„Aan bakboord een stilliggend vaar
tuig, onderlinge afstand tweehonderd-
vijftig meter".
„Goed ontvangen.... stilligger
tweehonderdvijftig meter...."
„U bent vijftig meter bezuiden de
lichtenlijn
„O.K., ik ga naar bakboord uit
„U passeert stuurboord rood twee.
„Stuurboord rood twee...."
Langzaam, maar zeker, komt het
vrachtschip verder.
„U passeert nu de semafoor...."
„All right
Zo gaat het door, onafgebroken; de
loods verlaat zich geheel op zijn radar
man. Door zijn routine weet de radar
waarnemer reële echo's van valse te
onderscheiden. De figuur op het scherm
is hem vertrouwd. Tot vlak voor de
sluizen geeft hij zijn aanwijzingen. Een
vermoeiende, inspannende taak
Maar ook een dankbare taak.... Wan
neer de loods meldt: Bedankt voor
de assistentieen de radarman voor
het laatst antwoordt: „All right, Nep
tunes en behouden vaart verder
dan weet hij, dat hij zijn belangrijk aan
deel heeft geleverd in het openhouden
van de zeeweg naar Amsterdam....
Dezelfde geest.
In November 1951 heeft Z.K.H. Prins
Bernhard deze eerste havenradarinstal-
latie van Europa in werking gesteld.
Het Noordzeekanaal bestond tot vijfen
zeventig jaar. In 1878 stond op dezelfde
plaats Z.M. Koning Willem III om plech
tig de vuurtoren in gebruik te stellen.
Het Noordzeekanaal bestond toen drie
jaar. 1878-1951; drieënzeventig jaren van
grote verandering. Zeilschepen werden
vervangen door motor- en stoomschepen,
petroleumbranders door gloeilampen.
Kompas en dieplood aangevuld met ra
dio en radar.
Maar de koopmansgeest van Amster
dam is dezelfde gebleven, de hyper
moderne radarinstallatie te IJmuiden is
daar het beste bewijs van.
(Nadruk verboden).
Texelse Boys-nieuws
Ook nu heeft Boys 1 het niet tot een
overwinning kunnen brengen tegen
KSV 1. Boys 1 betrad met 3 invallers
het veld, hetgeen ook duidelijk tijdens
het spel tot uitdrukking kwam. De in
vallende spil heeft echter een goede in
druk gemaakt, hetgeen van de binnen-
spelers nu niet direkt gezegd kan wor
den. Over het algemeen waren deze spe
lers iets le langzaam en niet doortastend
genoeg, waardoor het juiste verband in
de voorhoede zoek was.
De hele wedstrijd door was het ver
langde tempo niet aanwezig, zodat er
van spanning geen sprake was. Voor
beide doelen ontstonden wel eens ge
vaarlijke momenten, met enige goede
kansen, doch deze werden door geen van
de twee elftallen benut. De Boys waren
wel iets in de meerderheid, doch ook zij
waren niet in staat de KSV-verdediging
uit positie te spelen. Ook het samenspel
van halflinie met voorhoede was onvol
doende, zodat de afgeslagen Boys-aan
vallen niet door deze linie werden op
gevangen om meteen weer een nieuwe
aanval te lanceren. Ook bij KSV ontbrak
dit contact, zodat het middenveld heel
vaak tot het niemandsland behoorde. De
aanvallen wisselden elkaar af, hetgeen
soms tot onverwachte situaties leidde,
doch steeds weer wisten de verdedigin
gen in te grijpen, waardoor deze wed
strijd eindigde zoals hij begonnen was:
00.
Boys 3 was op bezoek bij De Koog 2 en
in een aardige wedstrijd behaalde zij de
overwinning 31.
Voor zondag geen pogramma, vanwege
België-Nederland.
De adsp. gaan zaterdag a.s. bij Cocks-
dorp a op bezoek.
66. De teil met zijn triomfantelijke in
houd naderde met rasse peddelslagen de
feestelijk versierde haven en toen ze de
kade bijna hadden bereikt, brak er een
oorverdovende ovatie los. Een voortva
rend lid van de feestcommissie kon zijn
huldeblijken niet langer inhouden en
zwom met een prachtige bos madeliefjes
naar de winnaars. Honderden handen
werden uitgestoken om onze vrienden
uit de teil te trekken en in optocht mee
te voeren. Feestelijk getooide dames van
de plaatselijke ontvangstcomité's hingen
de helden grote bloemkransen om en een
opgetogen, joelende menigte, tilde de
bemanning van de „Brul" op de schou
ders en droegen hen onder het luide zin
gen van liederen mee.
Wat voelden onze vrienden zich ge
lukkig! De zon scheen uit een stralende
hemel! Ze werden rondgedragen door
een uitgelaten menigte en
stond hen te wachten!
„Weet je wat jammer
beest tegen Pepito, toen
rustig in hun hotelkamer
jammer, dat de kombuis
is". - „Waarom is dat
kapitein Druppel, die net
„Omdat in de koekepan
eitjes lagen".
een grote prijs
is?" zei Bloo-
ze 's avonds
zaten. „Het is
óók gezonken
jammer?", zei
binnen kwam.
nog gebakken
DIENSTPLICHT
Uitspraken inzake vrijstelling
De Burgemeester van Texel brengt
ter algemene kennis, dat de Minister van
Oorlog omtrent vrijstelling van dienst
als gewoon dienstplichtige de volgende
uitspraken heeft gedaan:
Pietcr Rauwerda, lichting 1956.
Met ingang van 2 oktober 1956 voor de
duur van diens verblijf in Canada vrij
stelling van dienst als gewoon dienst
plichtige wegens aanwezigheid van een
bijzonder geval, bij beschikking van 25
september 1956, no. 783906.
Tegen elke omtrent vrijstelling
gedane uitspraak kan iedere belang
hebbende uiterlijk de tiende dag na
de dag waarop de uitspraak ter
algemene kennis is gebracht, in be
roep komen. Indien de ingeschrevene,
wie de uitspraak geldt, buiten Neder
land verblijft, kan, voor zover het door
deze in te stellen beroep betreft, mei
overschrijding van de termijn van tien
dagen genoegen worden genomen. Zo
lang omtrent zodanige overschrijding
geen beslissing is genomen, wordt de
uitspraak na-het verloop van de termijn
van tien dagen als onherroepelijk be
schouwd.
Het tot Hare Majesteit de Koningin te
richten beroepschrift moet met redenen
omkleed zijn en worden ingeleverd op
afd. militaire zaken van de secretarie de
zer cemeente.
Texel, 5 oktober 1956.
De Burgemeester voornoemd
C. DE KONING
DIENSTREGELING T.E.S.O.
Geldig tot en met 24 november 1956
Werkdagen:
Van Texel: 5.20 7.40 10.30 12.55 15.30
18.10
Van Den Helder: 6.30 9.25 11.40 14.20
16.45 19.35
Op zon- en alg. erk. chr. feestdagen:
Van Texel: 7.45 11.30 16.00 18,20
Van Den Helder: 10.30 12.45 17.20 19.35
TEXEL VAKANTIELAND
Texelwat ligt ge rustig in zee.
Het land voor vakantie, wie gaat er nu
mee?
Haar zoele kustbossen en prachtige
weiden,
Geelt gezondheid, neemt weg al het
lijden.
De zakenman vindt rust op het
zonnige veld.
Men kan er kamperen voor heel
weinig geld.
De stadsmensen trekken er gaarne
naar toe.
Ze rusten weer uit, van het werken
zo moe-
Als de tijd is verstreken, en zijn allen
weer sterk,
Trekken ze weer vol goede moed aan
hun dagelijkse werk.
Zo dromen van Texel, voor het
volgende jaar,
En sparen de centen weer Iris bij
eikaar-
De sleur van het leven gaat zo
almaar door.
Men gaat per auto, per fiets of
per spoor.
De vlijtige boeren, die de koeien gaan
melken,
De bollenboer kweekt weer de
kleurrijke kelken-
Het voorjaar roept, met de bloemen
in 't land.
Saluut voor de bevolking, wij reiken
de hand-
Gij land van de duinen, trotseert gij
de zee,
En wij drinken gaarne op Texel
de thee.
Zachtmoedig en rustig, vaarwel nu
tot slot.
Als straks de boot vaart, dan is
ons gebod,
We gaan weer naar Texel, het
komende jaar.
Kamperen weer rustig, gezond bij
elkaar.
Kampeerder van „Dennenrust"-
E. d- V.
qa
S.V. Texel
Uitslagen van zondag: 4 wedstrt
werden afgelast. Grashoppers-Si*
31. Texel 2-Succes 3 63.
Adsp. Texel a-BKC a 110; De l
a-Texel b 1—3; Texel c-HCSC b U
Zoals te verwachten was werd
terrein van RKAFC afgekeurd. Ons
rein echter bleef in prima conditie,
is een voorrecht zulk een veld ter
schikking te hebben. Aan onze leden
aansporing te zorgen om het zo lang
gelijk in deze toestand te behouden.
Texel 2 verscheen in een andere
stelling en ze hebben hun eerste
winning behaald. In de voorhoede w;
Leen en Max de sterkste spelers dij n
aanval dirigeerden. Jan de Beurs vei
digde zijn doel heel behoorlijk en na
training en ervaring zal het best g
Ze hebben er allemaal hun best vooi
daan, maar wat meer snelheid en di
doorgeven en goed plaatsen zal
sterker geheel geven.
Het zag er aanvankelijk niet naar
want die veteranen van S. konden
best meekomen. S. maakte spoedig
doelpunt uit een strafschop, toen O
de bal met de hand uit de boven
tikte. Uit een misverstand - Cor
terug en Jan liep uit - verdween d(
in het doel en S. stond ogenschij
stevig op winst. Max had bijna een
maal succes, totdat uit een voorzet
Leen Texels eerste doelpunt ontstoni
kwam een voorzet van rechts en mei
vliegend schot maakte Henk gelijk
nog voor de rust werd het 32.
Het bleef nog spannen bij 43,
T. liep uit tot 53 en uit een cc
speelde S. no. 6 in eigen doel.
Er is dus van alles mogelijk maai
denk dat de 2 laagst geplaatste z
degraderen.
Texel a-BKC a werd weer een j
overwinning. Texel zette haar wil j
Goed spelend kregen de B'ers w|
kans. Aanvallend als verdedigend
Texel meester van het terrein. Niek
keer op keer prachtig voor. Joop
meestal te dicht bij het doel. Toch
ons binnentrio niet zo zelfzuchtig
Joop niet te veel passeren, maar me
driehoek met Heino trachten doo]
spelen. Het werd 110.
Texel b wist in De Koog de pi
mee te nemen. Met 31 werd gewoi
Ook de C'tjes deden het weer be
speelde HCSC b geheel van de kJ Jj
Keurig werd doorgegeven en doo:
schoten. Ook hier werd het 110.
A.s. zondag geen programma in
band met de interlandwedstrijd Beljd,
Nederland. Alleen adsp. c gaat
HRC f.
DAMCLUB TEXEL
Uitslagen 5 oktober 1956:
A.:
S. Ros-W. A. van Zeijlen
J. Hooijberg-Jac. van Heerwaarden
S. v. Heerwaarden-S. Bakker
C. Dijker—C. Meedendorp
Joh. D. Bakker-N. de Graaf
B.:
J. J. de Beurs-A. v.d. Slikke
Jn. Stam-S. v. Heerwaarden
P. W. Kooi-P. Keijser Dzn.
G. Dros-A. Vinke
C. v.d. Werf-C. P. Burger
C.:
R. Zijm-D. v.d. Werf
J. A. van Enst-Jb. Koorn
F. van Sambeek-J. Hillen
P. Bakker-J. A. van Enst
Voor we ons verder gaan verdicpe; ro
de enen, tweeën en nullen, die na ie<
clubavond de resultaten tonen, \vi ts
we namens de club ons trouw lid C.
Heerwaarden van harte beterschap n x>*
sen. Voorlopig, vernamen we, zal hij
niet kunnen deelnemen.
De nullen die de nieuwe A-klas
opliepen, laten zich licht verklaren,
de nieuwe B-klasser kon het niet
werken.
De bezetting was goed, maar toch i 1
ten we nog enkele leden, zonder dal
bericht was gegeven. Dit hoort er
bij mensen!
ind
ut
om
:ei
a
W<
0,
aai
V
tei
Er
ei<
i
tegën pijnen
hoofdpijn, griep, kiespijn,
rheumatische pijnen.
FEUILLETON
door W. KERREMANS
20. De kazerne met de paarden, zoals hij
die eenmaal in Utrecht had gezien. Nu
trad hij er binnen, nu zou hij dan ook
een paard krijgen, het mogen verzorgen
en er op leren rijden. Hij had kunnen
dansen en zingen en de mannen die
daar met onverschillige of zelfs met on
tevreden gezichten rondliepen doen de
len in zijn verrukking. Hoe was het toch
mogelijk, dat die kerels niet even blij
waren als hij? Zij hadden toch een paard
en zij konden rijden. Wat ontbrak er
dan aan hun geluk?
Op de chambree maakte hij kennis
met het kazarneleven - en dat viel niet
mee. De zware, bulderend rondgeroepen
vloeken vlogen als keien tegen zijn
hoofd, de zedeloze uitdrukkingen, de
ruwe verwensingen en de spot, waarmee
hij ontvangen werd maakten zijn entree
in de militaire wereld geenszins tot een
genoegen. Vloeken had hij uiterst zelden
gehoord, thuis werden nooit en in het
dorp hoogst zelden godslasterlijke uit
drukkingen gebezigd. Schuine grappen
vertelden de jongens elkaar onderling
wel, maar dan toch niet op die grove,
openlijk rondgeschreeuwde wijze als
hier. Hij had niet geweten dat het zo
was, de huzaar had hem dat niet ver
teld, omdat deze het niet als een ver
meldenswaardig feit had erkend, er zelfs
niet aan had gedacht, dat iemand zoiets
niet zou weten en nu Marien er voor
tenminste 2 jaar midden in stond, moest
hij maar trachten het te aanvaarden en
er niet op te letten.
„Bent uwes boerenpummel van uw
beroep?" vroeg de cavalerist die naast
hem sliep.
Marien keek hem glimlachend aan en
antwoordde:
„Ik ben boerenpummel geweest, toen
kantoorklerk geworden en ga nu probe
ren een huzaar te worden".
„Kantoorklerk? Hoe kom jij dan hier?"
„Omdat ik nogal wat van paarden af
weet".
De huzaar wierp zich op zijn bed en
gierde het uit: „Hei, Mottige, kijk eens
naar die knul hiernaast, die verbeeldt
zijn eige, dat ie nogal wat van paarden
afweet, omdat ie eerst kaffer en toen
pennelikker is geweest!"
De Mottige kwam bij Marien staan en
beloofde: „As je me straks een borrel
geeft, zal ik je vertellen hoeveel benen
een paard het. Jij praat natuurlijk nog
van poten, maar dat mot je alvast weten:
jijzelf het poten, maar een paard het
benen Jij het een kop en een paard het
een hoofd. En ga nou maar mee, dan zal
ik je de weg wijzen naar de kantine. Je
heb vast meer centen dan ik".
„Straks", antwoordde Marien, „ik
moet eerst mijn spullen in orde brengen.
Een kist moet ik kopen".
„Kan ik je aan helpen, een prachtkist
voor een schijntje. Ga mee".
Marien was wantrouwend tegen de
Mottige, maar vergezelde hem toch. Deze
bracht Marien naar een andere solda-
tenkamer en vervoegde zich daar bij 'n
huzaar, die sokken zat te stoppen.
„Kees, hier heb je een klant voor die
kist van je".
Kees taxeerde Marien, sprong op en
trok van onder zijn bed een kist, zoals
elke soldaat er een moet hebben. Na
enige onderhandeling werd Marien eige
naar, droeg zijn nieuwe meubel naar zijn
eigen krib en legde hetgeen hij had
meegebracht daarin.
De eerste dagen was er nog niets, wat
geleek op oefening of zelfs theorie. De
dagen waren gevuld met heen en weer
lopen naar rustkamers en magazijnen
voor het in ontvangst nemen van kle
ding, ondergoed, uitrustingsstukken, wa
penen, het verstrekken van opgaven op
het bureau, het leren vouwen van de
dekens, die zoals hij vernam „het wolr
ietje" werden genoemd, het vouwen en
opbergen van kleding, van welke dingen
hij op last van kofporaal Binnerts on
derricht kreeg van de man die naast
hem sliep en die daarom zijn slaapje
werd genoemd. Hij heette Blokker, was
al 2 jaren in dienst en verlangde naar
het einde. Blokker vertrouwde Marien
reeds de tweede dag toe, dat zijn groot
ste begeren was om bediende te worden
bij een drogist. Even groot als Mariens
verlangen naar paardrijden, was dat van
hem om nog eens te staan in zo'n win
kel met al die flessen en potjes om zich
heen en daaruit de mensen te bedienen,
maar hij wist niet hoe hij dat ooit zou
kunnen bereiken. Marien wist hem hoop
te geven door de woorden van meester
Schippers te herhalen, dat niets onmo
gelijk is voor hen die willen en hij ried
hem aan om eens met een drogist te
gaan praten over de wijze, waarop die
positie te bereiken zou zijn. Blokker
schudde weemoedig het hoofd en zei dat
hij toch niet met zo'n man zou kunnen
praten. Toen Marien hem beloofde dat
hij het wel eens zou doen, klaarde zijn
gezicht op en van dat ogenblik af werd
hij een hartelijk en hulpvaardig kame
raad.
Onder de nieuw opgekomen huzaren
was er een, Cornelisse genaamd, tot wie
Marien zich aangetrokken gevoelde en
die sympathie vond blijkbaar weerklank.
Cornelisse was evenals Venkel een boe
renzoon uit een christelijk milieu, een
eenvoudige openhartige jongen, die wel
niet de brandende hartstocht van Ma
rien had voor het paardrijden, maar die
evenwel de langere diensttijd bij de ca
valerie gaarne verkozen had boven de
kortere bij de infanterie. Cornelisse lag
met Marien op dezelfde chambree, hij
was uiterst precies op alles en doods
bang voor straf.
Nadat de miliciens alles gekregen
hadden wat zij moesten hebben, begon
de opleiding. Die bestond vooreerst nog
maar uit het rondleiden in de stallen en
aanwijzen en noemen van wat zich daar
bevond, daarna konden zij helpen met
het voederen en drenken van de paar
den en eindelijk kwam de dag dat Ven
kel zijn eigen paard kreeg toegewezen.
Het was nummer 135 en luisterde trouw
naar zijn naam Nelly. Toen het dier was
aangewezen ging Marien er naast staan
en sprak het toe, streek het paard over
de neus en hals en bleef zolang er bij,
tot hij weggeroepen werd.
Ook met de rij oefeningen werd
begin gemaakt. In de binnenmanege
der leiding van een adjudant-instrud
en een korporaal, die voor de and
paarden moest rijden. Begonnen w
met rijden op de deken zonder beug
al spoedig gevolgd door het opwer J11
van met hooi gevulde linnen baü *nn
eerst in stap en daarna in draf. Het
ren allen zeer makke en rustige paari
waarop de recruten hun eerste les
kregen, maar toch gleed of viel nu
ruiter onder het rijden op de grond j,
moest dan proberen het voortlopa
paard weer te beklimmen.
Na het rijden kregen zij onderricht
het onderhoud der paarden, 't roslo e
men, borstelen en sponsen en hie
vond Venkel gelegenheid zich meeri
zijn eigen rijdier vertrouwd te mal in
Dat kostte hem ook geen moeite, ft P
begreep hem en gevoelde Mariens lid jk
Een paard begrijpt en verstaat veel fl ot
dan wij vermoeden, het heeft een lij
nemend fijn waarnemingsapparaat Dp
de gevoelens, die een mens 't toedrai
Nelly wist al van het eerste bezoek'
Marien af, dat de nieuwe baas van h#ar
zou houden en haar goed zou behan ro
len en zij gaf hem daarvoor haar
negenheid en trouw terug.
Later toen hij meer geoefend
viel het de instructeur en ook de i® ai
geoefende huzaren op, hoe il<
Nelly luisterde naar hetgeen Venkel 1 ie
dier deed begrijpen en hoe vertrok ivi
ruiter en paard met elkaar waren-
(Wordt vervolgd
ro
rc