RDTERDGN Radar te IJmuiden houdt haven van Amsterdam open Ook bij mist kunnen grote schepen de pieren binnenkomen W/w m Pepito's eerste grote avontuur „DRIE VROUWEN" Een dikke mist hult de pieren van IJmuiden in een grijze sluier. Vanaf de loodsboot is de vaste wal niet te zien. Water en lucht gaan in elkaar over zon der merkbaar contrast. Triest beeld van een vochtige winterdag ojf de Noordzee. Eentonig klinkt het naargeestige geluid van het mistbaken op het havenhoofd: streep.punt.streep.streep. streep.. streep.. de roepletters Y.M. Toch is er bedrijvigheid aan boord van de loodsboot. Alsof het glashelder zicht is wordt de motorsloep, bemand met een loods, te water gelaten en in snelle vaart gaat het op een wachtend vrachtschip af. Handig klimt de loods aan boord en langzaam zet de vracht boot koers naar de havende on zichtbare haven. Het beloodsen gaat door..! Dank zij radar De mist als vijand overwonnen Mist! Hét schrikwoord van de zee man. Liever een bulderende storm dan de grauwe stilte van de verraderlijke mist, waarbij de schepen gedwongen zijn ten anker te gaan en uren lang voor de haven moeten blijven liggen. Vooral voor de kustvaarder-kapitein, vaak eige naar van zijn scheepje, betekent dit wachten een financiële strop. Vaak pro beert hij het en luid blazend glijdt dan de coaster langzaam tussen de nog net zichtbare havenhoofden door; maar het gevaar is groot en menigmaal strandde het schip op een pier. De vissersbootjes, ja, die varen door alsof er niets aan de hand is; de schippers kennen de weg en het dieplood is hun voornaamste instru ment. Maar de grote schepen zijn zeker gedoemd tot stilliggen, tenminste.... zo was het.Want door de uitvinding van radar kunnen, al is het zicht nog zo slecht, nu ook de grote schepen onver traagd de gewenste koers vervolgen en zonder ophouden de bestemde haven binnenlopen. Voorbij is de tijd, dat vlak voor de pieren van IJmuiden kostbare tijd verloren ging met wachten op be ter zicht, terwijl de sluizen toch zo dichtbij waren, doch onbereikbaar ver scholen in een grijze nevel. Want ruste loos draait de „scanner", de radar-an tenne, op de semafoor en in de donkere kamer zitten geroutineerde waarnemers voor hun moderne apparaten. Zij zien op twee grotebeeldschermen alles na gloeien, wat de antenne aan echo op vangt: De havenhoofden, de strekdam men, de vaargeulen met de boeien, de kustlijn, de sluizen, de vissershaven en op zee en in de vaarwaters, de schepen, grote en kleine. Aan de grootte der echo's kunnen de waarnemers op de duur zelfs schatten hoe groot de tonnage is van de schepen, die op het scherm verschijnen. Nadert een schip de pieren, dan wordt het eerst gevolgd op het z.g. grote bereik, te vergelijken met een plattegrond met schaalverdeling van on geveer 1 5000; is het schip dichterbij gekomen, dan wordt overgegaan op middenbereik, een grotere plattegrond; is het schip binnen de pieren, dan wordt gebruikt gemaakt van het kleine bereik. Het scherm vertoont nu alleen het ge deelte tussen de havenhoofden en de vaarwaters naar de sluizen. Met behulp van twee peillijnen, één lijn vanuit het midden der pieren en één lijn, waarbij de kleine en de grote vuurtoren van IJmuiden in eikaars verlengde liggen, de z.g. lichtenlijn, worden de schepen ge peild. Voortreffelijk samenspel Een stem uit de luidspreker verbreekt de stilte van het donkere vertrek „Hallo radar! - Hallo radar IJmuiden! Hallo radar IJmuiden! Hier de Neptunes, hier de Neptunes.... Kunt U mij peiling en afstand geven?" Het is de loods aan boord van het vrachtschip Neptunes. Zodra hij aan boord is gekomen, heeft hij een kleine zend-ontvanger, een soort „Walky-tal- ky", ingeschakeld en nu roept hij de ra dar op. De radarman heeft de Neptunes op het scherm reeds opgemerkt en trapt met zijn voet op een pedaal. In het beeld komt nu de peillijn. Met een draaibare knop wordt deze lijn „over het schip" gelegd en de koers wordt afgelezen. Met een andere knop wordt daarna de afstand gemeten. „Hallo Neptunes! Hallo Neptunes!" antwoordt de man achter het scherm", hier volgt peiling en afstandnul negendrietwee duizend nulnegendrietwee dui zend. „Dat is goed begrepen.... nul, negen drie.... twee duizend.... Ik hoor aan stuurboord blazen...." IJmuiden! „Dat is een meeligger, daar hebt U geen last vanU zit momenteel nulnegentweevijftien honderd. „All right, nul negen tweevijf tienhonderd. Het samenspel is begonnen, Telkens, ongeveer om de honderd meter, worden aan de loods op de Neptunes positie en afstand doorgegeven. Kleiner, steeds kleiner wordt die afstand. Het schip na dert de pieren. De waarnemer zegt door de microfoon: „U zit nu midden tussen de pieren, kunt U deze onderscheiden?" De loods antwoordt:: „Ja, ik kan ze nog net zien". Dan gaat het van boei tot boei. „U passeert stuurboord rood één". „Begrepenrood éénkrijg ik nog iets tegen?" „Aan bakboord een stilliggend vaar tuig, onderlinge afstand tweehonderd- vijftig meter". „Goed ontvangen.... stilligger tweehonderdvijftig meter...." „U bent vijftig meter bezuiden de lichtenlijn „O.K., ik ga naar bakboord uit „U passeert stuurboord rood twee. „Stuurboord rood twee...." Langzaam, maar zeker, komt het vrachtschip verder. „U passeert nu de semafoor...." „All right Zo gaat het door, onafgebroken; de loods verlaat zich geheel op zijn radar man. Door zijn routine weet de radar waarnemer reële echo's van valse te onderscheiden. De figuur op het scherm is hem vertrouwd. Tot vlak voor de sluizen geeft hij zijn aanwijzingen. Een vermoeiende, inspannende taak Maar ook een dankbare taak.... Wan neer de loods meldt: Bedankt voor de assistentieen de radarman voor het laatst antwoordt: „All right, Nep tunes en behouden vaart verder dan weet hij, dat hij zijn belangrijk aan deel heeft geleverd in het openhouden van de zeeweg naar Amsterdam.... Dezelfde geest. In November 1951 heeft Z.K.H. Prins Bernhard deze eerste havenradarinstal- latie van Europa in werking gesteld. Het Noordzeekanaal bestond tot vijfen zeventig jaar. In 1878 stond op dezelfde plaats Z.M. Koning Willem III om plech tig de vuurtoren in gebruik te stellen. Het Noordzeekanaal bestond toen drie jaar. 1878-1951; drieënzeventig jaren van grote verandering. Zeilschepen werden vervangen door motor- en stoomschepen, petroleumbranders door gloeilampen. Kompas en dieplood aangevuld met ra dio en radar. Maar de koopmansgeest van Amster dam is dezelfde gebleven, de hyper moderne radarinstallatie te IJmuiden is daar het beste bewijs van. (Nadruk verboden). Texelse Boys-nieuws Ook nu heeft Boys 1 het niet tot een overwinning kunnen brengen tegen KSV 1. Boys 1 betrad met 3 invallers het veld, hetgeen ook duidelijk tijdens het spel tot uitdrukking kwam. De in vallende spil heeft echter een goede in druk gemaakt, hetgeen van de binnen- spelers nu niet direkt gezegd kan wor den. Over het algemeen waren deze spe lers iets le langzaam en niet doortastend genoeg, waardoor het juiste verband in de voorhoede zoek was. De hele wedstrijd door was het ver langde tempo niet aanwezig, zodat er van spanning geen sprake was. Voor beide doelen ontstonden wel eens ge vaarlijke momenten, met enige goede kansen, doch deze werden door geen van de twee elftallen benut. De Boys waren wel iets in de meerderheid, doch ook zij waren niet in staat de KSV-verdediging uit positie te spelen. Ook het samenspel van halflinie met voorhoede was onvol doende, zodat de afgeslagen Boys-aan vallen niet door deze linie werden op gevangen om meteen weer een nieuwe aanval te lanceren. Ook bij KSV ontbrak dit contact, zodat het middenveld heel vaak tot het niemandsland behoorde. De aanvallen wisselden elkaar af, hetgeen soms tot onverwachte situaties leidde, doch steeds weer wisten de verdedigin gen in te grijpen, waardoor deze wed strijd eindigde zoals hij begonnen was: 00. Boys 3 was op bezoek bij De Koog 2 en in een aardige wedstrijd behaalde zij de overwinning 31. Voor zondag geen pogramma, vanwege België-Nederland. De adsp. gaan zaterdag a.s. bij Cocks- dorp a op bezoek. 66. De teil met zijn triomfantelijke in houd naderde met rasse peddelslagen de feestelijk versierde haven en toen ze de kade bijna hadden bereikt, brak er een oorverdovende ovatie los. Een voortva rend lid van de feestcommissie kon zijn huldeblijken niet langer inhouden en zwom met een prachtige bos madeliefjes naar de winnaars. Honderden handen werden uitgestoken om onze vrienden uit de teil te trekken en in optocht mee te voeren. Feestelijk getooide dames van de plaatselijke ontvangstcomité's hingen de helden grote bloemkransen om en een opgetogen, joelende menigte, tilde de bemanning van de „Brul" op de schou ders en droegen hen onder het luide zin gen van liederen mee. Wat voelden onze vrienden zich ge lukkig! De zon scheen uit een stralende hemel! Ze werden rondgedragen door een uitgelaten menigte en stond hen te wachten! „Weet je wat jammer beest tegen Pepito, toen rustig in hun hotelkamer jammer, dat de kombuis is". - „Waarom is dat kapitein Druppel, die net „Omdat in de koekepan eitjes lagen". een grote prijs is?" zei Bloo- ze 's avonds zaten. „Het is óók gezonken jammer?", zei binnen kwam. nog gebakken DIENSTPLICHT Uitspraken inzake vrijstelling De Burgemeester van Texel brengt ter algemene kennis, dat de Minister van Oorlog omtrent vrijstelling van dienst als gewoon dienstplichtige de volgende uitspraken heeft gedaan: Pietcr Rauwerda, lichting 1956. Met ingang van 2 oktober 1956 voor de duur van diens verblijf in Canada vrij stelling van dienst als gewoon dienst plichtige wegens aanwezigheid van een bijzonder geval, bij beschikking van 25 september 1956, no. 783906. Tegen elke omtrent vrijstelling gedane uitspraak kan iedere belang hebbende uiterlijk de tiende dag na de dag waarop de uitspraak ter algemene kennis is gebracht, in be roep komen. Indien de ingeschrevene, wie de uitspraak geldt, buiten Neder land verblijft, kan, voor zover het door deze in te stellen beroep betreft, mei overschrijding van de termijn van tien dagen genoegen worden genomen. Zo lang omtrent zodanige overschrijding geen beslissing is genomen, wordt de uitspraak na-het verloop van de termijn van tien dagen als onherroepelijk be schouwd. Het tot Hare Majesteit de Koningin te richten beroepschrift moet met redenen omkleed zijn en worden ingeleverd op afd. militaire zaken van de secretarie de zer cemeente. Texel, 5 oktober 1956. De Burgemeester voornoemd C. DE KONING DIENSTREGELING T.E.S.O. Geldig tot en met 24 november 1956 Werkdagen: Van Texel: 5.20 7.40 10.30 12.55 15.30 18.10 Van Den Helder: 6.30 9.25 11.40 14.20 16.45 19.35 Op zon- en alg. erk. chr. feestdagen: Van Texel: 7.45 11.30 16.00 18,20 Van Den Helder: 10.30 12.45 17.20 19.35 TEXEL VAKANTIELAND Texelwat ligt ge rustig in zee. Het land voor vakantie, wie gaat er nu mee? Haar zoele kustbossen en prachtige weiden, Geelt gezondheid, neemt weg al het lijden. De zakenman vindt rust op het zonnige veld. Men kan er kamperen voor heel weinig geld. De stadsmensen trekken er gaarne naar toe. Ze rusten weer uit, van het werken zo moe- Als de tijd is verstreken, en zijn allen weer sterk, Trekken ze weer vol goede moed aan hun dagelijkse werk. Zo dromen van Texel, voor het volgende jaar, En sparen de centen weer Iris bij eikaar- De sleur van het leven gaat zo almaar door. Men gaat per auto, per fiets of per spoor. De vlijtige boeren, die de koeien gaan melken, De bollenboer kweekt weer de kleurrijke kelken- Het voorjaar roept, met de bloemen in 't land. Saluut voor de bevolking, wij reiken de hand- Gij land van de duinen, trotseert gij de zee, En wij drinken gaarne op Texel de thee. Zachtmoedig en rustig, vaarwel nu tot slot. Als straks de boot vaart, dan is ons gebod, We gaan weer naar Texel, het komende jaar. Kamperen weer rustig, gezond bij elkaar. Kampeerder van „Dennenrust"- E. d- V. qa S.V. Texel Uitslagen van zondag: 4 wedstrt werden afgelast. Grashoppers-Si* 31. Texel 2-Succes 3 63. Adsp. Texel a-BKC a 110; De l a-Texel b 1—3; Texel c-HCSC b U Zoals te verwachten was werd terrein van RKAFC afgekeurd. Ons rein echter bleef in prima conditie, is een voorrecht zulk een veld ter schikking te hebben. Aan onze leden aansporing te zorgen om het zo lang gelijk in deze toestand te behouden. Texel 2 verscheen in een andere stelling en ze hebben hun eerste winning behaald. In de voorhoede w; Leen en Max de sterkste spelers dij n aanval dirigeerden. Jan de Beurs vei digde zijn doel heel behoorlijk en na training en ervaring zal het best g Ze hebben er allemaal hun best vooi daan, maar wat meer snelheid en di doorgeven en goed plaatsen zal sterker geheel geven. Het zag er aanvankelijk niet naar want die veteranen van S. konden best meekomen. S. maakte spoedig doelpunt uit een strafschop, toen O de bal met de hand uit de boven tikte. Uit een misverstand - Cor terug en Jan liep uit - verdween d( in het doel en S. stond ogenschij stevig op winst. Max had bijna een maal succes, totdat uit een voorzet Leen Texels eerste doelpunt ontstoni kwam een voorzet van rechts en mei vliegend schot maakte Henk gelijk nog voor de rust werd het 32. Het bleef nog spannen bij 43, T. liep uit tot 53 en uit een cc speelde S. no. 6 in eigen doel. Er is dus van alles mogelijk maai denk dat de 2 laagst geplaatste z degraderen. Texel a-BKC a werd weer een j overwinning. Texel zette haar wil j Goed spelend kregen de B'ers w| kans. Aanvallend als verdedigend Texel meester van het terrein. Niek keer op keer prachtig voor. Joop meestal te dicht bij het doel. Toch ons binnentrio niet zo zelfzuchtig Joop niet te veel passeren, maar me driehoek met Heino trachten doo] spelen. Het werd 110. Texel b wist in De Koog de pi mee te nemen. Met 31 werd gewoi Ook de C'tjes deden het weer be speelde HCSC b geheel van de kJ Jj Keurig werd doorgegeven en doo: schoten. Ook hier werd het 110. A.s. zondag geen programma in band met de interlandwedstrijd Beljd, Nederland. Alleen adsp. c gaat HRC f. DAMCLUB TEXEL Uitslagen 5 oktober 1956: A.: S. Ros-W. A. van Zeijlen J. Hooijberg-Jac. van Heerwaarden S. v. Heerwaarden-S. Bakker C. Dijker—C. Meedendorp Joh. D. Bakker-N. de Graaf B.: J. J. de Beurs-A. v.d. Slikke Jn. Stam-S. v. Heerwaarden P. W. Kooi-P. Keijser Dzn. G. Dros-A. Vinke C. v.d. Werf-C. P. Burger C.: R. Zijm-D. v.d. Werf J. A. van Enst-Jb. Koorn F. van Sambeek-J. Hillen P. Bakker-J. A. van Enst Voor we ons verder gaan verdicpe; ro de enen, tweeën en nullen, die na ie< clubavond de resultaten tonen, \vi ts we namens de club ons trouw lid C. Heerwaarden van harte beterschap n x>* sen. Voorlopig, vernamen we, zal hij niet kunnen deelnemen. De nullen die de nieuwe A-klas opliepen, laten zich licht verklaren, de nieuwe B-klasser kon het niet werken. De bezetting was goed, maar toch i 1 ten we nog enkele leden, zonder dal bericht was gegeven. Dit hoort er bij mensen! ind ut om :ei a W< 0, aai V tei Er ei< i tegën pijnen hoofdpijn, griep, kiespijn, rheumatische pijnen. FEUILLETON door W. KERREMANS 20. De kazerne met de paarden, zoals hij die eenmaal in Utrecht had gezien. Nu trad hij er binnen, nu zou hij dan ook een paard krijgen, het mogen verzorgen en er op leren rijden. Hij had kunnen dansen en zingen en de mannen die daar met onverschillige of zelfs met on tevreden gezichten rondliepen doen de len in zijn verrukking. Hoe was het toch mogelijk, dat die kerels niet even blij waren als hij? Zij hadden toch een paard en zij konden rijden. Wat ontbrak er dan aan hun geluk? Op de chambree maakte hij kennis met het kazarneleven - en dat viel niet mee. De zware, bulderend rondgeroepen vloeken vlogen als keien tegen zijn hoofd, de zedeloze uitdrukkingen, de ruwe verwensingen en de spot, waarmee hij ontvangen werd maakten zijn entree in de militaire wereld geenszins tot een genoegen. Vloeken had hij uiterst zelden gehoord, thuis werden nooit en in het dorp hoogst zelden godslasterlijke uit drukkingen gebezigd. Schuine grappen vertelden de jongens elkaar onderling wel, maar dan toch niet op die grove, openlijk rondgeschreeuwde wijze als hier. Hij had niet geweten dat het zo was, de huzaar had hem dat niet ver teld, omdat deze het niet als een ver meldenswaardig feit had erkend, er zelfs niet aan had gedacht, dat iemand zoiets niet zou weten en nu Marien er voor tenminste 2 jaar midden in stond, moest hij maar trachten het te aanvaarden en er niet op te letten. „Bent uwes boerenpummel van uw beroep?" vroeg de cavalerist die naast hem sliep. Marien keek hem glimlachend aan en antwoordde: „Ik ben boerenpummel geweest, toen kantoorklerk geworden en ga nu probe ren een huzaar te worden". „Kantoorklerk? Hoe kom jij dan hier?" „Omdat ik nogal wat van paarden af weet". De huzaar wierp zich op zijn bed en gierde het uit: „Hei, Mottige, kijk eens naar die knul hiernaast, die verbeeldt zijn eige, dat ie nogal wat van paarden afweet, omdat ie eerst kaffer en toen pennelikker is geweest!" De Mottige kwam bij Marien staan en beloofde: „As je me straks een borrel geeft, zal ik je vertellen hoeveel benen een paard het. Jij praat natuurlijk nog van poten, maar dat mot je alvast weten: jijzelf het poten, maar een paard het benen Jij het een kop en een paard het een hoofd. En ga nou maar mee, dan zal ik je de weg wijzen naar de kantine. Je heb vast meer centen dan ik". „Straks", antwoordde Marien, „ik moet eerst mijn spullen in orde brengen. Een kist moet ik kopen". „Kan ik je aan helpen, een prachtkist voor een schijntje. Ga mee". Marien was wantrouwend tegen de Mottige, maar vergezelde hem toch. Deze bracht Marien naar een andere solda- tenkamer en vervoegde zich daar bij 'n huzaar, die sokken zat te stoppen. „Kees, hier heb je een klant voor die kist van je". Kees taxeerde Marien, sprong op en trok van onder zijn bed een kist, zoals elke soldaat er een moet hebben. Na enige onderhandeling werd Marien eige naar, droeg zijn nieuwe meubel naar zijn eigen krib en legde hetgeen hij had meegebracht daarin. De eerste dagen was er nog niets, wat geleek op oefening of zelfs theorie. De dagen waren gevuld met heen en weer lopen naar rustkamers en magazijnen voor het in ontvangst nemen van kle ding, ondergoed, uitrustingsstukken, wa penen, het verstrekken van opgaven op het bureau, het leren vouwen van de dekens, die zoals hij vernam „het wolr ietje" werden genoemd, het vouwen en opbergen van kleding, van welke dingen hij op last van kofporaal Binnerts on derricht kreeg van de man die naast hem sliep en die daarom zijn slaapje werd genoemd. Hij heette Blokker, was al 2 jaren in dienst en verlangde naar het einde. Blokker vertrouwde Marien reeds de tweede dag toe, dat zijn groot ste begeren was om bediende te worden bij een drogist. Even groot als Mariens verlangen naar paardrijden, was dat van hem om nog eens te staan in zo'n win kel met al die flessen en potjes om zich heen en daaruit de mensen te bedienen, maar hij wist niet hoe hij dat ooit zou kunnen bereiken. Marien wist hem hoop te geven door de woorden van meester Schippers te herhalen, dat niets onmo gelijk is voor hen die willen en hij ried hem aan om eens met een drogist te gaan praten over de wijze, waarop die positie te bereiken zou zijn. Blokker schudde weemoedig het hoofd en zei dat hij toch niet met zo'n man zou kunnen praten. Toen Marien hem beloofde dat hij het wel eens zou doen, klaarde zijn gezicht op en van dat ogenblik af werd hij een hartelijk en hulpvaardig kame raad. Onder de nieuw opgekomen huzaren was er een, Cornelisse genaamd, tot wie Marien zich aangetrokken gevoelde en die sympathie vond blijkbaar weerklank. Cornelisse was evenals Venkel een boe renzoon uit een christelijk milieu, een eenvoudige openhartige jongen, die wel niet de brandende hartstocht van Ma rien had voor het paardrijden, maar die evenwel de langere diensttijd bij de ca valerie gaarne verkozen had boven de kortere bij de infanterie. Cornelisse lag met Marien op dezelfde chambree, hij was uiterst precies op alles en doods bang voor straf. Nadat de miliciens alles gekregen hadden wat zij moesten hebben, begon de opleiding. Die bestond vooreerst nog maar uit het rondleiden in de stallen en aanwijzen en noemen van wat zich daar bevond, daarna konden zij helpen met het voederen en drenken van de paar den en eindelijk kwam de dag dat Ven kel zijn eigen paard kreeg toegewezen. Het was nummer 135 en luisterde trouw naar zijn naam Nelly. Toen het dier was aangewezen ging Marien er naast staan en sprak het toe, streek het paard over de neus en hals en bleef zolang er bij, tot hij weggeroepen werd. Ook met de rij oefeningen werd begin gemaakt. In de binnenmanege der leiding van een adjudant-instrud en een korporaal, die voor de and paarden moest rijden. Begonnen w met rijden op de deken zonder beug al spoedig gevolgd door het opwer J11 van met hooi gevulde linnen baü *nn eerst in stap en daarna in draf. Het ren allen zeer makke en rustige paari waarop de recruten hun eerste les kregen, maar toch gleed of viel nu ruiter onder het rijden op de grond j, moest dan proberen het voortlopa paard weer te beklimmen. Na het rijden kregen zij onderricht het onderhoud der paarden, 't roslo e men, borstelen en sponsen en hie vond Venkel gelegenheid zich meeri zijn eigen rijdier vertrouwd te mal in Dat kostte hem ook geen moeite, ft P begreep hem en gevoelde Mariens lid jk Een paard begrijpt en verstaat veel fl ot dan wij vermoeden, het heeft een lij nemend fijn waarnemingsapparaat Dp de gevoelens, die een mens 't toedrai Nelly wist al van het eerste bezoek' Marien af, dat de nieuwe baas van h#ar zou houden en haar goed zou behan ro len en zij gaf hem daarvoor haar negenheid en trouw terug. Later toen hij meer geoefend viel het de instructeur en ook de i® ai geoefende huzaren op, hoe il< Nelly luisterde naar hetgeen Venkel 1 ie dier deed begrijpen en hoe vertrok ivi ruiter en paard met elkaar waren- (Wordt vervolgd ro rc

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1956 | | pagina 4