MAGGI
1
De witste schuilplaats die ooit werd opgezocht.
I(ermicellisbep.
todeujk
VOOR TELEVISIE EN RADIO Techn. bur. Jan
Agter tel.
46
LIJST!
NOOIT AT U ZO'N LEKKERE SOEP ZO VOORDELIG!
De zaak met de meeste ervarin
..met 't minste werk!
^voor
diepe
38 een»
van
Boekhandel Parkstraat
„DRIE VROUWEN"
't Is blauw I
XiWerx'
borden)
voor
Een reusachtig heerlijke soep en -een reusachtig
handige soep! Want of U ze nu zo eet (met
bijv. wat/gehaktballetjes) dan wel als basis neemt
voor steeds weer anders smakende soeptraktaties,
de VERMICELLISOEP van MAGGI geeft U... in
5 minuten! ...het volle pond aan kwaliteit en
smaak. Thans is ze extra voordelig - ga dus deze
échte soep écht vaak eten!
Koop ze - kook ze keur ze. Ook
U zegt dan: Ja, inderdaad, Maggi Vermiccllisoep is
handig en heerlijk!
KIPPENBOUILLON
CRÈME DE TOMATES
GROENTE
CRÈME D'ASPERGES
CRÈME DE CHAMPIGNONS
ERWTEN
KALFSBOUILLON
OSSESTAART (met stukjes vlee.
Bouillon, getrokken van zui
ver, mals rundvlees.
Vermicelli van de beste tarwe
bloem.
2 Fijngesneden, tuinverse peter»
selic.
Uitgelezen kruiderijen.
Service Station TEXEL
F Zegel
Zet tekening, foto of diploma
in een passende
FEUILLETON
door W. KERREMANS
25. „En nu", sprak Joachim Willem,
„gaan we zien of dat loeder 't ook zo
goed doet als ik zandzak ben. Zorg dat
je op je plaats bent Venkel, want ik ga
er dadelijk over".
Venkel holde naar de heg, nam de
bareerstok in zijn hand, maar hield die
zo, dat het paard die niet kon zien.
Nauwelijks stond hij daar of de luite
nant kwam in een stevige galop aange
rend. Venkel zag hoe Brants de sprong
voorbereidde, tot het laatste ogenblik
hield hij het paard enigszins in be
dwang met de teugels en dreef het met
zijn benen aan en toen de sprong ge
maakt moest worden gaf hij de teugels
wat vrij en boog zich juist genoeg, niet
teveel en niet te weinig, over de hals.
Even vlot als zonder ruiter liep het dier
op de hindernis toe, maar precies op het
moment dat de heg genomen moest wor
den hield het in en wierp de voorbenen
in de lucht, maar kon zich niet staande
houden en viel plotseling neer. Brandts
werd bij dat plotseling stoppen in een
snelle vaart en bij het omvallen van zijn
rijdier met een boog uit het zadel ge
worpen en zou een zware smak hebben
gemaakt, maar Venkel had in dat on
deelbaar korte ogenblik van steigeren en
vallen zijn onverstoorbare zelfbeheer
sing niet verlofen. Hij liet de bareerstok
vallen, sprong met uitgestrekte armen
naar voren en ving de officier op. De
schok van het afgeworpen lichaam te
gen hem aan kon Venkel niet doorstaan
en luitenant en korporaal vielen elkaar
omstrengelend tegen de grond.
Die val zou niet ernstig zijn geweest
op de mulle grond van de manege en
als beide daarop waren neergekomen
zou niets gebeurd zijn, maar nu kwam
Venkel met zijn hoofd terecht op een der
houten voetstukken, waarop de heg
steunde. Brandts was vlug opgespron
gen, maar Venkel bleef liggen.
„Allo Venkel", riep Brandt opgewekt,
„er is je toch niets overkomen?"
Venkel gaf geen antwoord, sloeg even
de ogen op en werd dodelijk bleek.
Brandts begreep wat er gebeurd was:
een hersenschudding. Huzaren, die als
toeschouwers rond de manege hadden
gestaan, snelden toe en wilden Venkel
opnemen.
„Afblijven", gilde Brandts, „liggen
laten. Hier jij, Kluiver, ga naar de wacht
en laat een dokter roepen met een bran
card. Jij, van Meurs, ga een stuk of drie
dekens halen en jij een bak water en 'n
handdoek. Korporaal Hak, kom hier",
riep hij naar een ander. „Zorg er voor
dat er niet gelopen wordt bij Venkel,
maak een kring waar niemand komt en
jij hier brengt het paard weg".
Brandts bleef bij Venkel wachten.
Tóen de dekens waren gebracht, nam hij
zelf heel behoedzaam het hoofd van
Venkel op en schoof er een plat opge
vouwen deken onder, de andere liet hij
dik opgevouwen onder de voeten van de
gevallene leggen, zodat die hoger kwa
men te liggen dan het hoofd. Een der
huzaren legde een natte doek op Ven-
kels hoofd en kreeg order die regelmatig
te verversen.
Na korte tijd richtte Venkel zich wat
op en braakte krachtig. Er was geen
twijfel of hij had een hersenschudding
en Brandt begreep dat hij verder niets
kon doen dan wachten op de dokter. Het
duurde nogal voor deze verscheen. Lang
onderzoek was niet nodig.
„Een duidelijk geval van commotio
cerebri", zei hij, „hersenschudding. Wel
Brandts er is een groot geneesheer in
jou verloren gegaan. Je maatregelen zijn
uitstekend geweest. Heel goed dat je
hem hebt laten liggen. Dat sjouwen met
zo'n man is soms funest, 't Is een stevige
knaap en ik denk dat hij er gauw mee
klaar is. Hij is blijkbaar op dat voetstuk
gevallen. Gelukkig geen schedelbreuk.
Daar is de brancard al. Nu voorzichtig
mannen. Leg de diager vlak naast hem
en til de man voorzichtig op. Eén houdt
zijn hoofd vast en onbewegelijk. Goed
zo. Nu nog langzaam opheffen en in de
wagen hangen. Klaar? Langzaam rijden
en oppassen voor schokken. Bonjour
Brandts".
„Jammer", zei Joachim Willem, toen
de brancard wegreed. „De stakker heeft
de portie gekregen, die ik had moeten
hebben".
Daarmee was de belangstelling van
Brandts voor Venkel niet uitgeput. Hij
liet hem allerlei brengen wat de patiënt
mocht hebben, bezocht hem enige malen
en informeerde geregeld naar zijn toe
stand. Toen Venkel na 4 weken verple
ging terugkeerde in de kazerne had
Brandts er voor gezorgd, dat hij bij zijn
eerste week-eindeverlof nog twee dagen
extra kreeg.
De 4 weken afwezigheid van Venkel
hadden een fatale invloed gehad op zijn
makker Cornelisse. Los van het dagelijk
se toezicht en de aansporingen van Ven
kel had hij weer eens een borrel ge
dronken en die smaakte hem zo onbe
schrijfelijk heerlijk, dat een tweede en
derde volgde.
Toen geloofde hij verloren te zijn en
bedronk zich. Zijn vrienden wisten hem
binnen de kazerne te brengen, zonder
dat van zijn toestand rapport werd ge
maakt, maar de rem die Venkel zo ste
vig had vastgedraaid was losgeslagen.
Cornelisse liet zich gaan en dronk alsof
hij de verloren tijd wilde inhalen.
Venkel behoefde niets te vragen toen
hij zijn vriend terugzag. Zijn uiterlijk
was in die korte tijd niet dat van een
dronkaard geworden, maar Venkel zag
dadelijk dat er wat haperde en begreep
en
SUN 65.193.320.54
was het was. v
„Ja", bekende Cornelisse, ,,'t is ov
Marien, 't is glad mis. Ik ben aan
zuip".
Venkel greep de ander bij zijn sch(
ders en schudde hem heen en weer.
„Vervloekte slappeling", schreeuw
hij. „Is dat alles wat je te zeggen heb
„Ik kan er niet tegen op, Marien.
kan er niks meer aan doen". lu
„Ik kan er niet tegen op, ik kan ld
niks meer aan doen", herhaalde Mari er
op een jankerige toon. Dat zegt verdo i
een vent als jij. Je bent geen vent, oe
bent een kind, een lammeling, een val pa
doek. Weet je wat ik zal doen? Ik ga s pr
je ouders en aan je meisje schrijven' in
je een verzopen vent bent geworden,fo
verzopen huzaar en dat ze het b« r
doen als ze nou in eens maar afschi Üe
van je nemen". >ij
„Neen Marien, doe dat toch niet, as cl
blief niet. Ik zalik wil". *i;
„Kletskoek van ik zal en ik wil. la
reis wil je zuipen, dat is het enige Ier
jij wilt en wat jij kunt, maar niet te sp;
jezelf zeggen: dat wil ik niet, daar 1
jij geen fut voor, lamstraal dat je befl da
„Marien ik heb op jou gewacht.
hebt me onderlaatst geholpen en als
me weer helpt dan.
„Hoor eens hier, Bart. Ik wil het n<
één keer proberen, maar nu niet m* ïi
met kalmoes of zulk spul. Je kunt vi
die zuiper ij afkomen, als je doet wat
zeg". {Wordt vervolgd)- ft
EVEN WEGKRUIPEN als moeder binnenkomt. Ritsonder
de tafel, die gedekt is met een Sunil-wit tafellaken. Is er een wittere
schuilplaats denkbaar?
Alleen Sunïl wast zó wit! De blauwe kleur vertelt U op
het eerste gezicht al dat Sunil anders is dan alle andere wasmiddelen.
En de weergaloze witheid van Uw wasgoed spreekt boekdelen over
de unieke werking van Sunii. Het vette, vlijtige Sunil-sop heeft meer
dan normale wasenergie en intensieve reinigingskracht!
Zonder weken, zonder bleken, zonder blauwen
Sunil is „alles-in-een". U hoeft niet te weken en U bespaart Uzelf het
ongemak van bleken en blauwen. In één washandeling wordt Uw
wasgoed op de gemakkelijkste manier stralend wit 1
standaardpak 42 ct.
reuzenpak 81 ct.
Sunil voorde witste was