Pimba
de
negerjongen
„DRIE VROUWEN"
(Vervolg van pagina 1)
den zou ik U zeker kunnen noemen.
Ik zou overigens nog wel op iets an
ders willen wijzen. De inmiddels be
roemd geworden circulaire van de Mi
nister van Binnenlandse Zaken is er
oorzaak van dat het gemeentebestuur
halsstarrige pogingen doet om Gedepu
teerde Staten te bewegen goedkeuring te
hechten aan enige door de Raad zeer ur
gent geachte objecten, - de Witteweg,
de Groeneplaats en parkeerplaatsen.
Deze objecten zullen tijdig voor het
seizoen moeten worden gerealiseerd. In
feite gaat het om een bedrag van minder
dan 100.000,—.
Daartegenover zij medegedeeld dat
kortelings de bouw van een nieuwe tele
fooncentrale op Texel werd gegund voor
een bedrag van, naar ik meen, plm. een
half miljoen.
Vanzelfsprekend achten wij de Cen
trale voor Texel van het grootste belang.
Ik zou U echter de vraag willen voorleg
gen, wat acht U in een korte voor ons
liggende periode van groter belang? De
realisatie van genoemde gemeentelijke
objecten, die voor de broodwinning van
meerdere Texelaars van belang zijn of
het andere object. Of, wanneer ik buiten
de direct gemeentelijke sfeer probeer te
blijven wat zou U prefereren, de bestem
ming van 500.000,voor een minder
vergaande beknotting van het ruilverka-
velingswerk, dan wel voor de telefoon
centrale. Ik persoonlijk zou het antwoord
wel weten. Maar kennelijk is de vraag
zelfs niet gesteld, anders zou men toch
mogen aannemen dat het gemeentebe
stuur er in werd gekend.
De discussie over de meergenoemde
circulaire is overigens wel zeer interes
sant. Het behoeft geen verwondering te
baren, dat juist de grote gemeenten als
Rotterdam en Amsterdam in het open
baar scherp gereageerd hebben op de
circulaire van de Minister van Binnen
landse Zaken. Het heilig huisje der au
tonomie is nu aangetast. Begrijpelijk dat
grote gemeenten met in feite meer auto
nomie dan de anderen in het geweer
komen.
Wanneer echter een Wethouder van de
gemeente Amsterdam - indien ik het al
thans goed bezie - binnen ons huidige
bestel een andere autonomie bepleit dan
voor de kleinere gemeenten dan mag
hier wel wat tegen gezegd worden.
Dan zou wel eens kunnen worden op
gemaakt, dat vele bestuurders van kleine
gemeenten met ontzag opzien naar de
grote bedragen die voor zaken moeten
worden uitgegeven, waaraan zij voor hun
inwoners nooit toekomen, dan zou ook
wel eens kunnen worden opgemaakt, dat
in die grote gemeenten wel voorzienin
gen worden getroffen, die zij de kleine
bestuurders, zo objectief mogelijk beoor
deeld, minder urgent achten dan voor
zieningen in hun gemeenten van het
eerste belang.
Wanneer het in alle kamers van een
huis door een mankement aan de water
leiding lekt, sluit men de hoofdkraan af.
En alle getheoretiseer terzijde moet dan
worden erkend, dat voor de huidige situ
atie het huis het hele land is en dat dan
ook alleen de Regering de kraan kan be
dienen. En dan zullen groot en klein ge
lijkelijk een veer moeten laten.
Nu door de financiële situatie de ge
meentelijke autonomie weer in het mid
delpunt van de discussie blijkt komen te
staan, krijgt men de neiging daarop zelf
ook in te gaan.
Ik geloof dat het weinig zin heeft, ik
krijg althans de indruk, dat op vele en
belangrijke posten men gaarne bereid is
om met een charmant gebaar lippen
dienst te bewijzen aan een nu eenmaal
versleten en uitgemergeld begrip, zoals
men die gemeentelijke autonomie dan
ziet, maar dat van een au serieux nemen
van dit eens zo belangrijke goed niet
meer kan worden gesproken.
Overigens geloof ik dat men zich hier
over ook in de gemeentelijke sfeer wel
eens weer mocht beraden, want dat men
daar wel eens te zeer aan het verleden
vasthoudt, en in dit opzicht de ontwik
kelingen niet volgt en bijhoudt mag ook
wel worden erkend.
Leden van de Raad met deze sombere
woorden wil ik niet sluiten. Ik wil ons
zelf qelukkiq prijzen met het aantal za
ken in 1956 bereikt, ik wil de hoop uit
spreken dat het de qemeente ook in
1957 goed maq qaan en dat het U en mij
nadat wellicht zal blijken dat de donke-
ïe wolken niet zo donker waren, weer
voort kunnen qaan aan de opbouw van
onze qemeente; dat het ook voor U en
de Uwen weer een goed jaar maq zijn.
Ik heb gezegd.
Deze nieuwjaarsrede is hèt punt van
de agenda geworden, want deze ver
toonde verder geen wereldschokkende
onderwerpen, terwijl ook de rondvraag,
die wel eens interessant kan zijn, dit
maal weinig om het lijf had.
De heer G. Snoeij, benoemd tot hoofd
van de o.l. Vondelschool te Beverwijk,
werd eervol ontslag verleend als h.d.s. te
De Waal.
De heer L. G. Weldering, die reeds als
leraar aan de ulo is verbonden, werd
thans in vaste dienst benoemd. De voor
dracht ter vervulling van de vakature
van een vertegenwoordiger van de ge
meente in de Raad van Bestuur van de
N.V. Luchtvaartterrein Texel werd als
volgt samengesteld: 1. de heer C. H
Roeper (14 stemmen) en 2. de heer A.
Dros, 1 stem.
Dat de raad akkoord zou gaan met het
voorstel om „De Vergulde Kikkert" -
nou, verguld, verguld - voor de spotprijs
van 8.000,aan te kopen van de heer
J. C. Rab, was te voorzien. De raad toon
de zich met dit aanstaande bezit erg
verguld. Ook mevr. Vrijdag-Keijser vond
het prettig, dat men dit gebouw uit de
tanden van de tijd zal trachten te ruk
ken. Zij vreesde echter, dat er achter die
J 8.000,nog wel een paar nulletjes zou
den komen eer dit pand grondig gere
staureerd is, maar zó erg zal het toch
ook weer niet kunnen zijn. Voor een
halve ton speelt men dit onzes inziens
wel klaar.
Over de veiligheid in het verkeer wil
len wij het nooit meer hebben. Maar er
zit nog een ander facet aan: het lawaai.
Neem nou de brommers eens. Hoe meer
leven die produceren, hoe liever het de
berijder is. Hier moet nu maar eens een
eind aan komen, vond onze Vroedschap,
die zich als één man achter het voorstel
van B. en W. stelde om de 27ste politie
verordening in die zin te wijzigen, dat
brommers voortaan met een geluiddem
pende knalpot dienen te zijn uitgerust.
Akkoord ging men ook met het voor
stel tot uitbreiding van de o.l. school te
Oudeschild met een leslokaal, terwijl ook
de besturen van de r.-k. school, de nuts-
kleuterschool en de Hoornder kleuter
school hun wensen in vervulling zagen
gaan.
Een nieuwtje was verder de aankondi
ging van een fikse verbouwing van huize
„Irene", waarvoor zeker een ton zal
moeten worden uitgetrokken. De voor
zitter had uiteraard als liefste wens de
stichting van een gloednieuw, modern
gebouw gezien, maar dit zal voorlopig
wel een wensdroom moeten blijven.
Tijdens de Rondvraag wilden meerde
re leden wel eens weten, hoe lang het
zeer bouwvallige pand in de Waalder-
straat de voorbijganger nog moet bedrei
gen. „Bij een volgende storm ligt het
om", zo werd gewaarschuwd.
De heer J. Daalder wenste toezending
van een afschrift der notulen.
De heer S. van der Vis vroeg wanneer
De Koog nu eens zijn definitieve verlich
ting krijgt. Toch voor het seizoen? De
voorzitter zou hierover een gesprek op
nemen met de directeur van de T.E.M.,
maar verklaarde tevens, dat hij op het
schema van uitvoering geen invloed
wenste uit te oefenen, want de T.E.M.
doet wat zij kan.
Mevr. Koning-Bruin bracht de toe
stand van de Achterweg te Oudeschild
ter sprake, de heer Jn. Vlaming de stort
plaats van de gemeentelijke reinigings
dienst, die met een Vesuvius werd ver
geleken. Een particulier kan van dit ter
rein welhaast geen gebruik meer maken.
De heer W. Wassenaar zei nieuwsgie
rig te zijn naar de wijze waarop men het
woningtekort van Texel berekend heeft.
Het zou lachwekkend zijn als men niet
moest vrezen, dat deze berekening voor
Texel funest kan wezen omdat men in
Den Haag aan die cijfers grote waarde
schijnt te hechten.
De heer K. Beumkes wees op de toe
stand van het rijwielpad in de buurt
van het Molwerk, waar dit pad door de
werkzaamheden aan de dijk onbruikbaar
geworden is-. Het fietspad lag op de dijk,
maar zal daar niet opnieuw mogen wor
den aangelegd. Men zou het tracee nu
wellicht .langs de dijk kunnen doortrek
ken.
Hierna volgde sluiting.
WEGVANGEN VAN HARINGBROED
BAART ZORGEN
Alle zeebiologen van Noordwest-Euro
pa maken zich druk over het teruglopen
van de haringstand en zoeken naarstig
wegen om overbevissing te voorkomen,
maar de visserij op zeer jonge haring
wordt rustig voortgezet. Aldus meldt
„Het Vrije Volk".
Zij vervolgt: Ook de Nederlandse vis
sers zijn thans bezig om een steentje in
de visserij op jonge haring bij te dragen
Er worden de laatste tijd flinke hoeveel
heden van het jonge haringbroed onder
naam sardien in de havens van IJmuiden,
Scheveningen en Breskens aangevoerd.
Naar wij van de zijde van het Centraal
Instituut voor Visserij onderzoek verne
men, zijn de hoeveelheden die door de
Nederlandse kottervloot worden aange
voerd niet alarmerend. In vergelijking
met de enorme hoeveelheden jonge ha
ring die de Duitsers en Denen voor hun
visverwerkende industrieën plegen te
vangen zijn de vangsten van de Neder
landers vrijwel onbetekenend.
Maar zelfs al zouden de vangsten alar
merend zijn, dan is er nog niets aan te
veranderen. Want het is niet verboden
om deze jonge haring aan te voeren. De
biologen vermoeden, dat de haringstand
door het vissen op het jonge broed wordt
geschaad. Zekerheid hieromtrent bezit
men nog niet.
De onderzoekingen, die thans in onder
linge samenwerking door de zeebiologen
van alle Noordwest-Europese kustlan
den worden uitgevoerd zullen moeten
bewijzen of dit inderdaad het geval is.
10. Pimba staat voor een beek. Hij kan er
door waden, maar dat duurt te lang.
Vliegensvlug klimt hij in een boom, die
ver over het water reikt. Een liaan! Ja,
daar heeft hij hem. Hij pakt de stevige
stengel krampachtig beet, zet met zijn
voeten af en maakt een reuze zwaai naar
de overkant. „Bari, Bari" roept hij, en
FEUILLETON
door W. KERREMANS
50. „Neen. Mijn man liep altijd rond met
het plan om een goede hengst aan te
schaffen, maar het is er nooit van geko
men. Ook al omdat de prijs voor zo'n
dier erg hoog is. Wat denkt u dat een
eerste klasse hengst zou kosten?"
„Voor een flinke Oldenburger zult U
zeker moeten rekenen op een bedrag dat
boven de 5000,ligt!".
Mevrouw Horsting knikte langzaam en
zei zacht: „Daarmede moeten we dan
wachten tot hier wat orde is geschapen
en de financiën zo'n uitgave veroorloven.
Zoudt U het aandurven met het tegen
woordige materiaal?"
„Ik heb de paarden nog niet gezien".
„Ik zal u straks even rondleiden, maar
eerst wil ik u een uiteenzetting geven
van de toestand zoals die hier op het
ogenblik is. Hebt u er al iets van gezien?"
„Heel vluchtig en weinig, mevrouw
Horsting".
„Dat is misschien toch genoeg om U
enige indruk te geven?"
„Ochalleen een haastige rond
blik...."
„Wat hebt u daarbij opgemerkt? Zegt
U het mij eens ronduit en zonder terug
houding?"
Venkel aarzelde. Wat moest hij haar
zeggen? Zij liet hem niet lang zoeken
naar een antwoord.
„Ik zie het al. Het kan niet anders,
iemand als u die een bedrijf als het mij-
pe kan beoordelen, heeft aan die enkele
daar komt het aapje al.
Samen verstoppen ze zich tussen de
struiken. Pimba heeft gezien, dat een
eindje verder herten aan het drinken
waren. Die leiden misschien de aandacht
van de leeuw af.
Waarom zouden de herten de leeuwin
niet opgemerkt hebben? Ze hebben een
minuten genoeg om te zien, dat het vre
selijk is. Het kan zo niet doorgaan. Vink
is een man, die.
„Hij noemde zich directeur, is dat zijn
titel?"
„Directeur?" riep zij verontwaardigd.
„Is die kerel gek? Misschien streeft hij
daarnaar, hoopt er »op, maar hij is nog
niet bekwaam om stalknecht te zijn. Die
drinkeboer. Hij is de boze geest hier en
bederft wat er nog goed is in de twee
andere knechts".
Uitvoerig vertelde zij hem nu wat
Venkel al wist: dat de fokkerij reeds tij
dens het leven van haar man niet flink
beheerd was en dat het nu van kwaad
tot erger was geworden, dat de winst
terugliep en dat bij een voortzettting op
de wijze van thans het einde niet lang
kon uitblijven. Er moest, zeide zij, een
meester komen, die met vaste en strenge
hand de teugels kon opnemen, dan kon
de zaak gered worden en tot nieuwe
bloei geraken en zij eindigde:
„Mijnheer Venkel, ik heb aan mijn ou
de vriend Kortebas om raad gevraagd en
hij is expres naar hier gekomen om mij
die te geven. Ik zal U niet herhalen wat
hij van U heeft gezegd, u zoudt er verle
gen onder worden, maar ik heb begre
pen, dat U de man zijt, die ik zo drin
gend nodig heb en nu ik nog maar zo
kort met u heb gepraat, kan ik zeggen,
dat ik vertrouwen in u heb. Ik bied U
deze betrekking niet aan, maar ik vraag
het U met grote aandrang, mijnheer
Venkel, kom hier en help mij. Laat ons
samen de zware taak gaan opnemen, die
U hier zou wachten, kom en wees mij
erg goed reukorgaan, weet Pimba van
zijn vader. Ha, hij weet 't al. De wind
staat in de verkeerde richting. Zij kun
nen de leeuwin niet ruiken, maar de
leeuwin de herten wél. Nu zal het dier
zeker deze kant opkomen. Kijk de her
ten spitsen hun oren al. Straks zal de
leeuwin wel te voorschijn komen.
S.V. Texel
Uitslagen van zondag:
Inhaaldag: DTS-VZV 1—0; JVC-Texel
00; Grashoppers-RKAFC 22; Succes-
WGW 1—1. Texel 2-Hollandia T. 2 1—3.
Texel 2 was met haar incompleet elf
tal niet tegen H. opgewassen. De bezoe
kers waren niet alleen sneller, maar ook
was hun plaatsen, vrij lopen en doorzet
ten beter. Zo stond Texel met de rust
al tegen een 30 achterstand aan te kij
ken. In de 2e helft deden zich enkele goe
de kansen voor, maar het lukte niet. Één
maal wist Henk zich goed vrij te spelen,
waaruit hij een fraai tegenpunt scoorde.
Bij Texel verdedigde Tonny z'n doel
uitstekend en voorkwam een dikke ne
derlaag. Jan in de verdediging deed
eveneens prima werk.
Texel b won van Tex. Boys a, waar ze
op bezoek waren, met 60. Flink ge
daan, jongens.
Texel c maakte met HRC g korte met
ten. Met 90 werd hier gewonnen. Het
is een lust om deze jonge ploeg te zien
spelen. Zoals al meer gebeurd was, liet
ook nu weer Robby Beumkes verstek
gaan. We kunnen hem beter niet meer
opstellen.
Texel 1 kwam tegen JVC niet verder
dan een puntenverdeling 00, ondanks
een veldmeerderheid van Texel. Verde
diging en halflinie speelden puik, maar
in de voorhoede was het weer mis. Hen-
ny raakte vrij spoedig op halve kracht
en liet zich, jammergenoeg, niet vervan
gen. Het terrein was uiterst zwaar. Cees
miste een vrije kans, evenals Martien.
Jammer, jongens, deze punten hadden
we beide moeten meenemen.
Aid. Handbal.
Een Bondsoefenmeester heeft voor de
jeugd en voor de senioren een training
gegeven. De jeugd in het gymlokaal, de
senioren op het terrein. Ze hebben van
de oefenstof kunnen profiteren en het is
een zeer nuttige dag geweest.
Hopen we nu maar, dat door regelma
tig en doelmatig trainen we tot de beste
verrichtingen komen.
A.s. zondag: Texel-Schagen; Texel a-
Schagen a; Texel b-De Koog a; Texel c-
Schagen c.
Handbal Texel uitwedstrijd.
Texelse Boys-nieuws
Tex. Boys 1-Cocksdorp 1 20.
Dit is een zeer aantrekkelijke en span
nende wedstrijd geworden. Cocksdorp
heeft getracht zijn huid zo duur mogelijk
te verkopen. Zij is daar zeker in geslaagd
en dat de score niet hoger is geworden is
te danken aan de prima spelende SVC-
keeper Stolk, die verschillende malen op
sublieme wijze redde. Zelfs een toege
kende penalty vond in zijn ogen geen
genade, want als een panter dook hij op
de bal, die overigens slecht genomen was.
De eerste speelhelft verliep in grote
spanning, want beide doelen waren ver
schillende malen in gevaar. Over het al
gemeen waren de Boys iets in de meer
derheid, doch de SVC-verdediging draai
de op volle toeren. Zodoende ging de rust
met dubbelblanke stand in.
Tijdens de 2de helft begonnen de Boys
een offensief in te zetten door goed op
gezette aanvallen via de buitenspelers te
lanceren, maar nog hield de S.-verdedi-
ging stand. Na ruim een kwartier werd
een corner goed door l.-buiten Kuip voor
het doel geplaatst. De hoog opspringende
keeper kon echter niet bij de bal en r.-
buiten M. Boogaard schoot buiten ieders
bereik in: Kort hierop werd een voorzet
van rechts keurig ingekopt, doch r.back
Dootjes wist een doelpunt te voorkomen
door met zijn vuist de bal weg te stom
pen, waarop de bovenomschreven penal
ty volgde. Tien minuten voor het einde
wisten de Boys de overwinning veilig te
stellen door een doelpunt van midvoor
J. van Heerwaarden, die ook nu een
voorzet van Kuip wist te benutten en de
S.-keeper kansloos versloeg. Cocksdorp
trachtte vergeefs de eer nog te redden.
Boys 2 moest in een prettige en spor
tieve wedstrijd in ZAP 2 zijn meerdere
erkennen: 62.
De adsp. a kwamen na een lange rust
periode ook weer eens in het veld nl.
tegen Texel b. Met 60 verloren onze
jongens. Denk erom, jongens, de volgen
de week volhouden tot het einde en niet
de moed laten zakken.
De welpen speelden tegen Texel. In
een pittige wedstrijd wonnen onze jon
gens met 21.
Zondag a.s.: KSV 1-Tex. Boys 1; Tex.
Boys 2-Geel Zwart 2. Zaterdagmiddag
Oosterend a-Tex. Boys a.
S.V.C.-nieuws
Het eerste ging naar Tex. Boys en
heeft het er niet zo slecht afgebracht als
de vorige keer. S. wist de snelle aan
vallen van de Boys te onderscheppen en
het bleek al gauw dat de ploegen elkaar
niet veel toe zouden geven. De achter
hoede was prima op dreef met aan het
hoofd de goed spelende keeper, die ver
scheidene aanvallen onschadelijk maak
te. S. wist de stand tot de rust 00 te
houden.
Na de thee kwamen de Boys goed op
zetten, maar wisten dit eerst niet met
doelpunten te bekronen. Na twintig
minuten spelen wist de Boys aan een
10 voorsprong te komen door het ver
keerd begrijpen van een corner, waar
door de Boys-rechtsbuiten maar voor het
inschieten had. S. ging verwoed door,
maar verder dan een paar goede aanval
len kwamen ze niet. 10 minuten voor het
einde verhoogden de Boys de stand tot
2—0.
S. mag terugzien op een goed gespeel
de wedstrijd.
Het tweede deed het ook goed en wist
met 51 van ZDH 2 te winnen. Goed zo.
De adsp. deden het eveneens goed en
wonnen met 51 van Oosterend.
Programma a.s. zondag: SVW 1-SVC 1.
Vertrek met boot 11,30 uur. SVC 2-De
Koog 2, aanvang 2,30 uur. De adsp. gaan
naar ZDH a op bezoek, aanvang 4 uur.
Vertrek 3,15 uur van Barends.
S.V.O.-nieuws
We trokken met een hele serie inval
lers naar St. Victor. Albert liet ons nu
weer eens wachten zonder afbericht. Dat
hoort er tegenwoordig zo bij. Het veld is
behoorlijk zwaar en spekglad. We hebben
dan ook minstens een kwartier nodig om
ons hier op aan te passen, maar als de
voorhoede doorkrijgt, dat men met uit
kijken meer bereikt dan met rennen,
begint het bij ons te draaien. De l.-bin-
nen speelt zich steeds keurig vrij en
weet de score te openen: 10, wat hij
even later herhaalt. Als een back de bal
achterover kopt is de midvoor er meteen
vandoor en met een hard schot is het
30. Nu hebben ze de smaak te pakken:
de l.-binnen maakt nog 2 doelpunten en
de l.-buiten nog 1. We gaan rusten met
een 60 voorsprong.
Na de rust wordt er bij ons wat kal
mer gespeeld en we krijgen de wind te
gen. Toch is het de l.-buiten die no. 7
hard in de touwen jaagt en even later
doet hij no. 8 in de touwen belanden. Wij
beginnen het nu wel te geloven en hier
door kan St. Victor de eer redden: 81.
Toch geeft deze stand de verhouding in
het veld niet geheel weer, want zoveel
was St. V. niet minder.
Volgende week gaat het eerste naar
Grashoppers. A.s. zaterdag spelen adsp.
b thuis tegen Tex. Boys a, aanvang 4 uur.
P.S. Albert zijn afwezigheid had goede
redenen. Hij zorgde voor uitbreiding der
vereniging. Gefeliciteerd namens de
sport.
DAMCLUB TEXEL
Uitslagen van 1 februari 1957:
Jeugd:
J. Moerbeek- W. Laan 20
J. v.d Bout-T. Verheije 02
M Stam-K. Schoorl 11
H. Verstegen-P. v.d. Wulp 20
J. A. v.d. Slikke- I. Moerbeek 20
P. Bruin-K. Schoorl 20
A.:
Jac. v. Heerwaarden-S. Ros 02
W. A. v. Zeijlen-J. Vinke 20
J. Hooijberg-C. v. Heerwaarden 11
C. Meedendorp-Joh. D .Bakker 20
C. Meedendorp-C. Dijker 02
B.:
A. v.d. Slikke-G. Dros 11
C. P. Burger-J. J. de Beurs 11
Jo Schoo-S. v. Heerwaarden 02
C.:
C. Vinke-J. J. Lafeber 20
R. Rijm-Jac. Bink 20
Jn. Koorn-J. Hillen 11
C. Meedendorp doet het nog steeds
goed en de kans, dat hij volgend jaar het
vierde of mogelijk zelfs het derde bord
zal bezetten is niet uitgesloten.
In een stand van 8 om 8 leek C. van
Heerwaarden duidelijk op winst te staan.
Bij de afwikkeling bleek wit nog juist
voldoende verdediging te hebben tegen
de aanval van zwart's lange vleugel.
Jo Schoo werd overtuigend verslagen,
waardoor S. van Heerwaarden nu wel
zeer stevig aan de kop staat.
In C haalde R. Zijm een partij en daar
door twee punten op D. v.d. Werf, die nu
nog een voorsprong heeft van 1 punt, met
een partij meer gespeeld.
tot steun, voorkom de ondergang van
deze fokkerij, die nog zo goed kan wor
den bij een behoorlijke leiding. Ik mag
wel zeggen, red mij en mijn kinderen
van een dreigende en steeds meer nader
komende ondergang".
Venkel had gedurende het onderhoud
slechts een paar maal een korte vraag
gesteld en een opmerking gemaakt, maar
zijn sympathie voor mevrouw Horsting
was van het eerste moment dat hij haar
zag, toegenomen en hij aarzelde niet
meer. Nu verlangde hij er naar om da
delijk te beginnen en haar te helpen,
haar los te maken van het gore individu,
dat haar naar een afgrond voerde; de
zaak weer op poten te zetten en het
werk aan te vatten, dat hem lokte.
„Mevrouw Horsting", zei hij op een
voudige, bescheiden toon, „ik neem uw
voorstel aan. Ik kom en zal mijn best
doen hier.
Hij stopte. Hij werd zich bewust dat
het pijnlijk zou zijn voor haar te moeten
horen wat hij eerst wilde zeggen
hier wat orde te brengen, maar hij be
hoefde niet naar een andere uitdrukking
te zoeken, want mevrouw stond verheugd
en met een stralend gezicht op, kwam
naar hem toe en reikte hem beide han
den:
„Wat ben ik U dankbaar, mijnheer
Venkel. Ik gevoel me nu reeds als gered.
Het is.het is zo.
„Lief van U" had zij op de tong, maar
dat zou toch wat vreemd klinken tegen
deze, haar volkomen vreemde man.
„Het is zo goed van u. Ik weet het dat
mijn fokkerij nu in goede handen komt
en weer zal opgevoerd worden".
Ze zweeg en stond even in beraad.
Toen ging zij haast onhoorbaar verder,
met haar gelaat afgewend:
„En nu neemt u het aan, zonder een
vraag naar de conditiesKortebas
heeft niet te veel van u gezegd. Neen,
dat zeker niet. U neemt deze moeilijke,
lastige betrekking aan, waarin zeer veel
van U verlangd en verwacht wordt,
waarin u onmatig hard te werken zult
hebben, zonder te vragen wat uw loon,
uw salaris zal zijn".
Zij keek hem bijna vertederd en be
wonderend aan en zei toen bedremmeld:
„Ik kan u geen hoog salaris bieden. Te
weinig voor wat ik van u vraag, maar
het kan niet".
Er was iets angstigs in haar stem ge
komen.
„Het zal genoeg zijn, mevrouw Hor
sting", antwoordde Venkel stil.
Mevrouw Horsting moest even slikken
en haar ontroering verbergen. „Het zal
genoeg zijn" had hij gezegd, zonder iets
te weten. Wat lag er niet in die enkele
woorden, vertrouwen in haar, bereidheid
om haar te helpen, geen begeerte, maar
integendeel klaar tot opoffering, tot een
sober en moeilijk leven. In volle een
voud en natuurlijkheid sprak hij, alsof
dat alles niets buitengewoons was. Een
man als hij, die een goede naam had, die
gemakkelijk een veel betere betrekking
zou kunnen vinden. Kon zij hem op die
voorwaarden wel aannemen? Moest zij
Venkel niet duidelijk laten begrijpen,
wat er verwacht werd van hem en hoe
hij van een klein salaris zou moeten
rondkomen? Neen, dat ging toch niet.
Ze moest hem meer inlichtingen geven
en haperend vervolgde zij:
„U zult elders moeten wonen".
„Ja, ik zal elders moeten wonen".
„Vink", zei ze haastig, „woont in een
café, maar daar moet u niet gaan".
„O neen, zeker niet".
„Ik zal een goed adres voor U opzoe
ken!"
„Dat zou heel vriendelijk van u zijn".
„De pensionsprijs zal niet hoog zijn".
„Neen, dat denk ik ook niet".
Nog altijd een verschuiving van de
omineuze woorden, het pijnlijke getal.
„Voorlopig kan ik u 250,per maand
aanbieden.met misschien.een
aandeel in de winst.maar ik ben
bang.
„Ik ben tevreden, mevrouw. Over het
winstaandeel kunnen we beter spreken,
als we een jaar verder zijn".
„Een ogenblik", zei ze en wendde zich
snel af en ging de kamer uit.
Zij was heengegaan omdat de ontroe
ring haar te machtig was geworden. Het
gesprek had haar reeds aangegrepen. Te
moeten vertellen aan een man, die zij
voor het eerst zag, hoe ongunstig haar
toestand was, hem haast te moeten sme
ken haar te hulp te komen en nu die
korte hartelijke antwoorden van hem,
welke haar deden begrijpen, dat hij niets
anders begeerde dan haar te hulp te
komen, dit alles deed haar weerstand
haast bezwijken en buiten de kamer
moest zij tot zichzelf komen.
(Wordt vervolgd)