een PArIC w als er RAN op staat. is all MrthA Produktiviteit Produktiviteitsbevordering geen mode, maar noodzaak j Gijs de Peur TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT ZATERDAG 13 APRIL 1957 Bij het lezen van het hiernaast afgedrukte artikel „Produktivi- teitsbevordering geen mode, maar noodzaak", dachten wij on willekeurig aan de positie van de Texelse groenteboeren. On langs gaf 'n niet-Texelse groen tehandelaar ronduit toe, dat „er slachtoffers zouden vallen". Dat is altijd het onaangename van krijgertje spelen. Intussen gaat het hier geenszins om een spel, maar om de harde realiteit, om de strijd om het bestaan. In een der ingezonden stukken werd op gemerkt dat de groentehandelaars hun waar voordeliger op het eiland konden krijgen door ge zamenlijke inkoop. Wel, wat is er tegen? Ze hebben bewezen, de handen ineen te kunnen slaan als de nood aan de man komt. Ook onder normale omstandigheden zou dit dus mogelijk moeten zijn. Ook buiten deze sector om kun nen wij voorbeelden noemen van de vrucht van gezamenlijke in koop. Wij denken aan de kruide niersorganisaties e.a. bedrijven. De omstandigheden dreven hen er toe en zie: de relatie consu ment-detaillist is uitstekend. Wij behoeven maar te denken aan avonden, zoals door „De Spar" e.a. worden georganiseerd. Wij geloven dan ook, dat er in de sector groentehandel wel iets te bereiken valt, tot heil van beide partijen. „Als de detaillist zijn economische functie zo doelmatig mogelijk verricht - zo lezen wij in het hiernaast gaande artikel - zal hij zich kunnen handha ven". Wij hopen, dat de Texelse groentehandel in deze inderdaad iets weet te bereiken, want de plaatselijke handel heeft in me nig opzicht haar betekenis voor de eigen bevolking duidelijk be wezen. VEïiSLAG KAMER VAN KOOPHANDEL Aan het jaarverslag over 1956 van de Kamer van Koophandel ontlenen wij het volgende: Veehandel De rundveehandel, zowel wat betreft het gebruiksvee als het slachtvee, ken merkte zich als gevolg van de koude weersgesteldheid in de eerste maanden van 1956 door lage aanvoeren op de markten en hogere prijzen. Na mei wer den de prijzen weer meer stabiel. Door een genomen werden voor de vetweide- rij gunstige uitkomsten verkregen. Ondanks het aanvoerverbod van var kens via de markten, wegens het heersen van mond- en klauwzeer, is het handels verloop niet tegengevallen en kan de varkenshouderij bij gestegen prijzen goed lonend worden genoemd. Door de hoge prijzen, die het buiten land wil betalen voor schapenvlees is het fokken en weiden van schapen een der meest rendabele takken van de veehou derij, waardoor er meer jonge dieren worden aangehouden, wat in de toekomst aanleiding zal kunnen geven tot grote voorraden. De hoge prijzen vormen even wel een beletsel voor de binnenlandse consumptie van schapenvlees. Visserij en vishandel De Noordzeevisserij, die in het begin van het jaar slechte resultaten oplever de, herstelde zich na de vorstperiode. Er werden bij matige vangsten zeer goede besommingen gemaakt. De trawlervis serij heeft een gunstig jaar achter de rug. Opmerkelijk was dat de kleinere scheepjes de beste besommingen maak ten. De Waddenvisserij was matig. De ka mervisserij was erg teleurstellend, ter wijl de sardijnvisserij door de afsluiting van de haven voor Den Helder van geen betekenis meer is. Was de opbrengst van de garnalen- vangst aanvankelijk onbevredigend, la ter liepen de prijzen op tot ongekende hoogte door de slechte vangsten elders. De vishandel te Den Helder verliep in het afgelopen jaar ongunstig tengevolge van het ontbreken van exportmogelijk heden. De waarde van de aanvoer aan de afslag te Den Helder bedroeg 762.724,70 tegenover 670.613,39 in 1955. De aanvoer van de afslag te Den Oever en te Oudeschild bedroeg resp ruim 1.600.000,— 1.602.865,89) en 110.553,69 125.028,24). Bloembollenliandel De export van bloembollen kan weder om zeer bevredigend worden genoemd. In 1956 werd voor een bedrag van 192.005.000,uitgevoerd, tegenover 177.811.000,— in 1955. Deze toename is hoofdzakelijk te dan ken aan de meerdere export naar West- Duitsland, Frankrijk, Italië, Noorwegen en Zwitserland. De overige landen na men ongevèer hetzelfde kwantum of iets meer af. Het gewas en de oogst van de hoofd artikelen konden dit jaar uitstekend genoemd worden. Tengevolge van de koude zomer en najaar was de opbrengst van gladiolen echter zeer slecht, waar door de prijzen van dit artikel sterk op liepen. Door de grote oogst van tulpen liepen de prijzen van dit artikel tot de lage regeringsminimumprijzen, hetgeen de handel een gevoelig verlies opleverde. Dagelijks komt men tegenwoordig in kranten en tijdschriften woorden tegen zoals: efficiency, parallellisatie en pro duktiviteit. De lezer die de inhoud van deze begrippen niet of onvoldoende kent, is al gauw geneigd deze „ingewikkelde dingen" maar over te slaan. Hij be schouwt ze, vaak gemakshalve, als be denksels van degenen die hun kranten artikel een „duur" tintje trachten te ge ven. Of hij meent, dat die modewoorden, net als de Magneetlijn van Dior over een tijdje wel weer door nieuwe creaties zul len worden vervangen. Zou men echter de moeite nemen de betekenis van die veel gebezigde uitdruk kingen te leren kennen, dan krijgen deze kranten- en tijdschrift-artikelen wel de gelijk inhoud en zo zou menige midden stander tot de conclusie kunnen komen, dat hij met die wetenschap zijn voordeel kan doen. Laat ons b.v. het begrip „produktivi teit" eens nader beschouwen in verband met de middenstandsonderneming. Wat is produktiviteit? Spreekt men over produktiviteit in de middenstand dan bedoelt men de verhou ding tussen de hoeveelheid goederen en diensten, die aan de consument worden verschaft en de hoeveelheid kosten, die daarvoor worden gemaakt. De produktiviteit kan in twee richtin gen toenemen: 1. ofwel door verlaging van de kosten bij gelijkblijvende hoeveelheid en kwaliteit van aan de consument verschafte goede ren en diensten; 2. ofwel door aanbieding van meer of betere goederen en diensten met gelijk blijvende kosten. Men kan het dus zowel in de hoeveel heid als in de kwaliteit zoeken. Het ef fect is in beide gevallen hetzelfde: een verlaging van de kosten per eenheid van de goederen en diensten. Nu kan deze kostenverlaging tot een Prijsverlaging leiden en dan heeft de consument een voordeel. Er zullen meer goederen en diensten worden omgezet, hetgeen van invloed is op de rentabili teit van de bedrijven en verder op de werkgelegenheid en de koopkracht van de bevolking en dus weer op de omzet ten. Als de kostenverlaging niet tot uit drukking komt in een prijsverlaging, is de hogere produktiviteit van directe in vloed op het rendement van de bedrijven. De welvaart van de middenstander zal daardoor toenemen, althans tijdelijk. De middenstander dient n.l. wel te beden ken, dat wanneer hij de voordelen die produktiviteitsverhoging oplevert niet ten goede laat komen aan zijn afnemers, zijn concurrentiekracht zal verzwakken. Hij loopt dan de kans uitgeschakeld te worden van het produktie- en distribu tieproces. 3i) Bfcaumaüsche Pijn TeroorzasixS door mzuiver bloed rengt Kruschen uitkomst. Dat komt door de bloedzuiverende kracht van Kruschen. De zes minerale zouten waaruit 't is samengesteld, hebben zo'n aansporende werking op de bloedzuive rende organen, dat 't bloed van stonde af aan sneller gaat stromen Onzuiver heden daarin kunnen zich niet meer vastzetten in de gewrichten en zo ver oorzaken die ook niet de pijnen meer, die U nu dag en nacht kwellen. De steeds hoger wordende bednjfson- kosten beïnvloeden de bedrijfsresultaten in ongunstige zin. Hiertegenover staat, dat tot nu toe geen hogere buitenlandse prijzen bereikt werden. Van regerings wege is thans een nieuw prijzen-systeem uitgewerkt, waardoor in de toekomst hogere exportprijzen zouden kunnen worden verkregen. Horecabedrijven en vreemdelingenverkeer Ondanks de slechte weersomstandig heden en de afzeggingen door Duitse toeristen van besproken hotel- en pen sionruimte in verband met de polio epidemie biedt het vreemdelingenver keer in het verslagjaar geen slecht beeld. De vrijgekomen plaatsen werden in het algemeen - zij het niet zonder moeite - spoedig weer door anderen bezet. Door de vele mutaties onder de gasten droeg het seizoen wel een enigszins rommelig karakter. Het opnieuw doen bezetten van geannuleerde kamers met logies op veelal kortere termijn verhoogde de ex ploitatiekosten aanmerkelijk. De ambitie om in het horecabedrijf werkzaam te zijn vermindert, hetgeen in het seizoen grote problemen schept. Gemiddeld was het aantal gasten on geveer 10% hoger dan vorig jaar. De conclusie is gewettigd dat het toeristen verkeer naar Noordholland boven het Noordzeekanaal gestadig toeneemt. De strandexploitanten hebben in ver band met het kille zomerweer een slecht seizoen gehad. Bovendien werd in storm achtige perioden in enkele gevallen grote schade toegebracht aan strandopstallen. Daar het verblijf aan het strand mees tentijds minder aangenaam was, werden ten behoeve van de gasten in de bad plaatsen met meer of minder resultaat verschillende ontspanningsevenementen georganiseerd. Opvoering van de produktiviteit is noodzaak Verhoging van de produktiviteit is een algemeen belang en een belang voor iedere zakenman. Vooral onder de huidige omstandighe den is opvoering van de produktiviteit cok in de middenstandsonderneming bij zonder belangrijk. De concurrentie is de laatste jaren, nu er sprake is van een „kopersmarkt" - d.w.z. nu het aanbod van goederen in vele gevallen de vraag overtreft - aan zienlijk scherper geworden. Voor de on dernemers, die zich vestigden in 'de tijd, toen de goederen nog schaars waren en we een „verkopersmarkt" kenden bete kent dit de eerste kennismaking met de concurrentie. Vooral deze zakenlieden zullen zich de kunst moeten eigen maken hun kostencijfer kritisch te bekijken en hun onkosten zoveel mogelijk te druk ken. De nieuw gevestigde bedrijven hebben bovendien het nadeel, dat hun kosten over het algemeen veel hoger liggen dan die van oudere bedrijven. De middenstander ziet zich thans voor het probleem geplaatst, de stijgende kos ten (lonen, sociale lasten, hogere eisen van de klant) op te vangen, terwijl hij zijn prijzen volgens de scherpe concur rentie niet of onvoldende kan verhogen en dit met het oog op het algemeen be lang ook niet gewenst is. Daartoe is hij alleen maar in staat, wanneer hij met alle kracht de produktiviteit in zijn on derneming bevordert. Het grootbedrijf schenkt jarenlang grote aandacht aan de produktiviteits- bevordering en boekt op dit terrein be langrijke successen. De middenstand zal er - in al zijn geledingen - voor moeten waken, hierbij niet achter te blijven. Hoe te- handelen. Als men inziet, dat verhoging van de produktiviteit nodig is, rijst de vraag, „hoe kan ik dat in mijn eigen bedrijf be reiken?" Vele middenstanders zullen geneigd zijn te denken, dat de produktiviteit in hun bedrijf niet kan worden opgevoerd, omdat zij niet in dezelfde mate ais de industrie kunnen mechaniseren. Er bestaan echter voor een midden stander verschillende andere mogelijk heden voor het bereiken van een hogere produktiviteit: doelmatiger werken, ver betering van werkmethoden, betere ge reedschappen en machines, betere orga nisatie en betere administratie. Het gaat er niet om meer uren te maken, maar de uren, die men werkt, beter en doel treffender te besteden. Men behoeft het niet zozeer in grote dingen te zoeken. Hoeveel kleine verbe- xeringen zouden in het bedrijf kunnen worden verwezenlijkt, als men de moeite nam de gang van zaken in het bedrijf te analyseren en te bekritiseren. Om enige voorbeelden te noemen: Is de inrichting van de winkel of werkplaats doelmatig? Hoeveel uren heeft het verkopend per soneel niets te doen? Verschaft de boek houding voldoende inzicht in het bedrijf? Hoe groot is de omzetsnelheid? Kan het assortiment niet worden verbeterd en zijn de voorraden soms niet te groot? Voor elke onderneming ligt hier een taak. En wat de middenstander individu eel niet kan, zou kunnen gebeuren in samenwerking met anderen. De sterke ontwikkeling van de inkoopcombinaties en de groei van het vrijwillige filiaal bedrijf bewijzen, dat in samenwerking iets kan worden bereikt. Voor verschil lende branches zijn thans produktiviteits- onderzoekingen gaande (bakkers, sla gers). In de vakbladen is hieraan de no dige bekendheid gegeven. Voor de middenstander in het bijzon der geldt, dat hij zich slechts kar> hand haven als hij zijn economische functie zo doelmatig mogelijk verricht. Het gaat er om aan de consument meer of betere goederen en diensten ter beschikking te stellen tegen de laagst mogelijke kosten. Als de middenstand zijn economische functie niet goed vervult, zullen andere groepen klaar staan om zijn plaats in te nemen. Middenstander, „let op U saeck". Middenstanders die nader op de hoogte wensen te worden gesteld van de metho den die er bestaan om tot produktivi teitsverhoging te komen, kunnen zich wenden tot de middenstandsconsulent, de heer P. Dondorp, Dreef 34, Haarlem, Telefoon K 02500 - 21663. PREMIEREGELING VOOR HET SCHIETEN VAN HOUTDUIVEN Ter bestrijding van schade, veroorzaakt door houtduiven aan de landbouw, wordt ook dit jaar een premie beschikbaar ge steld voor het schieten van deze duiven, aldus deelt het betrokken Ministerie mede. De regeling is 1 april ingegaan. De premie bedraagt 0,75 per volwassen geschoten houtduif. Voor uitkering komen in aanmerking de houders van een jachtakte en de houders van een vergunning ex artikel 53 van de Jachtwet. Ook dit jaar zal de uitkering geschie den door de provinciale voedselcommis- sarissen. Ingeleverd dienen te worden de rechtervleugel en de rechterpoot van de geschoten duiven. TEXELSE JONGEN ZAT BIJNA OP VAKANTIEBOOT NAAR AMERIKA De 15-jarige Joop Quint maakte als leerling van de r.h.b.s. Den Helder (4de klas) deel uit van een groepje van zes scholieren, dat te Den Haag aan een selectie werd onderworpen als kandi daat voor het internationale kamp „Sun rise" bij Nieuw York. Joop, de jongste van het team, zal de grote vijver echter niet kunnen oversteken, want de (oudere) Rik Molster uit Amsterdam stak hem juist de loef af. Intussen is onze jeugdige eilandgenoot geenszins ontmoedigd en hij is ernstig van plan om volgend jaar opnieuw mede te dingen. Geen wonder: het gaat hier om een drie maanden du rende vakantie in Amerika. Uit ieder land kwam één scholier van een middel bare school in aanmerking. De gehele zaak wordt door een multi-miljonair be taald. HANDELSREGISTER In „Handelsregister" lezen wij onder nieuwe inschrijvingen: Grossiers: Hoppen, Texel, Den Burg, Schildereinde 121 A. Groothandel in vleeswaren. UENST U NAAST op r\OOlSTt K6U4 '-.voo^uce^ I -OOK Te winkel£N FEUILLETON door J. G. J. Bax 9. Een zachte satijnen huid, de armen iets gebruind, overgaande in de blankheid van schouders en borst, waarboven een slanke hals. Dik kastanjebruin haar, weerbarstige krullen om een mooi ge vormd gelaat, dat een gezonde buiten- kleur heeft. Fijn getekende, donkere wenkbrauwen boven een paar grote, bijna zwarte ogen. Vreemd, dat dit je eigen kind is, dat je met eigen ogen hebt zien opgroeien en dat nu voor je staat als een vreemde, jonge vrouw. Haar kind, waarin zij voor het eerst een vreemd wezen zag, een we zen met eigen gedachten en gevoelens en een eigen wil. Eens zou een man komen en haar een nieuw leven binnenvoeren. Hieraan zou zij niets kunnen veranderen, het was nu eenmaal 's werelds beloop. Haar ogen, die tot nu toe peinzend op haar dochter hadden gerust, richtten zich nu op de klok en weer tot de wer kelijkheid teruggekeerd, zei zij: „Kom, Marietje, schiet op meid, ga nu eten". „Ja, moeder, even kijken wat voor weer het is". Bij haar verschijning buiten op het erf sprong de hond vrolijk tegen haar op. „Kalm, Bello, ja, je bent braaf; een brave hond hoor, hier dan, even stoeien", een spelletje, dat zich elke morgen herhaalde. „Nee, nu is het uit, het vrouwtje heeft geen tijd meer". Zij richtte zich op en zoog frisse mor genlucht in. „Hè, lekker weer, Bello". De hond, die zijn naam weer hoorde noemen, wilde opnieuw beginnen. Ze weerde hem ech ter af en wipte met een „Braaf buiten blijven" naar binnen. „Ziezo, moeder, heerlijk weertje". „Ja, net als gister, moet je thee?" „Ja, graag. Vader de plas al op?" „Al vroeg, ja, vijf uur Heeft Willem je niet wakker gemaakt?" „Nee, ik heb hem niet gehoord. Dat is dan maar een kort nachtje voor vader geweest. Was hij laat thuis?" „Ja, het was haast twaalf uur, heb je helemaal niets gehoord?" Hierbij keek ze haar dochter gespannen aan. Deze at rustig verder. „Nee, ik heb zeker nog al vast ge slapen. Was hij weer....?" „Ja, dat hoef je niet te vragen, zoals gewoonlijks dinsdags'. Hier stokte het gesprek, totdat Ma- rietje opstond, op de klok keek en zei: „Het is nog vroeg, dan kan ik nog mooi mijn fiets even schoonmaken". „Nee, Marietje, blijf nog even zitten, ik had je nog wat te vragen". „Wat is er dan, moeder, moet ik een boodschap voor je doen of moet ik wat meebrengen?" Daar zij op deze vraag niet direct antwoord kreeg, keek zij haar moeder verwonderd aan, die besluiteloos in haar stoel zat en tenslotte zei: „Nee, dat niet, het gaat over jezelf". Marietje, nu opmerkzaam geworden, nam opnieuw aan de tafel plaats en vroeg op aanmoedigende toon: „Is er wat bijzonders, moeder?" „Ja, kind, zie je, ik kan altijd zo moei lijk met jou over die dingen praten. Ik had zo graag geweten, hoe het nu eigen lijk met Rinus staat". Marietje's gelaat betrok en zij ant woordde: „Maar moeder, moet je daar nu op de vroege ochtend over beginnen, hoe zou het staan, net als altijd hoor". „Nee, je weet wel wat ik bedoel. Ik zie hem zo weinig meer hier, hebben jullie wat gehad?" „Gehad, nee, wat zouden we gehad hebben. Dat hij niet meer komt moet hij zelf weten, hij hoeft voor mij niet weg te blijven". „Maar, Marietje, je weet toch, dat hij alleen voor jou hier komt en dat hij „Ja, dat weet ik nu zo langzamerhand wel, moeder", viel Marietje haar onge duldig in de rede. „Spreek je hem dan helemaal niet meer?" ondervroeg moeder verder. „Zeker, waarom niet?" „O, dus jullie hebben geen ruzie gehad?" „Ruzie, waarover zouden wij ruzie hebben? Altijd dat gezeur over Rinus, als U anders niet heeft, dan smeer ik hem, hoor". „Maar, Marietje, maak je toch niet altijd zo gauw kwaad, ik meen het toch goed met je. Je hebt toch zelf wel ge merkt, dat Rinus van je houdt? Ik dacht dat jij ook wel om hem gaf. Het is een aardige jongen. Of heb ik me zo in hem vergist?" „Och, moeder, aardig, ja hij is wel aardig, maar daarom hoef ik toch niet van hem te houden?" „Heeft hij je dan nooit wat gevraagd of gezegd? Ik ben toch niet blind en ik zie toch wel, dat hij alleen maar oog voor jou heeft?" „Ach, ja, moeder, hij heeft wel eens op iets gezinspeeld en hij heeft mij wel eens.nu ja, wat doet het er toe, dat waren maar grapjes. Ik hoop niet dat hij het ernstig opgenomen heeft". „Ik ben anders bang van wel, Marietje" „Dan is het zijn eigen schuld, moeder. Nee, van hem houden, ten minste echt van hem houden Zij zweeg, wendde het gezicht van haar moeder af en keek dromerig naar buiten. Deze had de vreemde glans in haar ogen gezien en was geschrokken van het mateloze verlangen en de hunkering, die uit de blik spraken. Of was het misschien herinnering? „Is er een ander?" vroeg zij zacht. Marietje, door deze vraag weer tot de werkelijkheid terug gebracht, stond op en antwoordde luchtig: „Dat zal wel, moeder, ik weet alleen nog niet wie". „Werkelijk niet? Marietje, je kunt het mij toch wel zeggen?" „Nee, heus niet, als het zover is, dan zal ik het wel vertellen". „Goed dan, kind, ik hoop alleen niet, dat het dan Jacob zal zijn". Marietje had zich bij het laatste ge zegde van haar moeder juist omgekeerd en schrok bij het horen van die naam. Was het slechts toeval of zou moeder iets weten, vloog het door haar gedachten, zou zij iets gehoord hebben? Bliksemsnel overlegde zij, of zij zou toegeven, tegen spreken of net doen of zij niets gehoord had. Misschien was het wel het beste te den of zij erg verwonderd was. Zij besloot tot het laatste, draaide zich om en vroeg op onschuldige toon: „Jacob, hoezo Jacob, hoe komt U daar bij?" „Dus je weet wel, wie ik bedoel, hè?" Marietje bedacht met schrik, dat zij zich verraden had en probeerde haar fout snel te herstellen. „Nee, hoe zou ik dat weten; er zijn meer honden, die Fikkie heten". „Nee, je weet best wie ik bedoel, het is Jacob Vermeulen, niet?" Marietje stond nog steeds voor de ta fel en keek naar de grond, op haar ge laat een hoogrode kleur van schaamte, niet omdat moeder alles scheen te we ten, maar omdat Jacob aan haar de voorkeur gaf, van haar hield, Jacob, waar alle boerendochters vinger en duim naar likten, maar die hij geen van allen moest hebben, schamen, nee, trots was zij er op. Die meiden met haar boeren trots, die haar met de nek aankeken, omdat zij maar de dochter van een doodgewone visser was. De dochter van de stroper, zoals zij haar reeds als kind op school uitscholden; schelden deden zij nu niet meer; zelfs daarvoor waren zij te trots, want afstand diende bewaard te blijven. Maar één ding had zij toch op allen voor; alle jongens van het dorp, ook de boerenzonen voor wie het boeren- evangelie „Bezit hoort bij bezit" nog niet gold en die nog naar wat anders ke ken dan naar geld en afkomst alleen, schonken de meeste aandacht aan haar. (Wordt vervolgd) 1 BK i kl Het merk RANG staat duidelijk op iedere Rangrol, alsook op liet beschermend omhulsel van ieder Rangetje RANG, een product van de Kingfabrieken

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1957 | | pagina 3