een PArIC
w als er RAN
op staat.
is all
MrthA
Produktiviteit
Produktiviteitsbevordering geen mode,
maar noodzaak
j
Gijs de Peur
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
ZATERDAG 13 APRIL 1957
Bij het lezen van het hiernaast
afgedrukte artikel „Produktivi-
teitsbevordering geen mode,
maar noodzaak", dachten wij on
willekeurig aan de positie van
de Texelse groenteboeren. On
langs gaf 'n niet-Texelse groen
tehandelaar ronduit toe, dat „er
slachtoffers zouden vallen". Dat
is altijd het onaangename van
krijgertje spelen. Intussen gaat
het hier geenszins om een spel,
maar om de harde realiteit, om
de strijd om het bestaan. In een
der ingezonden stukken werd op
gemerkt dat de groentehandelaars
hun waar voordeliger op het
eiland konden krijgen door ge
zamenlijke inkoop. Wel, wat is
er tegen? Ze hebben bewezen, de
handen ineen te kunnen slaan als
de nood aan de man komt. Ook
onder normale omstandigheden
zou dit dus mogelijk moeten zijn.
Ook buiten deze sector om kun
nen wij voorbeelden noemen van
de vrucht van gezamenlijke in
koop. Wij denken aan de kruide
niersorganisaties e.a. bedrijven.
De omstandigheden dreven hen
er toe en zie: de relatie consu
ment-detaillist is uitstekend. Wij
behoeven maar te denken aan
avonden, zoals door „De Spar"
e.a. worden georganiseerd. Wij
geloven dan ook, dat er in de
sector groentehandel wel iets te
bereiken valt, tot heil van beide
partijen. „Als de detaillist zijn
economische functie zo doelmatig
mogelijk verricht - zo lezen wij
in het hiernaast gaande artikel
- zal hij zich kunnen handha
ven". Wij hopen, dat de Texelse
groentehandel in deze inderdaad
iets weet te bereiken, want de
plaatselijke handel heeft in me
nig opzicht haar betekenis voor
de eigen bevolking duidelijk be
wezen.
VEïiSLAG
KAMER VAN KOOPHANDEL
Aan het jaarverslag over 1956 van de
Kamer van Koophandel ontlenen wij het
volgende:
Veehandel
De rundveehandel, zowel wat betreft
het gebruiksvee als het slachtvee, ken
merkte zich als gevolg van de koude
weersgesteldheid in de eerste maanden
van 1956 door lage aanvoeren op de
markten en hogere prijzen. Na mei wer
den de prijzen weer meer stabiel. Door
een genomen werden voor de vetweide-
rij gunstige uitkomsten verkregen.
Ondanks het aanvoerverbod van var
kens via de markten, wegens het heersen
van mond- en klauwzeer, is het handels
verloop niet tegengevallen en kan de
varkenshouderij bij gestegen prijzen goed
lonend worden genoemd.
Door de hoge prijzen, die het buiten
land wil betalen voor schapenvlees is het
fokken en weiden van schapen een der
meest rendabele takken van de veehou
derij, waardoor er meer jonge dieren
worden aangehouden, wat in de toekomst
aanleiding zal kunnen geven tot grote
voorraden. De hoge prijzen vormen even
wel een beletsel voor de binnenlandse
consumptie van schapenvlees.
Visserij en vishandel
De Noordzeevisserij, die in het begin
van het jaar slechte resultaten oplever
de, herstelde zich na de vorstperiode. Er
werden bij matige vangsten zeer goede
besommingen gemaakt. De trawlervis
serij heeft een gunstig jaar achter de
rug. Opmerkelijk was dat de kleinere
scheepjes de beste besommingen maak
ten.
De Waddenvisserij was matig. De ka
mervisserij was erg teleurstellend, ter
wijl de sardijnvisserij door de afsluiting
van de haven voor Den Helder van geen
betekenis meer is.
Was de opbrengst van de garnalen-
vangst aanvankelijk onbevredigend, la
ter liepen de prijzen op tot ongekende
hoogte door de slechte vangsten elders.
De vishandel te Den Helder verliep in
het afgelopen jaar ongunstig tengevolge
van het ontbreken van exportmogelijk
heden. De waarde van de aanvoer aan
de afslag te Den Helder bedroeg
762.724,70 tegenover 670.613,39 in
1955. De aanvoer van de afslag te Den
Oever en te Oudeschild bedroeg resp
ruim 1.600.000,— 1.602.865,89) en
110.553,69 125.028,24).
Bloembollenliandel
De export van bloembollen kan weder
om zeer bevredigend worden genoemd.
In 1956 werd voor een bedrag van
192.005.000,uitgevoerd, tegenover
177.811.000,— in 1955.
Deze toename is hoofdzakelijk te dan
ken aan de meerdere export naar West-
Duitsland, Frankrijk, Italië, Noorwegen
en Zwitserland. De overige landen na
men ongevèer hetzelfde kwantum of iets
meer af.
Het gewas en de oogst van de hoofd
artikelen konden dit jaar uitstekend
genoemd worden. Tengevolge van de
koude zomer en najaar was de opbrengst
van gladiolen echter zeer slecht, waar
door de prijzen van dit artikel sterk op
liepen. Door de grote oogst van tulpen
liepen de prijzen van dit artikel tot de
lage regeringsminimumprijzen, hetgeen
de handel een gevoelig verlies opleverde.
Dagelijks komt men tegenwoordig in
kranten en tijdschriften woorden tegen
zoals: efficiency, parallellisatie en pro
duktiviteit. De lezer die de inhoud van
deze begrippen niet of onvoldoende kent,
is al gauw geneigd deze „ingewikkelde
dingen" maar over te slaan. Hij be
schouwt ze, vaak gemakshalve, als be
denksels van degenen die hun kranten
artikel een „duur" tintje trachten te ge
ven. Of hij meent, dat die modewoorden,
net als de Magneetlijn van Dior over een
tijdje wel weer door nieuwe creaties zul
len worden vervangen.
Zou men echter de moeite nemen de
betekenis van die veel gebezigde uitdruk
kingen te leren kennen, dan krijgen deze
kranten- en tijdschrift-artikelen wel de
gelijk inhoud en zo zou menige midden
stander tot de conclusie kunnen komen,
dat hij met die wetenschap zijn voordeel
kan doen.
Laat ons b.v. het begrip „produktivi
teit" eens nader beschouwen in verband
met de middenstandsonderneming.
Wat is produktiviteit?
Spreekt men over produktiviteit in de
middenstand dan bedoelt men de verhou
ding tussen de hoeveelheid goederen en
diensten, die aan de consument worden
verschaft en de hoeveelheid kosten, die
daarvoor worden gemaakt.
De produktiviteit kan in twee richtin
gen toenemen:
1. ofwel door verlaging van de kosten bij
gelijkblijvende hoeveelheid en kwaliteit
van aan de consument verschafte goede
ren en diensten;
2. ofwel door aanbieding van meer of
betere goederen en diensten met gelijk
blijvende kosten.
Men kan het dus zowel in de hoeveel
heid als in de kwaliteit zoeken. Het ef
fect is in beide gevallen hetzelfde: een
verlaging van de kosten per eenheid van
de goederen en diensten.
Nu kan deze kostenverlaging tot een
Prijsverlaging leiden en dan heeft de
consument een voordeel. Er zullen meer
goederen en diensten worden omgezet,
hetgeen van invloed is op de rentabili
teit van de bedrijven en verder op de
werkgelegenheid en de koopkracht van
de bevolking en dus weer op de omzet
ten.
Als de kostenverlaging niet tot uit
drukking komt in een prijsverlaging, is
de hogere produktiviteit van directe in
vloed op het rendement van de bedrijven.
De welvaart van de middenstander zal
daardoor toenemen, althans tijdelijk. De
middenstander dient n.l. wel te beden
ken, dat wanneer hij de voordelen die
produktiviteitsverhoging oplevert niet
ten goede laat komen aan zijn afnemers,
zijn concurrentiekracht zal verzwakken.
Hij loopt dan de kans uitgeschakeld te
worden van het produktie- en distribu
tieproces.
3i) Bfcaumaüsche Pijn
TeroorzasixS door
mzuiver bloed
rengt Kruschen uitkomst.
Dat komt door de bloedzuiverende kracht
van Kruschen. De zes minerale zouten
waaruit 't is samengesteld, hebben zo'n
aansporende werking op de bloedzuive
rende organen, dat 't bloed van stonde
af aan sneller gaat stromen Onzuiver
heden daarin kunnen zich niet meer
vastzetten in de gewrichten en zo ver
oorzaken die ook niet de pijnen meer,
die U nu dag en nacht kwellen.
De steeds hoger wordende bednjfson-
kosten beïnvloeden de bedrijfsresultaten
in ongunstige zin. Hiertegenover staat,
dat tot nu toe geen hogere buitenlandse
prijzen bereikt werden. Van regerings
wege is thans een nieuw prijzen-systeem
uitgewerkt, waardoor in de toekomst
hogere exportprijzen zouden kunnen
worden verkregen.
Horecabedrijven en
vreemdelingenverkeer
Ondanks de slechte weersomstandig
heden en de afzeggingen door Duitse
toeristen van besproken hotel- en pen
sionruimte in verband met de polio
epidemie biedt het vreemdelingenver
keer in het verslagjaar geen slecht beeld.
De vrijgekomen plaatsen werden in het
algemeen - zij het niet zonder moeite -
spoedig weer door anderen bezet. Door
de vele mutaties onder de gasten droeg
het seizoen wel een enigszins rommelig
karakter. Het opnieuw doen bezetten
van geannuleerde kamers met logies op
veelal kortere termijn verhoogde de ex
ploitatiekosten aanmerkelijk.
De ambitie om in het horecabedrijf
werkzaam te zijn vermindert, hetgeen
in het seizoen grote problemen schept.
Gemiddeld was het aantal gasten on
geveer 10% hoger dan vorig jaar. De
conclusie is gewettigd dat het toeristen
verkeer naar Noordholland boven het
Noordzeekanaal gestadig toeneemt.
De strandexploitanten hebben in ver
band met het kille zomerweer een slecht
seizoen gehad. Bovendien werd in storm
achtige perioden in enkele gevallen grote
schade toegebracht aan strandopstallen.
Daar het verblijf aan het strand mees
tentijds minder aangenaam was, werden
ten behoeve van de gasten in de bad
plaatsen met meer of minder resultaat
verschillende ontspanningsevenementen
georganiseerd.
Opvoering van de produktiviteit is
noodzaak
Verhoging van de produktiviteit is
een algemeen belang en een belang voor
iedere zakenman.
Vooral onder de huidige omstandighe
den is opvoering van de produktiviteit
cok in de middenstandsonderneming bij
zonder belangrijk.
De concurrentie is de laatste jaren, nu
er sprake is van een „kopersmarkt" -
d.w.z. nu het aanbod van goederen in
vele gevallen de vraag overtreft - aan
zienlijk scherper geworden. Voor de on
dernemers, die zich vestigden in 'de tijd,
toen de goederen nog schaars waren en
we een „verkopersmarkt" kenden bete
kent dit de eerste kennismaking met de
concurrentie. Vooral deze zakenlieden
zullen zich de kunst moeten eigen maken
hun kostencijfer kritisch te bekijken en
hun onkosten zoveel mogelijk te druk
ken.
De nieuw gevestigde bedrijven hebben
bovendien het nadeel, dat hun kosten
over het algemeen veel hoger liggen dan
die van oudere bedrijven.
De middenstander ziet zich thans voor
het probleem geplaatst, de stijgende kos
ten (lonen, sociale lasten, hogere eisen
van de klant) op te vangen, terwijl hij
zijn prijzen volgens de scherpe concur
rentie niet of onvoldende kan verhogen
en dit met het oog op het algemeen be
lang ook niet gewenst is. Daartoe is hij
alleen maar in staat, wanneer hij met
alle kracht de produktiviteit in zijn on
derneming bevordert.
Het grootbedrijf schenkt jarenlang
grote aandacht aan de produktiviteits-
bevordering en boekt op dit terrein be
langrijke successen. De middenstand zal
er - in al zijn geledingen - voor moeten
waken, hierbij niet achter te blijven.
Hoe te- handelen.
Als men inziet, dat verhoging van de
produktiviteit nodig is, rijst de vraag,
„hoe kan ik dat in mijn eigen bedrijf be
reiken?"
Vele middenstanders zullen geneigd
zijn te denken, dat de produktiviteit in
hun bedrijf niet kan worden opgevoerd,
omdat zij niet in dezelfde mate ais de
industrie kunnen mechaniseren.
Er bestaan echter voor een midden
stander verschillende andere mogelijk
heden voor het bereiken van een hogere
produktiviteit: doelmatiger werken, ver
betering van werkmethoden, betere ge
reedschappen en machines, betere orga
nisatie en betere administratie. Het gaat
er niet om meer uren te maken, maar
de uren, die men werkt, beter en doel
treffender te besteden.
Men behoeft het niet zozeer in grote
dingen te zoeken. Hoeveel kleine verbe-
xeringen zouden in het bedrijf kunnen
worden verwezenlijkt, als men de moeite
nam de gang van zaken in het bedrijf te
analyseren en te bekritiseren. Om enige
voorbeelden te noemen: Is de inrichting
van de winkel of werkplaats doelmatig?
Hoeveel uren heeft het verkopend per
soneel niets te doen? Verschaft de boek
houding voldoende inzicht in het bedrijf?
Hoe groot is de omzetsnelheid? Kan het
assortiment niet worden verbeterd en
zijn de voorraden soms niet te groot?
Voor elke onderneming ligt hier een
taak. En wat de middenstander individu
eel niet kan, zou kunnen gebeuren in
samenwerking met anderen. De sterke
ontwikkeling van de inkoopcombinaties
en de groei van het vrijwillige filiaal
bedrijf bewijzen, dat in samenwerking
iets kan worden bereikt. Voor verschil
lende branches zijn thans produktiviteits-
onderzoekingen gaande (bakkers, sla
gers). In de vakbladen is hieraan de no
dige bekendheid gegeven.
Voor de middenstander in het bijzon
der geldt, dat hij zich slechts kar> hand
haven als hij zijn economische functie
zo doelmatig mogelijk verricht. Het gaat
er om aan de consument meer of betere
goederen en diensten ter beschikking te
stellen tegen de laagst mogelijke kosten.
Als de middenstand zijn economische
functie niet goed vervult, zullen andere
groepen klaar staan om zijn plaats in te
nemen.
Middenstander, „let op U saeck".
Middenstanders die nader op de hoogte
wensen te worden gesteld van de metho
den die er bestaan om tot produktivi
teitsverhoging te komen, kunnen zich
wenden tot de middenstandsconsulent,
de heer P. Dondorp, Dreef 34, Haarlem,
Telefoon K 02500 - 21663.
PREMIEREGELING VOOR HET
SCHIETEN VAN HOUTDUIVEN
Ter bestrijding van schade, veroorzaakt
door houtduiven aan de landbouw, wordt
ook dit jaar een premie beschikbaar ge
steld voor het schieten van deze duiven,
aldus deelt het betrokken Ministerie
mede.
De regeling is 1 april ingegaan. De
premie bedraagt 0,75 per volwassen
geschoten houtduif.
Voor uitkering komen in aanmerking
de houders van een jachtakte en de
houders van een vergunning ex artikel
53 van de Jachtwet.
Ook dit jaar zal de uitkering geschie
den door de provinciale voedselcommis-
sarissen. Ingeleverd dienen te worden de
rechtervleugel en de rechterpoot van de
geschoten duiven.
TEXELSE JONGEN ZAT BIJNA OP
VAKANTIEBOOT NAAR AMERIKA
De 15-jarige Joop Quint maakte als
leerling van de r.h.b.s. Den Helder (4de
klas) deel uit van een groepje van zes
scholieren, dat te Den Haag aan een
selectie werd onderworpen als kandi
daat voor het internationale kamp „Sun
rise" bij Nieuw York. Joop, de jongste
van het team, zal de grote vijver echter
niet kunnen oversteken, want de (oudere)
Rik Molster uit Amsterdam stak hem
juist de loef af. Intussen is onze jeugdige
eilandgenoot geenszins ontmoedigd en
hij is ernstig van plan om volgend jaar
opnieuw mede te dingen. Geen wonder:
het gaat hier om een drie maanden du
rende vakantie in Amerika. Uit ieder
land kwam één scholier van een middel
bare school in aanmerking. De gehele
zaak wordt door een multi-miljonair be
taald.
HANDELSREGISTER
In „Handelsregister" lezen wij onder
nieuwe inschrijvingen:
Grossiers: Hoppen, Texel, Den Burg,
Schildereinde 121 A. Groothandel in
vleeswaren.
UENST U NAAST
op r\OOlSTt K6U4
'-.voo^uce^
I -OOK Te
winkel£N
FEUILLETON
door J. G. J. Bax
9. Een zachte satijnen huid, de armen iets
gebruind, overgaande in de blankheid
van schouders en borst, waarboven een
slanke hals. Dik kastanjebruin haar,
weerbarstige krullen om een mooi ge
vormd gelaat, dat een gezonde buiten-
kleur heeft. Fijn getekende, donkere
wenkbrauwen boven een paar grote,
bijna zwarte ogen.
Vreemd, dat dit je eigen kind is, dat
je met eigen ogen hebt zien opgroeien
en dat nu voor je staat als een vreemde,
jonge vrouw. Haar kind, waarin zij voor
het eerst een vreemd wezen zag, een we
zen met eigen gedachten en gevoelens en
een eigen wil. Eens zou een man komen
en haar een nieuw leven binnenvoeren.
Hieraan zou zij niets kunnen veranderen,
het was nu eenmaal 's werelds beloop.
Haar ogen, die tot nu toe peinzend op
haar dochter hadden gerust, richtten
zich nu op de klok en weer tot de wer
kelijkheid teruggekeerd, zei zij: „Kom,
Marietje, schiet op meid, ga nu eten".
„Ja, moeder, even kijken wat voor
weer het is".
Bij haar verschijning buiten op het erf
sprong de hond vrolijk tegen haar op.
„Kalm, Bello, ja, je bent braaf; een brave
hond hoor, hier dan, even stoeien", een
spelletje, dat zich elke morgen herhaalde.
„Nee, nu is het uit, het vrouwtje heeft
geen tijd meer".
Zij richtte zich op en zoog frisse mor
genlucht in.
„Hè, lekker weer, Bello". De hond, die
zijn naam weer hoorde noemen, wilde
opnieuw beginnen. Ze weerde hem ech
ter af en wipte met een „Braaf buiten
blijven" naar binnen.
„Ziezo, moeder, heerlijk weertje".
„Ja, net als gister, moet je thee?"
„Ja, graag. Vader de plas al op?"
„Al vroeg, ja, vijf uur Heeft Willem
je niet wakker gemaakt?"
„Nee, ik heb hem niet gehoord. Dat is
dan maar een kort nachtje voor vader
geweest. Was hij laat thuis?"
„Ja, het was haast twaalf uur, heb je
helemaal niets gehoord?" Hierbij keek
ze haar dochter gespannen aan. Deze at
rustig verder.
„Nee, ik heb zeker nog al vast ge
slapen. Was hij weer....?"
„Ja, dat hoef je niet te vragen, zoals
gewoonlijks dinsdags'.
Hier stokte het gesprek, totdat Ma-
rietje opstond, op de klok keek en zei:
„Het is nog vroeg, dan kan ik nog mooi
mijn fiets even schoonmaken".
„Nee, Marietje, blijf nog even zitten,
ik had je nog wat te vragen".
„Wat is er dan, moeder, moet ik een
boodschap voor je doen of moet ik wat
meebrengen?"
Daar zij op deze vraag niet direct
antwoord kreeg, keek zij haar moeder
verwonderd aan, die besluiteloos in haar
stoel zat en tenslotte zei:
„Nee, dat niet, het gaat over jezelf".
Marietje, nu opmerkzaam geworden,
nam opnieuw aan de tafel plaats en
vroeg op aanmoedigende toon: „Is er
wat bijzonders, moeder?"
„Ja, kind, zie je, ik kan altijd zo moei
lijk met jou over die dingen praten. Ik
had zo graag geweten, hoe het nu eigen
lijk met Rinus staat".
Marietje's gelaat betrok en zij ant
woordde: „Maar moeder, moet je daar
nu op de vroege ochtend over beginnen,
hoe zou het staan, net als altijd hoor".
„Nee, je weet wel wat ik bedoel. Ik
zie hem zo weinig meer hier, hebben
jullie wat gehad?"
„Gehad, nee, wat zouden we gehad
hebben. Dat hij niet meer komt moet hij
zelf weten, hij hoeft voor mij niet weg
te blijven".
„Maar, Marietje, je weet toch, dat hij
alleen voor jou hier komt en dat hij
„Ja, dat weet ik nu zo langzamerhand
wel, moeder", viel Marietje haar onge
duldig in de rede.
„Spreek je hem dan helemaal niet
meer?" ondervroeg moeder verder.
„Zeker, waarom niet?"
„O, dus jullie hebben geen ruzie
gehad?"
„Ruzie, waarover zouden wij ruzie
hebben? Altijd dat gezeur over Rinus,
als U anders niet heeft, dan smeer ik
hem, hoor".
„Maar, Marietje, maak je toch niet
altijd zo gauw kwaad, ik meen het toch
goed met je. Je hebt toch zelf wel ge
merkt, dat Rinus van je houdt? Ik dacht
dat jij ook wel om hem gaf. Het is een
aardige jongen. Of heb ik me zo in hem
vergist?"
„Och, moeder, aardig, ja hij is wel
aardig, maar daarom hoef ik toch niet
van hem te houden?"
„Heeft hij je dan nooit wat gevraagd
of gezegd? Ik ben toch niet blind en ik
zie toch wel, dat hij alleen maar oog
voor jou heeft?"
„Ach, ja, moeder, hij heeft wel eens
op iets gezinspeeld en hij heeft mij wel
eens.nu ja, wat doet het er toe, dat
waren maar grapjes. Ik hoop niet dat
hij het ernstig opgenomen heeft".
„Ik ben anders bang van wel, Marietje"
„Dan is het zijn eigen schuld, moeder.
Nee, van hem houden, ten minste echt
van hem houden
Zij zweeg, wendde het gezicht van
haar moeder af en keek dromerig naar
buiten.
Deze had de vreemde glans in haar
ogen gezien en was geschrokken van het
mateloze verlangen en de hunkering, die
uit de blik spraken. Of was het misschien
herinnering?
„Is er een ander?" vroeg zij zacht.
Marietje, door deze vraag weer tot de
werkelijkheid terug gebracht, stond op
en antwoordde luchtig: „Dat zal wel,
moeder, ik weet alleen nog niet wie".
„Werkelijk niet? Marietje, je kunt het
mij toch wel zeggen?"
„Nee, heus niet, als het zover is, dan
zal ik het wel vertellen".
„Goed dan, kind, ik hoop alleen niet,
dat het dan Jacob zal zijn".
Marietje had zich bij het laatste ge
zegde van haar moeder juist omgekeerd
en schrok bij het horen van die naam.
Was het slechts toeval of zou moeder iets
weten, vloog het door haar gedachten,
zou zij iets gehoord hebben? Bliksemsnel
overlegde zij, of zij zou toegeven, tegen
spreken of net doen of zij niets gehoord
had. Misschien was het wel het beste te
den of zij erg verwonderd was.
Zij besloot tot het laatste, draaide zich
om en vroeg op onschuldige toon: „Jacob,
hoezo Jacob, hoe komt U daar bij?"
„Dus je weet wel, wie ik bedoel, hè?"
Marietje bedacht met schrik, dat zij
zich verraden had en probeerde haar
fout snel te herstellen. „Nee, hoe zou ik
dat weten; er zijn meer honden, die
Fikkie heten".
„Nee, je weet best wie ik bedoel, het
is Jacob Vermeulen, niet?"
Marietje stond nog steeds voor de ta
fel en keek naar de grond, op haar ge
laat een hoogrode kleur van schaamte,
niet omdat moeder alles scheen te we
ten, maar omdat Jacob aan haar de
voorkeur gaf, van haar hield, Jacob,
waar alle boerendochters vinger en duim
naar likten, maar die hij geen van allen
moest hebben, schamen, nee, trots was
zij er op. Die meiden met haar boeren
trots, die haar met de nek aankeken,
omdat zij maar de dochter van een
doodgewone visser was. De dochter van
de stroper, zoals zij haar reeds als kind
op school uitscholden; schelden deden zij
nu niet meer; zelfs daarvoor waren zij
te trots, want afstand diende bewaard
te blijven. Maar één ding had zij toch op
allen voor; alle jongens van het dorp,
ook de boerenzonen voor wie het boeren-
evangelie „Bezit hoort bij bezit" nog
niet gold en die nog naar wat anders ke
ken dan naar geld en afkomst alleen,
schonken de meeste aandacht aan haar.
(Wordt vervolgd)
1 BK i kl
Het merk RANG staat duidelijk op iedere Rangrol, alsook op liet beschermend omhulsel van ieder Rangetje
RANG, een product van de Kingfabrieken